English & other languages: click here!
Job 37 - God spreekt in de natuur

Elihu's hoofdthema is nog steeds de natuur waarmee God onderwijst, waardoor we Zijn werk als rechtvaardig moeten beschouwen. In dit hoofdstuk gaat hij hiermee verder, waarbij hij in het bijzonder de donder beschrijft. In het Oude Midden Oosten zag men dit ook als een blijk van Gods macht. Zelfs Elihu die onschuldig is en dus geen blikseminslag te vrezen heeft, beeft bij het horen van de donder. (Studiebijbel)
Gods grootheid is te zien in de natuurverschijnselen. Elihu vraagt zich af of Job dat wel inziet. De wijsheid van God gaat ons verstand te boven.
Job 37:1-5
1. Ja, hierover beeft mijn hart,
en het springt op van zijn plaats.
2. Luister aandachtig naar het daveren van Zijn stem,
en naar het geluid dat uit Zijn mond komt!
3. Hij laat het los onder heel de hemel,
en Zijn licht tot over de einden van de aarde.
4. Daarna brult Hij met Zijn stem;
Hij dondert met de stem van Zijn majesteit.
Hij houdt die dingen niet terug,
als Zijn stem gehoord wordt.
5. God dondert wonderbaar met Zijn stem;
Hij doet grote dingen en wij begrijpen ze niet.
Ja, hierover beeft mijn hart, en het springt op van zijn plaats........ Elihu beschrijft zijn beleving van de impact dat het geluid van de donder op hem heeft. Hij voelt dan dat zijn hart op hol slaat.
Luister aandachtig naar het daveren van Zijn stem......... Elihu vond dat Job maar eens goed moest letten op Gods stem in de donder. Want Job had in zijn ogen nog onvoldoende zicht op Gods grootheid. Het was een goed advies dat verkeerd werd toegepast op Jobs situatie, want Job wist wel dat God Zijn kracht in de donder liet blijken. Hij had dat zelf nog ter verdediging aangevoerd toen hij op Bildad reageerde:
Job 26:14 Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! Wie zou dan de donder van Zijn kracht kunnen begrijpen?
naar het geluid dat uit Zijn mond komt.............! Dit is weer zo'n poëtisch parallellisme dat het boek van Job kenmerkt: tweemaal hetzelfde zeggen met verschillende woorden.
Hij laat het los onder heel de hemel, en Zijn licht tot over de einden van de aarde...... Nadat de bliksemschichten maar de einden der aarde schieten, weerklinkt het machtig geluid van de donder.
Daarna brult Hij met Zijn stem..... het 'brulllen' (sha'ag שָׁאַג) is hetzelfde woord dat in het Hebreeuws voor het brullen van een leeuw gebruikt wordt (Jes. 31:4 - Amos 1:2).

Amos 1 : 2 begint met te verhalen van een hevig onweer, dat op het punt staat los te barsten; zo ook is het onheil nabij over de landen. De HEERE zal brullen uit Sion en Zijne stem verheffen uit Jeruzalem. Een duidelijk bewijs dat God spreekt door natuurgeweld. Hij dondert met de stem van Zijn majesteit. Hij houdt die dingen niet terug, als Zijn stem gehoord wordt........ wat Yahweh in Zijn majesteit aankondigt door middel van het natuurgeweld, dat gaat ook gebeuren. Hij komt er niet op terug.
God dondert wonderbaar met Zijn stem...... als we met deze dingen bekend zijn gemaakt, zullen we ook anders op het onweer reageren. We zullen ons afvragen of de HEERE ons iets bekend wil maken.
Hij doet grote dingen en wij begrijpen ze niet......... we hoeven er ook weer niet krampachtig mee om te gaan. We begrijpen meestal niet de bedoeling. Maar we moeten ons wel realiseren dat er een boodschap van kan uitgaan en als we dat moeten weten dan zal God zorgen dat we het begrijpen.

We begrijpen die grote dingen niet......... (vers 5) - Onze scholen en onderwijsinstituten kunnen heel wat 'verklaren' van de natuurwetten. Maar die verklaringen bestaan dan ook weer uit natuurwetten en wetmatigheden die God in de schepping heeft gelegd. Die dan toch ook niet te verklaren zijn. Ze kunnen ook niet nagemaakt worden. Het is goed dat men de wetmatigheden ervan onderzoekt om daarvan gebruik te maken in verschillende toepassingen. Als we maar niet de Schepper ervan uit het oog verliezen! Laten we ons verwonderen over het feit dat Hij in alles de hand heeft en het ook zal gebruiken om de wereld zo te vormen dat alles een getuigenis zal zijn van Zijn liefde en wijsheid.
