To translate this page into different languages, click here!

Onze God is een verterend vuur

Ik, Ik ben het, die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet meer.” Jes.43:25

Lezen: Jesaja 43:1-8

Maar nu zegt de Heer: "Volk van Israël, Ik ben je Maker. Ik heb je gevormd, Is-raël. Wees niet bang, want Ik heb je gered. Ik heb je uitgekozen. Je bent van Mij. Als je door het water gaat, zal Ik bij je zijn. Als je door rivieren gaat, zul je niet weggespoeld worden. Als je door het vuur gaat, zul je niet verbranden. De vlammen zullen je niets doen. Want Ik, de Heer, ben je God. Ik ben de Heilige God van Israël, je Redder. Ik heb Egypte, Ethiopië en Seba als losgeld gegeven in ruil voor jouw leven. Omdat Ik je kostbaar vond, heb Ik jou uitgekozen. Ik houd heel veel van je. Daarom geef Ik mensen als losgeld voor jou. Ik geef volken in ruil voor jouw leven. Wees niet bang, want Ik ben bij je. Ik zal jouw overblijfsel terugbrengen uit het oosten. Ik zal hen verzamelen uit het westen. Ik zal tegen het noorden zeggen: ‘Geef hier.’ En tegen het zuiden zal Ik zeggen: ‘Geef terug.’ Breng mijn zonen en dochters terug van het einde van de aarde. Breng iedereen terug die bij Mij hoort. Ik heb hen gemaakt tot mijn eer. Ze zijn van Mij. Laat mijn volk gaan, mijn volk dat wel ogen heeft, maar toch blind is. Mijn volk dat wel oren heeft, maar toch doof is.

Wie denkt dat God de Joden heeft verlaten, die moet maar aandachtig het laatste stukje van het vorige hoofdstuk lezen. Alle rampen die over de Joden zijn uitgestort in voorgaande eeuwen en tot vandaag toe, zijn tuchtigingen van God om hen tot bekering te brengen: „Daarom stortte Hij de grimmigheid van Zijn toorn over hen uit”(Jesaja 42:25).

Door alle eeuwen heen zijn er Joden geweest die hieronder hun hoofden gebogen hebben en de tuchtigingen lijdelijk ondergingen, wat hen in de ogen van velen tot lafaards bestempelde! Het militante Israël van vandaag is voor vele Israëlieten hun enige hoop van bescherming, maar ze zijn blind voor hun Messias Yeshua en willen via de politieke onderhandelingen met de wereld tot een vredesakkoord komen.

Al mogen we in het herstel van de staat Israël een vingerwijzing van God zien, het volle heil wordt niet gebracht door de politicus of de soldaat, maar door verootmoediging, in de erkenning dat God Zelf hen terugbrengt in hun land.

God Zelf brengt een keer in het lot van Zijn volk. Hij is hun HERE en Schepper. Ook al namen zij Zijn tuchtigingen niet ter harte, waardoor de weg die zij gingen zo vreselijk zwaar werd, Hij zal hen verlossen. Niet omdat zíj zo trouw Zijn Naam hebben aangeroepen, maar omdat Híj hen bij hun naam geroepen heeft! Baruch HaShem!!

Grote wonderen gaan er nog gebeuren, groter dan die vaak nu al gebeuren in hun strijd tegen de Arabieren! En Israël zal daardoor menen dat het JHVH is, maar de antichrist verblindt hun de ogen. Het oordeel begint bij Gods huis zelf en dat is Israël.
1 Petrus 4:17 Want nu is het de tijd dat het oordeel begint bij het huis van God; en als het eerst bij ons begint, wat zal het einde zijn van hen die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn?

Velen in Israël zullen hun Messias Yeshua blijven afwijzen en niet aannemen. Dat zal opnieuw lijden betekenen. Velen willen hier niets van weten en zien de Abraham-vredesakkoorden samen met de zogenaamde Noachitische wetten als de weg naar wereldvrede. Maar het is de grootste misleiding, want het is een verbond met de dood.
Dat Israël als eerste van staatswege het volk wil laten inenten tegen corona is verblinding en satan zal doen alsof hij geneest.
Maar het is schijn en hij bindt de mens aan zich en wie het merkteken aanneemt kan niet meer terug. Hij of zij volgt daarmee de antichrist.

