English & other languages: click here!

Galaten 6 - Laatste instructies

• Ondersteuning van leraren
  Paulus benadrukt het belang van het ondersteunen van degenen die geestelijk onderwijzen.
• Wat je zaait, zul je oogsten
  Een krachtige metafoor: wie leeft naar het vlees, oogst verderf; wie leeft naar de Geest, oogst eeuwig leven.
• Volharding in goed doen
  Paulus moedigt aan om niet moe te worden in het doen van goed, want op de juiste tijd zal er een beloning zijn.
• Slotwoorden en waarschuwing tegen huichelarij
  Paulus sluit af met een persoonlijke noot, waarschuwt tegen mensen die zich laten leiden door uiterlijk vertoon (zoals besnijdenis), en benadrukt dat het nieuwe leven in Christus het enige is dat telt.

Broederlijke correctie en zachtmoedigheid

Broeders, als iemand  tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen........ in de gemeente van Christus moeten we op elkaar toezien. Niet alleen om te zien of iemand iets fout doet, maar ook of er broeders of zusters hulp nodig hebben. In deze tekst gaat het om overtredingen. De houding van een broeder of zuster die dat opmerkt bij een ander moet bij zichzelf verdriet bespeuren omdat de Naam van Christus hiermee schade wordt aangedaan en een broeder of zuster geestelijk gevaar loopt. Alleen als iemand door de Geest geleid wordt in zijn zorg voor de ander zal het mogelijk zijn om de persoon weer op het goede pad te leiden. Yeshua zegt ook: zonder Mij kun je niets doen (Joh. 15:5). In de NBG stond in deze tekst "ziende op uzelf, u mocht ook eens in verzoeking komen".  Een iets andere woordkeuze, maar één die me is bij gebleven.

Elkaars lasten dragen

Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus........ Soms is er wat verwarring hoe we de "Wet van Christus" moeten begrijpen.
De Wet van Christus is gewoon de Wet van God. Het zijn de geboden die de Vader aan de Zoon gaf, en die de Zoon gehoorzaamde. We moeten ons leven inrichten zoals Yeshua wandelde, dat betekent Hem volgen!. Hij liet ons zien hoe we van God kunnen houden en van anderen. Een groot deel van Zijn bediening was erop gericht om ons te laten zien hoe we onze naaste moeten liefhebben. Daarom benadrukt Paulus zelfs hier, in Galaten 6:1, het dragen van elkaars lasten, wat laat zien hoe we onze naaste moeten liefhebben, als een manier om de Wet van Christus te vervullen. Christus is God en hanteert geen andere wet dan Zijn Vader. Hij is de Vervuller van de Wet en de Pofeten, waar geen jota van zal vervallen (Matth. 5:17). Ook daarin horen we volgelingen van Yeshua te zijn. 

Eigen verantwoordelijkheid nemen

als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf....... wat zien we dat vaak in onszelf, om ons heen, gelovig of ongelovig. De mens van nature wil macht, wil iets te vertellen hebben, wil zich boven een ander stellen. En satan is wel bereid je daarbij een handje te helpen. Maar als het niet lukt, (want je hebt op elk gebied veel concurrentie) dan verval je in een minderwaardigheidscomplex, want je bent immers "niets". Als het hem wel lukt, zal hij zichzelf daardoor tijdelijk geweldig vinden, maar hij bedriegt zichzelf.  Dat is een zaak die in een vleselijk mens en grote rol speelt. Mensen die geleid worden door de Heilige Geest weten dat ze kostbaar zijn in Gods ogen. En kom je in moeilijke omstandigheden dan kun je met David zeggen: "ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden" (Psalm 139:10). We zijn pas iets als Christus in ons zichtbaar wordt, dan delen we in Zijn heerlijkheid.  

Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben..... Paulus heeft ons in 1 Korinthe 3:10-15 een richtlijn gegeven om ons werk te beproeven. Zijn onze werken gebaseerd op het fundament van Yeshua de Messias? Zijn het werken die door Hem op ons hart gelegd zijn of zijn het werken die we zelf heel nuttig vinden en waarvan we denken dat God het daarmee wel eens is? Onze werken worden in het oordeel door het vuur beproefd en als ze in Christus gedaan zijn zullen we daarin ook Zijn vreugde beleven. Een gelovige die alleen eigen werken had zal nog wel door vuur heen gered worden omdat hij geloofde in de redding door het kostbare bloed van Yeshua., maar hij zal  de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen (Matth. 5:19). 

en niet voor de ander....... je kunt je soms druk hebben gemaakt voor een persoon, een kerk of een organisatie. Zo'n instituut is blij met je inzet. Maar heb je je afgevraagd of dit hetgeen was wat God van je vroeg? Want wat je doet om waardering en roem van anderen te krijgen, is niet hetzelfde als bouwen op het fundament van Yeshua de Messias. Het is beter God te vragen: "HEER, wat wilt U dat ik doen zal?"

Want ieder zal zijn eigen pak dragen...... eenmaal staat ieder mens voor Yeshua als rechter. Dan zal Hij vragen "wat heb je voor Mij gedaan"?

Ondersteuning van leraren

Laat hij die onderwezen wordt in het Woord in alle goede dingen delen...... het is goed om een betrouwbare leraar in de gemeente op allerlei manieren te ondersteunen. We denken meestal in de eerste plaats aan financiële steun, dat is ook goed, als we ook maar op ander gebied onze betrokkenheid bij de evangelieverkondiging laten merken. Dat kan met gebed, met praktische hulp, met bemoediging, dat vooral nodig is als er strijd, afval in de gemeente is. Maar een aanval van buiten de gemeente komt ook vaak voor. Ook het toetsen aan de Bijbel van zijn onderwijs is heel belangrijk. Een oprechte leraar zal dat zeker zo waarderen, zoals Paulus dat deed in de gemeente van Berea (Hand. 17:11).

Wat je zaait, zul je oogsten

Dus als je je laat besnijden is dat zaaien in een vorm van religieus werelds denken wat je zo mooi lijkt, maar dat de overhand op je zal krijgen. Dat is de oogst. Maar niet de oogst die God voor ogen staat. Als je je niet bekeert zul je worden afgewezen, want God laat niet met zich spotten.

Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten........ In het Jaïr artikel over Galaten 4 heb ik ook uiteengezet wat "in het vlees" betekent: Met "naar het vlees" of "in het vlees" bedoelt men een leven los van God, waarbij alles om het lichamelijke gaat, of om de pleziertjes en uitdagingen die de wereld biedt. Er is geen geestelijk gedachteleven. Een mens die Christus in zijn leven niet als persoonlijk Verlosser heeft aangenomen, is ten eerste geestelijk dood en erft niets wat geestelijk is, want hij leeft nog in zijn zonden en is "in het vlees". In Romeinen 8:8 lezen we: “En die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen”. Besnijdenis heeft in deze tijd zowel letterlijk als figuurlijk met het vlees te maken. Hij zal verderf oogsten. Verderf houdt ondergang, einde, ontbinding, en vernietiging in.  

Wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten........ dit is de oogst waarin God behagen heeft en die ons eeuwig leven brengt. We worden in dat proces geheiligd door de Waarheid! Geheiligd door het Woord van de Waarheid (Joh. 17:17-19). We zullen daarin geestelijk groeien, maar niet zonder ons ook om anderen te bekommeren (Jakobus 1:27). Het één sluit het ander niet uit. De naaste liefhebben en te hulp komen hoort bij een geloof dat door de liefde werkt. 

Volharding in goed doen

laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven....... De tekst spreekt voor zichzelf. Ook in deze dingen moeten we volharden en dan zal ons een rijke oogst wachten, bewerkt door Gods Geest. 

Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen....... als het goed is zal Gods Geest ons opmerkzaam maken op hen die onze hulp nodig hebben. We zijn niet allemaal op dezelfde wijze geroepen om goed te doen aan anderen, maar laten we aanpakken wat God op onze weg brengt. Dat hoeven niet altijd gelovigen te zijn, er staat ook "aan allen". Ook zij mogen de liefde die Gods Geest bewerkt opmerken. Maar het moet niet zo zijn dat we geloofsgenoten verwaarlozen, die krijgen, afhankelijk van de situatie, voorrang.

Slotwoorden en waarschuwing tegen huichelarij

Zie met wat een grote letters ik u met mijn eigen hand schrijf....... Paulus liet zijn brieven door iemand anders schrijven en ondertekende zo'n brief.  Hij had problemen met zijn ogen. Maar ik denk dat hij hier even goed duidelijk wilde maken dat zijn schrijven over de besnijdenis hem menens was. 

