English & other languages: click here!

1 Timotheüs 6 - Rijkdom en Godsvrucht

Paulus roept slaven en heren op hun roeping te kennen. Hij laat zien dat de dwaalleraars uit zijn op eigen voordeel. Het is goed om tevreden te zijn met wat je hebt, als je weet dat je lot in Gods handen ligt. Sommigen maken zichzelf wijs dat godsvrucht geldelijk voordeel biedt, echter het is anderszins winstgevend om geestelijk stand te kunnen houden. De vloek is niet rijkdom op zichzelf, maar het gaat om de manier waarop men het verkrijgt en er mee omgaat. Timotheüs wordt opnieuw aangespoord om de goede strijd te strijden. De rijken worden door Paulus opgeroepen om van hun rijkdom uit te delen aan de armen. Tenslotte wordt Timotheüs opgeroepen het hem toevertrouwde evangelie te bewaren. 

1 Timotheüs 6:1 Dienstknechten die het slavenjuk dragen, moeten hun eigen meester alle eer waard achten, opdat de Naam van God en de leer niet gelasterd worden.

Dienstknechten die het slavenjuk dragen........  van hen wordt verwacht dat zij hun meesters respecteren. In de Bijbel, die ik als Gods Woord volledig wil erkennen staat: "alle eer waardig achten". Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hier ergens aan de brontekst is gesleuteld. Er bestaan heel veel handschriften van het Nieuwe Testament, dus dat lijkt me heel goed mogelijk. Er is er maar Eén die alle eer waard is, en dat is onze God. Hem zij de hoogste eer! Als het gaat om een goede meester - in het Grieks wordt het woord 'despoot' gebruikt - dan is deze ook eer en respect waard. En dat vooral in de verhoudingen van die tijd! Er zal zeker getuigenis uitgaan van een gelovige slaaf naar zijn ongelovige meester, als hij hem zoveel mogelijk op een goede manier ten dienste staat.  Maar van wie mishandeld en uitgebuit wordt kan men geen eer, en al helemaal niet 'alle eer' verwachten. Hooguit gehoorzaamheid vanuit een hart waarvan de hoogste eer naar God uitgaat. ".....als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt" 1 Petrus 4:11. Zie ook Kolossenzen 3:22-24. Als de slaaf zijn meester dient 'als voor de HEERE', zal de Naam van God en de leer niet gelasterd worden.
In de brief aan de Korinthiërs schrijft Paulus dat je de gelegenheid te baat moet nemen als je vrij kunt komen van de slavernij:

1 Korinthe 7:21-23 Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik. 22. Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. 23. U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen.

De Bijbel verkiest de vrijheid boven de slavernij, maar werpt bestaande maatschappelijke verhoudingen niet revolutionair omver. ‘Niet door kracht, noch geweld, maar door mijn Geest’  Zach. 4:6

1 Timotheüs 6:2 En zij die gelovige meesters hebben, mogen hen niet minachten, omdat zij broeders zijn. Zij moeten hen juist des te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, en mede deelhebben aan deze weldaad. Onderwijs deze dingen en spoor ertoe aan.

zij die gelovige meesters hebben....... Gelovige meesters moeten hun slaven niet minderwaardig behandelen. In Christus zijn ze broeders. De gelovige slaaf zal des te meer reden hebben om zijn meester op een goede manier ten dienste te staan. Ze hebben ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid naar de ongelovige medeslaven. Daarom moet de gelovige slaaf geen voorkeursbehandeling krijgen. De gelovige meester en de slaaf weten van elkaar dat ze delen in de  genadegaven die Yeshua voor hen verworven heeft door Zijn offer aan het kruis. Timotheüs moet deze dingen aan hen onderwijzen en hen bemoedigen.


Als iemand een andere leer brengt.....  vermoedelijk grijpt Paulus aan het eind van zijn brief terug naar die 'andere leer' waarvoor hij in hoofdstuk 1 en 4 had gewaarschuwd. 

zich niet houdt aan de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus...... het lijkt erop dat de 'gezonde woorden van Yeshua' in die tijd al op schrift gesteld waren. Deze woorden waren tot norm voor de gelovigen en brachten het goede in de mens tot stand: de godsvrucht!

dan is hij verwaand, weet niets, maar heeft een ziekelijke neiging tot twistvragen en woordenstrijd.............