Het zijn akkoorden die mensen bedenken vanuit een duistere bron en die met veel gepraat en overleg de wereld worden opgedrongen. En dan weet je dat het niet van God komt, want Hij ontvouwt een ander plan. 

Gods koninkrijk van kracht bestaat niet uit woorden, maar uit kracht (1 Kor. 4:20)

Velen geloven - ook in de 'christelijke wereld' - dat het vrede gaat brengen, maar dat is politiek en niet de waarheid.
Dat dacht koning Josafat ook toen hij een verbond met Achab aanging (1 Kon. 22). Politiek brengt de schijn van vrede en dat bewerkt satan.

Yeshua/Jezus zegt dit tegen Zijn volk Israël:

Mattheüs 23:37-39 Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild! Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. Want Ik zeg u: U ZULT MIJ VAN NU AF AAN NIET ZIEN, TOTDAT U ZEGT: GEZEGEND IS HIJ DIE KOMT IN DE NAAM VAN DE HEERE!

Er zijn vele valse profeten uitgegaan in deze eindtijd, die roepen van: vrede, vrede, vrede en geen gevaar. (1 Thess.5:3 NBG) De mens vertrouwt op zijn eigen menselijke inspanningen zonder God of misbruikt Gods Naam, zoals vele volkeren altijd deden. Dat is ´God voor jouw karretje willen spannen” en dat is de grofste afgodendienst, die bestaat. In WOII  hadden de Duitsers zelfs op hun koppels staan: "Gott mit Uns". En velen voelden zich daardoor onoverwinnelijk. Maar de dood stond te wachten. Vele 'christenen' geloven in vrede buiten de profetieën om, want God is toch liefde? Ja, maar Hij is ook een verterend vuur! Hij roeit alle goddeloosheid met wortel en tak uit.

Geldzucht is de wortel van alle kwaad en dat zien we als we de bedragen zien die verdiend worden aan de corona leugen. Het is nu nog verdeel en heers en straks zal de totale institutie van de antichrist zichtbaar worden, maar dan is de wereld in de gevangenis van satan, die hen de leugen deed geloven en de mens door misleiding in de grote verdrukking heeft gevoerd.

Ook lezen we in Markus 13:20: En als de Heere die dagen niet ingekort had, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij die dagen ingekort.