Dat onze wereld kampt met klimaatproblemen is een gevolg van de zonde. Als we ons aan Gods wetten hadden gehouden zou Hij ons door middel van de natuur de weg wijzen. Aan Koning Salomo gaf God inzicht in de wijze, waarbij Hij door middel van gebeurtenissen in de natuur Zijn volk op het rechte spoor zou houden.
2 Kronieken 7:13-14
12. Wanneer Ik de hemel sluit, zodat er geen regen valt, of wanneer Ik de sprinkhaan gebied om het land te verslinden, of wanneer Ik pest onder Mijn volk zend,
14. en Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.
Helaas is onze wereld niet meegegaan in de aanwijzingen die de Bijbel gaf. Maar het komt gegarandeerd terug in Gods Koninkrijk, waar satan buiten spel is gezet. We zien dat bijvoorbeeld in Zacharia 14:16-19. Dan is het ook geen vraag meer hoe we het klimaat moeten beheersen, want dat begrijpen we dan “door [het] geloof” in Hem die de wereld schiep en in stand houdt (Hebr. 11:3).
Job 37:6-13
6. Want Hij zegt tegen de sneeuw: Wees op de aarde.
Ook tegen de slagregen van de regen;
en dan is er de slagregen van Zijn sterke regens.
7. Hij verzegelt de hand van ieder mens,
zodat alle mensen Zijn werk kennen.
8. De wilde dieren gaan naar hun schuilplaatsen,
en blijven in hun holen.
9. Uit Zijn kamer komt de wervelwind,
en van de verstrooiende winden komt de kou.
10. Door de adem van God geeft Hij ijs,
zodat de brede wateren verstijven.
11. Ook maakt Hij de wolken zwaar van vocht;
Hij spreidt de wolk van Zijn licht uit.
12. Die gaat naar Zijn wijze raad alle kanten uit,
om te doen alles wat Hij hun gebiedt
op het oppervlak van de wereld, op de aarde.
13. Hij beschikt het voor Zijn land, hetzij tot een roede,
hetzij tot goedertierenheid.
Want Hij zegt tegen de sneeuw: Wees op de aarde........ God bepaalt wanneer er sneeuw valt. Hij is het ook die de zeggenschap heeft over de regens. God heeft niet nagelaten om van Zijn goedheid te getuigen: Hij geeft regen uit de hemel en vruchtbare tijden, en vervult daarme de harten met voedsel en blijdschap (Lev. 26:3-5). Maar Hij kan ook straffen (Genesis 7:4) en zelfs beschermen door de vijand te hinderen (Exodus 14:28-29: Richteren 5:4) met zware sneeuw, sterke regens of slagregens.
Hij verzegelt de hand van ieder mens, zodat alle mensen Zijn werk kennen....... Het zegel op de hand van ieder mens is een 'tav' תָּו, in het oudere Paleo Hebreeuws geschreven (eigenlijk ingekrast) als een kruisje. Dit komen we ook tegen in Ezechiël 9:4-6. Het is een soort merkteken of handtekening. We begrijpen wel dat dit hier geestelijk bedoeld is, want wij mensen hebben geen zichtbaar kruisje op onze hand. Deze verzegeling zorgt ervoor dat wij deze natuurmanifestaties niet kunnen beïnvloeden. Het valt onder Gods beheer. Men zal de verzegeling van de mensenhand ervaren bij de ontwikkelingen van de "weermanipulatietechnieken", zoals "cloud seeding' en 'solar radiation modification', waarbij geprobeerd wordt om zo veel mogelijk zonlicht terug te kaatsen naar de ruimte. Technieken bedoeld om de aarde te kunnen laten afkoelen als het in 2040 verzengend heet is. Eén van de rampen die voor de eindtijd geprofeteerd zijn, is "hitte" (Openbaring 16:9). De wereld verwacht veel van de kennis, maar om in deze natuuruitingen de hand van God te blijven zien, is geloof nodig. Yeshua zei: "zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen." (Mattheüs 5:45).
De wilde dieren gaan naar hun schuilplaatsen, en blijven in hun holen....... bij naderende slechte weersomstandigheden zoeken de dieren instinctief hun schuilplaatsen, legers en holen op. Sommige dieren verkeren in het koude seizoen in een ondergrondse winterslaap.

Door de adem van God geeft Hij ijs, zodat de brede wateren verstijven........ in één van de commentaren wordt verondersteld dat Job leefde in of niet zo lang na de ijstijd die ontstond door de wereldwijde zondvloed. Nu valt het Midden Oosten buiten dat ijsgebied, maar het zal wel overal ter sprake zijn gekomen. Als zeeën bevriezen zijn dat wel brede wateren.
