English & other languages: click here!

Galaten 4 - Vrij in Christus

 Samenvatting van Galaten 4

  1. Van slaaf naar erfgenaam (verzen 1–7)
  • Paulus vergelijkt gelovigen met kinderen die, hoewel ze erfgenamen zijn, tijdelijk onder toezicht staan zoals slaven.
  • Maar wanneer de "volheid van de tijd" komt, zendt God Zijn Zoon om hen vrij te kopen van de wet.
  • Door Christus worden gelovigen kinderen van God en dus ook erfgenamen van Zijn belofte.
  1. Waarschuwing tegen terugval (verzen 8–20)
  • Paulus uit zijn bezorgdheid: de Galaten keren terug naar oude religieuze gebruiken en slavernij aan de wet.
  • Hij herinnert hen aan hun eerdere enthousiasme voor het evangelie en zijn persoonlijke band met hen.
  • Hij spreekt over zijn geestelijke strijd voor hen, alsof hij opnieuw barensweeën doormaakt totdat Christus in hen gestalte krijgt.
  1. De allegorie van Sara en Hagar (verzen 21–31)
  • Paulus gebruikt het verhaal van Abraham’s twee zonen als beeldspraak:
    • De zoon van Hagar (de slavin) staat voor gehoorzaamheid aan de wet als redding, waarvoor de wet niet bestemd was.
    • De zoon van Sara (de vrije vrouw) staat voor het verbond en vrijheid.
  • Hij roept de Galaten op om als kinderen van de vrije vrouw te leven, niet als kinderen van de slavin.

Galaten 4:1-3
1. Ik zeg echter: Zolang de erfgenaam een onmondig kind is, verschilt hij in niets van een slaaf, hoewel hij heer is van alles;
2. maar hij staat onder voogden en beheerders, tot het tijdstip dat de vader van tevoren heeft bepaald.
3. Zo waren ook wij, toen wij nog onmondige kinderen waren, als slaven onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld.

Zolang de erfgenaam een onmondig kind is, verschilt hij in niets van een slaaf........ Het woord kind heeft de betekenis van een minderjarige. Het duidt niet op een specifieke leeftijd, maar eerder op iemand die nog niet wettelijk als meerderjarig wordt erkend. Toch is hij de erfgenaam, maar hij is nog niet bekwaam gevonden om zelfstandig te handelen. 

hij staat onder voogden en beheerders, tot het tijdstip dat de vader van tevoren heeft bepaald....... Galatië viel in die tijd onder het Romeinse Rijk en daar was wettelijk geregeld dat de vader of voogd moest bepalen wanneer het kind als volwassen kon worden beschouwd. 

Zo waren ook wij, toen wij nog onmondige kinderen waren...... nu gaat Paulus dat geestelijk toepassen op onze eigen levens, die omderworpen waren aan de grondbeginselen van de wereld (en dus nog niet aan het Koninkrijk van God!).

als slaven onderworpen aan de grondbeginselen van de wereld........  (De NBG vertaalt i.p.v. grondbeginselen: "wereldgeesten", de SV "eerste beginselen van de wereld", de Naardense vertaling "elementen van de wereld" en de NBV "machten van de wereld".) Het is duidelijk dat  het denken van een kind vooralsnog niet gevormd is door Gods Woord en Geest. De grondbeginselen in de heidenwereld waren doorspekt met afgoderij. Men liet bijvoorbeeld beslissingen beïnvloeden door de stand van de sterren. 

Galaten 4:4-5
4. Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet,
5. om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen.

toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit....... Toen de tijd rijp was om de gelovigen van slavernij te bevrijden stuurde God Zijn Zoon Yeshua, om als een kind op aarde te komen. Hij was de erfgenaam bij uitstek, maar werd geboren binnen het religieus slavenbestaan van het farizeïsme. En dat farizeïsme, waarvan Paulus voorheen deel uitmaakte, bedreigde ook de nieuwe gemeenten in de heidenwereld en doet dat zelfs tot in onze tijd. Het houdt in dat een heidense meerderheid in de synagoge voor hen een bedreiging vormt voor de 'status' en de identiteit van het uitverkoren volk. Als heidenen er dan bij willen horen moet men zich bij het Jodendom aansluiten door besnijdenis en het tonen van gehoorzaamheid aan de wet. Yeshua heeft dan geen waarde meer omdat de bekeerling, als noodzakelijk onderdeel voor zijn redding, er zelf voor heeft gekozen om door eigen fysieke inspanningen ervoor te zorgen dat hij bij Israël hoort (Galaten 3:29).