LEES HEBREEËN 12

Er is dus een grote groep van mensen die ons door hun voorbeeld aanmoedigen. Laten we daarom alles uit ons leven wegdoen wat onze omgang met God in de weg staat, en alles waarin we God ongehoorzaam zijn. Het is alsof we een hardloopwedstrijd lopen die voor ons is uitgezet. We moeten geduldig tot aan het einde doen wat God van ons vraagt. DAARBIJ MOETEN WE ALLEEN OP JEZUS LETTEN, WANT HIJ IS ONZE LEIDER. HIJ WIJST ONS DE WEG EN GAAT VOOR ONS UIT. HIJ IS ONS VOORBEELD IN HET GELOOF. HIJ VER-DROEG DE DOOD AAN HET KRUIS EN ALLE SCHANDE, OMDAT HIJ WIST HOE BLIJ HIJ DAARNA ZOU ZIJN. NU ZIT HIJ NAAST GOD OP DE TROON. DENK DUS ALLEEN AAN HEM. HIJ HEEFT HET VERDRAGEN DAT DE MENSEN NIET NAAR HEM WILDEN LUISTEREN EN HEM ZELFS HEBBEN GEDOOD. ALS JULLIE DAARAAN DEN-KEN, ZULLEN JULLIE NIET MOE WORDEN EN NIET OPGEVEN. Maar jullie hebben nog niet op leven en dood tegen het kwaad gestreden. Jullie zijn vergeten dat God jullie als zonen en dochters toespreekt en aanmoedigt. Hij heeft gezegd: "Mijn zoon, doe er iets mee als de Heer je opvoedt en je bestraft. Verlies er niet de moed door. Want Hij doet dat omdat Hij van je houdt en omdat je Zijn kind bent geworden." God behandelt jullie dus als Zijn kinderen. En elk kind wordt toch door zijn vader opge-voed en bestraft? Als je niet door Hem opgevoed en bestraft wordt, ben je kennelijk niet Zíjn kind, maar het kind van iemand anders. Bovendien: we hebben óók gehoorzaamd aan de opvoeding van onze aardse vaders. En we hadden respect voor hen. Dan moeten we toch nog veel méér gehoorzamen aan de opvoeding van de Vader van onze geest? Want dan zullen we leven. Want onze aardse vaders hebben ons een aantal jaren zo goed mogelijk opgevoed. Maar onze hemelse Vader weet wat wérkelijk goed voor ons is. Hij voedt ons op met de bedoeling dat we net zo volmaakt zullen worden als Hij. Als Hij ons bestraft, is dat op het moment zelf niet fijn, maar pijnlijk. Maar uiteindelijk levert het iets goeds op. Want als we aan de opvoeding van onze Vader gehoorzaam zijn, zal Hij blij met ons zijn. Wees dus flink en pak jezelf aan. Leef zoals God het wil. Doe je dat niet, dan zal je geloof niet sterker worden, maar alleen maar zwakker. Net zoals zwakke benen die niet gebruikt worden, alleen maar slechter worden. Doe je best om met iedereen in vrede te leven en om een zuiver leven te leiden. Anders zul je nooit dicht bij de Heer kunnen zijn. Let er ook op dat niemand van jullie Gods liefdevolle goedheid misloopt doordat hij iemand iets niet vergeven wil. Want bitterheid is als een zaad waaruit een giftige plant opgroeit. Iedereen raakt erdoor vergiftigd en dat heeft grote gevolgen. Want door ruzie ontstaat er verdeeldheid in de gemeente. Zorg ervoor dat jullie niet ontrouw zijn aan God. Of onverschillig over alles wat Hij je heeft gegeven zoals Ezau. Want Ezau gaf de rechte weg die hij als oudste zoon had, in ruil voor één enkele maaltijd. Maar toen hij later toch van zijn vader de zegen wilde krijgen, kon dat niet meer, ook al huilde en smeekte hij er zelfs om. De Israëlieten in de woestijn waren bij de berg Sinaï bij een groot vuur gekomen, met een donkere wolk en donder en bliksem. Maar jullie niet. Ook hebben jullie niet zoals zij een ramshoorn horen blazen en een stem gehoord. Maar het volk Israël in de woestijn hoorde een stem. Daar werden ze zó bang van, dat ze vroegen of Hij wilde ophouden met spreken. Ze waren zo bang omdat God had gezegd: "Zelfs als een dier de berg aanraakt, moet het met stenen of met een pijl gedood worden." En Mozes was zó onder de indruk van wat hij zag, dat hij zei: "Ik beef helemaal van angst." Maar jullie zijn gekomen bij de berg Sion, bij de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem. En bij ontelbare engelen, en bij de feestelijke en plechtige bijeenkomst van Gods oudste kinderen die in de hemel opgeschreven staan in het Boek van het Leven. Jullie zijn gekomen bij God, de Rechter van alle mensen. En bij de geesten van de mensen die hebben geleefd zoals God het wil en die in de hemel al volmaaktheid hebben gekregen. Jullie zijn gekomen bij Jezus, door wie God een nieuw verbond heeft gesloten. En bij het bloed waarmee jullie zijn besprenkeld en dat een betere boodschap brengt dan het bloed van Abel. Let dan goed op dat jullie gehoorzamen aan Hem die spreekt. Vergeet niet dat het vroeger slecht afliep met de Israëlieten die ongehoorzaam waren aan God toen Hij op aarde sprak. Daarom is het zeker dat het ook met ons slecht zal aflopen, als we niet luis-teren nu Hij door Jezus vanuit de hemel spreekt. Toen God vanaf de berg sprak, schuddde alleen de aarde van zijn stem. Maar nu heeft Hij gezegd: "Nog één keer zal Ik niet alleen de aarde, maar ook de hemel laten schud-den." Dit ‘nog één keer’ geeft aan dat alles wat kan schudden, dus alles wat is gemaakt, weg-geveegd zal worden. En dat is de hele aarde. Zo zal alleen dat wat niet kan schudden, overblijven. Het Koninkrijk dat we hebben gekregen, kan niet schudden. Het staat stevig en vast en zal dus blijven bestaan. Laten we daarom vast vertrouwen op Gods goedheid, en God dienen en aanbidden op een manier waar Hij blij mee is. Dat is dus: vol ontzag.

