English & other languages: click here!

Gaza - de Filistijnen

Geschiedenis en feiten

Gaza - De Filistijnen

We willen het in dit artikel hebben over de profetieën die over Gaza – de Filistijnen zijn uitgesproken.  Eerst een kort overzicht van de geschiedenis van de Filistijnen in relatie tot Israël. Wie meer daarover wil weten kan dit lezen in het artikel “Palestijnse claims op het land zijn vals” van Franklin ter Horst .

De Palestijnen in de Bijbel waren Indo-Europeanen uit Kaftor (Kreta) (Jeremia 47:4 -Amos 9:7). De grootste golf van hen vestigde zich in de 12e eeuw v.Chr. in het zuid-westen van Kanaän/Israël. Ze bevolkten een kleine strook grond aan de rand van de Middellandse Zee: Filistea. Zij eisten het land voor zichzelf op en drukten er zelfs hun stempel op door hun naam eraan te verbinden. In het woord ‘Palestina’ klinkt de naam ‘Filistijnen’ door. Filistea was een smalle strook land van Ekron tot aan de Egyptische grenzen, dat is tot aan de beek of de rivier van Egypte, en de glooiiing van het gebergte van Juda, en lag in de onmiddellijke nabijheid van de stammen Simeon, Juda en Dan.

Historisch gezien waren de Filistijnen vreemdelingen in het land Kanaän. Zij zijn gekomen van over de zee. Het was een zeevarend volk. Het Filistijnse volk vormde een vijand die zich binnen de grenzen van het land  Israël bevond. In Jozua 13:2 e.v. staat dat het volk Israël heel Kanaän onderwierp, op de Filistijnse steden na. Er waren voortdurend vijandigheden tussen Israël en Filistea. Simson heeft ten dele overwinningen op hen behaald. Uiteindelijk heeft David in een tweekamp met reus Goliath (de bekendste Filistijn) dit volk overwonnen.

De Filistijnen van vandaag zijn Arabieren uit verschillende landen, maar ze noemen zich naar het oude wrede volk van de Filistijnen. Ze menen op deze manier hun claim op dat gebied te kunnen leggen. De Bijbel heeft het dan ook over bastaard-Filistijnen (Zach. 9:5-6).

Balfour verklaring

Na de Eerste Wereldoorlog viel Jordanië onder het Britse mandaatgebied Palestina. De Balfour-verklaring of Balfour-declaratie van 2 november 1917 is een officiële verklaring waarmee de Engelse regering steun toezegde voor de stichting van een ‘nationaal tehuis’ voor het Joodse volk in Palestina.

In juli 1922 stelt de Volkenbond de grenzen van het mandaatgebied Palestina vast, dat bestaat uit het gebied ten westen van de Jordaan. In het oosten ontstaat een mini-staatje: Transjordanië. Het is een kleine concessie aan de Arabieren, verleend door Winston Churchill, waartegen de zionisten zich niet verzetten. In augustus 1929 doen de Arabieren een verwoestende aanval op joodse nederzettingen.

Israël veroverde de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in 1967. Het was het gebied dat hen was toegezegd. Men zegt dat Israël het gebied bezet, maar Israël is geen bezetter zoals bij ons indertijd Duitsland was. 

Het gebied is hen toegezegd, maar wordt opgeëist. In delen ervan hebben Palestijnen een vorm van zelfbestuur. Het gebied was door de Volkerenbond, (San Remo 1920 - voorloper van de Verenigde Naties), al in z’n geheel aan Israel toegewezen en zelfs door de VN in Artikel 49 bekrachtigd.

In de VN-resolutie 181 spreekt men van een Arabische staat en niet van een Palestijnse staat en wordt Israël maar liefst dertig keer als ‘de Joodse staat’ genoemd.

