English & other languages: click here!

Jesaja 19 - Profetie over Egypte


Na de profetie over Cusj verkondigt Jesaja nu dat de HEERE de Egyptenaars zal oordelen. Zij zullen burgeroorlogen voeren en hun land zal wegkwijnen. Uiteindelijk zal Egypte zich bekeren tot de HEERE en samen met de Assyriërs Israëls God dienen. Dit hoofdstuk bestaat uit twee grote delen; eerst een poëtische tekst met een algemeen oordeel over Egypte (verzen 1-15) waarin naast oordeel ook heil centraal staat. Met vers 1 wordt het oordeel ingeleid, waarna drie onderwerpen volgen: interne politieke onrust (vs. 2-4), problemen met de Nijl en elementen die daaruit voortvloeien (vs. 5-10) en spot met de wijze mannen van Egypte (vs. 11-15). Het tweede gedeelte, waarin naast onheil ook heil naar voren komt, heeft een heldere structuur. Zesmaal wordt de uitdrukking 'op die dag' gebruikt, telkens gevolgd door een profetische uitspraak.


Jesaja 19:1-4 De last over Egypte. Zie, de HEERE rijdt op een snelle wolk en komt in Egypte. De afgoden van Egypte zullen beven voor Zijn aangezicht en het hart van de Egyptenaren zal smelten in hun binnenste. 2. Dan zal Ik Egyptenaren ophitsen tegen Egyptenaren, zodat zij zullen strijden, eenieder tegen zijn broeder, en eenieder tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk. 3. De geest van de Egyptenaren zal in hun binnenste verward worden. Ik zal hun plannen in de war brengen. Dan zullen zij hun afgoden raadplegen, de dodenbezweerders, de geesten van doden, en de waarzeggers. 4. Ik zal de Egyptenaren overgeven in de hand van harde heren; een wrede koning zal over hen heersen, spreekt de Heere, HEERE van de legermachten.

Zie, de HEERE rijdt op een snelle wolk en komt in Egypte......  deze beschrijving doet denken aan een verschijning van God die op de wolken naar Egypte rijdt.  Het is echter een beeld dat we geestelijk moeten interpreteren. Het 'rijden op de wolken' is een uitdrukking om aan te geven dat God macht over de volken heeft. Aardse hindernissen, zoals zee en woestijn, houden Hem niet tegen. (Deut. 33:26; Psalm 68:34; Psalm 104:3; Hab. 3:6).

De afgoden van Egypte zullen beven voor Zijn aangezicht........  voorafgaande aan Israëls uittocht uit Egypte liet God zien dat hun afgoden geen enkele bescherming boden (Exodus 12:12).  (Overzicht van de plagen van Egypte in relatie tot de afgoden.)

het hart van de Egyptenaren zal smelten in hun binnenste...... In de tijd van Jesaja was er geen ander volk op aarde dat zozeer in de greep was van bijgeloof en smerige afgoderij als Egypte. Apen, katten, kikkers, krokodillen, hagedissen – alles werd door hen vereerd. De Egyptenaren zullen opnieuw ermee geconfronteerd worden dat hun afgoden machteloos zijn, dat hun vertrouwen daarop beschaamd wordt. 

Dan zal Ik Egyptenaren ophitsen tegen Egyptenaren....... 

dat zouden we vanuit onze humanistisch denkende christenheid toch niet van God verwachten? We willen juist alles sussen, de vrede bewaren. Ophitsen? Dat doen dictators met een verdeel- en- heers politiek, als strategie om de macht te behouden.  Belangrijk is in dit verband wat het doel van deze strategie is. Bij God staat het heil van Egypte voor ogen. Daarom gaan ze op verschillende terreinen tegen elkaar strijden. 

De geest van de Egyptenaren zal in hun binnenste verward worden........ in alle verwarring zullen ze moeten zoeken naar datgene wat werkelijk houvast geeft, naar wat hun vertrouwen waard is. Het is God zelf die via Jesaja over de Egyptenaren zegt: Ik zal hun plannen in de war brengen...... bestuurders en bevolking raken in een crisis. Het lijkt wel of hun kennis van zaken tekort schiet. De plannen zijn onuitvoerbaar. 