In Galaten 3:10 spreekt Paulus over een vloek die op de wet ligt. Die wordt beschreven in Deuteronomium 27:26 Vervloekt is wie de woorden van deze wet niet uitvoert door ze te houden! En heel het volk moet zeggen: Amen. Dat was als het ware 'een stok achter de deur'. Of, zoals in dit hoofdstuk: "een tuchtmeester'. Maar beide voorbeelden zijn bedoeld om gelovigen tot volwassenheid in Christus te brengen. Als men volwassen is in Christus is er geen stok, geen tuchtmeester en geen vloek meer nodig.  De vloek heeft Yeshua op zich genomen in Zijn kruisdood, maar de wet en haar zegen is er nog wel! Daar zal geen titel of jota van afgedaan worden (Mattheüs 5:18). Maar aan het kruis heeft Yeshua Zijn bloed gegeven om ons vrij te kopen van zonde en slavernij van de wet. Nu zijn we in en met Christus volwassen zonen van God! 

Galaten 4:6 -7
6. Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
7. Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus.

omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader......! Paulus gebruikt hier het Aramese woord "Abba", dat de gevoelswaarde heeft van ons woord "Papa". Zo vertrouwelijk mogen wij, als mondige gelovigen, met God omgaan. 

nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon...... In God's ogen ben je dus niet langer een slaaf, maar een zoon, zoals Yeshua.

dan bent u ook erfgenaam van God door Christus........ en als je een zoon bent, dan staat er ook een erfenis op je te wachten. Bij een erfenis denken wij altijd aan materiële zaken, maar hier worden geestelijke zaken bedoeld. Die belofte is begonnen bij Abraham, opdat de zegen van Abraham in Yeshua de Messias tot de heidenen zou komen. David zong ervan in Psalm 16:6. God zal ons een geestelijke positie geven met Christus die het gezag heeft over alles op aarde en in de hemel. De belofte houdt een verheerlijkt lichaam in tijdens het Vrederijk en posities als priesters en koningen om met Christus te regeren, maar vooral te dienen. Maar de erfenis breidt zich nog verder uit tot het hemels Jeruzalem dat op aarde neerdaalt en we totaal één zijn met God, opdat Hij alles in allen is (1 Korinthe 15:28).  

Galaten 4:8-11
8. Maar destijds, toen u God niet kende, diende u hen die van nature geen goden zijn;
9. en nu u God kent, ja wat meer is, door God gekend bent, hoe kunt u weer terugkeren naar de zwakke en arme grondbeginselen, die u weer van voren af aan wilt dienen?
10. U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren.
11. Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen.

destijds, toen u God niet kende, diende u hen die van nature geen goden zijn........ het is goed om deze tekst vast te houden in de gedachten, omdat het nodig is dit te realiseren als we het vervolg van deze brief doornemen. De Galaten waren heidenen en afgodendienaars aan wie Paulus het evangelie predikte. Zij zijn nu gelovigen in Christus, maar worstelen nog met hun afgodische afkomst. In dat licht moeten we ook de volgende verzen zien. We kunnen deze teksten niet zonder meer op ons christendom toepassen.

hoe kunt u weer terugkeren naar de zwakke en arme grondbeginselen........ deze tekst wordt vaak ten onrechte gebruikt voor christenen in onze relaties en in onze tijd die Gods wet, de Tora serieus nemen. Maar je begrijpt wel dat je Gods Woord, zelfs de basis daarvan, geschreven met de vinger van God en door Mozes nauwkeurig opgeschreven, geen zwakke en arme grondbeginselen mag noemen. Deze omschrijving wordt eerder in dit hoofdstuk van Galaten gebruikt (vers 3) waar het de "grondbeginselen van de wereld" wordt genoemd. Dat zijn de principes van de wereld zonder de God YAHWEH van Israël. De Galaten waren die gewoontes vanouds gewend, de mensen om hen heen hanteerden die net zoals zij dat vroeger hadden gedaan en onwillekeurig vallen ze weer terug in die gewoontes.