Wie zich met de Bijbel bezig houdt zal ongetwijfeld ook hoogmoedige betweters tegen gekomen zijn. In feite verzet men zich tegen Gods Woord. Het geeft een kick, als je door discussiëren en overtroeven je gelijk kunt halen. Op de scholen word je hier en daar al getraind in het discussiëren en vasthouden van een stelling, zelfs al deugt die 'stelling' niet. Zo wordt een ziekelijk gedrag ontwikkeld die zich uit in een vijandige woordenstrijd.  Het resultaat is....
afgunst, ruzie, lasteringen en kwaadaardige verdachtmakingen...... zulk gedrag is ronduit satanisch (verdorven gezindheid), de dwaalleraren in Efeze kennen zelf de waarheid niet meer, want ze worden beheerst door een leugengeest (2 Timotheüs 3:8). 

Sommigen denken dat de godsvrucht een bron van winst is...... het kan een zucht naar aanzien zijn of naar rijkdom. Dat is een ander aspect. Dit verlangen kan worden aangemoedigd door dwaalleraren met een welvaartsevangelie, en wat in deze brief vaker aan de orde kwam: de gnostische leer. Die zou mensen een hogere spirituele ervaring geven, wat door de beoefenaars dus ook als 'winst' beschouwd kan worden. Het komt erop neer dat ze van God bepaalde zegeningen willen ontvangen, maar dat ze aan de Gever van zegeningen geen boodschap hebben. 

Valse leraren lieten zich doorgaans royaal betalen voor hun onderwijs, geldzucht was hun belangrijkste motief (Rom. 16:18; Titus 1:11; Lukas 16:14). Paulus geeft een duidelijk en dringend advies:  "Wend u af van dit soort mensen!"

1 Timotheüs 6:6 Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid.

Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst....  deze in praktijk gebrachte godsvrucht ligt voor iedere gelovige binnen handbereik.  ...... de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft (1 Timotheüs 4:8).  Voor het heden is dat God voor de gelovigen zal zorgen. 

vergezeld van tevredenheid....... het woord betekent  bescheidenheid, soberheid, tevreden zijn met wat God geeft. 

1 Timotheüs 7-8 Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. 8. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.

wij hebben niets de wereld ingedragen..... dat is eigenlijk een soort spreuk. Job en Salomo zeiden ook al zoiets (Job 1:21 - Prediker 5:14). Het betekent natuurlijk dat alles wat je hier op aarde verwerft aan rijkdom, wat je produceert, moet je achterlaten. Het is dus beter je te richten op de eeuwige dingen, want die gaan niet verloren bij je sterven. Dat is het schatten verzamelen in de hemel waar 'mot en roest' niet bij kunnen komen (Matth. 6:19-20).  Daarom is het goed om tevreden te zijn met het eenvoudige, met voedsel en kleding. In de NBG staat: "Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn".  Het Griekse woord 'skepasmata' wordt zowel voor kleding als voor onderdak gebruikt (even opgezocht). 

1 Timotheüs 6:9-10 Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. 10. Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.

Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking....... als je gedachten zich voortdurend op geld richten dan wordt het hoog tijd om dat eens met God te bespreken!  De begeerte naar rijkdom kan ons zo gaan beheersen dat we steeds verder raken van de HEERE, maar ook van onze naaste familieleden (zie Matth. 13:22 en Matth. 16:26). Het is een valstrik die satan voor je neerlegt. Als er geen bekering plaatsvindt word je een vreselijk mens die voor eeuwig verloren gaat; verderf en ondergang!  

Want geldzucht is een wortel van alle kwaad..... Niet het geld is de wortel van alle kwaad, maar de zucht, het verlangen ernaar. De grens tussen wat eerlijk is en wat niet eerlijk is, wordt voortdurend verlegd. Psalm 49:17 ev laat zien hoe een geldzuchtige eerloos sterft, hij zal het licht nooit meer zien. Het 'afdwalen' betekent hier bewust een weg kiezen die van God afwijkt. Je bezorgde jezelf hierdoor veel leed en ellende.  

1 Timotheüs 6:11-16 U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen. Jaag daarentegen gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na. 12. Strijd de goede strijd van het geloof. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. 13. Ik beveel u voor God, Die alle dingen levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heeft, 14. dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen, tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus. 15. De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal die op Zijn tijd laten zien, 16. Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.

U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen....... maar jij Timotheüs moet je niet door geldzucht laten leiden, jij behoort God toe.  Loop weg bij verleidingen. Laat Gods gerechtigheid je steeds als doel voor ogen staan. 
Jaag godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na........ Timotheüs moet op alle terreinen van het leven alert zijn. Want satan zal graag een dienstknecht van God willen laten struikelen. In 2 Timotheüs 2:22 krijgt Timotheüs dezelfde aanmoediging om gerechtigheid enz. na te jagen.