Het VN verdelingsplan werd aanvaard door de Joden maar niet door de Arabieren. Met de terugtrekking van de Britten uit het mandaatgebied ‘Palestina’ riep Israël op 14 mei 1948 haar onafhankelijkheid uit op het door de VN toegekende gebied. De volkomen illegale beslissing van de Verenigde Naties, leverde de Arabieren in totaal maar liefst 82.7 procent land op dat aanvankelijk door de Volkerenbond aan de Joodse staat was toegewezen, daarvan hielden de Joden maar17.3 procent over, wat ook nog eens voor 65 procent bestond uit woestijn en moerasgebieden, waardoor de pioniers te maken kregen met malaria. 

Vermeldenswaard is ook dat tijdens zijn regeerperiode van (20 jan. 1961 – 22 nov. 1963) John F.Kennedy een reeks uitspraken deed die inzicht geven in de Amerikaans-Israëlische betrekkingen tijdens zijn regeringsperiode. Kennedy had het nergens in zijn uitspraken over Palestijnen. Dat hoeft natuurlijk niemand te verwonderen want die bestonden er die tijd nog niet.  Dat zou pas jaren later na zijn dood worden uitgevonden en gemeengoed worden. Ontmoeting tussen president Kennedy en de legendarische Golda Meir (1898-1978). 

Uit deze video.   

JESAJA

Jesaja 11:12-14 Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en hen die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. 13. Dan zal de afgunst van Efraïm verdwijnen, en wie Juda in het nauw drijven, zullen uitgeroeid worden. Efraïm zal niet langer jaloers zijn op Juda, en Juda zal Efraïm niet meer in het nauw drijven. 14. Zij zullen op de schouder van de Filistijnen neerstrijken in het westen, samen zullen zij de mensen van het oosten uitplunderen. Zij zullen hun hand uitstrekken tegen Edom en Moab, en de Ammonieten zullen hun gehoorzaam zijn. .

Zij zullen op de schouder van de Filistijnen neerstrijken in het westen, samen zullen zij de mensen van het oosten uitplunderen........In dit gedeelte laat Jesaja ons zien dat God de verstrooide Israëlieten overal vandaan gaat ophalen. Daarom steekt Hij die banier omhoog, zodat ze zien dat Hij hen zoekt overal..... (van de vier hoeken van de aarde). De overgebleven Israëlieten uit Efraïm en Juda hebben zich van harte verenigd. Het is het overblijfsel van het volk dat zich mag verheugen in het aanbreken van het Vrederijk Israël. Er worden allerlei landen opgesomd. Maar dan....... zullen op de schouder van de Filistijnen neerstrijken in het westen.... dit ziet op de toekomstige verovering van de Gazastrook. Met “de schouder” wordt de westelijke berghelling: Sjefela bedoeld, een heuvelachtig gebied, gelegen tussen het Judeagebergte en de Middellandse Zee-kustvlakte Sjaron.. Daar zullen Juda en Efraïm eensgezind de Filistijnen in vliegende vaart aanvallen. De naam 'Filistijnen' is in onze tijd door die bevolkingsgroep zich onterecht eigen gemaakt, maar in de tijd van Jesaja was dat wel het gebied van de Filistijnen. Verder worden ook de inwoners van het oosten, Edom, Moab en de Ammonieten onderworpen. Edom is het gebied van Zuid-Jordanië, Moab het gebied van Midden-Jordanië en Ammon het gebied van Noord-Jordanië. Heel Jordanië zal onder hun gezag komen.

Jesaja 14:28-31 In het jaar dat koning Achaz stierf, kwam deze last. 29. Verblijd u niet, heel Filistea, want de staf die u sloeg, is wel gebroken, maar uit de wortel van de slang zal een gifslang voortkomen, en haar vrucht zal een vurige, vliegende draak zijn. 30. Dan weiden de eerstgeborenen van de geringen, en de armen zullen onbezorgd neerliggen; maar uw wortel zal Ik van honger laten sterven en uw overblijfsel zal die gifslang doden. 31. Weeklaag, poort! Schreeuw het uit, stad! Wegsmelten van angst moet u, heel Filistea! Want uit het noorden komt een rookwolk; en in zijn gelederen blijft niemand achter.