Wilt u die weer van voren af aan dienen......? Nu ze de ware God kennen vervallen ze weer in hun oude praktijken. Paulus vraagt of ze dat nu echt willen? Ze kennen YAHWEH hun God en God kent hen, hoe kunnen ze nu dan terugkeren naar hun afgoden? Zulke mensen vallen niet terug in gewoonten die Israël voorheen praktiseerde, zoals wel wordt uitgelegd. Ze hadden die grondbeginselen (het aanbidden van hemellichamen, sterren als toekomstvoorspelling)  al eerder (van voren aan) gepraktiseerd. 

U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren....... Zijn de Sabbat en de Feestdagen van God, die Hij ons in Zijn eigen Woord heeft gegeven, "zwak en waardeloos"? Zijn het "arme grondbeginselen van de wereld" die ons tot "slaven" maakte? Natuurlijk niet! Paulus zegt elders dat de Wet van God, waaronder de Sabbat en de Feestdagen, "geestelijk" is (Romeinen 7:14), dus het kan geen grondbeginsel van deze wereld zijn. Bovendien noemt hij de Wet "heilig" en "rechtvaardig" en "goed" (Romeinen 7:12), dus het kan niet "zwak en waardeloos" zijn. Dat alleen al zou ons moeten vertellen dat Paulus in deze passage niet verwijst naar de Sabbat en de Feestdagen van God.

Waar verwijst Paulus dan naar?

Veel christenen zullen misschien verbaasd zijn als ze ontdekken dat het Joodse volk niet de enigen waren die "dagen en maanden en seizoenen" vierden. Heidenen en afgodenaanbidders hadden hun eigen gedenk- en feestdagen. De lezers van Paulus waren voormalige heidenen: "Maar destijds, toen u God niet kende, diende u hen die van nature geen goden zijn" (Galaten 4:8). Daarom zegt Paulus tegen hen dat ze niet opnieuw moeten "terugkeren" naar de dingen die ze vierden toen ze "God niet kenden". Dus konden ze ook niet daarnaar terugkeren. Iemand die zich niet aan Gods wetten hield kan niet terugkeren naar Gods wetten.

Het is teleurstellend voor Paulus dat zij die Christus hebben aangenomen, nu terugkeren naar de natuurlijke grondbeginselen van de wereld.  

Geen wonder dat hij zich afvraagt of hij zich soms tevergeefs heeft ingespannen. Het ligt voor de hand dat ze, nadat ze de nieuwe regels hadden toegepast, ze het gevoel hadden dat ze aan hun verplichtingen tegenover de God van Israël om gered te worden hadden voldaan en dat ze zo weer verder konden gaan met de gebruiken waaraan ze gewend waren. Maar je houdt je niet aan de wet om gered te worden (Galaten 5:4), je houdt de wet van God omdat je gered bent!

Galaten 4:12-16
12. Wees zoals ik, want ook ik ben zoals u, broeders; ik smeek het u! U hebt mij in geen enkel opzicht onrecht aangedaan.
13. U weet toch dat ik u de eerste keer het Evangelie heb verkondigd in lichamelijke zwakheid.
14. En toch hebt u mijn beproeving, die in mijn lichaam plaatsvond, niet veracht of verafschuwd, maar ontving u mij als een engel van God, ja, als Christus Jezus.
15. Waarin prees u zich dan gelukkig? Want ik kan van u getuigen dat u, zo mogelijk, uw ogen zou hebben uitgerukt en aan mij gegeven zou hebben.
16. Ben ik dan uw vijand geworden door u de waarheid te zeggen?

Wees zoals ik, want ook ik ben zoals u, broeders......... Je proeft dat er tussen deze Galaten en Paulus een uiterst hartelijke gemeenschap was ontstaan, die nu pijnlijk verstoord is. Paulus wist best dat hij niet volmaakt was. Hij stond niet voor de heidenen in Galatië en zei: "Kijk eens hoe volmaakt ik ben. Maak je geen zorgen over het volgen vanYeshua, volg gewoon mij."  Hij wilde gewoon dat ze God zouden dienen zoals hij dat ook deed. Het was een hartekreet van Paulus, hij smeekte het hen! 

