English, click here!

Psalm 37 - ontsteek niet in woede over de kwaaddoeners

Psalm 37 is weer van de hand van David. Intussen is David al op leeftijd gekomen, getuige vers 25: “Ik ben jong geweest, ik ben ook oud geworden”. Zes maal wordt er in de psalm gesproken over “het zullen bezitten/beërven van de aarde” (verzen 9, 11, 22, 27, 29 en 34). Deze beloften zijn al in de Tora gegeven aan Abraham en aan Israël. Maar door het gebruik van het Hebreeuwse woord אֶרֶץ “eretz” is het niet altijd duidelijk of het land of de aarde bedoeld wordt. Je ziet dan ook wel verschillen in de diverse vertalingen. Yeshua zegt in Mattheüs 5:5

Mattheüs 5:5 Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.

Omdat vrijwel alles in de Bijbel verwijst naar het Koninkrijk van God dat op aarde zal komen, is het verschil tussen aarde en land mogelijk niet meer zo van belang. Er zullen wel allerlei volken op aarde zijn, maar die vallen allemaal onder de wet die van Sion uitgaat. Bovendien wordt Yeshua koning van heel de aarde.

Daniël 7:13-14 Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.

De antichrist werkt in onze tijd toe naar een wereldregering, waaraan hij aan het hoofd wil staan. Hij imiteert daarmee de bedoelingen van God. Maar die heerschappij komt hem niet toe. Hij zal die macht wel grijpen (Daniël 11:21), maar vernietigd worden. Het klinkt zo mooi wat men in de wereld vaak zegt. Het geldt ook voor de kerken voor wie éénwording een streven is. Oppervlakkig gezien is dit een lofwaardig streven. Wie kan daar nu wat op tegen hebben? Zo beïnvloedt de antichrist de gedachten van degenen die hun gedachten niet laten beïnvloeden door God en Zijn Woord. Zo gaat de wereld mee in de stroom van de goed voelende misleiding en geldt zeker ook de wereld in de kerk.

Doelen die de antichrist in de wereld wil bereiken:

Eendracht maakt macht

We moeten het samen doen

Allemaal één

Alle Menschen werden Brüder

Samen sterk

Wereldregering brengt wereldvrede

Eén wereldreligie

Paus die met topfiguren uit de wereld zaken voorbereidt

De Noachitische wetten die universeel voor de wereld moeten worden

De mensheid genetisch gemanipuleerd door computersysteem (d.m.v. vaccins)

Gendergelijkheid

De Bijbel spreekt niet over grootse wereldmanifestaties. Het zijn de enkelingen en het overblijfsel waar God over spreekt. “Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?” Lukas 18:8b

 

Psalm 37:7 Zwijg voor de HEERE en verwacht Hem; ontsteek niet in woede over hem wiens weg voorspoedig is, over een man die listige plannen uitvoert.

 

Hier wordt het Overblijfsel aangespoord om 'in YHWH te rusten en geduldig op Hem te wachten' (dat wil zeggen op Zijn persoonlijke verschijning) en niet te piekeren vanwege hem die voorspoedig is op zijn weg, vanwege die “man” die anderen met goddeloze middelen bevoordeelt. Die “man” waarvan hier sprake is vormt een duidelijke toespeling op de “mens van de wetteloosheid” (2 Thessalonicenzen 2:3)

David mag van God zijn lezers en toehoorders bemoedigen met wat hij in vers 10 schrijft:

Psalm 37:10 Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn; u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen.

Maar nu is het nog niet zo ver. Voor die tijd hebben we nog steeds te maken met de boosaardige haat van de antichrist tegen de ware gelovigen die standhouden tegen alle verdrukking in. Het doet de antichrist “knarsetanden”:  

 

Psalm 37:12-13. De goddeloze bedenkt snode plannen tegen de rechtvaardige, hij knarsetandt over hem. De Heere lacht hem uit, want Hij ziet dat zijn dag komt.