Als het regent, sneeuwt of vriest kan de mens niet werken.De boer kan niet werken op het land. De bouwvakker wordt belemmerd. De scheepvaart komt stil te liggen, God pas de verzegeling toe. De bedoeling is dat de mensen leren dat ze afhankelijk zijn van God. Uit Zijn kamer komt de wervelwind...... De wind komt uit Gods verborgen kamer. Dat betekent dat het ontstaan van de wind voor de mens onbegrijpelijk is. De noordenwind brengt de kou.
Donder, wind en storm hebben te maken met het spreken van God en met manifestaties van de Heilige Geest. Het speelt in dit en het volgende hoofdstuk een belangrijke rol. Vandaar dat Elihu hieraan zoveel aandacht schenkt.
Ook maakt Hij de wolken zwaar van vocht;........ wonderlijk zoals het water op aarde verdampt door God verzameld wordt in een wolk. Een wolk die nergens aan vast zit. Op internet de vraag gesteld: "uit hoeveel liter water bestaat een wolk?" Antwoord: "Een heldere “mooi weer” wolk van 1 km x 1 km oppervlakte en 1 km hoogte kan 500.000 liter water bevatten, dat is een gewicht van 500.000 kilo. Een onweerswolk kan wel een miljoen ton aan water bevatten." Voor de mooi weer wolk zouden dan minstens 500 tankauto's voor nodig zijn om dit op de grond te vervoeren. En dat drijft hoog boven onze hoofden, zonder besturing, zonder motor.
Hij spreidt de wolk van Zijn licht uit...... hier komt Elihu weer terug op het onweer. Er was overigens ook nog een heel bijzondere lichtende wolk, die beschreven wordt als de wolkkolom en de vuurkolom in Exodus 13:21-22.
Al die manifestaties in de natuur zijn er omdat God gebiedt dat ze er zijn om Hem te verheerlijken:
Loof de HEERE, vuur en hagel, sneeuw en damp, stormwind, die Zijn woord doet……. Psalm 148:8
Hij beschikt het voor Zijn land, hetzij tot een roede, hetzij tot goedertierenheid....... We zien ook hier weer dat dit ten eerste dient voor Zijn land, dat is Israël. HET LAND BEHOORT MIJ TOE. Genesis 28:13;
WANT HET LAND IS VAN MIJ, EN GIJ ZIJT VREEMDELINGEN EN BIJWONERS BIJ MIJ’ (Lev. 25:23)

God gebruikt deze natuurverschijnselen om Zijn land te besturen, hetzij tot een straf (roede), hetzij tot goedertierenheid. Maar de praktijk laat zien dat God zich ook in andere landen manifesteert. vooral als er besluiten en acties zijn die op Israël betrekking hebben. Dit sluit dan ook aan op de belofte aan Abraham:
Genesis 12:2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. 3. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.
Job 37:14-18
14. Hoor dit aan, Job!
Blijf staan en let op de wonderen van God.
15. Weet je hoe God ze rangschikt,
en hoe Hij het licht van Zijn wolk laat schijnen?
16. Weet je hoe de wolken zweven?
Ken je de wonderen van Hem Die volmaakt in kennis is?
17. Weet je hoe je kleren warm worden
als Hij de aarde stil maakt vanuit het zuiden?
18. Heb je samen met Hem de hemel uitgespannen,
die vast is als een gegoten spiegel?
Hoor dit aan, Job! Blijf staan en let op de wonderen van God...... Elihu richt zich nu persoonlijk tot Job, noemt hem bij zijn naam en maant hem goed naar hem te luisteren. Het gaat hem om de wonderen van God. Elihu daagde Job uit om uit te leggen hoe God de wetten van de natuur had ingesteld en of Job hetzelfde kon doen. Maar, op de vragen die hij Job stelt kan niemand antwoord geven. Het zijn daarom ook retorische vragen. Het antwoord staat al vast: "ik weet het niet". De vragen lijken een aanzet te zijn op wat God zelf in de volgende hoofdstukken gaat bespreken. Dan zal God aantonen dat Zijn complexe verstand en redenen Jobs vermogen om te begrijpen te boven gaan. De les voor Job zou zijn om zich in vertrouwen aan God te onderwerpen, zonder te weten waarop dat uitloopt. Zoals Abraham zijn land verliet zonder te weten waar hij terecht zou komen (Hebreeën 11:8). Op dezelfde manier als heel de schepping zich aan de Schepper onderwerpt.