Paulus vertelt hier in dit vers ook dat hij net zo is als zijn medebroeders en zusters te Galatië. Hij was net zo zwak als zij. Alleen hij moest leren meer op Yeshua te vertrouwen dan op zichzelf. 

U weet toch dat ik u de eerste keer het Evangelie heb verkondigd in lichamelijke zwakheid........ Met die lichamelijke zwakheid  bedoelt hij. U weet dat ik de eerste keer dat ik u het evangelie verkondigd heb er beroerd aan toe was, (zo was ik toegetakeld door de steniging ) Hij was er slecht aan toe. In de meest letterlijke zin droeg hij de littekens van Yeshua in zijn lichaam. 

toch hebt u mijn beproeving, die in mijn lichaam plaatsvond, niet veracht of verafschuwd...... deze mensen uit Galatië hadden geen enkel teken van minachting of afkeer getoond: maar ontving u mij als een engel van God, ja, als Christus Jezus. Ze hadden hem echt als een boodschapper van de Allerhoogste ontvangen, zelfs als Yeshua de Messias, van wiens karakter hij ongetwijfeld een beelddrager was.  

Waarin prees u zich dan gelukkig......? Wat is er nu over van de vreugde die u toen ervaren hebt. Ik weet nog wel dat u - als dat mogelijk was - zelfs uw ogen had willen uitrukken om die aan mij te geven. Paulus had vaak oogproblemen. Dat is te lezen in 2 Korintiërs 12:7. Dat noemde hij "een doorn in zijn vlees".

Ben ik dan uw vijand geworden door u de waarheid te zeggen......? Galatië is de streek waar Paulus gestenigd en voor dood achtergelaten was, maar daarna het Evangelie predikte aan uitgerekend dezelfde mensen die hem dat hadden aangedaan. En nu is er een impasse gekomen in iets wat eerder zo waardevol en betrouwbaar was. 

Galaten 4:17 -20
17. Zij beijveren zich niet met goede bedoelingen voor u, maar zij willen ons uitsluiten, opdat u zich voor hen zou beijveren.
18. Nu is zich te beijveren voor het goede altijd goed, en niet alleen als ik bij u ben,
19. mijn lieve kinderen, van wie ik opnieuw in barensnood ben totdat Christus gestalte in u krijgt.
20. Ik wilde echter wel dat ik nu bij u was en op een andere toon kon spreken, want ik ben in twijfel over u.

Zij beijveren zich niet met goede bedoelingen voor u....... hier wordt ook een ander probleem duidelijk, waarover de brief aan de Galaten al eerder melding maakte: de invloed van 'valse broeders' (Galaten 2:4) die de Galaten tot slaven van de wet wilden maken. We hebben eerder al gelezen dat ze van hen de besnijdenis eisten.

zij willen ons uitsluiten, opdat u zich voor hen zou beijveren........ deze dwaalleraren gedragen zich uiterst vriendelijk met de bedoeling om de invloed van Paulus en Petrus uit te schakelen. Een bekende tactiek om mensen een andere leer bij te brengen, is mensen te overladen met vriendelijkheid die niet voortkomt uit Gods liefde. Hun leer houdt in: zich op de Joodse wijze bezig te houden met Gods wet als voorwaarde om gered te zijn. Ze leggen de nadruk op de besnijdenis waardoor heidenen tot het Jodendom zullen gaan behoren. 

Nu is zich te beijveren voor het goede altijd goed, en niet alleen als ik bij u ben....... Nu heeft Paulus niets tegen ijverigheid als het maar voor het goede is. Maar je kunt ook ijverig zijn in verkeerde denkbeelden. Je alleen uitsloven in Paulus aanwezigheid zou net zo min goed zijn. 

mijn lieve kinderen, van wie ik opnieuw in barensnood ben totdat Christus gestalte in u krijgt........ Paulus is echt in nood, zijn hart huilt om wat er gebeurt met zijn geliefde gemeente in Galatië. Hij krijgt als het ware barensweeën, zoals een moeder die haar kind ter wereld moet brengen. 