In het jaar dat koning Achaz stierf....... dat jaar was 718 v.Chr. , het jaar waarin Jesaja van YHWH een oordeelsboodschap kreeg voor de Filistijnen. Dat was het sterfjaar van koning Achaz en kwam koning Hizkia aan de macht. Er was voortdurend oorlog tussen Israël en de Filistijnen, en dus was Israël bij vele gelegenheden de staf die de Filistijnen trof.  Nu Israël werd geoordeeld moesten de Filistijnen zich niet daarover verheugen, want hun beurt zou ook komen. Het kan ook zijn dat Juda tijdens Achaz een bondgenootschap met de Filistijnen tegen de Assyriërs wilde vormen. Als vijanden van elkaar hadden ze hetzelfde belang om niet verslagen te worden door Tiglath Piléser, koning van Assyrië. Nu deze koning was gestorven zouden ze daarom blij kunnen zijn. Dan gebruikt Jesaja de uitdrukking 'Uit de wortel van de slang zal een gifslang voortkomen', wat dan zou inhouden dat diens opvolger Sargon II een nog grotere bedreiging voor hen zou zijn.  

Met de eerstgeborenen (Juda) van de armen en behoeftigen zal het wel goed gaan, maar uw geslacht zal ik van honger laten sterven en wat er van u overblijft (de wortel) zal door de gifslang worden gedood. Het volk van de Filistijnen is ten dode opgeschreven, er blijft niets van over. Alle reden om in de poort, waar het overleg van de mannen plaatsvindt, te weeklagen. Men zal geschreeuw in de stad horen. Wegsmelten van angst moet u, heel Filistea!

Want uit het noorden komt een rookwolk...... mogelijk wordt hier de koning uit het noorden bedoeld die genoemd wordt in Daniël 11:40-43.

Deze koning trekt op naar vele landen waarbij Egypte wordt genoemd. Op die route ligt ook Gaza, het gebied van de Palestijnen. Degenen die zich in onze tijd “Palestijnen” noemen stammen niet af van de originele Filistijnen. Maar ze gebruiken die leugen en de  naam (een uitvinding van Arafat) om hun zogenaamde historische aanwezigheid in het gebied te “bewijzen”. Het huidige volk van de Palestijnen is een mengelmoes van Arabieren.  Ze hebben merkbaar de geest van de Filistijnen. Wat betreft de spelling van de naam: in het Arabisch is Palestijn: Filastīn. Hun geestelijke vereenzelviging daarmee maakt dat ze ook deel uitmaken van deze oordeelsprediking. Temeer omdat in Zefanja 2:4-5 is geschreven dat Gaza verlaten zal worden en God zegt: Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is.

JEREMIA

Jeremia 47:1-7 Het woord van de HEERE dat tot de profeet Jeremia kwam, tegen de Filistijnen, voordat de farao Gaza versloeg. 2. Zo zegt de HEERE: Zie, water komt opzetten uit het noorden, het wordt tot een overstromende beek. Ze zullen het land en al wat het bevat overstromen, de stad en wie erin wonen. De mensen zullen het uitschreeuwen, alle inwoners van het land zullen weeklagen, 3. vanwege het geluid van het stampen van de hoeven van zijn machtige paarden, vanwege het gedreun van zijn strijdwagens, het ratelen van zijn wielen. Vaders zien niet om naar hun kinderen, vanwege het verslappen van hun handen, 4. vanwege de dag die komt om alle Filistijnen te verdelgen, om elke overgebleven helper van Tyrus en Sidon uit te roeien. Want de HEERE zal de Filistijnen verdelgen, het overblijfsel van het kustland van Kaftor. 5. Kaalheid is over Gaza gekomen, Askelon is uitgeroeid, samen met het overblijfsel van hun dal. Hoelang zult u uw lichaam kerven? 6. Wee, zwaard van de HEERE, hoelang hebt u geen rust? Keer terug in uw schede, kom tot rust, wees stil. 7. Hoe zou u rust kunnen hebben? De HEERE heeft immers het zwaard opdracht gegeven. Tegen Askelon en tegen de zeekust, daartegen heeft Hij het bestemd.