WANT ONZE GOD IS ALS EEN VUUR DAT ALLES VERBRANDT.

Hebreeën 12:29


LUISTER NAAR MIJN ZOON, ZEGT DE HERE….

‘IK BEN NIET GEKOMEN OM VREDE TE BRENGEN, MAAR STRIJD’. Mattheüs 10:34

Yeshua/Jezus richtte deze woorden aan Zijn discipelen, maar ze zijn ook nog van toepassing in onze tijd. 

Je zou verwachten dat Jezus vredelievende woorden spreekt, maar de woorden die in het Bijbelgedeelte van vandaag staan, zijn waarschuwingen. Welke lessen kunnen wij eruit halen? Lees maar eens wat Yeshua zelf daarover zegt:

In Mattheüs 10:32-42 Als je er tegen de mensen voor uit durft te komen dat je bij Mij hoort, zal Ik ook tegen Mijn hemelse Vader zeggen dat je bij Mij hoort. 33. Maar als je tegen de mensen doet alsof je Mij niet kent, zal Ik ook tegen Mijn hemelse Vader zeggen dat Ik je niet ken. 34. Jullie moeten niet denken dat Ik ben gekomen om vrede te brengen op de aarde. IK BEN NIET GEKOMEN OM VREDE TE BRENGEN, MAAR STRIJD. 35. Ik kom strijd brengen tussen vader en zoon, tussen moeder en dochter, en tussen een vrouw en haar schoonmoeder. 36. De mensen met wie je in één huis woont, zullen je vijanden zijn. 37. Als je meer van je vader of moeder houdt dan van Mij, ben je Mij niet waard. En als je meer van je zoon of dochter houdt dan van Mij, ben je Mij niet waard. 38. En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. 39. Iedereen die zijn leven vindt, zal het verliezen. Maar iedereen die zijn leven verliest omdat hij van Mij houdt, zal juist leven krijgen. 40. Als mensen jullie ontvangen, ontvangen ze eigenlijk Mij. En mensen die Mij ontvangen, ontvangen eigenlijk Hem die Mij heeft gestuurd. 41. Als je een profeet ontvangt omdat hij een profeet is, zul je ook de beloning van een profeet ontvangen. Als je een goed mens ontvangt omdat hij een goed mens is, zul je ook de beloning van een goed mens ontvangen. 42. En luister goed! Ik zeg jullie dat als je aan één van Mijn broeders die door anderen niet belangrijk gevonden worden, ook maar een beker koud water te drinken geeft omdat hij een leerling van Mij is, dan zul je je beloning krijgen’.

Johannes 5: 41-47 Eer van mensen behoef Ik niet, 42 maar Ik ken u: gij hebt de liefde Gods niet in uzelf. 43 IK BEN GEKOMEN IN DE NAAM MIJNS VADERS EN GIJ NEEMT MIJ NIET AAN; INDIEN EEN ANDER KOMT IN ZIJN EIGEN NAAM, DIE ZULT GIJ AANNEMEN 44 Hoe kunt gij tot geloof komen, gij, die eer van elkander behoeft en de eer, die van de enige God komt, niet zoekt? 45 DENKT NIET, DAT IK U ZAL AANKLAGEN BIJ DE VADER; UW AANKLAGER IS MOZES, OP WIE GIJ UW HOOP GEVESTIGD HEBT. 46 WANT INDIEN GIJ MOZES GELOOFDET, ZOUDT GIJ OOK MIJ GELOVEN, WANT HIJ HEEFT VAN MIJ GESCHREVEN. 47 MAAR INDIEN GIJ ZIJN GESCHRIFTEN NIET GELOOFT, HOE ZULT GIJ MIJN WOORDEN GELOVEN??