Dan zullen zij hun afgoden raadplegen, de dodenbezweerders, de geesten van doden, de waarzeggers...... in hun verwarring zoeken ze hun toevlucht bij allerlei occulte zaken, maar een oplossing komt er niet. Ze zijn teneinde raad.  Gods Woord vervolgt: Ik zal de Egyptenaren overgeven in de hand van harde heren.......  er wordt niet bij vermeld of dit buitenlandse overheersers zijn, of dat het eigen volksgenoten zijn die wreed en met harde hand regeren. Hun vrijheid wordt ingeperkt.  Maar het is een boodschap van YAHWEH Zéba'oth!

Jesaja 19:5-10 Het water uit de zee zal opdrogen, en de rivier zal verzanden en droogvallen. 6. De rivierarmen gaan stinken; het water in de rivieren van Egypte zakt, ze vallen droog. Het riet en de biezen verwelken. 7. De papyrusplanten langs de Nijl, aan de monding van de Nijl, en alles wat ingezaaid is langs de Nijl, zullen verdorren, verwaaien; en het zal er niet meer zijn. 8. Treuren zullen de vissers, en rouwen allen die vishaken uitwerpen in de Nijl; en zij die werpnetten uitzetten over het water, zullen verkommeren. 9. De bewerkers van het gekamde vlas zullen beschaamd worden, evenals de wevers van linnen. 10. Hun wevers zullen verslagen zijn, alle loonarbeiders zielsbedroefd.

Het water uit de zee zal opdrogen, en de rivier zal verzanden en droogvallen...... de hele Nijldelta droogt op. Dat betekent dat de woestijn oprukt en het land onvruchtbaar maakt.

De rivierarmen gaan stinken; het water in de rivieren van Egypte zakt....... restanten water worden stilstaand water en dat gaat stinken. Waar nog wel water stroomt daar zakt het peil dramatisch. Dat water was altijd zo belangrijk, daarmee werden de akkers bevloeid. Dit heeft ongetwijfeld effect op de voedselvoorziening en op de economie van het land. 
Het riet en de biezen verwelken....... De papyrusplanten langs de Nijl verdorren en verwaaien...... de hele vegetatie verdwijnt. De Egyptenaren maakten papier en bootjes van de papyrusplant (tegenwoordig is papyrus hier als kamerplant te koop). 

Treuren zullen de vissers, en rouwen allen die vishaken uitwerpen in de Nijl...... als de wateren opdrogen verdwijnt ook de vis en dientengevolge de verdienste voor de vissers. De vissen werden met vishaken en werpnetten gevangen.

De bewerkers van het gekamde vlas zullen beschaamd worden....... ook groeit er geen vlas meer op de woestijngrond, waardoor degenen die daarmee hun brood verdienden in moeilijkheden kwamen. Dit gold ook voor de wevers van het bewerkte vlas, die linnen stoffen produceerden. De Egyptenaren gebruikten in hun voedselcultuur al het lijnzaad van de vlasplant. Lijnzaad werd als voeding aan de doden meegegeven. Farao’s werden voor het mummificeren in linnen doeken gewikkeld.

alle loonarbeiders zielsbedroefd...... deze door God gestuurde ramp trof de bevolking zwaar. Er ontstond werkloosheid en dat is honger en armoede.

De Nijl was in Egypte ook een afgod, en de farao claimde in zijn hoogmoed dat hij die had gemaakt. 

Ezechiël 29:3 Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál u, farao, koning van Egypte, groot zeemonster, dat in het midden van zijn rivieren ligt, dat gezegd heeft: Mijn Nijl is van mij en ik heb die zelf voor mij gemaakt!

