English & other languages: click here!

Roeping: een dienaar moet door God geroepen zijn!

Een artikel van Henk Herbold

Een dienaar van God heeft geen baan zoals ieder ander in de wereld. Zijn of haar geschiktheid hangt ook niet in de eerste plaats af van opleiding en bekwaamheden. Boven dat alles moet men eerst kunnen getuigen van een roeping van God. Die roeping is geheel persoonlijk, we kunnen het niet erven van ouders, het staat ook los van familie banden. Het is Gods keus en heeft zelfs niets te maken met de mening van mensen.

Een goed voorbeeld is Mozes. Hij ontving zijn roeping bij een brandende braamstruik in de woestijn, lees daarvoor Ex. 3. God koos hem zelf uit, wij zouden hem waarschijnlijk nooit uitgezocht hebben. Hij had immers in een vlaag van woede, een Egyptenaar doodgeslagen. Daarbij komt dat hij niet kon spreken als een leider, daar was hij gewoon bang voor. Hoe moest hij dan een volk van ongeveer 2 miljoen mensen gaan leiden, dwars door een hete woestijn. Maar God maakt nooit fouten en ook niet in het geval van de roeping van Mozes, dat heeft de geschiedenis wel bewezen.

Leiders in de gemeente moeten ook door God geroepen zijn. Jezus Christus is het Hoofd van de gemeente en Hij is ook degene die zelf de leiders aanstelt, lees dit o.a. in Efeziërs 4:11,12.

Efeze 4:11-12 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, 12. om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,

Alhoewel in de wereld om ons heen, democratisch leiding geven steeds meer als de norm gezien wordt, is dat toch niet op dezelfde manier in de gemeente van de Heer het geval.

Bijbels gezien moet er namelijk in de gemeente, leiding en gezag zijn wat door God is aangesteld en niet door mensen. God is het die predikers, voorgangers en oudsten roept en die ook hun roeping zichtbaar doet worden in de gemeente, door gaven, bedieningen en zalving die Hij hun geeft. Een roeping moet ook altijd eerst bevestigd worden in de gemeente, zoals o.a. de roeping van Samuel als profeet, ook bevestigd werd in heel Israël (Lees 1 Sam.3:20).

1 Samuel 3:20 En heel Israël, van Dan tot Berseba toe, erkende dat Samuel aangesteld was tot profeet van de HEERE.

Wij hoeven daar niet zelf van alles aan te doen. We moeten ons alleen toewijden aan de Heer, dicht bij Jezus leven en bereidwillig zijn om waar mogelijk te dienen. De Bijbel zegt heel eenvoudig ‘doe wat je hand vindt om te doen’ (Prediker 9:10). De rest moet God doen, Hij opent deuren en sluit die ook zo nodig. Terwijl we bezig zijn om te dienen, zullen ook de geestelijke gaven zichtbaar worden die God ons heeft gegeven en zal langzaam duidelijk worden welke roeping en bediening God voor ons heeft. Dit is de gezonde geestelijke manier waarop nieuwe leiders geboren gaan worden en wel in de gemeente zelf. Leidinggevenden in de gemeente zouden dit proces nauwlettend moeten volgen en stimuleren, in het besef dat nieuwe bekwame leiders hard nodig zijn voor het voortbestaan van de gemeente. 

Waaraan herkennen we leiders?

 

Gemeente leiders moeten in de eerste plaats biddend gekozen worden, onder de leiding van de heilige Geest en op grond van hun geestelijke kwalificaties en niet direct op basis van opleiding, vriendschap of familie banden. Het is van groot belang dat ze een voorbeeld zijn voor de gemeente, o.a. in trouw en levenswandel. De apostel Paulus spreekt hier duidelijk over in 1 Tim.3.

Uiteraard is het Bijbels gezien veel juister om eerst samen een ruime tijd van gebed en vasten te hebben. God is immers machtig om tot ons te spreken en de juiste persoon aan te wijzen, zoals in de dagen van de apostelen, lees daarvoor Hand.13:2.