Strijd de goede strijd van het geloof....... Gods weg gaan betekent vaak tegen de stroom van deze wereld in te gaan. Dat zal niet gemakkelijk zijn.Daarom moet Timotheüs de vastberadenheid van een soldaat in de strijd hebben. Hij zal daarin het geloof als een kracht moeten vasthouden.

Grijp naar het eeuwige leven, waartoe u ook geroepen bent......  Het eeuwige leven grijpen in de dagelijkse dingen, die ons overkomen, betekent: de deugden die hier genoemd worden werkelijkheid te laten zijn en daar gebruik van maken. Dat 'grijpen naar' houdt een gedrevenheid in, een actieve, waakzame houding. Zie Filippenzen 3:13-14. Het is in het geloof de stap op het water durven te zetten als Yeshua zegt 'kom'! (Math. 14:29)

waartoe u ook geroepen bent ......  die roeping kwam ook in verband met het strijden van de goede strijd ter sprake in:

1 Timotheüs 1:18 Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u uitgesproken zijn, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt.

1 Timotheüs 4:14 Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie, met handoplegging door de raad van ouderlingen.

Ik beveel u voor God, Die alle dingen levend maakt, en voor Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heeft........ een bevel in het ontoegankelijke licht van de God van het leven en onwankelbaar Getuige van de Waarheid voor de aardse rechter!

De zalige en alleen machtige Heere,

Die als enige onsterfelijkheid bezit

dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen...... het gebod om de goede strijd te strijden in navolging van Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is, totdat Hij komt 

tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus........ dan is er de Man die de wereld rechtvaardig zal oordelen, de Man die uit de dood is opgestaan (Hand. 17:31). 

Koning der koningen en Heer der heren

Hij komt, op Zijn tijd

Wat een heerlijke lofprijzing, die ook een veroordeling inhoudt van het onrechtvaardige leugenachtige wereldbestel. Hij, YHWH, Yeshua, is Koning boven alle machthebbers van onze tijd en van alle tijden. Paulus heeft waarschijnlijk Deut. 10:17 en Psalm 136:2-4  onder ogen gehad.


1 Timotheüs 6:17-19 Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten; 18. ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. 19. Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.

Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn...... na de lofprijzing keert Paulus weer terug naar de realiteit van deze tijd en met name in Efeze. Onder de gelovigen zijn ook rijke mensen. Het gevaar hoogmoedig te worden en te vertrouwen op je rijkdom is niet denkbeeldig. Die rijkdom kun je zomaar kwijtraken. En wat is een kapitaal op de bank en een dure villa vergeleken met de rijkdom van genade en de vrede die er is in de omgang met de levende God?
Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten.... we mogen genieten van wat God geeft en Hem ervoor danken. Hij geeft het om goed te doen, rijk te zijn in goede werken. Hij geeft het ook om vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. Dat maakt het leven zinvol. Dat is beter dan je voortdurend zorgen te moeten maken om je saldo op de bank. Dan ben je op jezelf gericht en dat gaat ten koste van je relatie met God en broeders en zusters.

Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat....... Die schat heeft met het eeuwige leven te maken. Dan heb je werkelijk een zekere toekomst! Yeshua zei het al:  

Mattheüs 6:19-21 Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen; 20. maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen; 21. want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

Paulus raad aan Timotheüs over het najagen van geld, wat die dwaalleraars doen: "laat dat maar aan hen over en wees jij maar tevreden met je werk als dienaar van het evangelie. Grijp naar het eeuwige leven, waartoe je ook geroepen bent!"

1 Timotheüs 6:20-21 O Timotheüs, bewaar het u toevertrouwde pand, wend u af van onheilige, inhoudsloze praat en tegenstellingen van de ten onrechte zo genoemde kennis. 21. Sommigen, die deze kennis verkondigden, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen.

O Timotheüs, bewaar het u toevertrouwde pand...... Het slot van deze brief aan Timotheüs is een uit het hart gegrepen oproep om trouw te zijn aan de prediking van het evangelie. Het woord 'pand' houdt in dit verband 'geld en goederen' in. Paulus weet hoe moeilijk het is om stand te houden tussen die zelfverzekerde welbespraakte dwaalleraren. In het licht van Gods Woord is hun spreken verwerpelijk, onheilig en zinloos. Ze schermen met het woord "gnosis" = kennis, en willen de gelovigen inpalmen. Maar de kennis die zij tentoon spreiden is het niet waard om 'kennis' genoemd te worden. "Wend je ervan af!" zegt Paulus.

Sommigen, die deze kennis verkondigden, zijn van het geloof afgeweken...... Er zijn blijkbaar enkele gelovigen die gingen meepraten met deze dwalende woordenkramers, en zij verloren hun geloof in hun Verlosser en Zaligmaker Yeshua de Messias.

Ida