Jesaja 19:11-15 De vorsten van Zoan zijn enkel dwazen; de wijzen, de raadgevers van de farao – hun raad is dom. Hoe kunt u dan tegen de farao zeggen: Ik ben een zoon van wijzen, een zoon van de koningen vanouds? 12. Waar zijn zij dan, uw wijzen? Laten zij u toch vertellen, als zij het al weten, wat de HEERE van de legermachten besloten heeft over Egypte. 13. De vorsten van Zoan gedragen zich als dwazen, de vorsten van Nof zijn bedrogen; zij die de hoeksteen zijn van hun stammen, doen Egypte dwalen. 14. De HEERE heeft in hun midden een geest van verwarring ingeschonken; zij hebben Egypte doen dwalen, in al zijn doen, zoals een dronkaard zich om en om wentelt in zijn braaksel. 15. En Egypte zal geen werk hebben dat hoofd of staart, palmtak of riet kan voortbrengen.

De vorsten van Zoan zijn enkel dwazen; de wijzen, de raadgevers van de farao – hun raad is dom.......  Behalve dat het land in grote moeilijkheden verkeert en God hen een wrede heerser geeft, zijn de raadgevers van die heerser gewoon dwaas! In hun dwaasheid leiden de wijzen, als leiders van het volk, Egypte op de verkeerde weg. Ook deze verwarring wordt veroorzaakt door YAHWEH. Doordat de wijzen blind gemaakt zijn voor de inhoud van Gods besluiten, zal het helemaal verkeerd gaan.

zij die de hoeksteen zijn van hun stammen, doen Egypte dwalen......De wijsheid van de droomuitleggers en tovenaars was in Egyptische ogen een 'geschenk van de goden'. 

De vorsten van Zoan gedragen zich als dwazen, de vorsten van Nof zijn bedrogen....   Zoan is de hoofdstad van Egypte. Nof (ook wel Memphis de voorloper van het huidige Caïro) is een vroegere hoofdstad. Deze vips in de hoofsteden gedragen zich als dwazen, ze zijn bedrogen door een verkeerde geest.

De HEERE heeft in hun midden een geest van verwarring ingeschonken   Ze kunnen de daden van YAHWEH niet doorgronden (1 Koningen 4:30; 1 Korinthe 1:20).  Wat voor onze generatie in de eindtijd is beschreven, vindt ook hier al plaats: En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven (2 Thessalonicenzen 2:11).

zoals een dronkaard zich om en om wentelt in zijn braaksel......  Het zijn dwaallichten die dronken ronddolen. Buiten Gods Woord om worden mensen op een dwaalspoor geleid. En dat is smerig en vies als braaksel.

En Egypte zal geen werk hebben dat hoofd of staart, palmtak of riet kan voortbrengen...... Egypte is in een uitzichtloze toestand terechtgekomen. Zomin als bij de hooggeplaatsten, als bij de eenvoudige arme, is niets te vinden waarvan enig herstel is te verwachten. 

Jesaja 19:16-17 Op die dag zullen de Egyptenaren zijn als vrouwen. Zij zullen beven en angstig zijn voor de dreigend heen en weer bewegende hand van de HEERE van de legermachten, die Hij dreigend tegen hen heen en weer beweegt. 17. Het land Juda zal voor de Egyptenaren tot een schrikbeeld zijn. Zo dikwijls iemand hen daaraan zal herinneren, zullen zij weer angstig zijn voor het raadsbesluit van de HEERE van de legermachten dat Hij tegen hen genomen heeft.

In het tweede deel van dit hoofdstuk komt er een wending in de boodschap. Tot zesmaal toe wordt hier de uitdrukking "op die dag" gebruikt, die uitzicht geeft op het heilrijke herstel bij het aanbreken van het Vrederijk, oftewel Gods Koninkrijk. Jesaja schetst de toekomst. In deze uitspraken vind je iets terug van het verleden, maar tegelijk gaat de profetie daar stapsgewijze steeds meer bovenuit. 

Op die dag zullen de Egyptenaren zijn als vrouwen......  de Egyptenaren hebben de almacht van God leren kennen en ze zijn bang voor Hem geworden.

