English & other languages: click here!

Psalm 94:12-23 - YAHWEH de Rechter

Omertelling Dag 36

Psalm 94:12-23
12. Welzalig de man die U bestraft, HEERE, en die U onderwijst uit Uw wet.
13. Zo geeft U hem rust voor dagen van onheil, totdat de kuil voor de goddeloze gegraven wordt.
14. Want de HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten, Hij zal Zijn eigendom niet verlaten.
15. Want het oordeel zal weer rechtvaardig zijn, alle oprechten van hart zullen ermee instemmen.
16. Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners? Wie zal zich voor mij opstellen tegen wie onrecht bedrijven?
17. Als de HEERE niet mijn Helper was geweest, had mijn ziel bijna in de stilte gewoond.
18. Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE.
19. Toen mijn gedachten binnen in mij zich vermenigvuldigden, verkwikten Uw vertroostingen mijn ziel.
20. Zou de zetel van het verderf een verbintenis met U aangaan, die onheil sticht bij verordening?
21. Zij spannen samen tegen de ziel van de rechtvaardige, onschuldig bloed verklaren zij schuldig.
22. Maar de HEERE is mij een veilige vesting geweest, mijn God is mij tot een rots, mijn toevlucht.
23. Hij zal hun onrecht op hen doen terugkeren, Hij zal hen in hun slechtheid ombrengen, de HEERE, onze God, zal hen ombrengen.

Deze psalm gaat over de vergelding van goddelozen. Er wordt gebeden om wraak over de goddelozen. In het eerste gedeelte worden de rechtvaardigen vertroost als hun en Gods vijanden worden uitgeroeid. Dat laatste wordt in dit deel van de psalm uitgewerkt.

In tegenstelling tot de goddelozen, de dwazen, die beschreven worden in het eerste deel van de psalm, luisteren de rechtvaardigen wel naar de bestraffingen als onderwijzingen uit Gods wet. Dat is altijd en voor iedere tijd Gods manier van onderwijzen. Dat maakt hen tot gezegende mensen in de dagen van onheil. Daardoor hebben zij rust, zij weten dat de goddeloze ten onder zal gaan. Het is zo belangrijk, want juist in deze tijd zijn er zoveel kinderen van God die vervolgd, gemarteld, gevangen en vermoord worden. We zien in het bijzonder de benauwdheid van Israël, maar ook van zoveel gelovigen in de rest van de wereld. 

God laat Zijn kinderen niet in de steek, Hij zal recht verschaffen! Daarom kunnen de slachtoffers rust ervaren. God laat het er niet bij zitten. Zijn volk, Zijn kinderen zijn Zijn eigendom, Zijn oogappel. Jesaja 52 beschrijft het herstel van Israël op de berg Sion, waar God hen zal troosten. 
Ook in onze tijd, waarin steeds meer mensen verkondigen dat Israël niet meer Gods volk is, overtuigt dit Bijbelgedeelte het tegendeel. Hij gaat Israël herstellen, diegenen die zich hebben laten onderwijzen door Gods Tora en door de profeten. 

Wat een bemoedigende tekst dat het oordeel weer rechtvaardig zal zijn. Wat wordt Israël overal veroordeeld. Al zullen er ongetwijfeld zaken zijn die ze niet uit geloof hebben uitgevoerd, dan zal God hen niet onschuldig houden. Maar Hij vernietigt hen niet, zoals de opstandige heidenvolken. Hij herstelt Zijn volk! Wat een heerlijke troost voor hen.

Jeremia 30:11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen, want Ik maak een vernietigend einde aan alle heidenvolken waarheen Ik u verspreid heb, maar aan u zal Ik geen vernietigend einde maken. Ik zal u bestraffen met mate, maar u beslist niet voor onschuldig houden.

De psalmdichter die zelf verdrukking ondervindt, roept het uit: "Wie zal voor mij opkomen tegen de kwaaddoeners?", maar hij weet dat hij niet op mensen hoeft te rekenen. Hij wist Wie zijn Helper is. Anders had hij niet staande kunnen blijven. Want Hij was inderdaad zijn Helper. Juist toen hij dacht dat het verkeerd ging, hield YAHWEH hem staande. Als dat niet was gebeurd zou hij nu in het graf hebben gelegen. Het gebeurt vaak dat gelovigen in zulke vijandigheden wel sterven. Maar juist omdat de psalmist dit meegemaakt heeft, schrijft en zingt hij deze prachtige psalm. 

Het gaf de psalmdichter moed, zodat hij ervaren had dat Yah aan zijn kant stond. Hij overdacht dit alles en kwam tot de conclusie: "Uw vertroostingen verkwikken mijn ziel".  De vijandelijkheden waren nog niet voorbij, die zouden ook niet voorbij gaan, maar Gods troost gaf hem moed om verder te gaan. Als we overdenken welke barmhartigheden God in ons leven over ons heeft uitgegoten, dan kunnen we Hem ervoor danken en ze kunnen ons moed geven in de moeilijkheden die nog komen. 

Vers 20 is wat moeilijk te begrijpen. Volgens een commentaar gaat het om 'pijn veroorzaken naar de wet'. De NBG vertaalt het met "onder de schijn van recht onheil stichten". Aan de in vers 21 genoemden wordt gevraagd wat zij gemeen hebben met de zetel van het verderf. De schijn van recht ligt dan in die stoel (zetel) van de rechter, die het recht symboliseert, terwijl het toch een zetel van onrecht, van verderf is. Deze uitleg maakt het beter te begrijpen en hoe herkenbaar in onze tijd! De tegenstanders hanteren een recht dat niet aan Gods recht gelieerd is, maar dat afkomstig is van de man van het verderf, een antichrist. Maar in dit alles is God een Veilige Vesting, een Rots, een Toevlucht. Hij laat de slechtheid van de vervolgers op hun eigen hoofd terugkeren. God is hier een God der wrake, die de goddelozen doet zwijgen. Dat doet YAHWEH onze God! Hem zij de eer en denkbaarheid!

Ida