Ondanks alle gevaren in het land Israël zal God hen terugroepen naar Zijn land, allen die naar Zijn Naam genoemd zijn: Israël! Zo zien we ze komen, als blinden en doven, als mensen die beweren niet te geloven, maar niet op kunnen tegen het indringende werk van Gods Geest, die iets nieuws in hen zal doen uitspruiten (Jesaja 43:19).

 

Dan zal de wereld zien hoe Israël, Gods volk, de lof en eer van God zal verkondigen, rijker dan de kerk het in de loop der eeuwen heeft gedaan (Jesaja 43:21)!
Vele kerken zijn van het Woord afgeweken en gaan de weg van de antichrist en vermengen zich politiek met deze wereld. Het vervelende is dat alles onder de noemer van het overkoepelend begrip ‘christenen" valt en zo wordt er geestelijk geen onderscheid aangebracht. Maar het gaat om het openbaar worden van de zonen van God: de ware gelovigen in Hem alleen!

Romeinen 8:19-22 De hele aarde wacht vol spanning op het moment dat duidelijk zal worden wie de kinderen van God zijn. Want de aarde is veroordeeld tot een zinloos bestaan. Een bestaan dat wordt beheerst door dood en bederf. Dat wilde de aarde niet zelf, maar dat heeft God zo bepaald. Maar het is zeker dat de aarde zal worden bevrijd van dat zinloze bestaan waarin alles in dood eindigt. De aarde zal dezelfde hemelse vrijheid krijgen als de kinderen van God. We weten dat de hele aarde op dit moment zucht en kreunt van pijn, totdat het zover is.

Het gevoel en het depressief zijn, kunnen ons overvallen als we de grote afval zien en de valse religie van vrede, vrede, vrede.

De profeet Elia heeft dat ook gekend, maar God stuurde een Engel en JHVH was de kracht die achter Zijn profeet stond. Toen Elia op de omstandigheden zag leek alles hem zinloos en hij wilde sterven.

Hij beschouwde de geestelijke strijd als verloren. En wat als wij zien dat er steeds meer ongeloof is en dat de hoer op het beest alles in zijn macht lijkt te hebben. Geven we het vertrouwen en ons geloof prijs of verwachten we het van Hem, Die gezegd heeft: Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. Johannes 16:33


Elia vluchtte ook, ver weg naar de woestijn in zuidelijk Judea, en hoopte daar te sterven. Voordat hij zijn ogen voorgoed wilde sluiten bad hij nog een 'laatste gebed':

"... Het is genoeg geweest, HEER. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders." (1 Koningen 19:4, NBV2004)


1 Koningen 19:1-4  Achab vertelde aan Izebel wat Elia had gedaan en dat Elia alle profeten had gedood.

Toen stuurde Izebel een boodschapper naar Elia die hem moest zeggen: "Ik zweer bij de goden dat jij morgen net zo dood zal zijn als die profeten."

Toen Elia dat hoorde, vluchtte hij. Hij kwam bij Berseba in Juda. Daar liet hij zijn dienaar achter.

Zelf liep hij een dagreis ver de woestijn in. Daar ging hij onder een struik zitten en bad dat hij zou sterven. Hij zei: "Ik heb er genoeg van, Heer. Neem mijn leven maar. Ik ben niet beter dan mijn voorouders."

1 Koningen 19:5-9  Hij ging onder de struik liggen en viel in slaap. Maar een engel raakte hem aan en zei tegen hem: "Sta op en eet."

Toen hij rondkeek, zag hij bij zijn hoofd een versgebakken koek liggen en een kruik water staan. Hij at en dronk en ging weer liggen.

Maar de engel van de Heer raakte hem voor de tweede keer aan en zei: "Sta op en eet. Want anders zal de reis te ver voor je zijn."

Hij stond op, at en dronk en liep door de kracht van dat voedsel 40 dagen en 40 nachten lang, tot hij bij Horeb kwam, de berg van God.