De HEERE beweegt Zijn hand op een dreigende manier heen en weer en ze worden bang, ze beven van angst.  Men is zich in Egypte bewust geworden dat de HEERE achter de negatieve spiraal zit waarin het land zich bevindt.

Het land Juda zal voor de Egyptenaren tot een schrikbeeld zijn.......  de slavendrijver van voorheen zal zelf de verschrikking van de slavernij ondervinden. Ze worden heen en weer geschud door de opgeheven hand van YAHWEH. 

Het land Juda zal voor de Egyptenaren tot een schrikbeeld zijn.......  Menselijk gezien was Egypte een machtig grote natie vergeleken met het kleine Israël. Terugkijkend op de uittocht uit Egypte, waarbij alle eerstgeborenen uit dit land stierven, en daarbij gerekend hoe ze de God van dat land opnieuw hebben leren kennen, vervult de macht van YHWH hen met angst en vrees. De Egyptenaren zijn zo onder de indruk gekomen van de God van Israël, dat ze ook bang worden voor het volk van deze God.

Eeuw na eeuw lag het land Juda als een molshoopje in de schaduw van het grote Egyptische rijk. Nu profeteert YAHWEH dat de dag komt waarop Juda machtiger zal zijn dan Egypte, en het land Juda een verschrikking voor Egypte zal zijn.

Zo dikwijls iemand hen daaraan zal herinneren.......  Egypte wil niet graag herinnerd worden aan de nederlagen die ze hebben geleden door die machtige God van Israël. Als iemand dat wel doet dan slaat de schrik hun weer om het hart.

Jesaja 19:18-22 Op die dag zullen er vijf steden in het land Egypte zijn die de taal van Kanaän spreken en die zweren bij de HEERE van de legermachten. Een ervan zal genoemd worden: Stad van de zon. 19. Op die dag zal de HEERE een altaar hebben midden in het land Egypte, en aan zijn grens zal er een gedenkteken voor de HEERE staan. 20. Dit zal zijn tot een teken en getuigenis voor de HEERE van de legermachten, in het land Egypte. Wanneer zij tot de HEERE zullen roepen vanwege hun onderdrukkers, zal Hij tot hen een Heiland en Meester zenden; Die zal hen redden. 21. Dan zal de HEERE aan de Egyptenaren bekend worden en de Egyptenaren zullen de HEERE kennen op die dag. Zij zullen Hem dienen met slachtoffer en graanoffer, en de HEERE gelofte doen en die nakomen. 22. Zo zal de HEERE de Egyptenaren geducht treffen en genezen. Zij zullen zich tot de HEERE bekeren en Hij zal Zich door hen laten verbidden en Hij zal hen genezen.

Op die dag zullen er vijf steden in het land Egypte zijn die de taal van Kanaän spreken..... De profetie van Jesaja laat duidelijk zien dat Egypte zich gaat bekeren. 

Het getal ‘vijf’ staat voor een behoorlijk aantal (een handvol) steden die het Woord van God zullen ontvangen en naspreken. Ze zullen de afgoden afzweren en zich aan YHWH toewijden. Zelfs steden die bijna waren ondergegaan zullen worden gered en Israëls God zal worden aanbeden. De gegevens over zo'n stad hebben waarschijnlijk betrekking op hun heidense verleden. De 'stad van de zon' bijvoorbeeld verwijst mogelijk naar de stad Heliopolis, een bekend centrum van zonaanbidding. 

Op die dag zal de HEERE een altaar hebben midden in het land Egypte...... Het beschreven altaar en offer zullen in vervulling gaan tijdens het Millennium.

De offers in die dag, d.w.z. in die tijd zullen worden gebracht ​​als een gedachtenis aan het verzoeningswerk van Yeshua. Deze offerdienst wordt voor Israël beschreven in Ezechiël 40 t.m. 48.  

aan zijn grens zal er een gedenkteken voor de HEERE staan...... iedereen die de grens over gaat weet dat hij in een land komt waar YAHWEH, de HEERE Zebaoth, de God van Israël gediend wordt.  Gedenkteken is in het Hebreeuws 'Matzebah' מַצֵּבָה (Strong 4676), een woord dat ook gebruikt wordt voor de gedenksteen van Jakob, opgericht in Bethel.

