English & other languages: click here!
Job 36 - Elihu's vierde rede

Elihu begint zijn ierde en laatste redevoering, die in hoofdstuk 37 afgerond wordt. Deze bevat geen citaten van Job, in tegenstelling tot de voorgaande redevoeringen. Elihu heeft nog veel op zijn hart. God is geweldig, maar ziet de kleine dingen niet over het hoofd en hij handhaaft het recht. Als zondaren zich bekeren ervaren zij geluk en anders komen ze om. Ook Job moet zich bekeren en Gods grootheid inzien. Elihu vertelt enerzijds over de rechtvaardigheid van God en anderzijds over Zijn macht over de natuur. De koppeling tussen beide is voor Elihu essentieel, zoals duidelijk wordt in bijvoorbeeld Gods beheer van de neerslag.
Job 36:1-4
1. Elihu ging verder en zei:
2. Wacht een ogenblik op mij, en ik zal je vertellen
dat er voor God nog meer woorden zijn.
3. Ik zal mijn gevoelen van ver halen,
en mijn Schepper gerechtigheid geven.
4. Want werkelijk, mijn woorden zijn geen leugen;
iemand die oprecht van gevoelen is, is hier bij je.
Wacht een ogenblik op mij, en ik zal je vertellen dat er voor God nog meer woorden zijn...... Elihu is al veel aan het woord geweest. Hij heeft Job bestraft over de manier waarop hij met het lijden omgaat. Misschien vinden de toehoorders het langdradig. zoals sommige commentaren. En daarom vraagt Elihu nog een poosje geduld te hebben, want er zijn nog meer woorden van God die nog uitgesproken moeten worden.
Ik zal mijn gevoelen van ver halen, en mijn Schepper gerechtigheid geven....... met deze formulering wil Elihu blijkbaar aangeven dat hij zijn inspiratie van de Heilige Geest onvangt (Job 32:8: Job 33:4,24), hij zal recht doen aan Zijn Schepper en alleen de waarheid spreken.
Want werkelijk, mijn woorden zijn geen leugen...... Elihu is ervan overtuigd dat hij het goede predikt en verzekert zijn toehoorders daarvan.
iemand die oprecht van gevoelen is, is hier bij je...... Elihu verzekert zijn hoorders en in het bijzonder Job, dat hij volkomen betrouwbaar is. Dit klinkt warm en doeltreffend. Het is altijd uitkijken als iemand zichzelf op die manier aanprijst. Maar Job heeft, na zoveel beschuldigingen en verlatenheid, wel een extra verwarmend woord nodig om zich aan op te trekken. Bovendien heeft hij ervaren dat Elihu ook streng en bestraffend kon optreden. Dat hij ook Jobs vijandige vrienden bestrafte. Maar wat hij zei raakte wel de kern van zijn probleem. Ook de woorden 'is hier bij je' betekenen: "ik sta naast je". Had hij in het begin niet gezegd "ik verlang ernaar je te rechtvaardigen" (Job 33:32) ?

Job 36:5-7
5. Zie, God is machtig, maar Hij veracht niets;
machtig is de kracht van Zijn hart.
6. Hij laat de goddeloze niet leven,
en Hij verschaft ellendigen recht.
7. Hij trekt Zijn ogen niet af van de rechtvaardige, maar Hij plaatst hen voor altijd
met koningen op de troon,
en zij worden verheven.
Zie, God is machtig, maar Hij veracht niets; machtig is de kracht van Zijn hart......... God is zo groot, Hij beheerst het universum, maar ook het micro-organisme wat men slechts met de microscoop kan zien. De machtigen der aarde bemoeien zich meestal niet met de verschoppelingen, de daklozen, de minima, of het moet al voor een publieksfoto zijn. Maar onze God kent dat verschil niet. Dat telt helemaal niet. Hij ziet niet het uiterlijk of de status, maar Hij ziet het hart aan. : "De ogen vanYAHWEH trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem" (2 Kronieken 16:9). En in vers 7 zegt Elihu dat God Zijn ogen niet aftrekt van de rechtvaardige. God plaatst hen met koningen op de troon. .
Hij laat de goddeloze niet leven, en Hij verschaft ellendigen recht....... God zorgt ervoor dat de goddeloze geen lang leven beschoren is, en een opstanding zit er voor hem niet in. Hij verschaft recht aan hem die onderdrukt wordt. Een rechtvaardige die om zijn hoogmoed gestraft wordt en een goddeloze veschillen niet voor Gods oordeel. Het lijden van Job blijkt de bedoeling te hebben hem te zuiveren van zijn hoogmoed (1 Timotheüs 1:19-20 -1 Korinthe 5:5). Daar heeft God satan voor ingeschakeld. In dit licht kunnen we ook het lijden van het volk Israël zien. Het is genade die hen de kans geeft tot bekering te komen.