Daar vond hij een grot waar hij die nacht bleef slapen. Toen vroeg de Heer hem: "Wat doe je hier, Elia?"

 

1 Koningen 19:10-14  Elia zei: "Ik heb heel erg mijn best gedaan voor U, de God van de hemelse legers. Maar de Israëlieten hebben zich niet meer aan uw verbond gehouden. Ze hebben uw altaren afgebroken en uw profeten gedood. Daardoor ben ik alleen overgebleven. En nu proberen ze mij óók te doden."

De Heer zei: "Ga naar buiten en kom bij Mij op de berg staan." Vlak voordat de Heer voorbij zou gaan, begon het geweldig hard te stormen. De wind die voor de Heer uit ging, verscheurde bergen en brak rotsen stuk. Maar de Heer was niet in de storm. Na de wind kwam er een aardbeving. Maar de Heer was niet in de aardbeving.

Na de aardbeving kwam er een vuur. Maar de Heer was niet in het vuur. Na het vuur hoorde Elia het suizen van een zacht briesje.

Zodra hij dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht en bleef in de ingang van de grot staan. Toen zei een stem tegen hem: "Wat doe je hier, Elia?"

Elia zei: "Ik heb heel erg mijn best gedaan voor U, de God van de hemelse legers. Maar de Israëlieten hebben zich niet meer aan uw verbond gehouden. Ze hebben uw altaren afgebroken en uw profeten gedood. Daardoor ben ik alleen overgebleven. En nu proberen ze mij óók te doden."

 

1 Koningen 19:15-18  Toen zei de Heer tegen hem: "Ga dezelfde weg terug die je bent gekomen, naar de woestijn van Damaskus. Ga Damaskus in en zalf daar Hazaël tot koning van Aram.

En zalf Jehu, de zoon van Nimsi, tot koning van Israël. En zalf Elisa, de zoon van Safat uit Abel-Mehola, tot profeet in jouw plaats.

Iedereen die ontsnapt aan het zwaard van Hazaël, zal door Jehu worden gedood. En iedereen die ontsnapt aan het zwaard van Jehu, zal door Elisa worden gedood.

EN IK HEB ERVOOR GEZORGD DAT ER IN ISRAËL NOG 7000 MENSEN OVER ZIJN DIE HUN KNIEËN NIET VOOR BAÄL HEBBEN GEBOGEN EN ZIJN BEELD NIET HEBBEN GEKUST."

 

1 Koningen 19:19-21  Elia vertrok van Horeb. Hij zag Elisa met elf andere mannen bezig om het land te ploegen. Elke man liep achter een ploeg met twee ossen ervoor. Elisa liep achter de twaalfde ploeg. Elia liep hem voorbij en gooide zijn mantel over Elisa’s schouders. Elisa liet de ossen daar staan, rende Elia achterna en zei: "Laat mij alstublieft eerst mijn vader en mijn moeder gedag zeggen. Daarna zal ik met u meegaan." Maar Elia antwoordde: "Ga dan maar terug. Dan heb ik verder niets met je te maken." Elisa liep terug naar zijn ossen, slachtte ze en kookte ze op een vuur dat hij had gemaakt van het hout van de ploeg. Daarna gaf hij het vlees te eten aan de mannen die bij hem waren. Toen ging hij met Elia mee en diende hem.

Yeshua stelde het Vernieuwde Verbond in en velen hebben dat verbond zich onrechtmatig theologisch in het christendom toegeëigend. En er een eigen godsdienst van gemaakt, zoals Jerobeam om zijn eigen macht, status. Het is rebellie en Gods toorn komt daarover. Zo zal Zijn toorn ook komen over alle goddeloosheid en de schijn van godsvrucht!
Hoeveel zijn er nu nog die de knieën niet voor de Baal (afgoden) hebben gebogen. Ik weet het niet, maar God weet het zeker wel. Zolang de maat van de zonde nog niet vol is, zal het een tijd van verdrukking zijn.
Elia kende dat van Achab en zijn satanische vrouw Izebel. Zij vermoordde een ieder die niet haar wil deed en we kunnen ons ook nu heel goed inleven in de tijd en omstandigheden waarin de profeet Elia moest profeteren. Het was tegen dovemansoren. De tijd waarin ze Gods Woord verwierpen en de profeten doodden. De valse profeten waren in dienst van Achab en Izebel.. Dan heb je Gods bemoediging nodig. God de Vader zegt: "Luister naar Mijn Zoon" en van Hem mogen we bemoediging en kracht ontvangen om standvastig te blijven tot het einde.

Opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde. Efeziërs 3:16-17

 

SALOMO


Ook wij hebben in deze dagen Zijn bemoediging nodig in een wereld, die van God en Zijn gebod niet wil weten of er religieus totaal vervreemd van is geraakt en in een humanistische geest een eigen godsdienst heeft gemaakt. Net zoals Israël met het gouden kalf en dan Jerobeam niet te vergeten en Salomo aan het eind van zijn leven, die de afgoden ging aanbidden.

 

Zoals de Heer Israël had gewaarschuwd (Deut.7:3-7) leidden de vreemde vrouwen van Salomo hem in afgoderij. Waar het begin van zijn regeren werd gekenmerkt door een liefde voor de Heer, werd het op het einde gekenmerkt door een liefde voor vreemde vrouwen (1 Kon.11:1), vrouwen die hij trouw volgde in de plaats van God te volgen (1 Kon. 11:2). Omdat de goedkeuring van zijn vrouwen meer voor hem betekende dan die van de Heer, liet Salomo toe dat zijn hart zich van God keerde (1 Kon. 11:3). 1 Koningen 11:4 getuigt: “toen Salomo oud geworden was, dat zijn vrouwen zijn hart meevoerden achter andere goden, zodat zijn hart de Here, zijn God niet volkomen was toegewijd gelijk dat van zijn vader David.” Salomo aanbad eigenlijk Astarte, de Sidonische godin van de vruchtbaarheid, Milkom, een Ammonietische god die vaak geassocieerd werd met het offeren van kinderen en Kemos, de gruwel van Moab,  die eveneens werd geassocieerd met het offeren van kinderen. Salomo, die eerder een tempel voor de Heer had gebouwd, bouwde nu aanbiddingplaatsen voor Kemos en Milkom (1 Kon. 11:7). Hetzelfde deed hij voor al zijn vreemde vrouwen, die reukoffers en slachtoffers aan hun goden brachten (1 Kon.11:8). Zijn toewijding aan zijn vrouwen bracht hem tot het offeren van zijn toewijding aan de Heer op de altaren die hij had gebouwd voor afgoden.


De straf van Salomo (1 Kon.11:9-40)

De Heer had geen zegeningen teruggehouden van Salomo. Van kleins af aan werd Salomo geliefd door de Heer (2 Sam.12:24-25). De Heer had hem uit alle zonen van David verkozen om op de troon van zijn vader te regeren. Salomo werd gezegend door een godsvruchtige vader te hebben die hem herhaaldelijk onderwees, vermaande en waarschuwde om toegewijd en gehoorzaam te zijn aan de Heer. De Heer had Salomo speciaal gezegend door tweemaal aan hem te verschijnen waarbij hij eenmaal een verzoek mocht doen (1 Kon.11:9).

Ondanks dat God aan Salomo alles had gegeven wat een koning maar kon wensen, bleef zijn hart niet tevreden. In plaats daarvan wilde hij het genoegen van een grote schare vrouwen en werd hij door zijn onverzadigbaar hart geleid in geestelijke afgoderij. De Heer was kwaad op Salomo (1 Kon.11:9), die Zijn waarschuwing tegen afgoderij negeerde (1 Kon.9:6-7). Omdat Salomo zijn hart tegen de Heer had gekeerd en naar andere goden had gericht (1 Kon.11:9-10) beloofde de Heer dat hij het koninkrijk van hem zou afscheuren en het aan een van Salomo zijn onderdanen zou geven (1 Kon. 11:11). Maar zelfs temmidden van dit vreselijke oordeel was de Heer nog steeds barmhartig naar hem. De Heer zou het koninkrijk wegnemen van de zoon van Salomo, Rechabeam, en niet rechtstreeks van Salomo zelf.