Allen die zich mooi willen voordoen naar het vlees, dwingen u zich te laten besnijden...... Paulus begreep dat de motieven van de mannen die zich 'mooi voor willen doen' heel egoïstisch waren. Ze schroomden niet om de jonge gelovigen zelfs te dwingen zich te laten besnijden. Ze konden bovendien onder hun gelijkgezinden opscheppen dat zij er wel even voor gezorgd hadden dat de gelovigen uit Galatië Messiaanse Joodse proselieten zouden worden. 

Het is ook mogelijk dat het bepleiten van de besnijdenis als doel had de nieuwe beweging te verbinden met het jodendom, een religie die officieel door de Romeinen werd goedgekeurd waardoor vervolging vermeden kon worden. 

ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus....... de mens beroemt zich zo vaak op wat hij gepresteerd heeft. Net zo als de valse broeders, die zich tegenover hun achterban willen beroemen. Maar Paulus heeft zich voorgenomen zich op niets anders te beroemen dan op wat Yeshua aan het kruis voor ons volbracht heeft. 

door Wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld........ dit offer van Christus aan het kruis heeft Paulus doen ervaren dat de wereld doordrenkt is van ongeloof, kwaad en vijandschap. Die wereld, waarvan hij eerder deel uitmaakte, heeft voor Paulus afgedaan. Anderzijds heeft  Paulus in de ogen van de wereld ook niets om zich op te beroemen. Er is een scheiding gekomen tussen de wereld en hen die tot het Koninkrijk van Jezus Christus behoren. Zij behoren geestelijk niet meer tot aardse koninkrijken. 

in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn.......   zoiets schreef Paulus ook aan de Korinthiërs:

In Christus telt het besneden zijn niet. Wat wel telt is het houden van de geboden om Gods wil en karakter te leren kennen. God zegent het houden ervan. We zijn in Christus een nieuwe schepping.  
Onderstaand gedeelte laat heel goed zien dat de wet niet heeft afgedaan, maar dat de vervulling ervan door Christus ons wordt toegerekend. Er wordt zo vaak gezegd dat de Galatenbrief laat zien dat de wet is afgeschaft. Maar nu ik de hele brief heb doorgenomen blijkt alleen maar het tegendeel. De wet is onontbeerlijk voor gelovigen, maar deze moet in het hart zijn. Daarover spreekt heel de Bijbel. We vertrouwen Yeshua (2 Kor. 5:17) en reageren op de Heilige Geest (2 Kor. 5:5, 16-25). De wet had geen zin meer omdat mensen er niet goed mee konden en wilden omgaan (vanwege het vlees).  God werkt diezelfde wet nu in ons uit door Zijn Heilige Geest, maar we moeten de wet wel kennen door het eerste testament te lezen en te onderzoeken, voordat Gods Geest dit in ons hart verankeren kan.

En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God...... Paulus laat ons op een andere manier kijken naar de wet dan de Joden toen en de gelovigen van onze tijd gewend waren. Het geloof werd in beide gevallen onderdeel van de kerk- of Judaïtische cultuur, waardoor het Woord aan kracht verloor. We moeten ons denken steeds weer vernieuwen (Rom. 12:2) aan de hand van Woord en Geest dan zal er vrede en barmhartigheid komen, zowel als voor het gelovig overblijfsel in Israël als voor het gelovig overblijfsel in Europa en waar ook in de wereld. 

Verder, laat niemand mij lastigvallen, want ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam...... Paulus heeft het lichamelijk te verduren gehad om zijn standvastige verkondiging van het evangelie in de heidenwereld. Dat was zelfs in Galaten gebeurd, dat wisten de broeders wel. Paulus wil daarmee zeggen dat hij voor de waarheid staat ook al wordt hij stelselmatig lastig gevallen om zijn radicale prediking van Yeshua de Messias, Die littekens herinneren eraan dat Paulus niet week voor dwalingen en tegenstand, zoals Yeshua dat ook niet deed. 

Ida

GALATEN:  inleiding - Hoofdstuk:  - 1 - 2 - 3 Zaad - 3 - 4 - 5 - 6