Maar God ziet het wel. Hij lacht de antichrist uit. Hij minacht deze geweldenaar in de wetenschap dat hij spoedig zijn ondergang tegemoet kan zien. De rechtvaardige mag dan nog maar weinig bezitten, maar wat hij heeft is vele malen waardevoller dan de overvloed van vele goddelozen.  De rechtvaardige mag zich verblijden in de ondersteuning van God in zijn moeiten. (verzen 16 en 17). Wat de rechtvaardige heeft zal eeuwig stand houden en als hij honger heeft zal God hem voorzien van het nodige. (verzen 18 en 19). David heeft het ondervonden om opgejaagd te worden door antichristelijke machten, in de personen van Saul en Absalom. Wat moest hij vaak vluchten. Maar David heeft ook ondervonden dat God hem nabij was in die moeiten. Als hij terugkijkt op zijn leven dan kan hij ons een bemoediging meegeven:
Psalm 37:25. Ik ben jong geweest, ik ben ook oud geworden, maar ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien, of zijn nageslacht op zoek naar brood.

 

We lezen in 2 Samuel 17, 18 en 19 over de vlucht van David voor zijn zoon Absalom (die ook echt een beeld van de antichrist was) dat hij onderweg verzorgd werd door een 80 jaar oude man met de naam Barzillai. Hij bracht hem, met enkele anderen allerlei levensbehoeften.

2 Samuel 17: 28-29. bedden, schalen, aardewerk, tarwe, gerst, meel, geroosterd koren, bonen, linzen – ook geroosterd – honing, boter, kleinvee en kazen van koeienmelk bij David brachten, en bij het volk dat bij hem was, om te eten. Want zij zeiden: Dit volk is hongerig, moe en dorstig in de woestijn.

De ogen van de vervolgde kinderen van God zijn voortdurend gericht op Hem op Wie zij vertrouwen en die hen zal verzorgen in de moeite, de spot en verachting van de hoogmoedige mensen die de antichrist volgen. Dat lezen we in Psalm 123.

 

Ondanks alle moeiten zal de rechtvaardige wijsheid blijven spreken. Hij zal standvastig blijven, niettegenstaande dreiging van dood en geweld. Dat komt omdat de wet van God voor hem niet slechts een uit het hoofd geleerd lesje is, maar omdat die wet is verankerd in zijn hart. Dat zijn Gods genadige zegeningen en het maakt hem onwankelbaar.

 

Psalm 37:35-36 Ik heb een gewelddadige goddeloze gezien, die zich wijd vertakte als een bladerrijke inheemse boom. Maar hij ging voorbij, en zie, hij was er niet meer; ik zocht hem, maar hij was niet te vinden.

 

Die inheemse boom wordt in sommige vertalingen een laurierboom of ceder van de Libanon genoemd. In ieder geval een boom die er prachtig uitziet. Zo ziet de gewelddadige goddeloze eruit. Uiterlijke rijkdom en pracht. Maar…… op een gegeven moment verdwenen, voorbij….. Dus hou je koest, zolang je je aan hem ergert. Nog even volhouden…. Vertrouw God en zondig niet….

 

Psalm 39:2 Ik zal mijn wegen bewaren, zei ik, zodat ik niet zondig met mijn tong; ik zal mijn mond met een muilkorf bewaren, zolang de goddeloze tegenover mij staat.

 

“Boos worden….. het brengt slechts kwaad” zegt Gods Woord.

 

Zo schreef David dit aan het begin van deze psalm:

Psalm 37:8-9 Laat uw woede bedaren en laat uw grimmigheid varen; ontsteek niet in woede – het brengt slechts kwaad. Want de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden, maar wie de HEERE verwachten, die zullen de aarde bezitten.

 

Mattheüs 27:12-14 En toen Hij door de overpriesters en de oudsten beschuldigd werd, antwoordde Hij niets. Toen zei Pilatus tegen Hem: Hoort U niet hoeveel zij tegen U getuigen? Maar Hij antwoordde hem op geen enkel woord, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde.

1 Petrus 2:20-23 Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God. Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen; Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;  Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt.

Ida