To translate this website in different languages click here.

Gods plan met Israël

Het is belangrijk om een Bijbelse visie op Israël te hebben. Daarbij gaat het om het historische en het toekomstige aspect van het volk, maar zeker ook om het huidige. Door belofte en profetie te verwarren, heb je maar zo een verkeerd zicht op Israël.   

WE LEVEN IN DE TIJD VAN DE AFVAL.

Dit is geprofeteerd in 2 Thessalonicensen 2:3. Het gevolg daarvan is dat de grote verdrukking aanbreekt. Mensen die bij het Woord zijn opgegroeid verloochenen de kracht daarvan en worden daarmee een tegenstander van Yeshua en die in 

Hem geloven. Net zo als de Farizeeën thuis waren in de Schriften zijn veel afvallige theologen dat vandaag de dag ook. Ook zij kennen de Schriften. Ze gebruiken dezelfde suggestieve tactiek als satan: “is het wel zo wat God in de Schrift zegt…..!” We hebben geen verantwoording af te leggen tegen kerken of theologen, maar tegenover Yeshua.

1 Johannes 4:4-6 Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld luistert naar hen. Wij zijn uit God. Wie God kent, luistert naar ons; wie niet uit God is, luistert niet naar ons. Hieraan herkennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling.


Het is de tijd van "grote verdrukking" (vgl. Matt. 24:21) die direct voorafgaat aan het licht worden, de komst van de dageraad, namelijk de wederkomst van Christus. Deze grote verdrukking is de tijd waarin het volk - op een gelovig overblijfsel na - de vleesgeworden tegenstander van God zal aanbidden in de tempel. Het zal de grootste vorm van afgoderij en afval (overspel) zijn in Israëls geschiedenis. Het volk zal niet zomaar een afgod aanbidden, maar Gods tegenstander zelf. De hele wereld gaat hierin mee, maar het Israël van Edom voorop. Al met al wordt dat de "tijd van benauwdheid voor Jakob" genoemd, d.w.z. het gelovig overblijfsel. Zie bijvoorbeeld wat Petrus - inmiddels profetisch - schrijft: "Want nu is het de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God ..." (1 Petrus 4:17a); pas daarna komt de toorn over de volkeren.

 

Jesaja 60:1-3

Sta op, word verlicht, want uw licht komt

en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op.

Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken

en donkere wolken de volken,

maar over u zal de HEERE opgaan

en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.

En heidenvolken zullen naar uw licht gaan

en koningen naar de glans van uw dageraad.

 

Jakob of Israël

"En Hij zei tegen hem: Wat is uw naam? En hij antwoordde: Jakob" (Genesis 32:27). Natuurlijk wist God wel met wie Hij streed. Toch vraagt Hij om Jakobs naam. Het moet gewoon gezegd worden: Jakob werd  door Ezau “bedrieger” (Gen. 27:36) genoemd. Precies zo als de VN in de dagen van nu. Maar JHVH heeft zijn eigen naam aan hem gekoppeld: “de God van Jakob”. Zijn naam bepaalt ons niet specifiek bij de zondigheid van Jakob maar bij de strijd van Genesis 3:15. Laten we dan ook in die strijd gaan staan van Abraham, Izaäk en Jakob.  Als de farizeeën zich beroepen op het feit dat zij Abraham tot vader hebben, zegt Yeshua: “doe dan ook de werken van uw vader Abraham”. (Johannes 8:39)

 

Johannes 8:19c als u Mij kende, zou u ook Mijn Vader kennen. 42. Jezus dan zei tegen hen: Als God uw Vader was, zou u Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan en gekomen. Want Ik ben ook niet uit Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden.

We moeten niet vergeten dat er alleen maar zegen is voor het geestelijk nageslacht van Abraham, dat houdt het fysieke nageslacht van Abraham in dat geestelijk is en Yeshua erkent. Dat houdt bekering en geloof in.

Abraham wijst de Christus aan: Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus. Galaten 3:16 NBG51

Galaten 3:7 Begrijp dan toch dat zij die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.


Johannes 1:12 Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; 13. die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn.

 

Het hele menselijke geslacht is uit Adam is voortgekomen en wordt als zondaar geboren. Het geloof is de voorwaarde tot behoud en dat hadden Abraham, Isaäk en Jakob.  Het bijzondere bij het gelovig overblijfsel is dat ze hun vertrouwen enkel op de God van Israël stellen. Het volk dat nu in Israël woont en ... Israël wordt genoemd (= strijder, of vorst, van God), moet net als Abraham ook de werken doen uit geloof en het niet van de politiek verwachten, zoals we dat nu zien. Maar daarmee benadrukt dit Israël ook de eigen kracht, waarin het volk zich opbouwt en probeert stand te houden. 'Wij zijn Israël'. Klopt dit wel? Is het Israël van nu een volk dat in ootmoed strijdt aan de zijde van God? Is het niet precies zoals het in Jesaja voorzegd is: Jakob zal tot Hem teruggebracht worden, "maar Israël zal zich niet laten verzamelen" (Jesaja 49:5).