Zelfs toen beloofde God daarbij een stam aan Rechabeam over te laten “ter wille van uw vader David; en ter wille van Jeruzalem, dat Ik verkoren heb" (1 Kon.11:12-13). De scheiding van het koninkrijk van Israël zou niet gebeuren tijdens het leven van Salomo omwille van de liefde van de Heer voor David. Trouw aan Zijn verbond met David zou de Heer nog steeds toelaten dat een zoon van David zou regeren en Zijn naam blijven verbinden aan de tempel van Jeruzalem. Hoewel het grootste deel van de straf zou vallen op zijn zoon Rechabeam, onderging Salomo al een deel van deze straf gedurende zijn leven. Het rijk van Salomo was steeds vredevol geweest, maar nu zou de Heer tegenstanders tegen hem opzetten (1 Kon.11:14-40).

De eerste was Hadad de Edomiet. Hadad was in Egypte opgegroeid maar keerde terug naar Edom om de afslachting van de Edomieten door Davids leger te wreken (1 Kon. 11:14-22). De tweede was Rezon, die regeerde over Syrië en Israël haatte (1 Kon. 11:23-25). De laatste was Jerobeam (1 Kon.11:26-40).

Voordat hij rebelleerde werd Jerobeam, die eerder door Salomo werd gepromoveerd tot opzichter van de sjouwers uit de stam Jozef (1 Kon.11:28), bezocht door Achia, een profeet van de Heer. Achia nam de nieuwe mantel die hij droeg en scheurde het kledingstuk in 12 stukken en gaf tien stukken aan Jerobeam (1 Kon.11:29-31). Achia legde uit dat de tien stukken de tien stammen van Israël voorstelde die God aan hem zou geven. Omdat Salomo en Israël God hadden verlaten, afgoden aanbaden en niet wandelden op Gods wegen zoals David dat deed, zou de Davidische dynastie een zware nederlaag gaan lijden (1 Kon. 11:32-33). Ondanks dat Jerobeam niet alle twaalf stammen zou ontvangen omwille van Gods liefde voor David beloofde de Heer dat hij een blijvend huis als dat van David zou krijgen mits hij alles deed wat God gebood (1 Kon.11:34-38).

De Davidische dynastie zou getroffen worden door de Heer, maar niet voor eeuwig (1 Kon.11:39). Zoals de Heer had beloofd zou Hij uiteindelijk op de troon van David een koning plaatsen die voor eeuwig zou regeren. Met de belofte van de heerschappij over Israël in zijn achterhoofd was Jerobeam aangemoedigd om te rebelleren tegen Salomo. Niet verrassend trachtte Salomo hem te doden en Jerobeam vluchtte naar Egypte tot God hem de stammen van Israël zou geven (1 Kon.11:40).

De dood van Salomo (1 Kon.11:41-43)

Na meer dan 40 jaar over Israël te hebben geregeerd stierf Salomo. Vanuit het perspectief van 1 en 2 Koningen was het leven van Salomo een grote puinhoop. Al hetgeen hij verwezenlijkt had in zijn eerdere toewijding naar de Heer werd overschaduwd doordat hij zich naar afgoderij had gekeerd. De Heer was al wat Hij beloofd had trouw nagekomen, maar Salomo was zijn belofte naar de Heer niet nagekomen. De rest van 1 en 2 Koningen volgt de vreselijke gevolgen van het koninkrijk van Israël dat gescheurd werd van de nakomelingen van David (met uitzondering van een stam die God had toegelaten om de dynastie van David te houden). Salomo was zijn leven met liefde voor de Heer begonnen, maar toen verliet hij God en keerde naar afgoderij. Ondanks dat Prediker laat zien dat Salomo terugkeerde naar de Heer voor hij stierf, richtten 1 en 2 Koningen zich op de verwoestende gevolgen van geestelijke afgoderij. Het leven van Salomo is een sterke waarschuwing aan iedereen die van de Here houdt.

Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. MAAR ZONDER MIJ KUN JE NIETS DOEN. Johannes 15:5

Zie ook het artikel "Deuteronomium 4 en 5 - het Vuur"

Jur