tegen de Filistijnen...... vanaf hoofdstuk 46 richten de profetieën van Jeremia zich op de omringende volken en landen. De Filistijnen waren de oude, voortdurende vijanden van Israël. Om het land van de Filistijnen is hard gestreden tussen Babel en Egypte, na de slag bij Karchemis (605 v.Chr.) die in Jesaja 46 beschreven wordt. 

voordat de farao Gaza versloeg...... Deze aanval kan hebben plaatsgevonden toen Necho in 609 voor Christus naar Harran marcheerde.

alle inwoners van het land zullen weeklagen....de Filistijnen zullen het uitschreeuwen.... indrukwekkend en angstaanjagend zoals het leger binnenvalt: het stampen van hoeven, het dreunen van de strijdwagens, de ratelende wielen. De vaders laten hun eigen kinderen in de steek.

om elke overgebleven helper van Tyrus en Sidon uit te roeien...... de Filistijnen waren blijkbaar bondgenoten van Tyrus en Sidon, ook een zeevarend koninkrijk. Zij waren betrokken  in de strijd van de Babyloniërs tegen Tyrus en Sidon en daarom had Nebukadnezar er belang bij om hen uit te roeien. Na die tijd heeft men ook niets meer van de Filistijnen gehoord. De zogenaamde Palestijnen die er nu wonen misbruiken die naam om hun claim op het land te leggen. De bewoners zijn  een mengeling van vroegere vluchtelingen uit de omliggende Arabische landen. De tegenwoordige Gazastrook, door Israël afgestaan aan de Palestijnen, valt voor een deel samen met het historische gebied van de Filistijnen.

Want de HEERE zal de Filistijnen verdelgen, het overblijfsel van het kustland van Kaftor.
Kaalheid is over Gaza gekomen, Askelon is uitgeroeid...... De inwoners van Gaza scheren zich kaal als teken van rouw. (Jer. 16:6 en Jer. 48:37), Askelon ligt in een dal en hun bewoners worden ook uitgeroeid. De overgebleven mensen maken insnijdingen als teken van rouw.  Askelon is in onze tijd niet meer bewoond door Filistijnen, maar ligt wel vlak bij dat gebied.  

EZECHIËL

Zie, Ik ga Mijn hand uitstrekken tegen de Filistijnen en zal de Kretenzers uitroeien, en wie overblijft aan de zeekust ombrengen.

Ezechiël 25:16-17 daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik ga Mijn hand uitstrekken tegen de Filistijnen en zal de Kretenzers uitroeien, en wie overblijft aan de zeekust ombrengen. Ik zal geduchte wraak op hen oefenen, met grimmige straffen. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik Mijn wraak op hen leg.

YHWH gebruikt de Filistijnen dikwijls als middel om Zijn volk te tuchtigen vanwege hun zonden. Maar volgens Ezechiël deden ze dat met wraakzucht en leedvermaak. 

“Zo zegt de Heere HEERE: Omdat de Filistijnen in wraakzucht handelden en met hartgrondig leedvermaak wraak namen door verderf te zaaien, gedreven door een eeuwige vijandschap, daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik ga Mijn hand uitstrekken tegen de Filistijnen … Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik Mijn wraak op hen leg” (Ezech. 25:15-17).

