English & other languages: click here!

Job 33 - Job, luister naar Elihu

Het was niet de bedoeling van Elihu om Job angst aan te jagen, maar hij sprak als een ware vriend tot hem door hem in tegenstelling tot Elifaz, Bildad en Zofar bij zijn naam aan te spreken.

Alleen door Gods Geest was Elihu in staat de aangelegenheden juist te beoordelen en de volgende woorden te spreken, die ten aanzien van Job in vervulling gingen toen hij gezond werd gemaakt: „Laat hem niet in het graf neerdalen! Ik heb een losprijs gevonden! Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd; hij kere terug tot de dagen van zijn jeugdige kracht.”

Job 33:1-7
1. Maar luister nu toch naar mijn betoog, Job! en hoor al mijn woorden aan.
2. Zie toch, ik heb mijn mond geopend; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte.
3. Wat ik zeg, zal de oprechtheid van mijn hart uitspreken, en de kennis van mijn lippen dat wat zuiver is.
4. De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt.
5. Als je kunt, antwoord mij dan; stel je dan op vóór mij, ga staan.
6. Zie, ik ben voor God net als jij; ook ik ben maar uit leem gevormd.
7. Zie, laat mijn bedreiging je geen angst aanjagen, en mijn hand zal niet zwaar op je drukken.

luister nu toch naar mijn betoog, Job! en hoor al mijn woorden aan....... Deze benadering van Elihu zal Job hopelijk veel meer moed geven. Elihu wordt door God op het juiste moment ingezet. Hij noemde Job, zoals het hoort onder vrienden, bij zijn naam. Geen formele preek, maar bewogenheid met Jobs toestand. Dat Elihu zijn mond open doet en zijn tong gebruikt om te spreken, mag ons een beetje overdreven in de oren klinken. Het zal horen bij de poëtische schrijfwijze die het hele boek door gebruikt wordt.

Elihu verzekert Job dat hij oprecht en zuiver is in zijn spreken. Hij is gevormd door de Geest van God en is levend gemaakt door de adem van El Shaddai. Elihu stelt zich op als een woordvoerder van God en vraagt Job om hem te antwoorden en zo mogelijk te gaan staan. 

Het is overigens bijzonder dat de drie andere vrienden hun jongere vriend ruimschoots de gelegenheid geven om de problemen vanuit een andere invalshoek te benaderen en dat zij daar ook naar lijken te luisteren.

Zie, ik ben voor God net als jij; ook ik ben maar uit leem gevormd....... hiermee lijkt Elihu te refereren aan wat Job in Job 10:9 in een gebed aan God uitsprak: "Bedenk toch dat u mij uit leem gevormd hebt, wilt u mij tot stof doen terugkeren? Hebt u mij niet als melk uitgegoten en als kaas doen stremmen?"  Elihu vereenzelvigt zich hier met Job door te zeggen dat hij net als Job uit leem gevormd is. Hij en Job weten beiden dat ze door God geschapen zijn, maar ook dat de zondeval plaatsvond waarvan de dood het gevolg is.

laat mijn bedreiging je geen angst aanjagen, mijn hand zal niet zwaar op je drukken....... ook hieruit blijkt een broederlijke omgang met de geestelijk en lichamelijk verzwakte Job, die zoveel leed en onbegrip heeft moeten verduren. 

Job 33:8-11
8. Zeker, je hebt ten aanhoren van mij gezegd, en ik heb de stem van je woorden gehoord:
9. Ik ben rein, zonder overtreding; ik ben onschuldig en heb geen misdaad begaan.
10. Zie, Hij vindt gronden voor een aanklacht tegen mij, Hij beschouwt mij als Zijn vijand.
11. Hij legt mijn voeten in het blok, Hij let op al mijn paden.

Elihu zegt tegen Job dat hij zijn woorden wel heeft gehoord, waarbij hij zichzelf rein en onschuldig verklaarde. Job bedoelde hier niet dat hij zondeloos is (vgl. Job 7:21; 13:26), maar dat hij niets heeft gedaan wat het oordeel van zijn zware lijden verdient. Het is altijd goed om weer te geven wat de ander gezegd heeft (reflectie), waarmee je aangeeft dat je begrijpt wat die ander bedoelt. Omdat je het benoemt en er niet meteen met je tegenwerpingen overheen walst, voelt de ander zich serieus genomen.

