Timotheüs (brieven)

De brieven zijn geschreven door Paulus, aan Timotheüs: Er zijn twee mogelijkheden wat betreft de datering van de brieven. Ze kunnen zijn ongeveer 55 na Christus, toen Paulus uit Efeze naar Macedonë was gegaan, of rond 60 na Christus. De meeste onderzoekers gaan van het laatste uit. Het zijn (met de brief aan Titus) de laatste brieven die Paulus heeft geschreven voor zijn dood. De 1e brief aan Timotheüs en die aan Titus schreef hij in Macedonië en de 2e brief aan Timotheüs schreef hij vanuit de gevangenis in Rome. Paulus ontmoette hem in Derbe en in Lystre, als de zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader.

Handelingen 16:1

Uit het 3e hoofdstuk van de eerste brief blijkt dat de gemeente te Efeze nog jong is en dat er nog oudsten en diakenen moeten worden aangesteld. Deze situatie is eventueel te plaatsen tussen de 2 à 3 jaar durende periode dat Paulus in Efeze verbleef (Handelingen 19). Gedurende die tijd heeft Paulus één, maar mogelijk ook meer korte reizen naar Macedonië gemaakt (2 Korinthe 1:15-16; 2:14 en 13:1). De reis naar Korinthe ging als regel langs Macedonië. 
Timotheüs is opgevoed door zijn gelovige moeder Loïs en grootmoeder Eunice. Zij hebben hem als kind al met 'de Schriften' opgevoed. Met "de Schriften" bedoelde men het Oude Testament. Het Nieuwe Testament was er natuurlijk nog niet. Deze kennis van de Schriften kan Timotheüs later goed gebruiken. Paulus zet hem dan in voor de heidenen, omdat hij zoveel kennis van de Schriften had.