AMOS

Amos 1:6-8 Zo zegt de HEERE: Vanwege drie overtredingen van Gaza, ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen, omdat zij Mijn volk volkomen in ballingschap gevoerd hebben om hen uit te leveren aan Edom. 7. Daarom zal Ik vuur werpen binnen de muren van Gaza; dat zal zijn paleizen verteren. 8. Ik zal de inwoner uitroeien uit Asdod, en de scepterdrager uit Askelon. Ik zal Mij tegen Ekron keren, zodat de rest van de Filistijnen zal omkomen, zegt de Heere HEERE.

Amos profeteerde ten tijde van koning Uzzia in Juda en Jerobeam II van noordelijk Israël. De laatste koning regeerde 31 jaar en dat was een periode van grote bloei. Zijn rijk scheelde niet veel in omvang van dat van koning David en Salomo.  Amos was in de eerste plaats een profeet voor Israël, maar had ook profetieën voor andere volken. In vers 6 richt Amos zich speciaal op Gaza, één van de stadsstaten in Filistea, die qua ligging van grote waarde was vanwege de belangrijke handelsroute van Egypte via Edom naar Arabië.  Deze route werd intensief gebruikt voor de slavenhandel.  Gaza had zich schuldig gemaakt aan het 'in ballingschap voeren van Israël', door ze als slaven uit te leveren aan Edom.  Vermoedelijk werden er rooftochten gehouden waarbij Israëlieten werden gevangen om als slaven te verkopen. Er zijn meer aanwijzingen voor zulke rooftochten door Filistijnen in het eerste testament. Er was op dit gebied samenwerking met de Feniciërs (Amos 1:9-10) 

Daarom zal Ik vuur werpen binnen de muren van Gaza; dat zal zijn paleizen verteren...... Ik zal de inwoner uitroeien uit Asdod, en de scepterdrager uit Askelon

YAHWEH zal Zijn hand keren tegen Ekron, hetgeen Gods oordeel inhoudt.

De Filistijnse steden zijn waarschijnlijk ten onder gegaan door veroveringen van Nebukadnezar van Babel. 

ZEFANJA

Zefanja 2:4-7 Want Gaza zal verlaten worden en Askelon tot woestenij zijn; Asdod, midden op de dag zal men het verdrijven, en Ekron zal ontworteld worden. 5. Wee u, bewoners van het gebied aan de zee, volk van Kretenzers! Het woord van de HEERE is tegen u, Kanaän, land van de Filistijnen! Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is. 6. Het gebied aan de zee zal worden tot weiden met putten voor herders en kooien voor kleinvee. 7. En het gebied zal zijn voor het overblijfsel van het huis van Juda, zodat zij daarin zullen weiden. 's Avonds zullen zij in de huizen van Askelon neerliggen, want de HEERE, hun God, zal naar hen omzien en een omkeer in hun gevangenschap brengen.

Want Gaza zal verlaten worden en Askelon tot woestenij zijn....... Wat betreft Askelon lijkt de profetie vervuld te zijn, tenzij het alsnog weer in het kader van een tweestatenoplossing ten onrechte wordt overgedragen aan een Palestijnse staat. Maar als Gaza verlaten is dan zullen de inwoners van Askelon hun vee kunnen weiden in het gebied dat door Gaza verlaten is. Dan is er de rust van het Vrederijk.

Het hele gedeelte uit Zefanja is zo duidelijk dat een verdere aanvulling niet nodig is.

ZACHARIA

Zacharia 9:5-7 Askelon zal het zien en bevreesd zijn, evenals Gaza, en het zal hevig beven, ook Ekron, omdat zijn verwachting wordt beschaamd. De koning zal uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn. 6. De bastaard zal in Asdod wonen; Ik zal de trots van de Filistijnen uitroeien. 7. Ik zal zijn bloed uit zijn mond verwijderen, zijn afschuwelijke dingen van tussen zijn tanden. Ook híj zal overblijven voor onze God. Hij zal zijn als een leider in Juda, en Ekron als een Jebusiet.