Elihu heeft ook begrepen dat Job God verdenkt zijn vijand te zijn, die Job als het ware gevangen zet met zijn voeten vast in het blok (Job 13:27). En daar kan Job niet mee uit de voeten. Volgens Job let God op alles wat hij doet, om hem voortdurend te controleren. Elihu begrijpt hoe benauwend dat voor Job moet zijn. Maar Elihu concludeert ook dat hier de schoen wringt. Job mag zichzelf dan een medaille van rechtvaardigheid opspelden, maar hiermee zegt hij iets dat een mens niet tegen zijn Maker mag zeggen. 

Job 33:12-18
13. Maar zie, antwoord ik jou, hierin ben je niet rechtvaardig; want God is groter dan een sterveling.
13. Waarom heb je Hem ter verantwoording geroepen? Hij legt immers van geen van Zijn daden verantwoording af.
14. Want God spreekt één of twee keer, maar men slaat er geen acht op:
15. in een droom, een visioen in de nacht, als een diepe slaap op de mensen valt, in de sluimer op de slaapplaats.
16. Dan openbaart Hij het voor het oor van de mensen, en Hij verzegelt hun tuchtiging,
17. om de mens van een verkeerde daad af te brengen. Hij verbergt de hoogmoed voor een man.
18. Hij houdt zijn ziel af van het verderf, en zijn leven van het omkomen door de werpspies.

Maar zie, antwoord ik jou, hierin ben je niet rechtvaardig; want God is groter dan een sterveling....... de eerlijkheid gebiedt dat Elihu Job niet moet sparen als hij verkeerde conclusies trekt. In feite beschuldigt hij God, die hij weliswaar meerdere malen als de Almachtige erkent, en getuigt van Zijn grootheid, tegenover hem als een sterveling. 

Waarom heb je Hem ter verantwoording geroepen......? Iemand ter verantwoording roepen kan alleen gedaan worden door iemand die meer verstand van iets denkt te hebben dan degene die zich moet verantwoorden. Een andere reden kan zijn - en dat is met Job het geval - dat je de gang van zaken niet begrijpt. Dan is het beter om dit aan God voor te leggen, dan om je van Hem af te keren. In een goede relatie moet dit mogelijk zijn. Dat Job zich van God zou afkeren had satan geprobeerd te bereiken. 

Een enigszins vergelijkbaar voorbeeld van het niet eens zijn met wat God doet, lezen we in Exodus 33: 7-14, waar Mozes, die een zeer goede relatie met YAHWEH had, bezwaar maakte tegen Gods plan om Israël te vernietigen en om Mozes tot een groot volk te maken. Mozes beschuldigde God echter niet, zoals Job. God gaf gehoor aan wat Mozes vroeg. 

Hij legt immers van geen van Zijn daden verantwoording af....... Nee, God is onmetelijk hoger dan alle machten, Hij is de bron van alle wijsheid.....  Hij hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.  Maar Job beschuldigt Hem wel en dat laat God Job later ook weten: "Wilt u Mij schuldig verklaren, opdat u zelf rechtvaardig bent?" (Job 40:3). Maar God veroordeelt Job niet, hij kan bij God "een potje breken". Maar hij moet het wel erkennen. Daarop toonde  Job dan ook berouw. Maar zover is het pas 7 hoofdstukken verder. 

Want God spreekt één of twee keer, maar men slaat er geen acht op:..... in Bijbelse tijden, waar de Bijbel nog niet compleet was en in landen waar de Bijbel verboden is, of waar mensen niet kunnen lezen, spreekt God door middel van dromen. Dat kan ook wel eens in onze tijd en cultuur gebeuren. Maar over het algemeen openbaart God zich in Zijn Woord en daarom is het van belang dat we dat regelmatig lezen. Zie ook Hebr. 1:1.

Job had eerder geklaagd over onrustige dromen (Job 7:14) en Elihu zegt: “God overtuigt en onderricht de mensen soms door zulke dromen" God kan ook onderrichten door middel van lijden, wat Job ook heeft ondervonden. Maar hij had Gods stem daarin niet opgemerkt. 