Job 37:19-24
19. Maak ons bekend wat wij tegen Hem moeten zeggen,
want wij kunnen niets voor Hem uiteenzetten vanwege de duisternis.
20. Zal het aan Hem verteld worden, als ik zo spreek?
Als iemand dat zegt, zal hij zeker verslonden worden.
21. Nu ziet men het licht niet,
het schijnt in de wolken,
maar als de wind langsgaat, zuivert hij die.
22. Uit het noorden komt goud;
bij God is een ontzagwekkende majesteit!
23. De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden;
Hij is groot van kracht en recht
en hoogst rechtvaardig; Hij onderdrukt niet.
24. Daarom vrezen de mensen Hem;
maar alle eigenwijzen van hart ziet Hij niet aan.
Maak ons bekend wat wij tegen Hem moeten zeggen........ Job had gezegd er behagen in te zullen hebben om zich tegen de Almachige te verdedigen' (Job 13:3,18-22). Hij zou God wel laten weten dat God niet goed met hem handelde. Elihu, stelt zichzelf in de plaats van Job en vraagt: 'Nou, zou het gepast zijn dat ik zou eisen om met God te spreken?' Want wij kunnen toch niets voor Hem uiteenzetten vanwege de duisternis..... De mens is onwetend van het functioneren van de Godheid, zijn verstand is verduisterd. "Omdat dat zo is, dan kan het toch ook niet betamelijk zijn dat jij Job dat doet?"
Zal het aan Hem verteld worden, als ik zo spreek........? God weet al lang wat jij hebt overdacht: Al is er [nog] geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles (Psalm 139:4). Het zal Hem boos maken.
Elihu was er niet in geslaagd de vergeldingstheologie van de drie vrienden te verenigen met de feiten van Jobs zaak.
Nu ziet men het licht niet, het schijnt in de wolken...... onverwachts wordt de focus weer op de natuurverschijnselen gericht, waarmee Elihu hoop uitspreekt. Een spreekwoord zegt "achter de wolken schijnt toch de zon", die is dan onzichtbaar. maar als de wind langsgaat, zuivert hij die.....maar als de wind die wolken wegblaast dan komt het licht tevoorschijn. Als zo de lucht is schoongeveegd is er met de wind goud uit het noorden meegekomen. Dat goud wijst op het spreken van God, waarnaar deze laatste woorden van Elihu een introductie lijken te zijn voor Job.
De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden........ nu dat heeft Job de laatste maanden ervaren. Maar Jahweh kan zijn moegestreden kind wel vinden, maar op Zijn tijd. Dan prijst Elihu Hem door te spreken van Zijn grootheid, Zijn kracht, Zijn recht en Zijn rechtvaardigheid! Yahweh is geen God die onderdrukt. Job voelde dat wel zo. Maar Elihu drukte hem op het hart dat hij moest beseffen dat God hem geen verklaring verschuldigd is.
Daarom vrezen de mensen Hem; maar alle eigenwijzen van hart ziet Hij niet aan....... God is te vrezen, Hij verwacht van ons een heilig ontzag. Van eigenwijze mensen die het beter lijken te weten dan God en Hem ter verantwoording willen roepen houdt Hij zich verre. Vandaar dat Hij zich stil hield voor Job. Dit was nog een sluimerend, verborgen en niet tot ontplooiing gekomen geestelijk onkruidzaadje in Jobs oprechte en vrome dienst aan God. Dat moest aan het licht komen en daarom werd Job in handen van satan gegeven opdat zijn geest behouden zou worden (1 Korinthe 5:5; 1 Timotheüs 1:20). Dit is een illustratie van de loutering die een beeld is van de loutering die Israël en hen die bij Israël horen, moeten ondergaan.

Ida
Job inleiding -- Job> 1- Job> 2 - Job> 3 -Job> 4 - Job> 5 -Job> 6 -Job> 7 Job> 8 -Job> 9 - Job> 10 - Job> 11 - Job> 12 - Job> 13 -Job> 14 - Job> 15 - Job> 16 - Job> 17 - Job> 18 - Job> 19 - Job> 20 - Job> 21 - Job> 22 - Job> 23 - Job> 24 - Job> 25 - Job> 26 - Job> 27 -Job> 28 -Job> 29 - Job> 30 - Job >31 - Job> 32 - Job> 33 - Job> 34 - Job> 35 - Job> 36 - Job> 37 - Job> 38 - Job> 39 - Job> 40 - Job> 41 - Job> 42 - Job - Epiloog