Maar Paulus wil dat Yeshua in hen gevormd wordt. Hij prijst zichzelf niet aan, nee het is Christus die in de harten van de Galatiërs opnieuw woning moet maken. Dan krijgt Christus gestalte in hen. Dan leven zij niet meer, maar Christus leeft in hens (Galaten 2:20-21).  Dat wat de 'valse broeders' prediken is een godsdienst om onder Gods oordeel uit te komen door ijverig de wet van Mozes te houden, zonder omgang: zonder een vertrouwensrelatie met God.

Ook nu nog zeggen veel Joden dat hun godsdienst geen geloof is maar een manier van leven. Terwijl de wet juist leert dat God liefhebben het eerste gebod is. 

Ik wilde echter wel dat ik nu bij u was en op een andere toon kon spreken....... Wat zou Paulus nu graag bij hen zijn, maar hij veronderstelt dat hij ook harde woorden zal moeten spreken om de Galatiërs ervan bewust te maken dat ze op een gevaarlijke weg zijn, omdat ze bezig zijn hun redding door het kruis van Yeshua te verliezen, want ik ben in twijfel over u.

Galaten 4:21-23
21. Zeg mij, u die onder de wet wilt zijn, luistert u niet naar de wet?
22. Want er staat geschreven dat Abraham twee zonen had, een van de slavin, en een van de vrije.
23. Maar hij die van de slavin was, is naar het vlees geboren, hij echter die van de vrije was, door de belofte.

Zeg mij, u die onder de wet wilt zijn, luistert u niet naar de wet.......?

Brad Scott denkt dat een van de twee belangrijkste verzen vers 21 is. Wie zijn degenen die onder de wet willen zijn?, en is het verlangen om de Tora te gehoorzamen hetzelfde als 'onder de wet' zijn? 

 'Onder de wet' zijn betekent 'onder de heerschappij van de zonde' te zijn, wat in Romeinen 6:6 de 'oude mens' wordt genoemd. Degenen die onder de wet willen zijn, Tora of anderszins, proberen gerechtigheid te bewerken zonder vertrouwen (geloof) en relatie. Ze doen het alleen op basis van gehoorzaamheid aan de Tora.  Zoals we zullen zien, kan het verbond op de berg Sinaï niet op zichzelf staan, omdat het verbond van de Sinaï de mens niet kan redden of voor hem kan verzoenen.

er staat geschreven dat Abraham twee zonen had, een van de slavin, en een van de vrije...... De 'valse broeders' die de Galaten lastigvielen, beweerden dat zij kinderen van Abraham waren en daarom gezegend. Paulus zal toegeven dat zij kinderen van Abraham zijn, maar ze vergeten dat Abraham twee zonen had. De ene door een slavin, de andere door een vrije vrouw : Abrahams eerste zoon heette Ismaël . Hij werd niet geboren uit zijn vrouw, maar uit de slavin van zijn vrouw ( de slavin ), uit een misleidend plan om God te 'helpen' toen Abrahams vrouw Sara niet zwanger kon worden. Hier zien we al het contrast uitgebeeld tussen de vrijheid in Christus en de slavernij van het wetticisme. (Genesis 16 en 21:1-21). 

hij die van de slavin was, is naar het vlees geboren...... de werking van hen die naar het vlees zijn wordt beschreven in Romeinen 7:5. 

hij echter die van de vrije was, door de belofte....... Isaak, geboren uit de vrije vrouw Sara door de wonderbaarlijke kracht van God die zijn belofte vervulde (letterlijk: "door de belofte"), die Hij haar deed in Genesis 18:9-15.  De oorspronkelijke belofte voor het vrije zaad lag al bij Genesis 3:15. 

Galaten 4:24-26
24. Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis; want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar.
25. Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is.
26. Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.

want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar........ 