Job 36:8-12
8. En als zij met ketenen gebonden zijn,
gevangen in banden van ellende,
9. dan maakt Hij hun werk aan hen bekend,
en hun overtredingen, omdat die de overhand genomen hebben.
10. Hij opent hun oor voor Zijn vermaning,
en zegt dat zij zich bekeren moeten van het onrecht.
11. Als zij luisteren en Hem dienen,
zullen zij hun dagen eindigen in het goede,
en hun jaren vol lieflijkheid.
12. Maar als zij niet luisteren, komen zij om door een werpspies,
en geven zij de geest zonder kennis.
En als zij met ketenen gebonden zijn..... dan maakt Hij hun werk aan hen bekend...... dan stuurt God profeten naar die gevangenen, mensen die Zijn Woord verkondigen. Zij schromen niet om te zeggen wat de overtredingen in Gods ogen zijn. Hij opent de oren van deze ellendigen zodat ze de vermaning begrijpen en beseffen dat ze schuldig staan voor God. Ze begrijpen dan hopelijk ook dat ze zich moeten bekeren van het kwade. Als deze mensen luisteren en Hem dienen, zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren vol lieflijkheid...... wat een heerlijk uitzicht wordt hen geboden. Elihu is op één of andere manier ook al op de hoogte van de losprijs die door de Middelaar Yeshua verzoening brengt (Job 33:24).
Als zij luisteren en Hem dienen, zullen zij hun dagen eindigen in het goede, en hun jaren vol lieflijkheid...... dan wordt het leven weer goed en komt het tot zijn bestemming.
Maar als zij niet luisteren, komen zij om door een werpspies, en geven zij de geest zonder kennis....... dit moeten de vrienden èn Job goed in de oren knopen. Er is berouw en bekering nodig. Zo niet dan sterven zij in hun zonde. Voor Elihu is deze kennis belangrijker dan het bespaard blijven voor lijden.
Job 36:13-15
13. Mensen met een huichelachtig hart hopen toorn op;
zij roepen niet om hulp, als Hij hen gebonden heeft.
14. Hun ziel zal in hun jeugd sterven,
en hun leven onder de schandknapen eindigen.
15. God redt de ellendige in zijn ellende,
en in de onderdrukking opent Hij hun oor.
Mensen met een huichelachtig hart hopen toorn op;.........Alle drie vrienden hebben Job indirect als een huichelaar bestempeld. Bildad in Job 8:13; Elifaz in Job 15:34 en Zofar in Job 20:5. Elihu heeft deze beschuldigingen gehoord.
De huichelaars roepen niet om hulp, als Hij hen gebonden heeft....... Job zocht wel contact met God, maar riep niet zozeer om hulp, De enige keer dat ik zoiets lees is Job 19:7: Zie, ik roep: Geweld! maar ik krijg geen antwoord; ik roep om hulp, maar er is geen recht. Deze tekst staat in een hoofdstuk waarin God op allerlei manieren wordt 'aangeklaagd'. God heeft hem de weg versperd, in duisternis gepolaatst, hem van zijn eer beroofd en troepen op hem afgestuurd. Hierbij moeten we eerlijkheidshalve wel vermelden dat Job ook een prachtige geloofsuitspraak heeft gedaan, toen hij verklaarde: "Ik weet dat mijn Verlosser leeft!" (Job 19:25).
Job was in feite bang voor God, die volgens Job hem als Zijn vijand beschouwde (Job 13:24, 19:11; 33:10). God controleerde zijn voetstappen Job 14:16; 31:4; 34:21) Zulke mensen zullen - volgens Elihu - op jeugdige leeftijd sterven. Ze zullen hun leven in het circuit van de 'seksindustrie' beëindigen. Job zou in Elihu's ogen een huichelaar kunnen zijn omdat hij de liefde voor de waarheid, die hem nu gepredikt werd, tot nu toe niet heeft aangenomen.

God redt de ellendige in zijn ellende, en in de onderdrukking opent Hij hun oor......
Toch ziet God Jobs ellende en wil hem redden, net zoals Hij het volk Israël wil redden. Dat zal Israël- net als Job - ervaren als men oog in oog met God komt te staan.en berouw toont (Zacharia 12:10-12). God zal in de onderdrukking waarin Israël zich bevindt, net als bij Job "het oor openen". Hij zal hen Zijn bedoeling bekendmaken, zodat men begrijpt waarom al dit leed over hen is gekomen.
