Israëls bedekking voor ons heidenen?

Jesaja 42:18-19
18. Doven, hoor!
Blinden, kijk en zie!
19. Wie is er zo blind als Mijn dienaar,
doof zoals Mijn bode die Ik zend?
Wie is blind zoals de volmaakte,
blind zoals de knecht van de HEERE?

Romeinen 11:11-12
11. Ik zeg dan: Zijn zij (de Joden) soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet!
Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen
om hen tot jaloersheid te verwekken.
12. Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent
en hun verlies rijkdom voor de heidenen,
hoeveel te meer hun volheid!

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een vraag of Israël verblind moest zijn zodat wij tot geloof konden komen in Yeshua. Dat kun je met ja en nee beantwoorden. Maar de reden waarom dit door sommigen zo gesteld wordt, kan voortkomen uit antisemitische motieven. Grof gezegd: "Israël deugde niet en God is daarom met ons heidenen verder gegaan". De vervangingsleer dus. In feite klinkt daarin door "wij zijn beter dan de Joden". En dat laatste is een hele grote fout. Het woord "val" dat in Romeinen 11:12 betekent niet een definitieve val, maar een struikeling waaruit ze kunnen opstaan. Tegenover het woord 'verwerping' staat 'aanneming'.  Immers God sprak in Romeinen 11

Romeinen 11:30 Zoals ook u (heidenen) immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid, 31. zo zijn ook zij (de Israëlieten) nu ongehoorzaam geworden, opdat ook zij door de ontferming die u bewezen is, ontferming zouden verkrijgen. 32. Want God HEEFT HEN ALLEN (Joden en heidenen) IN HUN ONGEHOORZAAMHEID OPGESLOTEN om Zich over allen te ontfermen.

Begrijp je goed? We zitten allemaal in hetzelfde schuitje van ongehoorzaamheid. God heeft ons in dit duidelijk gemaakt in:

Romeinen 11:30-32
30. Zoals ook u (heidenen) immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid,
31. zo zijn ook zij (de Israëlieten) nu ongehoorzaam geworden, opdat ook zij door de ontferming die u bewezen is, ontferming zouden verkrijgen.
32. Want God HEEFT HEN ALLEN (Joden en heidenen) IN HUN ONGEHOORZAAMHEID OPGESLOTEN om Zich over allen te ontfermen.

Vers 32 is in Het Boek zo vertaald:
“Want God heeft alle mensen aan de ongehoorzaamheid overgegeven om hun allemaal genadig te kunnen zijn.”