Hij openbaart het voor het oor van de mensen, en Hij verzegelt hun tuchtiging......... Het gaat om Gods spreken in het Woord dat we verkondigd horen met geestelijke oren. Het gaat om luisteren naar wat God te zeggen heeft: Shema Israël "Hoor Israël".

Hij verzegelt hun tuchtiging...... dit zou betekenen dat God zijn vermaningen benadrukt als ze Zijn stem niet hebben opgemerkt. Hij spreekt op verschillende manieren tot de mens. 

om de mens van een verkeerde daad af te brengen....... Job had in het bijzonder geklaagd over zijn ziekte en pijnen. Job vertaalde dat ten onrechte als tekenen van Gods toorn. Er was ook geen sprake van straf voor de huichelarij van Job, waarvan zijn vrienden hem verdachten (Bildad: Job 8:13; Elifaz: Job 15:34; Zofar: Job 20:5). Job moest leren niet God daarvan te verdenken, hoewel de vrienden hem die indruk gaven. 

Hij verbergt de hoogmoed voor een man....... het is een vorm van hoogmoed om God als vijand te zien en Hem ter verantwoording te roepen. God wil een mens in zijn hoogmoedig denken tot stilstand brengen, tot zijn behoud. Daarom heeft Hij nu Elihu op zijn weg gebracht. 

Hij houdt zijn ziel af van het verderf....... dit alles is om, in de beproeving die Job ondergaat, hem te behoeden voor het verderf. 

YHWH behoedt zijn leven voor de werpspies....... satanische geesten maken in de Bijbel wel vaker gebruik van de werpspies. David overkwam dit met Goliath en met koning Saul (Job 36:12; Jeremia 6:23; 50:42). De werpspiezen in de eindtijd zijn moderne raketten die tegen Israël worden afgevuurd.   

De situatie van Job doet denken aan wat Israël overkomt. Zoals de vrienden Job veroordeelden door hem van kwaad te beschuldigen dat hij niet had gedaan, zo wordt Israël van alle kanten in een kwaad daglicht gesteld en komt, net als Job, alleen te staan.

Job 33:19-28
19. Hij wordt gestraft met pijn op zijn slaapplaats, en de strijd in zijn beenderen is er voortdurend.
20. Zijn leven verfoeit zelfs het brood, en zijn ziel het begerenswaardige voedsel.
21. Zijn vlees vergaat, zodat het niet meer te zien is, en zijn beenderen, die niet te zien waren, steken nu uit.
22. Zijn ziel nadert het graf, en zijn leven nadert de dingen die doden.
23. Als er dan een afgezant bij hem is, een bemiddelaar, één uit duizend, om de mens bekend te maken wat zijn recht is,
24. dan zal Hij hem genadig zijn, en zeggen: Verlos hem, zodat hij niet neerdaalt in het graf; Ik heb verzoening gevonden.
25. Zijn vlees zal frisser worden dan het was in zijn jeugd; hij zal terugkeren tot de dagen van zijn jeugd.
26. Hij zal vurig tot God bidden, en Die zal hem goedgezind zijn en zijn aangezicht aanzien met gejuich, want Hij zal de sterveling zijn gerechtigheid teruggeven.
27. Hij zal de mensen aanschouwen en zeggen: Ik had gezondigd en wat recht is, krom gemaakt, maar Hij heeft het mij niet vergolden.
28. Maar God heeft mijn ziel verlost, zodat zij niet in het graf kwam, en mijn leven nu in het licht ziet.

Hij wordt gestraft met pijn op zijn slaapplaats...... het valt op dat Elihu goed heeft geluisterd en precies weet wat er tussen de vrienden is uitgewisseld. Hij weet van de pijn die Job op zijn bed in de beenderen voelde (Job 19:20; Job 30:17,30). Job zegt dan letterlijk dat God zijn beenderen doorboort. Zijn conditie gaat achteruit, hij lust geen eten meer, hij wordt mager en je ziet zijn botten uitsteken. Hij nadert het moment dat hij zal sterven. Dat lijkt het trieste lot van Job. Niemand is in staat om Job uit deze nachtmerrie te bevrijden.