God redt de ellendige niet uit de ellende – wat Hij later wel zal doen–, maar in de ellende. Hij zal bij het volk Israël komen en hen in hun ellende ondersteunen en troosten.
Job 36:16-21
16. Zo heeft Hij ook jou weggelokt uit de mond van de benauwdheid
naar de ruimte waarin geen beklemming is,
en het gerecht van je tafel vol vet is.
17. Maar je bent vol van de rechtszaak van de goddeloze;
de rechtszaak en het recht houden je vast.
18. Pas ervoor op dat woede je niet aanzet tot spot,
zodat een groot losgeld de straf van jou niet zou kunnen afwenden.
19. Zou Hij je rijkdom waarderen, zodat je niet in benauwdheid komt,
of al je krachtsinspanningen?
20. Snak niet naar de nacht
waarin de volken weggaan van hun plaats.
21. Pas op, wend je niet tot onrecht,
omdat je die zou verkiezen boven de ellende.
Zo heeft Hij ook jou weggelokt uit de mond van de benauwdheid........ Elihu wendt zich hier tot Job. Nu alles is benoemd kan Job er over nadenken en ervoor kiezen uit zijn "posiitie van benauwdheid" te stappen in het geestelijk veld van Gods vrijheid, waar een tafel vol geestelijke vette spijzen, van wat God voor Job zou hebben klaar gezet, als hij zich maar had bekeerd.
Je bent vol van die rechtszaak die goddeloos is, die rechtszaak en het recht houden je vast....... maar Job heeft zich zo vastgebeten in de rechtszaak die hij in werking wilde stellen, dat hij zijn denken niet kan omschakelen om de waarheid onder ogen te zien. Job, pas op, gedraag je niet als een goddeloze.
Pas ervoor op dat woede je niet aanzet tot spot...... dat je ertoe komt God te bespotten ....... dan zou er geen losgeld groot genoeg zijn om jouw straf te kunnen afwenden (Mattheüs 12:31-32).
Zou Hij je rijkdom waarderen, zodat je niet in benauwdheid komt..... Job zal mogelijk gewend geweest zijn met zijn rijkdom moeilijkheden te kunnen afkopen. Hij was bovenal met zijn rijkdom mild naar de armen. Maar hij is zijn rijkdom kwijt. Echter het denken in die trant ben je zomaar niet kwijt. Maar bij God kun je daarmee niet aankomen. Job zal dat zelf ook wel beseffen. Als hij zichzelf handhaaft in zijn rechtsdenken zal hij ook zijn benauwdheid niet kwijtraken. En van krachtinspanningen hoeft hij als zwakke uitgeteerde man helemaal niets te verwachten.
Snak niet naar de nacht waarin de volken weggaan van hun plaats....... Omdat Job alles kwijt is, en daarbij het gevoel heeft dat hij ook God kwijt is, verlangt hij naar de nacht. De "nacht" staat symbool voor duisternis, onzekerheid, of zelfs de dood. Elihu waarschuwt Job om niet te verlangen naar de dood of naar een ontsnapping uit zijn lijden door de duisternis op te zoeken. Het is een oproep om niet toe te geven aan wanhoop.
"Waarin de volken weggaan van hun plaats" ......... Dit is een poëtische zegswijze en verwijst waarschijnlijk naar het moment waarop mensen sterven of verdwijnen uit het leven — ze worden als het ware "weggenomen" uit hun plaats op aarde. Het is een beeld van het einde, van het verdwijnen in de nacht zonder hoop of richting.
Pas op, wend je niet tot onrecht, omdat je die zou verkiezen boven de ellende......... Elihu begrijpt dat het tijd wordt dat Job een keuze maakt en niet blijft volharden in zijn zelfbedachte rechtszitting waarin God gedaagd wordt. Pas op Job, doe geen goddeloze dingen om uit de ellende te komen.
Job 36:22-25
22. Zie, God is hoogverheven door Zijn kracht;
wie is een Leraar als Hij?
23. Wie heeft Hem Zijn weg voorgeschreven?
Of wie heeft gezegd: U hebt onrecht gedaan?
24. Denk eraan dat je Zijn werk groot maakt,
dat de mensen bezingen.
25. Alle mensen zien het;
de sterveling aanschouwt het van verre.
