English & other languages: click here!

Hebreeën 11: 11-30 Abraham en Mozes

In onze tijd worden veel mensen “helden” genoemd. We willen nu onze aandacht richten op enkele geloofshelden uit Hebreeën 11 en wel 

Abraham en Mozes

In dit gedeelte vinden we twee chiastische structuren. Beide geloofshelden waren vreemdeling op aarde, op weg nar het hemelse Beloofde Land. Het is de geloofsweg die wij met hen gaan, die het Beloofde Land "in de verte" zien liggen.

Hebreeën 11:39,40 En deze allen hebben, hoewel zij door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben, de vervulling van de belofte niet verkregen, daar God met het oog op ons iets beters voorzien had, opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen.

Een goed getuigenis verkregen door geloof: Hoewel ze dit goede getuigenis verkregen, ontvingen ze niet de belofte, het getuigenis van het volbrachte werk van de Messias namens hen.

Alle gelovigen uit het eerste Testament hebben getuigenis ontvangen dat ze in de beloofde Verlosser God behaagden. Toch hebben ze de vervulling van Gods beloften niet gezien. Het geldt hier in het bijzonder de belofte van de Messias en Zijn toekomst.

Wat de oud-testamentische gelovigen niet hebben ontvangen, hebben de Hebreeën wel ontvangen. Zij mogen leven in de ‘betere’ dagen waarin Yeshua gekomen is en Zijn offer heeft gebracht. Zonder dat zouden ook de gelovigen uit het eerste Testament nooit volmaakt zijn geworden, dat wil zeggen: in het volle heil gedeeld hebben (Heb. 10:14). ‘Zonder ons’ wil zoveel zeggen als: zonder wat in onze dagen (het lijden en sterven van de Messias) geschied is. Als degenen die de vervulling van de belofte wel hebben ontvangen, hebben we nog meer reden om door te gaan ondanks beproevingen en moeilijkheden. En ook dan geldt dat de vroege gelovigen 'niet zonder ons' tot die volmaaktheid zullen komen.

Hebreeën 11:13 zegt: “Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet.”.

Véél land en nog veel meer nakomelingen had God aan Abraham beloofd. Toch zien we Abraham op 137-jarige leeftijd, als Sara sterft, nog altijd met lege handen staan. Hij bezit nog geen enkel stukje van het Beloofde Land. Izaäk, de zoon van de belofte is weliswaar geboren, maar nog niet getrouwd. Waar blijft de vervulling van de belofte? De zoon van de belofte moest hij offeren. Geen verwijt: “waarom offeren? U heeft het me toch beloofd?”. Abraham koopt pas een stukje land als Sara overleden is en hij een plek moet hebben om haar te begraven. Tot in detail beschrijft de Bijbel hoe hij dat eerste stukje land koopt en vervolgens zijn vertrouwde dienstknecht Eliëzer  op pad stuurt om een vrouw voor Izaäk te zoeken. Daarna lijkt het leven van Abraham 'klaar'. Hij heeft zich maximaal ingezet voor, zoals het lijkt, een minimale verwezenlijking van de belofte. Abraham was bereid om zijn leven in te zetten voor de belofte van Yahweh, voor Wie hij  leefde. Hij was dan wel vreemdeling en bijwoner op aarde, maar mocht in geloof over zijn eigen leven en situatie heen de verte inkijken,  in het geloof dat God niet loslaat wat Zijn hand begonnen is. Deze houding kunnen we samenvatten in GELOOF, een vast vertrouwen dat God betrouwbaar is.

Psalm 138:8 De HEERE zal Zijn werk voor mij voltooien; Uw goedertierenheid, HEERE, is voor eeuwig; laat de werken van Uw handen niet los.

Wat was dat vaderland dat Abraham zocht?

Hebreeën 11:16 Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.

Was dat vaderland dan in de hemel? Er staat toch een “hemels” vaderland?

Genesis 13:14-17 En de HEERE zei tegen Abram, nadat Lot zich van hem afgescheiden had: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen.

  1. Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.
  2. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof van de aarde; als iemand het stof van de aarde zou kunnen tellen, dan zou ook uw nageslacht geteld kunnen worden.
  3. Sta op, ga het land door in zijn lengte en in zijn breedte, want Ik zal het u geven.

Als we bovenstaande belofte aan Abraham lezen, dan begrijpen we dat het om het fysieke land gaat waarop zijn voeten staan. Waarom dan “hemels” vaderland……? Omdat het Koninkrijk der Hemelen op deze aarde gevestigd wordt: een Koninkrijk naar hemelse maatstaven.

Het is voor vele christenen moeilijk voor te stellen, omdat we altijd hebben geleerd dat we “naar de hemel gaan”.  Het komende vaderland is dan ook een beter vaderland, zegt vers 16. Abraham had door dat deze aarde in zonde gevallen en verdorven is. Gods Geest had hem dat duidelijk gemaakt. Daarom noemde hij ook niet het “Ur der Chaldeeën” als zijn vaderland, zoals wij mensen met heimwee kunnen

 

terugverlangen naar “het dierbaar plekje grond, waar eens mijn wiegje stond”. Dat was geen beter vaderland.

Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Heb. 11:16b

Zo’n geloof, als dat van Abraham, wordt ons als voorbeeld gesteld. Wat doet dat Gods hart goed. Zelfs zo dat Hij Zijn Naam verbindt aan Abraham, Izaäk en Jacob, die alle drie in dat vertrouwen leefden. Dan maakt God zich bekend met:

Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob.”  Exodus 3:6Mattheüs 22:32 -  Handelingen 7:32

Juist omdat Abraham dat vaste geloof had, dat hij opgewekt zou worden in het betere vaderland, kon Abraham ook geloven dat God zijn zoon Izaäk, nadat hij geofferd was, kon opwekken uit de dood. God had immers de belofte gegeven

Genesis 17:19b Ik zal Mijn verbond met hem (Izaäk) maken, tot een eeuwig verbond voor zijn nageslacht na hem.

Genesis 21:12b want alleen het nageslacht van Izak zal uw nageslacht genoemd worden.

Ik kom nog even terug op de zin die ik hiervoor schreef “Hij (Abraham) heeft zich maximaal ingezet voor, zoals het lijkt,  een minimale verwezenlijking van de belofte.” Dat was een uitspraak van iemand anders, waaraan ik de woorden “zoals het lijkt” heb toegevoegd. Dit bepaalde me bij een herinnering, toen ik op de Middelbare Handelsschool zar. In het lesboek voor handelskennis stond de zin: “Het economisch motief: met minimale offers een maximaal resultaat bereiken”.  Ik herinner me die zin precies, want het bleef bij mij hangen. Ergens voelde ik: “dit klopt niet”. Het is een slogan uit Babel, gericht op materieel resultaat.

Wie de dingen geestelijk bekijkt zal zich herkennen in wat God van Abraham zegt:

En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. Romeinen 4:3

 

Hebreeën 11 gaat verder met de “geloofsheld” Mozes. In de secties A van de chiastische structuur komt naar voren dat we kunnen “zien met geestelijke ogen”.

Toen Mozes was geboren “zagen” de ouders, Aram en Jochebed, in geloof, dat hun kind bijzonder was voor God, De “tegenhanger” in de chiastische structuur is “Want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare.” Wat heeft Mozes het moeilijk gehad in die tocht door de woestijn met een onwillig en zondig volk. Toch bleef hij standvastig, omdat hij de onzichtbare God zag. Het opzien naar God met geestelijke ogen maakt een mens standvastig als de omstandigheden beangstigend worden. Wat hebben we het nodig in deze eindtijd om net als Mozes niet bang te zijn voor overheden en koningen! Mozes moest de strijd aanbinden met de Farao, die een beeld van de antichrist is, waarbij het volk door de grote verdrukking kwam. 

Toen Mozes zag hoe zijn volk in slavernij werd afgetuigd, koos hij voor zijn volk, dat bovenal Gods volk was en kwam daardoor zelf in moeilijkheden. Hiermee vertoonde hij het karakter van Yeshua HaMashiach en dit brengt ons bij de centrale as van dit gedeelte: Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte.

In geloof heeft Mozes zijn status en rijkdom verlaten, maar heeft hij ook de bewoonde wereld verlaten om het volk door de woestijn te leiden. Hij wist dat God Zijn beloften zou waarmaken.  

Dit is Gods getuigenis over Mozes:


Numeri 12:7-8

Maar zo doe Ik niet tegenover Mijn dienaar Mozes,

die in Mijn hele huis trouw is,

met hem spreek Ik van mond tot mond, ja, zichtbaar, en niet in raadsels.

Hij aanschouwt de gestalte van Yahweh.

 

Het lijkt erop dat de aardse taak van Mozes nog niet is afgelopen. Het is mogelijk dat onze generatie dat zal meemaken! In Openbaring 11 wordt geprofeteerd over de twee getuigen die tijdens de grote verdrukking zullen optreden.

4 Deze twee getuigen zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaars die voor de Here van de hele aarde staan. 5 Als iemand probeert hen kwaad te doen, komt er vuur uit hun mond, waardoor hun vijanden worden verteerd. Zo zal ieder gedood worden die hen kwaad wil doen. 6 Zij hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt in de tijd dat zij als profeet namens God spreken. Zij hebben ook de macht al het water in bloed te veranderen en de wereld met allerlei rampen te teisteren, zo vaak zij dat willen. 7 Als zij klaar zijn met hun getuigenis, zal het beest uit de onderwereld opkomen en hun de oorlog aandoen. Het zal hen overwinnen en doden.

We kennen Elia als degene die de hemel voor regen sloot en zijn komst wordt in Maleachi ook met name genoemd. Degene die water in bloed veranderde was Mozes. Zij spelen een beslissende rol in de eindstrijd. Zij zullen gedood worden, weer opstaan en in de hemel opgenomen worden, in navolging van Yeshua.

 

NIET ZONDER ONS…..

…….daar God met het oog op ons iets beters voorzien had, opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen. Hebreeën 11:40   

 

Ida