Handelingen 13:2 En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb.

De heilige Geest wijst ook nu mensen hun plaats aan binnen het lichaam van Christus, door hen zichtbaar te maken in de gemeente en hen toe te rusten met Zijn gaven (1 Kor.12:11 en 12:18).

1 Korinthe 12:11 Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.

1 Korinthe 12:18. Maar nu heeft God de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft.

In de huidige tijd zien we echter dat evangelie gemeenten in ons land steeds meer moeite hebben om geschikte leiders te vinden. Men kiest niet zelden voor een soort sollicitatie commissie uit de gemeente, om vooral het proces zo democratisch mogelijk te laten verlopen. Meestal stelt die commissie dan een lange lijst met bekwaamheden op, waar een eventuele kandidaat aan moet voldoen. Vaak worden er hoge eisen gesteld aan opleiding en vooral management kwaliteiten. Men moet een allround persoon zijn, iemand die bekwaam kan manoeuvreren tussen de verschillende meningen en opvattingen in de gemeente en dat zijn er meestal heel wat. Men moet ook vaak akkoord willen gaan met een tijdelijke aanstelling, zodat we eventueel na enkele jaren nog er vanaf kunnen. Want je weet maar nooit, misschien vinden we hem toch niet zo sympathiek en dan zit je er maar mee. Maar hoe staat het dan met de roeping van God, kan dat dan ook zomaar ophouden?

Ik vroeg me af of iemand als de apostel Petrus uit de Bijbel, wel had kunnen solliciteren. In ieder geval zou hij zeker zijn afgewezen, want hij had nauwelijks opleiding gehad, hij was een eenvoudige visserman. Maar de Heer dacht er duidelijk anders over, want de apostel Petrus werd de leider van de eerste Nieuw Testamentische gemeente in het boek van Handelingen.

Zo komen we in heel de Bijbel mannen en vrouwen tegen die tegen elke verwachting in werden geroepen door God. Denk aan David die de jongste zoon van zijn vader was en ogenschijnlijk het minst geschikt. Maar God zei tegen Samuel, deze is het zalf hem en Samuel gehoorzaamde (lees 1 Sam.16:12).

1 Samuel 16:12 Toen stuurde hij een bode en bracht hem. Hij was rossig, had mooie ogen en was knap om te zien. De HEERE zei: Sta op, zalf hem, want deze is het.

Zoals God het vroeger deed, kan Hij het ook vandaag nog doen. Feitelijk is God nooit opgehouden om mensen te roepen in Zijn dienst.

Natuurlijk is het begrijpelijk dat een gemeente leider in de huidige tijd, niet hetzelfde is als een leider in, bijvoorbeeld de tijd van Petrus. We kunnen nu eenmaal niet hebben dat een voorganger of oudste geen scholing gehad zou hebben. Maar wat zijn de belangrijkste voorwaarden dan wel?

Belangrijkste voorwaarde van een gemeente leider.

  • Hij moet Bijbels gezien, in de eerste plaats een roeping van God hebben en daarin ook duidelijk bevestigd zijn door anderen. Een goede opleiding, is heel nuttig, maar zonder een duidelijke roeping van God, bewijst het nog niets.
  • Daarnaast moet iemand zichtbaar en merkbaar gezalfd zijn met de heilige Geest, denk maar aan de priesters in de tabernakel, Mozes moest ze eerst zalven met de heilige zalfolie (Exodus 40:13-15). Ook de apostelen die de eerste gemeente leidde in het boek van Handelingen, moesten eerst gezalfd worden met de heilige Geest op de Pinksterdag (lees Hand.1:8). Waarom? Wel zonder de gaven en de zalving van de heilige Geest hebben we namelijk niets om uit te delen aan de gemeente. Bijvoorbeeld, in een prediking is vrij direct merkbaar of de prediker spreekt vanuit de zalving die op hem rust, of dat het voornamelijk uit hemzelf komt. Iemand die luistert en vervuld is met de heilige Geest, merkt en proeft het. Het is altijd van belang dat we God horen spreken door iemand heen en niet de mens.
  • Iemand die geroepen is door God moet ook een geheiligd leven leiden en voldoen aan de voorwaarden die Paulus ons gegeven heeft in 1 Tim.3. Mocht daar nog twijfel over bestaan, dan kan zo iemand onmogelijk in de bediening staan.
  • Tenslotte, God roept mensen die ‘bezig’ zijn. Dit is een belangrijk principe dat we niet mogen negeren. Het wordt geïllustreerd in het volgende Bijbelgedeelte over de roeping van Barnabas en Saulus (later Paulus) voor het zendingswerk. Lees Handelingen 12:25 en 13:1:

Handelingen 12:25 Barnabas nu en Saulus keerden terug uit Jeruzalem na daar hun dienstwerk vervuld te hebben, en zij namen ook Johannes mee, die ook Markus genoemd werd.

Handelingen 13:1-2 En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes, de viervorst, opgegroeid was, en Saulus. 2. En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb.

We verstaan hieruit dat Barnabas en Saulus in ieder geval al actief waren in het werk van de Heer, voor zij geroepen werden in de dienst van God. Zij deden al allerlei taken. Hier werden dus mensen geroepen die bezig waren te DIENEN waar ze nodig waren. Vanuit die positie werden ze ook GEROEPEN. Datzelfde geldt voor vandaag. God roept mensen die al in beweging zijn in het koninkrijk van de Heer en luie gelovigen worden nooit geroepen. (Lees wat Jezus zegt over de luie slaaf in Mat.25: 26-30).

Voor de huidige tijd is het van groot belang dat de gemeente van de Heer meer de wil van God zou gaan zoeken. In plaats van eerst een sollicitatie commissie in te stellen, zou het beter zijn om te starten met een tijd van vasten en bidden, zoals in Hand.13, voordat we opzoek gaan naar de geschikte persoon. God kan immers ook iemand aanwijzen of nadrukkelijk op ons hart leggen. Zodat we weer kunnen zeggen: “…het heeft de heilige Geest en ons goed gedacht …” (Lees Hand. 15:28 ).

 

Kan iedereen geroepen worden in een bediening?

We zijn wel allemaal geroepen in een algemene roeping, om b.v. een zegen te zijn voor anderen. God wil ons allemaal ook gebruiken om Zijn naam hier te verheerlijken. We zijn dus niet nutteloos in een gemeente of geestelijk werk, maar God heeft een plan en een bestemming voor ons allemaal.

Die bestemming is zeker niet iets wat alleen ver weg in de toekomst ligt, maar het is iets wat vandaag kan beginnen. U mag vandaag al de persoon zijn zoals God bedoeld heeft, om vooral tot zegen te zijn voor anderen. We kunnen vandaag anderen helpen met de talenten en de mogelijkheden die God ons gegeven heeft. En u heeft altijd tenminste één talent van God ontvangen (Lees Mat.25: 15).

Dit heeft alles te maken met onze roeping en bestemming of het plan wat Hij al met ons leven had, al voordat we geboren waren. Onze bestemming en roeping staat al vast, het is namelijk Gods plan met ons en we mogen dat gaan ontdekken.

Toch niet iedereen

Maar we zijn toch niet allemaal geroepen om een leider te zijn in de gemeente? In 1 Kor.12:28 staat duidelijk dat God ‘sommigen’ geroepen heeft in een leidinggevende taak in de gemeente. Dat wil zeggen, niet iedereen wordt geroepen tot een bediening als bijvoorbeeld apostel, profeet, herder, leraar, prediker of zendingswerker of een andere opvallende taak. Er zal altijd eerst sprake moeten zijn van een Goddelijke roeping en een merkbare zalving van de heilige Geest.