Zie, God is hoogverheven door Zijn kracht....... Nu begint Elihu tegenover Job om God groot te maken. Hij wilde blijkbaar God verheerlijken in de ogen van Job, omdat Job een te lage dunk van God en een te hoge dunk van zichzelf zou hebben.
wie is een Leraar als Hij.........? Als je beseft hoe wonderlijk de schepping in elkaa steekt, dat zon maan en sterren precies hun loop om de aarde beschrijven, zonder botsingen of fouten, hoe kan een mens dan denken dat Yahweh zijn bestaan niet met wijsheid beheert?
Wie heeft Hem Zijn weg voorgeschrevenn......? Dit is duidelijk een reactie op de houding van Job. Want Job schreef God voor een rechtszaak te openen, waarvan hij dacht daarin gelijk gesteld te worden. En mocht er toch iets zijn, dan zou hij zich bij Gods oordeel neerleggen (Job 34:32).
Of wie heeft gezegd: U hebt onrecht gedaan.......? In Job 27:2 zei hij: "Zo waar God leeft, Die mijn recht heeft weggenomen, en de Almachtige, Die mijn ziel bitterheid heeft aangedaan." Zoiets had Naomi (Mara) ook gezegd (Ruth 1:20).
Denk eraan dat je Zijn werk groot maakt, dat de mensen bezingen........ Job had eerder tegenover Bildad ook God groot gemaakt (Job 26:7-14). Maar Job moet dat blijven doen en daarin niet verslappen door zijn negatieve gevoelens naar God.
Alle mensen zien het; de sterveling aanschouwt het van verre.......
"Alle mensen", voor zover ze niet blind zijn, zien de zon, de maan en de sterren; ze zien en ervaren het natuurgeweld van storm en bliksem. Paulus zegt het zo in Romeinen 1:20 de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn. Degene, wiens hart uitgaat naar God, zal Hem daarom vrezen, eren en lofzingen. Hij zal onder de indruk komen van de veelzijdige Wijsheid van God, Zijn onmetelijke kracht, en Hem erom prijzen.
Psalm 8:4-5
4. Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,
5. wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
de sterveling aanschouwt het van verre.......
O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Romeinen 11:33



Job 36:26-33
26. Zie, God is groot, en wij begrijpen Hem niet;
het getal van Zijn jaren is niet te doorgronden.
27. Want Hij trekt de waterdruppels omhoog,
die na Zijn damp regen uitgieten.
28. Zij laten de wolken stromen,
zij druipen overvloedig op de mensen neer.
29. Kan iemand ook begrijpen hoe de wolken zich uitbreiden,
en het dreunen uit Zijn hut?
30. Zie, Hij spreidt Zijn licht erover uit,
en Hij bedekt de diepten van de zee.
31. Want daardoor spreekt Hij recht over de volken;
Hij geeft voedsel in overvloed.
32. Met Zijn handen bedekt Hij het licht,
en beveelt het zijn doel te treffen.
33. Zijn geroep kondigt Hem aan,
evenals het vee de komende storm.
De diepten van de zee = de wortels van de zee (Hebreeuws)
Zie, God is groot, en wij begrijpen Hem niet; het getal van Zijn jaren is niet te doorgronden....... God is zo ontzagwekkend groot dat elke voorstelling die we van Hem maken ontoereikend is. Toch heeft Hij zich wel aan ons bekend gemaakt en wat we van Hem weten begrijpen we onvoldoende met ons door de zonde verduisterd verstand. Maar in Yeshua zien wij God als onze Vader (Johannes 14:6-9). God is van eeuwigheid dus zijn leeftijd speelt geen rol.
Want Hij trekt de waterdruppels omhoog, die na Zijn damp regen uitgieten......... In die tijd wist men blijkbaar al heel veel over het ontstaan van de waterdruppels. Als je bedenkt dat dit één van de ontelbare dingen is die Hij in Zijn Wijsheid heeft bedacht en waaraan Hij gestalte heeft gegeven, dan duizelt het je. Maar er ontstaat, als het goed is, ook de verwondering dat Hij onze Vader wil zijn.
Zij laten de wolken stromen, zij druipen overvloedig op de mensen neer........ die druppels maken dat de wolken regen laten stromen. Water in overvloed, dat zo belangrijk is voor de landbouw en drinkwater voor mens en dier. Water dat leven geeft en in stand houdt. Het water waaraan Yeshua zich spiegelt als het "Levende Water", waarvan je - geestelijk gezien - geen dorst meer krijgt, want Hij vervult je diepste verlangen.
