Engels & other languages: click here!

1 Timotheus 4 - afval in eindtijd - taak Timotheüs

Paulus waarschuwt opnieuw voor de dwaalleraars die er in de eindtijd zullen komen. Hij roept Timótheüs op om zich tegen de dwaalleraars te verweren. Ze waren er toen en er zijn er nu noch veel meer. Ze staan onder leiding van misleidende geesten en demonen. Maar dat zie je niet aan zo'n aardige welbespraakte man die het ook nog over God heeft. Er wordt naar geluisterd en het klikt met de eigen gedachten en men verzuimt om te controleren of wat verteld wordt strookt met wat God in de Bijbel zegt. Het dringt zo ongemerkt binnen. Waar is de olie om de lamp brandend te houden? Wat als straks de Bruidegom komt? Timotheüs heeft in zijn tijd een belangrijke taak. Nemen wij het stokje van hem over?

1 Timotheüs 4:1 Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen,

Paulus heeft een heel nadrukkelijke boodschap van de Heilige Geest ontvangen voor 'de laatste tijden', d.w.z. het tijdperk dat aanbrak nadat Yeshua was afgewezen. Het omvat de periode tussen Pinksteren en de Wederkomst van Yeshua (Hand. 2:17; Joël 2:28). Het is een periode die aan het einde ervan zijn climax bereikt (2 Thess. 2:3). Het is zelfs zo dat Yeshua in Lukas 8:18 zegt: "Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?" Het is niet alleen dat predikers verkeerde dingen kunnen zeggen, wat net zo erg is, wat ze NIET ZEGGEN. Men laat weg wat gezegd moet worden! Zonden mogen niet benoemd worden, dat er bekering en wedergeboorte moet zijn wordt vaak weggelaten. Terwijl men praktiserende homo's toelaat aan het Avondmaal en mensen die geslachtsverandering ondergaan worden gefeliciteerd. Paulus heeft het hier over misleidende geesten en leringen van demonen. Die geestelijke kwade machten zien we niet, maar ze beheersen degenen die niet verzegeld zijn met de Heilige Geest. De dwaalleringen komen niet van buiten de gemeente, naar het zijn gelovigen die door het luisteren naar 'misleidende geesten' van het ware geloof afvallen (Hand. 20:30; 2 Petrus 2:1; 1 Joh. 2:19).  De 'Geest van de Waarheid' en de 'geest der dwaling' zijn in 1 Joh. 4:6 elkaars tegengestelden,  Door niet te luisteren naar de stem van de Heilige Geest wordt het geweten dichtgeschroeid en komt men onder de invloed van misleidende geesten en demonen. 

1 Timotheüs 4:2-3 door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. 3. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden.

door huichelarij van leugenaars......  wie niet luistert naar de 'Geest der Waarheid' negeert zijn geweten en gaat leugens verkondigen, waarin hij zelf nog gaat geloven.  

die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid.......  Paulus weet uit ervaring waarover hij het heeft.  Hij negeerde ook zijn geweten. Dan wordt het geweten als met een brandijzer toegeschroeid, ze komen er niet meer van af. Er was bij Paulus bovennatuurlijk ingrijpen nodig om dat ongedaan te maken. 

Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel...... dit waren de kenmerken van de gnostische dwaalleer waarover ook al in hoofdstuk 2 werd gesproken. De gnostiek was toen in die streken erg actueel. Men wilde een ascetische levenshouding propageren, d.w.z. onthouding van lichamelijk genot, zoals seksualiteit en dus huwelijk, wijn, alle soorten vlees enz. Het gaat hier dus niet om rein of onrein voedsel. In de Bijbel wordt alleen wat God rein verklaard heeft voedsel genoemd. In het Hebreeuws komt dat tot zijn recht, maar de Griekse (heidense) taal kent dat onderscheid niet. Het woord voor voedsel is okel  אֹכָל en de wortel van dit woord is akal, אָכַל wat het werkwoord is voor "eten". Waarom is dat? Omdat alleen datgene wat  God zegt dat je kunt eten "voedsel" wordt  genoemd. Alleen dat wat rein verklaard is in Lev. 11 is voedsel. Wat daar buiten valt is geen 'okel'  voedsel.

dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen.....   natuurlijk heeft God niet alle planten en dieren geschapen om door de mens gegeten te kunnen worden. 

om onder dankzegging aanvaard te worden...... de dankzegging komt voort uit het eigen geweten, want men gelooft het voedsel van God te hebben ontvangen en dankt Hem ervoor. 