Hier gaat Paulus verder dan wat Genesis erover zegt, maar zonder daaraan afbreuk te doen. Het verbond van de Sinaï is ten goede bedoeld door God, alleen verkeerd gebruikt door zondige mensen, daarom is er geen reden om de Mozaïsche wet op basis van deze passage te kleineren. De Mozaïsche wet baart kinderen voor "slavernij", om tot slaaf gemaakt te worden door het wetticisme, omdat mensen de Tora verdraaien tot een wettisch systeem (vs. 21-23). De toepassing ervan is brutaal en schokkend; want hoewel de judaïsten kunnen beweren fysiek af te stammen van Sara, noemt Paulus hen geestelijke afstammelingen van Hagar. Openbaring 11:8 bevat een even verrassende omkering van traditionele Joodse identificaties. Het tekent de slaafse afloop van Jeruzalem in de vergelijking met Sodom en Egypte. Dergelijke voorbeelden vinden we ook in Ezechiël 23, 34 en Hosea 1-2. 

Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen....... het hemelse Jeruzalem is de geestelijke gemeente van Christus waarvan gelovigen uit Sara nu al deel uitmaken. Dit sluit perfect aan op Efeze 2:19-22, waar ons wordt verteld dat de gelovigen uit de
heidenen deel zijn geworden van iets dat al bestond. Dit Jeruzalem van boven is de 'moeder' van ons allemaal. Dit, in context, zou verwijzen naar de 'moeder' van allen die geloven. Paulus vertelt ons dat Sara, degene die van Israël was door het geloof en vertrouwen, een verbond vertegenwoordigt van voor de berg Sinaï dat van boven kwam. Wij geloven dat deze 'moeder' een verwijzing is naar de vrouw van het 'zaad van de vrouw' in Genesis 3:15. Het zaad, zoals gedefinieerd doorYeshua, is het Woord van God, en Sara en Maria waren dragers van dat zaad, dat uitmondde in Israël als vrouw van God (Hosea 2:19). 
Als je het verbond dat op de berg werd gegeven zorgvuldig leest, zul je zien dat hier geen redding of verlossing te vinden is, maar alleen een belofte dat de kinderen van Israël als gevolg van gehoorzaamheid boven alle andere mensen op aarde zullen worden gekoesterd. Het verbond op de berg Sinaï verwijst duidelijk naar de wet van Mozes (Exodus 19:5). Dit verbond brengt vrijheid – het is vrij . Het is vrij omdat het door Pesach erkent dat Yeshua de prijs betaalt, die een gelovige niet hoeft te betalen.

Exodus 19:5 Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.

Als eerst de vertrouwensrelatie binnen het verbond tot stand wordt gebracht, doordat met het eraan voorafgaande Pesach redding is beloofd,  dan zal gehoorzaamheid aan de Tora, gegeven op de berg Sinaï, je onderscheiden van alle andere volkeren! Als relatie wordt gezocht door middel van de berg Sinaï, dan zou het Pascha tevergeefs zijn. Eerst Pesach, DAN de berg Sinaï. Verlossing en relatie worden enkel gevonden in het geloof in God, en zijn altijd al het begin geweest van een leven dat aan Hem is toegewijd.

Galaten 4:27-31
27. Want er staat geschreven: Wees vrolijk, onvruchtbare, die niet baart, breek uit in gejuich en roep, u die geen barensnood kent, want de kinderen van de eenzame zijn veel talrijker dan die van haar die de man heeft.
28. Wij nu, broeders, zijn kinderen van de belofte, net zoals Izak.
29. Maar zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het ook nu.
30. Wat zegt de Schrift echter? Jaag de slavin en haar zoon weg, want de zoon van de slavin zal beslist niet erven met de zoon van de vrije.
31. Daarom, broeders, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije.

Wees vrolijk, onvruchtbare, die niet baart, breek uit in gejuich en roep, u die geen barensnood kent........ de barensnood van de vruchtbare brengt slaven voort. Maar het Jeruzalem van boven, dat overeenkomt met Sara, is vrij en zij is onze moeder. Deze moeder hoefde niet met smart kinderen voort te brengen, want die smart was het gevolg van zonde (Gen. 3:16). Deze moeder kan vol vreugde juichen over haar kinderen, Zij ìs gewoon de moeder van allen die het vertrouwen en de trouw hebben die Abraham en Yeshua hadden, of het nu Messiasbelijdende Joden of Messiasbelijdende heidenen zijn. 