Niet het aantal Nobelprijzen en de high tech hoogstandjes van het land zijn doorslaggevend, want Babel wordt gebouwd op het hoogste niveau! Doorslaggevend is het geloof van Abraham, Izaäk en Jakob!

Denk hier ook aan de woorden van Psalm 24. Deze psalm gaat over de intocht in Jeruzalem door de HEERE na Diens openbaring. Er staat onder meer: "Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart, wie zijn ziel niet opheft tot wat vals is, en niet bedrieglijk zweert. Hij zal zegen ontvangen van de HEERE en gerechtigheid van de Godvan zijn heil. Dat is het geslacht van hen die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken; dat is Jakob"

(Psalm 24:3-6). 

Het is niet Israël, want Israël zal zich niet laten verzamelen door de HEERE. Het is Jakob. Daarmee zijn we terug bij het begin van deze geschiedenis: "Maar Jakob bleef alleen achter". Het is het geestelijk Israël en niet het religieus Israël dat buiten de Messias Yeshua meent recht te hebben op het eerstgeboorterecht. Daarmee gaan ze de weg op van de antichrist, zoals de profeten ook over de tijd van de benauwdheid van Jakob hebben gesproken.

En dát Jakob (Strijder van JHVH) zal voortgaan als het Israël van God! "Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen" (Genesis 32: 28).

Zij zullen roepen om de ware Messias Yeshua haMashiach.
Op dat geestelijk Israël zijn de wedergeboren mensen uit de heidenen geënt. Maar velen omarmen het politiek en religieus Israël en gaan op de weg van de tegenstander.
Ze zoeken wijsheid in het Jodendom en citeren regelmatig de Talmoed of andere Joodse geschriften en Yeshua wordt een rabbi, maar wordt niet als de Verlosser en als God erkend, die hun kan zegenen, zoals de Engel des Heren (Yeshua voor Zijn Mens wording op aarde) deed.


Ezau schildert Jakob af als een bedrieger en zo wordt Yeshua afgeschilderd als de valse Messias. We zien dat Jakob bij de Jabbok door vele christelijke denominaties als bedrieger wordt neergezet en er is veel sympathie ook in onze tijd voor Ezau/Edom. En veel christendom is net als in Yeshua’s dagen op aarde, gelijk aan het farizeïsme. Zij haten Jakob en smeden plannen om Jakob het eerstgeboorterecht te ontnemen en brengen Jakob in grote benauwdheid. Het gevecht bij de Jabbok met de Engel des Heren was een profetie voor deze eindtijd. Maar ook daarin zal Jakob (Israël) overwinnen en opstaan.

Ezau is Edom en onder de Joden bevinden zich vele Edomieten met de religie van het farizeïsme. Dat is het farizeïsme  dat Yeshua in Zijn dagen afwees en Hem volkomen haatte – dit is een dodelijke haat -  en die geest is nog springlevend. Edom en Amalek zullen zich blijvend verzetten tegen het Koninkrijk van JHVH en Yeshua nooit als Koning willen. Zij wilden toen geen koning en riepen dat ze een keizer hadden. En die keizer zal de antichrist zijn die Jakob in benauwdheid brengt. Maar JHVH redt hem daaruit.
Het is Gods liefdesverklaring aan Israël en het verbond tussen Hem en Zijn volk.


Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!

Mattheüs 23:39

Om deze profetie werkelijkheid te laten worden, is het noodzakelijk dat er ook Joden in het land wonen die in de Messias, de Heere Jezus, Jesjoea, geloven. Er staat immers dat het moment komt dat ze zullen zeggen: ‘Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!’


1 Johannes 4:19

Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.

 

Maleachi 1:2,3

Ik heb u liefgehad, zegt de HEERE,

maar u zegt: Waarin hebt U ons liefgehad?

Was Ezau niet de broer van Jakob? spreekt de HEERE.

Toch heb Ik Jakob liefgehad,

en Ezau heb Ik gehaat.

Ik heb zijn bergen gemaakt tot een woestenij,

en zijn erfelijk bezit prijsgegeven aan de jakhalzen van de woestijn.

 

 

Jeremia 17:13

HEERE, Hoop van Israël,

                allen die U verlaten, zullen beschaamd worden.

Wie zich van Mij afkeren, zullen in de aarde worden geschreven,

want zij hebben de Bron van het levende water, de HEERE, verlaten.



Hij, de Hoop van Israël, YHVH is de Bron van het levende water. De enige Bron, wij moeten geen andere bronnen raadplegen.

Het argument om hen die Yeshua afwijzen te rechtvaardigen met “zij kennen God wel!” gaat niet op. Want Yeshua zegt: “U kent Mij niet en evenmin Mijn Vader; als u Mij kende, zou u ook Mijn Vader kennen.” Joh. 8:19b

 

Jeremia 30:7

Wee! Want die dag is groot,
er is er geen als hij.
Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob,
toch zal hij daaruit verlost worden.

 

Jur