1 Timotheüs 4:4 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. 5. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.

alles wat God geschapen heeft, is goed......de verwijzing naar de schepping houdt in de eerste plaats in dat al het geschapene goed is (Genesis 1:31) en niet minderwaardig zoals de gnostici leerden: Pak niet, proef niet en raak niet aan!  Kolossenzen 2:21. Dat is niet anders dan lichamelijke zelfkastijding.

Want het wordt geheiligd door hetWoord van God en door het gebed: God heeft in Zijn Woord bepaald wat voedsel is. Als we ons voedsel van God ontvangen met een dankgebed, dan wordt het geheiligd, door God bedoeld om ons goed te doen. 

Bij het lezen van de gehele brief aan Timotheüs worden we steeds bepaald bij de dwaalleer van de gnostiek. Het eten van onrein of rein voedsel heeft hier niets mee te maken, al wordt dat wel vaak zo uitgelegd. De oude gnostische opvattingen zijn nog lang niet verdwenen. "Ook nu nog is het gnostische gedachtegoed populair en biedt het velen een redelijk alternatief voor wat eens het onbetwijfeld christelijk geloof heette" las ik in een gepubliceerd onderzoek. Gnosis is het Griekse woord voor
kennis, en betekent hier kennis van je 'ware zelf'. Het woord gnosis is verwant aan het Nederlandse woord 'geweten', waarvan Paulus zegt dat ze het hebben dichtgeschroeid met een brandijzer. Men vindt elementen van de  gnostiek terug in het hedendaagse hindoeïsme en boeddhisme. De Da Vinci Code – de bestverkochte en verfilmde roman van alle tijden heeft bijgedragen aan de opleving van de gnostiek.

De dwaalleringen worden door Paulus gekarakteriseerd als bebélous (profaan, onheilige oudevrouwenpraat, niets met God te maken hebbend). Daarmee roept hij een zo groot mogelijke tegenstelling op met  "de woorden van het geloof en de goede leer",  zoals hij het in vers 6 verwoordt. Het gaat opnieuw om de Joods-gnostische dwaalleringen, die gekenmerkt worden door 'mythen en geslachtsregisters'. (1:4)


Timotheüs voert de volgende feiten aan van deze leer:

Zij gebieden zich te onthouden van voedsel (vers 3)  = Verbod alle soorten vlees  (Pythagoras) 

Het huwelijk verbieden (vers 3)

afvallig  worden van het geloof (vers 1)

 huichelarij van leugenaars (vers 2)

wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen (vers 7)
vasthouden aan  ‘onheilige oudevrouwenpraat’ (vers 7)

 Vasthouden aan verzinsels (vers 7)

schijn van vroomheid – geen godsvrucht (2 Tim. 3:5) 

het geweten dichtschroeien met een brandijzer (vers 2)


Dan komt Paulus weer terug op wat hij de gemeente van Efeze op het hart wil drukken: 

1 Timotheüs 4:4-5 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt. 5. Want het wordt geheiligd door het Woord van God en door het gebed.  En hij vervolgt:

1 Timotheüs 4:6 Als u de broeders deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus Christus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en door de goede leer, die u nagevolgd hebt.

Als u de broeders deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus Christus zijn..... het gaat nu om de oudsten die bekwaam zijn om te onderwijzen (1 Tim. 3:2). Zij moeten de broeders deze dingen onderwijzen. Ze mogen God danken voor het voedsel, want je mag jezelf niet opzettelijk onthouden van dat wat God je geeft. Zij kunnen alleen goede dienaren zijn als ze zichzelf en anderen voeden met woorden van geloof en er ook op toezien dat deze leer wordt nagevolgd in het dagelijks leven. Zo alleen kan de gemeente standhouden tegen de leugens van de gnostische dwaalleraren. Dan zijn ze goede dienaren van Yeshua, het Hoofd van de Gemeente. 

1 Timotheüs 4:7-10 Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels en oefen uzelf in de godsvrucht. 8. Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft. 9. Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard. 10. Want daarvoor spannen wij ons ook in en worden wij gesmaad, omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God, Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen.

Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels....... eerder stond er in de NBG: 'onheilige oudevrouwenpraat' in plaats van 'onzinnige verzinsels'. De Statenvertaling gebruikte de uitdrukking 'ongoddelijke en oudwijfse fabelen'.  Toegegeven dat dit geen fijngevoelige uitdrukking was, maar het staat wel zo in de grondtekst. En tegen zulke vrouwen hoef je niet fijngevoelig te zijn. We moeten onze afkeer uiten en hun woorden verwerpen.

Het spreken van oude vrouwen is zeker niet in alle gevallen verwerpelijk. Ze hadden zelfs een speciale bediening in de gemeente:

Titus 2:3-5 Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede, 4. opdat zij de jongere vrouwen leren verstandig te zijn, hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, 5. bezonnen te zijn en kuis, te zorgen voor hun huishouden, goed te zijn, hun eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt.

oefen uzelf in de godsvrucht... de oefening van het lichaam is van weinig nut...... waarschijnlijk had dit ook te maken met de gnostiek. De oude Griekse en Romeinse cultuur hechtten veel waarde aan lichaamsbeweging. Dat wat we tegenwoordig yoga noemen past ook wel in de gnostiek. Paulus vertelt Timotheüs dat dezelfde inspanning en toewijding die anderen aan lichaamsbeweging besteden, gericht moet zijn op het nastreven van godsvrucht, die nuttig is voor alle dingen.

omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft....... Yeshua zelf gaf de belofte dat ieder die in zijn leven iets had prijsgegeven, reeds in dit leven vele malen meer zou terug ontvangen en bovendien het eeuwige leven zou beërven. (Matth. 19:29; Markus 10:29-30; Lukas 18:29-30). 

Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard...... Deze uitdrukking wordt door Paulus vijf maal gebruikt in zijn brieven (1 Tim. 1:15;1 Tim. 3:1;1 Tim. 4:9;2 Tim. 2:11;Titus 3:8). Hiermee laat Paulus weten dat wat hier gezegd wordt een belangrijke verklaring is. Het gaat hier om de kern van het evangelie. 

Want daarvoor spannen wij ons ook in en worden wij gesmaad....... juist omdat het om het tijdelijke èn het eeuwige leven gaat spant Paulus (en ook Timotheüs) zich in om de gelovigen tot godsvrucht te bewegen.  Paulus heeft ook ervaren dat dit gevangenschap, smaad en verdrukking teweeg brengt. Maar dat weerhoudt hem niet om zijn Leidsman Yeshua de Messias in al deze dingen te volgen. Het gaat om de redding van mensen tot glorie van God.
omdat wij onze hoop gevestigd hebben op de levende God..... opnieuw gebruikt Paulus de uitdrukking de 'levende God', zoals die ook genoemd wordt in 1 Tim. 3:15;  Psalm 42:3 en Psalm 84:3, bedoeld als tegenbeeld van de god van de gnostiek.  

Die een Behouder is van alle mensen, in het bijzonder van de gelovigen...... een tekst die graag gebruikt wordt door degenen die de alverzoeningsleer aanhangen. In 1 Tim. 2:4 werd ook gezegd dat God alle mensen wil redden. Maar de redding wordt pas concreet wanneer iemand dit gelovig aanvaardt. Het woord 'malista' (= meeste) hier vertaald als 'in het bijzonder' zou nog beter vertaald kunnen zijn met 'om precies te zijn:..... de gelovigen'.   

1 Timotheüs 4:11-16 Beveel deze dingen en onderwijs ze. 12. Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid. 13. Blijf bezig met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen, totdat ik kom. 14. Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie, met handoplegging door de raad van ouderlingen. 15. Overdenk deze dingen, leef erin, opdat uw vorderingen op elk gebied openbaar worden. 16. Geef acht op uzelf en op de leer. Volhard daarin. Want wanneer u dat doet, zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen.

Beveel deze dingen en onderwijs ze........ Paulus spreekt Timotheüs aan vanuit een geestelijke autoriteit, maar tegelijk bemoedigend. Hij moest met vrijmoedigheid Gods Woord verkondigen, ontdaan van alle menselijke veronderstellingen. 