Het is beslist een bijzonder voorrecht als God je uitkiest om een bepaalde taak uit te voeren en het is ook Zijn keuze, en jaloezie is daarbij zeker niet op z’n plaats. God heeft ook alle omstandigheden in Zijn hand en kan het zo leiden dat onze roeping en zalving zichtbaar wordt in de gemeente, ondanks weerstand of teleurstellingen.


Zo heeft God bijvoorbeeld Jakob boven zijn iets oudere tweelingbroer Ezau verkozen om stamvader van zijn volk te zijn (Rom. 9:13). God koos ook David om koning te worden en niet zijn oudere broers (1 Samuël 16:1-13). Waarom God de ene persoon voor een bepaalde taak uitkiest en een ander niet, is soms verborgen voor ons als mensen, maar Hij vergist zich nooit. Eén van de factoren is dat God mensen uitkiest op grond van wat Hij in hun hart ziet (1 Samuël 16:7).

Laten we nog een misverstand ophelderen

Het is beslist niet zo dat onze beperkingen een verhindering zijn voor God, om ons een roeping te geven en in te schakelen in zijn plan. Bovendien, sommige mensen die echt een roeping van God ontvingen voor een leiderstaak in de gemeente, voelde zich juist eerst onbekwaam en dachten het niet aan te kunnen. Bijbels gezien is dat dus niet vreemd.

In de levens van Mozes, Petrus, Paulus en Abraham zien we voorbeelden van Bijbelfiguren die roepingen kregen, die ogenschijnlijk lang niet zo goed bij hun karakter pasten. Hier volgen een paar voorbeelden, van Mozes, Gideon en Jeremia. Ze protesteerden zelfs tegen God en zaten feitelijk helemaal niet op hun roeping te wachten.

  • Toen God Mozes riep om naar Farao te gaan, sprak hij tegen God: “wie ben ik? … en wat moet ik dan zeggen? … ze zullen me vast niet geloven en niet naar me luisteren … ik kan niet de juiste woorden vinden … stuur toch liever iemand anders” (Exodus 3 en 4). Maar…. God veranderde niet van mening, Hij koos toch voor Mozes ondanks al zijn beperkingen.
  • Gideon: God riep hem om Israël te verlossen van de Midianieten: maar hij zei tegen God “hoe zou ik Israël kunnen bevrijden? Mijn familie betekent niets en ikzelf ben de jongste van de familie….” (Richteren 6:15). Maar ook nu veranderde God niet van mening. De Heer wist precies wie Hij hebben moest.
  • Jeremia: Hij voelde zich veel te jong om een profeet te zijn: Hij zei “Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.” (Jeremia 1:6). Maar God dacht er heel anders over en riep hem in Zijn dienst als profeet, ondanks zijn jonge leeftijd.

Door de zalving van God op hun leven, waren ze toch in staat om tot bovennatuurlijke prestaties te komen. Natuurlijk, bekwaamheden en opleiding van de gelovige spelen ook een rol, maar ze mogen Bijbels gezien niet beslissend zijn voor iemands roeping. Laten we nooit vergeten: God heeft in feite onze bekwaamheden niet nodig, wel onze beschikbaarheid.

Ondanks hun tegen argumenten zijn alle drie genoemde personen Godsmannen geworden. We leren hieruit. Als God u roept voor een taak, dan zorgt Hij ervoor dat u de taak ook kunt volbrengen. Hij kan ook zelfs talenten en bekwaamheden erbij geven die we eerst niet hadden.
Sterker nog....! God maakt juist geloofshelden van mensen die zichzelf onbekwaam vinden maar die zich wel beschikbaar stellen. God zou het ook heel goed ZONDER ons kunnen doen. Maar Hij wil uit liefde met ons samen werken. Als God iemand roept tot een taak, dan mag dat nooit gezien worden als een soort beloning, maar als een voorrecht. Iemands roeping zegt weinig over iemands kwaliteiten, maar wel over de kwaliteiten die God in de persoon wil ontwikkelen.

uit: "Wat zegt de Bijbel...?"