de kinderen van de eenzame zijn veel talrijker dan die van haar die de man heeft....... het volk Israël heeft YAHWEH als man. Dat volk heeft de 12 stammen van Israël voortgebracht, de besnijdenis was een teken dat God instelde voor de kinderen van Sara, het nageslacht waarin alle volken gezegend zouden zijn, door de belofte aan Abraham. De verbondsrelatie tussen YAHWEH en Israël, die door de wet tot stand kwam, was niets meer of minder dan een huwelijk. De wet regelde de verhouding binnen dat huwelijk! Gaf de bruid haar jawoord? Ging zij akkoord met de gestelde voorwaarden? Jazeker, dat vinden we vier maal vastgelegd in de Schrift:

 Exodus 19: 8; 24: 3, 8; Deut. 5: 27.

Maar het aantal getrouwe kinderen Israëls is veel minder dan je zou verwachten. De Bijbel heeft het steeds over een overblijfsel! 

Jesaja 10: 21 Dat overblijfsel zal terugkeren, het overblijfsel van Jakob, naar de sterke God.
Jesaja 10: 22 Want, Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal maar een overblijfsel daarvan terugkeren; tot verdelging is vast besloten; het stroomt over van gerechtigheid.
Jesaja 11:11 En het zal op die dag gebeuren dat de Heere opnieuw, voor de tweede keer, met Zijn hand het overblijfsel van Zijn volk zal verwerven,
Jesaja 11: 16 Er zal een gebaande weg zijn voor het overblijfsel van Zijn volk ,
Micha 5:7 Ja, het overblijfsel van Jakob zal onder de heidenvolken zijn, te midden van veel volken,
Zefanja 2:7 het gebied (Gaza) zal zijn voor het overblijfsel van het huis van Juda
Zacharia 8:12b Ik zal het overblijfsel van dit volk dit alles in erfelijk bezit doen nemen.
Romeinen 9:27 En Jesaja roept over Israël uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn als het zand van de zee, slechts het overblijfsel zal behouden worden.

de kinderen van de eenzame zijn veel talrijker dan die van haar die de man heeft...... Wie zijn dan de kinderen van eenzame? Dat zijn de volken die zonder God in de wereld waren. Zij hadden geen echtgenoot die met hen een verbond aanging. Zij zochten hun heil tevergeefs bij afgoden. Maar nu mogen zij in het éne belangrijke Zaad van Sara: YESHUA ook kinderen van Sara zijn. Zij zijn van Christus!! en daarom zaad van Abraham en naar de belofte erfgenamen! (Galaten 3:29). Door en in Christus zijn ze deel van Israël. geen vreemdelingen of bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods! (Efeze 2:19). Ze zijn talrijker dan het overblijsel van Israël, volgens deze tekst die geciteerd is uit Jesaja 54:1. Ze zijn niet beter dan Israël, want God heeft hen allen "onder de zonde besloten" (Galaten 3:22). Zowel de heidenen als de Joden staan schuldig voor God en geen mens kan door eigen werken die schuld wegwerken. Ook niet door de besnijdenis. De gelovigen uit de heidenen zijn in Christus besneden (Kolossenzen 2:11), d.w.z. ze hebben deel aan Zijn besnijdenis.

Wij nu, broeders, zijn kinderen van de belofte, net zoals Izak...... we delen, net zo als Izak, in de belofte van Abraham. Het zal worden één Herder, één kudde! (Johannes 10:16).

Maar zoals destijds hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het ook nu....... Ismaël (vleselijk verwekt) haatte Izak (naar de belofte verwekt met het Zaad van God). Diezelfde haat is doorgegaan in de geslachten en is nu niet minder. Het bereikt nu zelfs zijn dieptepunt, zoals Yeshua het dieptepunt was in deze eeuwenlange strijd die begon bij Genesis 3:15.
Ismaël, de zoon van de Egyptische Hagar, de slavin van Sara bespotte Izak. Ismael was de zoon van de slavin, die "naar het vlees" geboren was. Met "naar het vlees" of "ïn het vlees" bedoelt men een leven los van God, waarbij alles om het lichamelijke gaat, of om de pleziertjes die de wereld biedt. Er is geen geestelijk gedachteleven. Ismaël had niets met God en kon ook niet het geestelijke erven omdat hij niet de zoon van de belofte was. Een mens die Christus in zijn leven niet als persoonlijk Verlosser heeft aangenomen, is ten eerste geestelijk dood en erft niets wat geestelijk is, want hij leeft nog in zijn zonden en is "in het vlees". In Romeinen 8:8 lezen we: “En die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen”. Het botst vrijwel altijd tussen mensen die in het vlees en hen die in de geest zijn. Uit zulke verhoudingen ontstaat haat, vervolging, strijd en zelfs oorlog.