Het Woord dat werd voorgelezen was voornamelijk het Eerste Testament, want het Nieuwe Testament was er nog niet. Timotheüs mocht ook niet Gods Woord aanpassen aan de gevoeligheden van de gemeente. Hij moest geen enkel pardon hebben met alles wat naar dwaalleer zweemt. 

Laat niemand u minachten vanwege uw jeugdige leeftijd.......  Zoals blijkt uit 1 Korinthe 16ev, werd Timotheüs in het jaar 54 na Chr. met zelfstandige opdrachten door Paulus op pad gestuurd. Toen was hij inderdaad nog jong. Dit is opnieuw een aanwijzing dat de eerste brief aan Timotheüs niet +  63 na Chr. is geschreven, maar omstreeks het jaar 54.  Het lijkt erop dat Timotheüs soms wat onzeker was, waardoor Paulus de Korinthiërs moest instrueren: "let er dan op dat hij zonder vrees bij u kan zijn". (1 Korinthe 16:10). (Zie ook 2 Tim. 1:7-8; 2 Tim. 4:2,5)

wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geest, in geloof en in reinheid......  dat zou voor iedere oudste moeten gelden: In wat ze zeggen (woord). · In wat ze doen (wandel). · In hun liefde · In wijsheid (geest).

.· In hun geloof (in de zin van trouw aan God ) · In hun reinheid (levensheiliging zie 2 Tim. 2:22).

Blijf bezig met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen....... hier geeft Paulus weer een instructie waarbij de gebruikte werkwoordsvorm - volgens de studiebijbel - blijk geeft van een blijvende opdracht.  Maar de toevoeging  "totdat ik kom" geeft ruimte voor pauzes. 
Veronachtzaam de genadegave niet die in u is en die u gegeven is door profetie.....  welke genadegave Paulus hier met charisma bedoelt is niet duidelijk. Net als bij de gelijkenis van de talenten, moeten we de bekwaamheden die God ons heeft gegeven niet begraven. In ieder geval heeft elke wedergeboren gelovige de vruchten van de Geest tot zijn beschikking:  liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing  (Galaten 5:22).

met handoplegging door de raad van ouderlingen....... Handoplegging zien we in het Nieuwe Testament vaker als iemand een speciale taak in de gemeente krijgt: In Handelingen 6:1-7 wordt met handoplegging bevestigd dat zeven mannen een speciale taak in de gemeente krijgen. In Handelingen 13:2 wordt met handoplegging bevestigd dat Barnabas en Saulus een taak krijgen in het verspreiden van het evangelie. Paulus is ook voorzichtig met handoplegging. Je moet dat niet zomaar doen, maar ervan overtuigd zijn dat God het vraagt, anders kun je deel krijgen aan de zonden van die ander. Zie 1 Tim. 5:22.
Overdenk deze dingen, leef erin, opdat uw vorderingen op elk gebied openbaar worden...... zeker, Timotheüs zal groeien in zijn bediening, die in eerste instantie met schroom wordt opgepakt. Hij had een kundige leermeester en begeleider, maar deze opdracht moest hij toch - menselijk gezien - alleen uitvoeren. Maar Gods Heilige Geest was met hem en maakte hem sterk, vastberaden, volhardend om te strijden tegen de dwaalleringen en de gemeente daarvan te zuiveren.

Geef acht op uzelf en op de leer. Volhard daarin....... Jonge mensen denken vaak dat ze alles wel aankunnen. Dat ouderen zich te gauw zorgen maken of het wel goed komt. Maar die houding zien we bij Timotheüs niet. Hij neemt de raadgevingen van zijn leermeester ter harte. Hij is zich bewust van zijn verantwoordelijke taak, een strijder te zijn in Gods Koninkrijk. Tegelijk is hij er zich van bewust dat hij dit werk in de kracht van Yeshua mag doen. Misschien zijn er maar weinig mensen die hem echt begrijpen. Maar hij houdt vast aan wat zijn opdracht is.

Want wanneer u dat doet, zult u zowel uzelf behouden als hen die u horen........ kijk, daar gaat het om!  God de Vader, Die  de zondaar uit de macht der duisternis bevrijdt, en overzet in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde (Kolossenzen 1:12-13); Timotheüs mag Zijn medewerker zijn (1 Korinthe 3:9)! 

 

Ida