Als er dan een afgezant bij hem is, een bemiddelaar, één uit duizend, om de mens bekend te maken wat zijn recht is.... de studiebijbel schrijft: "indien een engel uit Gods legermacht voor hem onderhandelt, hem kan overtuigen van hetgeen hij verdiend heeft, dan is het nog niet te laat voor hem."  Wat een vreemde reactie. Heeft Job iets verdiend? Hij die een prooi was van satanische onderdrukking. Ik zie Job meer als het beeld van het getrouwe deel van Israël, waar alles tegen hen lijkt te zijn. 

Daniël 12:1 In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, hij die uw volksgenoten bijstaat. Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd.
In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek.

Zoals Michaël de aartsengel het volk Israël zal bijstaan in de nood, zo is Elihu de van God gezondene om Job bij te staan in zijn ellende. Hij is het beeld van de Middelaar Yeshua, waarover Job al sprak in Job 19:25-27.  De uitdrukking "één uit duizend" wil zeggen dat deze Middelaar ongeëvenaard is. Hij maakt Job bekend wat zijn recht is. Hijzelf zal de rechtszaak van Jobs ziel voeren en zijn leven verlossen. Hij YAHWEH heeft zijn verdrukking en gezien en al hun tegenstand (n.a.v. Klaagliederen 3:58-60). 

In zijn antwoord tot Job spreekt Elihu van „een Afgezant (...), een Bemiddelaar, één uit duizend, om de mens bekend te maken wat zijn recht is”. En als die Afgezant nu „tot God smeekt een welgevallen in hem te hebben”? Elihu zegt: „Dan bewijst Hij [YAHWEH] hem genade en zegt: ’Laat hem niet neerdalen in het graf! Ik heb een losprijs (kofer כֹּפֶר) gevonden! Hij zal een lichaam krijgen gezond en frisser dan in zijn jeugd; hij zal terugkeren tot de dagen van zijn jeugd.” Het laat zien dat God bereid is „een losprijs” of „bedekking” te aanvaarden voor hen die berouw hebben van hun zonden. Deze woorden geven ook ons zicht op Gods genade: vergeving van zonden en het herstel van ons lichaam, in het leven na de dood, op grond van het verzoenend sterven van Yeshua. 

God is Job genadig, is hem goed gezind, Hij is blij met hem die deze beproeving zal doorstaan en heeft Jobs zonden niet vergolden en Hij zal hem zijn gerechtigheid teruggeven!

Hier wordt al profetisch vooruit gezien.

Job 33:29-33
29. Zie, dit alles doet God twee of drie keer met een man,
30. om zijn ziel terug te brengen van het graf, opdat hij wordt verlicht met het licht van het leven.
31. Sla er acht op, Job! Luister naar mij; zwijg, dan zal ík spreken.
32. Als er tegenwerpingen zijn, antwoord mij dan; spreek, want ik verlang ernaar jou te rechtvaardigen.
33. Zo niet, luister jíj dan naar mij; zwijg, en ik zal je wijsheid leren.

Zie, dit alles (spreken in dromen en visioenen, lijden en pijn) doet God twee of drie keer met een man...... Job had zichzelf zodanig overtuigd van Gods hardvochtige behandeling naar hem toe, dat Elihu hem op een broederlijke manier Gods geduld wilde tonen. "Job, zo gaat God in gedeeltes te werk om je ziel weg van het graf te voeren en weer tot leven te brengen, zodat je in Zijn licht het licht weer gaat zien

Sla er acht op, Job.....! Luister naar mij; zwijg, dan zal ík spreken...... Het lijkt erop dat Job zijn houding wilde rechtvaardigen, omdat Elihu hem verzocht te zwijgen. Elihu moest datgene zeggen dat Gods Geest hem had duidelijk gemaakt. "Als jij nu even stil bent Job, dan kan ik je uitleggen wat nu van levensbelang is. Mocht je daarna iets er tegen in wilt brengen krijg je die gelegenheid."  En dan zegt Elihu zo liefdevol "ik verlang ernaar jou te rechtvaardigen". Wat zal dat Job, na al die beschuldigingen, goed doen. 

Maar als Job geen behoefte heeft om tegen Elihu's woorden in te gaan, dan zal Elihu zich uitspreken en Job wijsheid leren. Dat laatste kan wel enigszins aanmatigend klinken tegenover iemand die ouder is. Maar Job zwijgt en luistert, hij voelt blijkbaar geestelijk aan dat dit woorden zijn door YAHWEH's Geest zelf geïnspireerd.

Ida