evenals Gaza, en het zal hevig beven.....  ja Gaza zal beven als Gods oordeel erover komt.  de Filistijnse steden Askelon, Gaza, Ekron en Ashdod liggen ten zuiden van Tyrus en Sidon, en werden ook veroverd door Alexander de Grote in 332-331 v.Chr. Het is de bastaard Filistijn die  nu nog in Gaza woont, maar daaruit zal verdwijnen, want:  “Wie Israël aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.  (Zacharia 2:8:)  Hun handen zijn vol onschuldig bloed en hun mond gaat prat op hun gruwelen. Er is geen hoop voor dit volk, tenzij  .....zij zullen 'overblijven' als zij zich schikken naar de God van Israël!  Dan zal hij zijn als een leider in Juda en en Ekron als een Jebusiet. (De Jebusieten werden niet door David verdreven, maar kregen een plaats in Israël.)

Wegsmelten van angst moet u, heel Filistea!!
Gaza verlaten zal worden

Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is..

alle inwoners van het land zullen weeklagen....de Filistijnen zullen het uitschreeuwen.

De vaders laten hun eigen kinderen in de steek.

Want de HEERE zal de Filistijnen verdelgen, het overblijfsel van het kustland van Kaftor.

Kaalheid is over Gaza gekomen

Askelon is uitgeroeid

Zie, Ik ga Mijn hand uitstrekken tegen de Filistijnen …

Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben, wanneer Ik Mijn wraak op hen leg”

Daarom zal Ik vuur werpen binnen de muren van Gaza; dat zal zijn paleizen verteren......

Ik zal de inwoner uitroeien uit Asdod, en de scepterdrager uit Askelon

YAHWEH zal Zijn hand keren tegen Ekron,

Daarom zal Ik vuur werpen binnen de muren van Gaza; dat zal zijn paleizen verteren......

Ik zal de inwoner uitroeien uit Asdod,

en de scepterdrager uit Askelon

YAHWEH zal Zijn hand keren tegen Ekron,

Askelon zal het zien en bevreesd zijn, evenals Gaza, en het zal hevig beven

ook Ekron, omdat zijn verwachting wordt beschaamd.

De koning zal uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn.

De bastaard zal in Asdod wonen

Ik zal de trots van de Filistijnen uitroeien.

 

 

Conclusie: er is geen hoop voor Gaza of de Filistijnen
Tenzij:  zij zullen 'overblijven' als zij zich schikken naar de God van Israël! Dan zal hij zijn als een leider in Juda en en Ekron als een Jebusiet. Zacharia 9:7

 


Een eigenschap van de Filistijnen is om blij te zijn en feest te vieren als  personen behorend tot hun vijanden sterven. Toen, maar ook nu gebeurde dat door dat bastaard Filistijnen volk, dat zich Palestijnen noemt en zich hiermee vereenzelvigt.

Toen David rouwde over koning Saul en diens zoon Jonathan, die gesneuveld waren in de strijd tegen de Filistijnen, sprak hij onderstaande tekst uit, waaruit blijkt dat de vijand zich verheugt over de slachtoffers die ze maakt. Net zoals dat nu in Gaza gebeurde met feestvieren en het uitdelen van snoepjes. Zelfs de plaatsnamen Gath en Askelon uit de Gaza strook werden door David genoemd:

2 Samuel 1:19-20 O sieraad van Israël, op Uw hoogten ligt hij, gesneuveld. Hoe zijn de helden gevallen! 20. Maak het niet bekend in Gath, breng de boodschap niet op de straten van Askelon, anders verblijden de dochters van de Filistijnen zich, anders springen de dochters van de onbesnedenen op van vreugde.

Dat wist God ook na de dood van Israël's koning Achaz:

Jesaja 14:28-29 In het jaar dat koning Achaz stierf, kwam deze last. Verblijd u niet, heel Filistea, want de staf die u sloeg, is wel gebroken, maar uit de wortel van de slang zal een gifslang voortkomen, en haar vrucht zal een vurige, vliegende draak zijn.


Ida