Maar wat zegt de Schrift? We kunnen verwachten dat we slecht behandeld zullen worden door degenen die niet leven uit het Verbond. We moeten mensen die ons tot slaven willen maken van hun ideeën, wegjagen, afstand van hen nemen en in de vrijheid van Gods wet blijven. Net als hen die daardoor een voorkeurspositie trachten te bereiken bij God. Als we doen wat God in de wet zegt, gedragen we ons volgens de regels voor het huwelijk, de Bruiloft van het Lam. We doen wat onze Echtgenoot graag wil, maar niet om een wit voetje te halen of om gered te worden. Gewoon uit liefde en bewondering voor de wijze voorschriften van God. Zo leren we Zijn wil, Zijn genade en Zijn wijsheid kennen. Die wet legt Hij in ons niet-met-handen-besneden hart, zodat het een vanzelfsprekend en vreugdevol deel van ons wordt en geen checklist.  

Daarom, broeders, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije........ 

Wij mensen moeten ook niet wetteloos zijn. Daar waarschuwt de Bijbel heel vaak voor. Wie denkt vrij te zijn van de Wet is wetteloos en wetteloosheid is zonde, want in 1 Joh 3:4 lezen wij: "De zonde is wetteloosheid"Yeshua is niet gekomen om de wet en de profeten te ontbinden, maar te vervullen, dat wil zeggen: te voltooien, om er de volle betekenis aan te geven (Matth. 5:17-19)! Maar de Judaïsten proberen de wetten strenger te maken dan ze zijn en maken er zelf nog wetten bij. Ze maken anderen daarmee tot slaven. Terwijl gehoorzaamheid aan de wet van God juist vrij maakt van de dodelijke slavernij van zonden. 

Het is de antichrist die de "wetteloze" in de Bijbel genoemd wordt. Hij verwerpt Gods wet en maakt de mensen tot slaven van zijn wil. Voor mensen die Gods wet afwijzen zal zijn houding aantrekkelijk zijn en het zal grote moeite kosten om je daarvan los te maken. Het mensen tot slaven maken zien we overal in de wereld. Manipulatie is daar een voorbeeld van. Ze laten mensen dingen doen die de ander eigenlijk zelf niet wil doen. Zelfs in kerken en geloofsgemeenschappen komen bepaalde leringen en verwachtingen naar voren, waar je zelf je bedenkingen bij hebt.  Ze oefenen - soms met vleiende woorden - druk op de ander uit.  Juist om van zulke machten vrij te blijven geeft God Zijn wetten. Wie God en Zijn wet wegdoet loopt in de val van de antichrist, de wetteloze. Psalm 119 laat ons zien dat Gods wet, in combinatie met de omgang met God, juist vreugde teweeg brengt. Gods wet houden zonder geloof en contact met God voert je in slavernij. Satan kan zelfs gebruik maken van de goede wetten die God geeft om een ander te duwen daarin heel ver te gaan.

Wij zijn vrijgekocht door het bloed van Christus en daarom zijn wij kinderen/zonen van "de vrije". Wij zijn door genade door het geloof gered Efeze 2:8,9. Niet door onze werken of zogenaamde goede daden!

Als we kinderen van "de vrije" zijn, dan mogen we ontspannen in het leven staan, omdat we weten dat we samen met  God, gevoed vanuit Zijn Woord, en de wet in ons besneden hart, de uitdagingen tegemoet mogen gaan. Hij zal ons voor struikelen behoeden!!

Ida

GALATEN:  inleiding - Hoofdstuk:  - 1 - 2 - 3 Zaad - 3 - 4 - 5 - 6