Wanneer zij tot de HEERE zullen roepen vanwege hun onderdrukkers...... Nu ziet Egypte dat er werkelijk hulp komt. Vroeger dachten ze dat hun menigte van afgoden hulp zou bieden. De HEERE neemt het echt voor hen op als er vijanden komen en zij Hem te hulp roepen. YHWH redt ze uit de nood.

Op die dag zullen de Egyptenaren de HEERE kennen........ Dan wordt 1 Korinthe 13:12 werkelijkheid:"Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben."

Yahweh doet Zich aan hen kennen als zijnde Zijn volk en zij zullen Hem kennen. Ze zullen Hem offers brengen en geloften doen, die ze niet nalaten te houden. 

Zo zal de HEERE de Egyptenaren geducht treffen en genezen....... God heeft, zoals het eerste deel van het hoofdstuk beschrijft, het oordeel over Egypte heen laten komen, maar daarbij ook de mogelijkheid gegeven om zich te bekeren. 

Hij zal Zich door hen laten verbidden en Hij zal hen genezen.......  dat verbidden is niets anders dan het intrekken van een eerder uitgesproken oordeel, omdat God ziet dat ze zich bekeren. Precies zoals Hij eens met de Assyrische hoofdstad Ninevé deed, waar Jona namens God het oordeel aankondigde, dat introk toen de bevolking zich bekeerde. Als het oordeel is weggenomen kan er genezing plaats vinden.  

Jesaja 19:23-25 Op die dag zal er een gebaande weg zijn van Egypte naar Assyrië. De Assyriërs zullen in Egypte komen en de Egyptenaren in Assyrië. De Egyptenaren zullen samen met de Assyriërs de HEERE dienen. 24. Op die dag zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assyrië, een zegen in het midden van de aarde. 25. Want de HEERE van de legermachten zal hen zegenen met de woorden: Gezegend zij Mijn volk Egypte, het werk van Mijn handen Assyrië, en Mijn eigendom Israël!

Op die dag zal er een gebaande weg zijn van Egypte naar Assyrië......  Tussen de twee grootmachten Assyrië en Egypte komt een verbindingsweg.

De inwoners van beide landen vinden elkaar in het geloof in Yeshua. Israël ligt daar tussen in. Die gebaande weg (מְסִלָּה mesillah) zal ook voor Israël van belang zijn. Hetzelfde woord 'mesillah' wordt gebruikt in Jesaja 11:16

Jesaja 11:16 Er zal een gebaande weg zijn voor het overblijfsel van Zijn volk, die overgebleven zal zijn in Assyrië, zoals het met Israël gebeurde op de dag dat het wegtrok uit het land Egypte.

Het ligt voor de hand dat het overblijfsel van Israël dat nog in Assyrië verblijft, ook via die weg naar het thuisland kan terugkeren. 

Op die dag zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assyrië, een zegen in het midden van de aarde...... Wat een vreugde!  Drie buurlanden die er helemaal voor gaan om God te dienen!

De Assyriërs en de Egyptenaren zullen worden geënt op de Edele Olijf van Romeinen 11. Toen God Israël had uitgekozen, had Hij ook de andere volken op het oog (Gen. 12:2-3; Rom. 1:16). Uit deze tekst blijkt dat Egypte en Assyrië het volk Israël voorgaan in hun bekering.  Het land Israël blijft het erfdeel van Gods volk (Deut. 4:20 - Psalm 28:9) en Zijn eigendom. Deze drie landen worden hier genoemd: 'een zegen voor heel de aarde'. Zo wordt Israël temidden van de aarde, één met de andere volken, in het Koninkrijk van God! 

Want de HEERE van de legermachten zal hen zegenen met de woorden: 

Ida