Kan iemand ook begrijpen hoe de wolken zich uitbreiden, en het dreunen uit Zijn hut......? Tja, hoe breiden de wolken zich uit als er een onweersbui op komst is? Als ik even google vind ik het antwoord, maar begrijpen hoe het kan dat het zo werkt is wat anders: "Onweer ontstaat door wrijving tussen sterk stijgende warme lucht en sterk dalende koude lucht, zo wordt de onweerswolk elektrisch geladen. Als die lading vrijkomt zie je bliksem. Die onweerswolken ontstaan wanneer de zon de lucht dicht bij de grond verwarmt en warmere luchtbellen in de atmosfeer opstijgen. Wanneer deze luchtbellen een bepaald niveau in de atmosfeer bereiken, beginnen zich cumuluswolken te vormen." Als het licht flitst en de donder dreunt dan ervaar je een heilig moment, want het is de stem van God (Psalm 29:4; Psalm 97: 4-6). Toen YAHWEH op de berg Sinaï Mozes ontmoette en daar Zijn geboden gaf, beefden de Israëlieten vanwege de bliksem en de donder (Exodus 20:18). Zijn aanwezigheid boezemde ontzag in!
Zie, Hij spreidt Zijn licht erover uit, en Hij bedekt de diepten van de zee....... als God Zijn licht over iets laat schijnen dan kan geen mens iets voor Hem verbergen, ook al ligt het bewijs diep op de zeebodem. Maar zonden die vergeven zijn liggen onder Zijn bedekking op de zeebodem (Micha 7:19) en kunnen door niemand aan het licht gebracht worden, zelfs niet met de meest geavanceerde techniek. Ze zijn bedekt, vergeven en uitgewist door het bloed van Yeshua.
Want daardoor spreekt Hij recht over de volken; Hij geeft voedsel in overvloed......... met al die verschijnselen in de natuur spreekt God tot de mens. Het onweer is één van de middelen waarmee God straft, waarschuwt, of aan Zijn woorden kracht verleent. Bekend is dat Israël, dat voor de vruchtbaarheid van het land sterk van regen afhankelijk is, met droogte (en daardoor hongersnood) gestraft werd als ze zich bezig hielden met afgodendienst (1 Koningen 17:1; Regen op een tijdstip dat normaal niet gebeurde vond als straf en teken plaats toen Israël om een koning vroeg (1 Samuel 12:17. Waar landen verkeerde beslissingen nemen ten aanzien van Israël, volgt niet zelden een aardbeving of overstroming. Als Hij voedsel in overvloed geeft is dat zegen. Dat heeft alles te maken met rechtspreken, straffen en zegenen. Het niet opgaan van landen (Egypte) naar het Loofhuttenfeest wordt in de toekomst gestraft met het onthouden van regen (Zacharia 14:17-19). Als Israël om welke reden dan ook niet in het land is, verwildert de natuur in moeras en woestijn en wordt het bewoond door roerdompen, ibissen, uilen, jakhalzen, struisvogels en slangen.
Met Zijn handen bedekt Hij het licht, en beveelt het zijn doel te treffen.......... het gaat hier nog steeds over het onweer. De bliksem komt voort uit Gods hand en met Zijn hand leidt Hij de bliksem naar Zijn doel. De bliksem is voor ons heel onberekenbaar. Het komt plotseling, zodat je schrikt, je weet niet waar het terecht zal komen. Het moment, de snelheid en de richting van de bliksem zijn voor ons onvoorspelbaar en onnavolgbaar.
Zijn geroep kondigt Hem aan, evenals het vee de komende storm......... Zijn 'geroep' zou je het rommelen van onweer uit de verte kunnen noemen. Het is inderdaad een aankondiging van naderend onweer. Ook een enkele flits zonder donder kan een aanwijzing zijn. Dieren voelen naderend onweer, maar ook storm en aardbevingen aan. Ze worden onrustig en zoeken een schuilplaats.
Tot zover hoofdstuk 36. Elihu spreekt zijn laatste rede in het volgende hoofdstuk.

Ida
Job inleiding -- Job> 1- Job> 2 - Job> 3 -Job> 4 - Job> 5 -Job> 6 -Job> 7 Job> 8 -Job> 9 - Job> 10 - Job> 11 - Job> 12 - Job> 13 -Job> 14 - Job> 15 - Job> 16 - Job> 17 - Job> 18 - Job> 19 - Job> 20 - Job> 21 - Job> 22 - Job> 23 - Job> 24 - Job> 25 - Job> 26 - Job> 27 -Job> 28 -Job> 29 - Job> 30 - Job >31 - Job> 32 - Job> 33 - Job> 34 - Job> 35 - Job> 36 - Job> 37 - Job> 38 - Job> 39 - Job> 40 - Job> 41 - Job> 42 - Job - Epiloog