English & other languages: click here!

Openbaring 21 - Nieuwe hemel, nieuwe aarde, nieuw Jeruzalem

De finale

In dit hoofdstuk krijgen we een blik in de finale van de heilsgeschiedenis. Het aardse leven, zoals wij dat kennen, is voorgoed voorbij. We gaan de hemelse heerlijkheid binnen. Het is geen tijdperk, want de tijdsrekening is voorbij. Het gaat om de eeuwigheid waarin God alles in allen zal zijn (1 Korinthe 15:28). Er is geen dood meer. Die is tenietgedaan door Yeshua. Hij, de Zoon, die als Mens uit de ECHAD naar voren trad, om zonde en dood uit te bannen, tot redding van Gods schepselen, zal weer totaal Eén zijn met de Vader. God woont bij alle geredde, verloste mensen. Zij zijn nu deel van deze goddelijke éénheid. Het oude Jeruzalem was verdorven. Geestelijk gezien werd het Sodom en Egypte genoemd. Het is nu vervangen door het nieuwe Jeruzalem dat HEILIG is

Openbaring 21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.

ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde....... Yeshua laat Johannes iets zien dat zo overweldigend, alles overtreffend is: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.  Met een nieuwe hemel  wordt het uitspansel bedoeld. Ongetwijfeld vallen hieronder ook de hemelse gewesten waarin de geestelijke machten van het kwaad verblijven (Efeze 6:12).  In het vorige hoofdstuk (Openb. 20:11) vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. Dat doet vermoeden dat er sprake is van een 'herschepping'. Net zo als onze lichamen in de opstanding vernieuwd zijn, bestaat er wel een samenhang tussen het oude en het nieuwe (Zie 1 Korinthe 25:47-49). De verbindende schakel is het geloof in, en van Yeshua (Joh. 6:47, 51, 54; Joh. 17:3). In onderstaande tekst, waarin Jesaja profeteert over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, wordt drie maal het Hebreeuwse woord bara בָּרָא gebruikt, dat 'scheppen uit het niets' betekent. Toch is er iets.... iets essentieels, dat iets is een Persoon met Wie we verbonden zijn!  

Jesaja 65:17-18 Want zie, Ik schep (bara בָּרָא) een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart. 18. Maar wees vrolijk en verheug u tot in eeuwigheid in wat Ik schep (bara בָּרָא), want zie, Ik schep (bara בָּרָא) Jeruzalem een vreugde en zijn volk blijdschap.

En de zee was er niet meer........ driekwart van de aarde bestaat uit zee. Er bestaan meerdere opvattingen over dit korte zinnetje. We moeten maar gewoon laten staan wat er staat. Als dit beeldspraak is dan zal God dat wel duidelijk maken. 

Openbaring 21:2-4 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 3. En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. 4. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel....... dit is de stad waar Abraham in vroege tijden al naar uitzag. Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Ontwerper en Bouwer is (Hebreeën 11:10).  Het zijn de fundamenten (en poorten) die de namen van zijn nageslacht dragen.

gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is....... met twee beelden, namelijk een bruid en een stad wordt de grote schare bedoeld die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen (Openbaring 7:9) een schare bestaande uit de gelovigen van alle tijden en plaatsen. Het Nieuwe Jeruzalem werd in de Bijbel vergeleken met Sara, de wettige vrouw van Abraham. Het Nieuwe Jeruzalem is het beeld van onze moeder (Galaten 4:22-26). 

sierlijk gemaakt voor haar man....... wie is die Man? We weten dat God op de Sinaï een huwelijk sloot met het volk Israël.  Door ontrouw van de bruid strandde dat huwelijk. Maar er bleef een getrouw overblijfsel. In Jesaja 62:5 zegt God tegen Zijn volk Israël: ‘zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden’(vergelijk ook Jeremia 2:32.) Israël is dus Gods Bruid. In het Nieuwe Testament horen we van Paulus:  

2 Korinthe 11:2 Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen.

In 1 Johannes 5:20 lezen we: wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven. Yeshua is God! En zoals hierboven bij de inleiding werd beschreven is Hij, de Zoon, die als Mens uit de ECHAD naar voren trad, om zonde en dood uit te bannen, tot redding van Gods schepselen. De vijanden zijn inmiddels tot een voetbank voor zijn voeten gemaakt (Hand. 2:35; Heb. 10:13). Hij zal weer totaal Eén zijn met de Vader.  Het is ''één kudde, één Herder"!  De bruid is geen verzameling van allemaal bruiden, maar één volk, gereinigd en toegewijd aan haar Schepper.  

Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk! 

Het Nieuwe Jeruzalem is van God afkomstig, daalt neer uit de hemel. Dit beeld is tegengesteld aan de grote stad Babylon, en het beest, die allebei uit de afgrond komen (Openb. 11:7; Openb. 13:11). Babylon waar de moeder van de hoeren het bloed van de gelovigen drinkt, de vrouw op het beest. Ze verleidt en vergiftigt de hele wereld met haar 'pharma’keia'. Maar hier wordt Jeruzalem als de bruid van het Lam getekend. Het Lam dat Zijn bloed gaf om de mensen te redden. Babel diende zichzelf en bediende zich van de rijken en aanzienlijken van de aarde en onderdrukte de machtelozen, de vreemdelingen en maakte ze tot slaven.

Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen......  Zoals God in de tabernakel onder Israël woonde, zo is Hij ook op de nieuwe aarde onder de mensen. Zolang er nog maar een spoor is van ongerechtigheid en zonde en de daarmee verband houdende ziekte en dood, zo lang is het onmogelijk dat God bij de mensen woont. Dat was tijdens de woestijnreis nog wel zo, maar met strikte regels om Hem te kunnen naderen. Sinds de aarde bestaat was dat het voornemen van God om bij de mensen te wonen, wat na de zondeval pas verwerkelijkt kon worden nadat God Zich een volk gevormd en verlost had.

God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn........Zijn beloften aan Abraham worden hier definitief vervuld (Genesis 17:7-8). De wedergeboren, verheerlijkte mensen vormen samen het geestelijke gebouw, de tempel, waarin God woont.
God zal alle tranen van hun ogen afwissen...... 'Alle tranen', hoeveel tranen hebben er niet gevloeid.....  Jeremia en Yeshua huilden over de zonden en de rampen van Jeruzalem, de weduwe van Naïn toen haar zoon gestorven was, tranen vanwege vervolging, afwijzing om het geloof. God is de Trooster, zoals hij opriep Zijn volk te troosten..... 

Jesaja 40:1-2 Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen, 2. spreek naar het hart van Jeruzalem en roep haar toe dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij uit de hand van de HEERE het dubbele ontvangen heeft voor al haar zonden.

De dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn........ In Openbaring 21-22 worden zeven dingen genoemd die in het nieuwe Jeruzalem niet meer zullen zijn. Het getal zeven is het getal van de volheid. Het toont Christus’ volkomen overwinning op alles wat zondig en negatief is. De volgende dingen zijn afwezig: de zee, dood, rouw, jammerklacht, moeite. vervloeking,  nacht.  Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.

Openbaring 21:5 En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar.

Dat is het eerste woord van Gods Zelfopenbaring. Geen engelen, oudsten of andere levende wezens bemiddelen om het Woord van God door te geven. Het is de HEERE Zelf Die spreekt. Dit herinnert sterk aan de boodschappen aan de zeven gemeenten. Het onloochenbare auteurschap van het boek Openbaring is van God; betrouwbaar en waarachtig zijn al deze woorden.

De woorden in vers 6 “Het is geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde” toont niet alleen de zekerheid van de vervulling van alle profetie die van God komt, maar laat bovendien zien dat nu alles geschied, dat is volbracht is. Zoals de schepping door God is volbracht en “zeer goed” was, zo is ook de “herschepping” volbracht en “zeer goed”. Alles keert in volmaakte harmonie en orde terug. Het is afgelopen met de zondige mens:

Openbaring 21:6-8 En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. 7. Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. 8. Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.

Het is geschied........ Gods eeuwige doel in Yeshua is nu bereikt. Efeziërs 1:10 is vervuld:  om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is.

Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde....... wat God begonnen is heeft Hij afgemaakt. Hij is de Alfa en Omega

Α - Ω  (Grieks) en in het Hebreeuws de Aleph en de Tav א ־ ת.  Het benadrukt dat God de organisator en voleinder van alle dingen is. 

Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens...... Yeshua heeft dit meerdere keren gezegd: Joh. 7:38; Joh. 4:10 en 14; Rom. 3:24. In Jesaja 55:1  O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en eet, ja, kom, koop zonder geld,   zonder prijs, wijn en melk. Er wordt hier een belofte aan toegevoegd voor de overwinnaars. 

Wie overwint, zal alles beërven..... het is een ernstig woord, het wil zeggen: als je deze nieuwe schepping wil beërven, dan moet je trouw blijven tot het einde.Dan zul je in de nieuwe schepping aan de zijde van het verheerlijkte Lam staan. Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn.

Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.  Het woord 'lafhartig' betekent niet dat wie van nature laf is afgewezen wordt. Het gaat hier om iemand die ervoor kiest om op zichzelf te vertrouwen in plaats van op Christus.  Wie niet op God vertrouwt is zelf ook onbetrouwbaar. Hun vertrouwen richt zich op mensen, op zichzelf of op afgoden. Hier staat duidelijk dat er een poel van vuur: een hel is. De Bijbel noemt dat de tweede dood. Zo iemand is al een keer gestorven, maar bij het laatste oordeel afgewezen en de poel van vuur is de tweede dood. Evenals er een toestand van eeuwige gelukzaligheid zal zijn, zal er ook een eeuwige poel van vuur zijn.

Openbaring 21:9-10 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.

En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden.......vol van de zeven laatste plagen.... waarschijnlijk is de toevoeging 'zeven schalen vol van de zeven laatste plagen' bedoeld om aan te geven dat dit dezelfde engel was die in Openbaring 15:6-7 genoemd werd. Dat was de tijd van de plagen. De schalen zullen nu leeg zijn geweest. Deze engel is hier een soort gids die Johannes één en ander gaat uitleggen. Op dezelfde manier werd Ezechiël voorgelicht in de tempel door een Man (Ezechiël 40-48). 

hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien...... Deze hemelse stad is letterlijk een plaats waar heel Gods volk samenkomt, maar wordt 'de bruid' genoemd, de vrouw van het Lam, waarin God zich verheugt. In die zin lijkt het Nieuwe Jeruzalem zeker op de bruid; deze associatie doet niets af aan de realiteit achter het beeld. De stad, die we niet met een echte stad moeten vergelijken, is dus een aanduiding voor een gemeenschappelijke woonplaats van God samen met de gelovigen. De stad wordt geassocieerd met de bruid o.a. om ons een gevoel van schoonheid en blijdschap te doen ervaren. Dat de gelovigen samen als bruid worden gezien vinden we terug in Jesaja 4:4-8; Ezechiël 16 en 23; Hosea 1-3. In het Nieuwe Testament: 2 Korinthe 11:2; Efeze 5:25-27; Mattheüs 22:2 en Matth. 25:10-13. 

En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien...... Johannes ziet vanuit een grote en hoge berg de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem neerdalen van God uit de hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. 

Ook Ezechiël heeft het toekomstige Jeruzalem vanaf een zeer hoge berg gezien:

Ezechiël 40:2 In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad.

hij voerde mij weg in de geest...... wil zeggen dat Johannes - evenals Ezechiël indertijd - niet fysiek werden verplaatst, maar dit beleefden in een levensecht visioen.

Openbaring 21:11-14 Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis. 12. Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. 13. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. 14. En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.

Zij had de heerlijkheid van God...... In 1 Tim.6:16 wordt ons meegedeeld dat God ‘een ontoegankelijk licht bewoont, dat geen der mensen gezien heeft of zien kan. Maar hier is de heerlijkheid van God toegankelijk geworden. Het onuitsprekelijke wordt  verwoord met de 'uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis'. 

Paulus schreef al in 1 Korinthe 2:9-11: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. Datgene wat wij ons voorstellen valt in het niet bij dat wat God in liefde voor ons, die in Zijn Zoon zijn, heeft bereid. Maar we kunnen erop vertrouwen dat het zeer goed, mooi en vreugdevol zal zijn. 

Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten...... Hoewel er geen vijanden zijn, is  de stad omringd door een grote en hoge muur. Dit laat zien dat de gelovigen daar helemaal veilig zijn en dat ze eeuwige bescherming hebben. Het Nieuwe Jeruzalem telt twaalf poorten, in elke zijde van de muur drie. Elke poort heeft een engel als wachter (zie Jes. 62:6), zoals in Genesis 3:24 de cherubs de ‘boom des levens’ bewaakten.  

Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten.......De poorten dragen de namen van de stammen van Israël. Het laat zien dat God dit voor Israël het uitverkoren volk heeft bereid en de gelovigen uit de heidenen daaraan zijn toegevoegd. Het zal Abraham goed doen daarop de namen van zijn kleinkinderen te zien. En dan te weten dat ieder die door die poorten gaat een geestelijk kind van hem is. 

Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen..... de Bijbel beschrijft niet hoe de namen van de stammen op de poorten zijn verdeeld, maar het ligt voor de hand dat de indeling van de stammen rondom de tabernakel daarvan al een voorafbeelding was.   

En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam....... Gods gemeente is "gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Jezus Christus Zelf de hoeksteen is" staat er in Efeze 2:2. 'Het Lam' dat hier genoemd wordt, is Christus. Hij is het werkelijke fundament (1 Korinthe 3:11). 

Openbaring 21:15-17 En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. 16. En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. 17. En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is.

hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten..... dit doet weer denken aan de Man in Ezechiël 40-48 die ook met een meetlat te werk ging.  

een vierkant.... Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk........ De lengte, hoogte en breedte van het Nieuwe Jeruzalem zijn gelijk. Dit betekent dat het een kubus is. De kubus vewijst naar het Heilige der Heiligen van de tabernakel.  Tijdens het aardse bestaan mocht de mens in de voorhof komen, in het Vrederijk, het rijk van priesters, mocht men in het Heilige komen, maar nu mogen de verlosten, die gelijk zijn aan Yeshua, in de kubus komen, de allerheiligste plaats waar God woont: het Heilige der Heiligen. Zie het artikel over 'het voorhangsel'.

En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën.....  De omvang van het Nieuwe Jeruzalem is enorm; twaalfduizend stadiën is volgens bronnen gelijk aan 2.400 kilometer. De vliegafstand van Amsterdam naar het Griekse eiland Kos. De vierkante meters zouden de grootte van de maan benaderen. Het is groter dan het Romeinse rijk. (Als ik, anders dan mijn bronnen, 12.000 vermenigvuldig met 185 meter = 1 stadie, kom ik op 2220000 meter, dat is 22.200 km.)  BMU vermeldt: "Getallen in Openbaring zijn meestal symbolisch (12). Het getal 12.000 is gelijk aan twaalf keer duizend. Duizend is het grootste getal dat men gebruikte. Twaalf is het getal van de stammen en de apostelen." 

En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el.........De 144 ellen hoge muur doet sterk denken aan de 144.000 verzegelden uit de stammen van de kinderen Israëls, de gelouterden uit de grote verdrukking.

Openbaring 21:18-21 En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. 19. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, 20. het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. 21. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas.

Het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas.......  met deze zuivere kostbare edelstenen wordt de heiligheid van God uitgebeeld. Het borstschild van de Hogepriester bevatte ook edelstenen, die ieder één van Israëls stammen uitbeeldde. De Hogepriester toonde daarmee dat deze stammen op Gods hart gedragen werden. Deze stenen zien we terug in het Nieuwe Jeruzalem. 

Bij het samenstellen van dit schema heb je wel te maken met de gegevens van het borstschild in het Hebreeuws en van het Nieuwe Jeruzalem in het Grieks. Zie het artikel over de priesterkleding.

Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas...... ook het goud, het bouwmateriaal van de straten, vinden we terug in het borstschild van de Hogepriester.  Het doorzichtige glas is geen gebruikt materiaal, maar geeft de zuiverheid van het goud aan, in feite de zuiverheid van Gods heiligheid.

Openbaring 21:22-23 Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam. 23. En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.

Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam...... 

God is licht en in Hem is geen duisternis! (1 Joh.1:5) In het Nieuwe Jeruzalem is geen sprake meer van 'het ten dele kennen', maar het aanschouwen van aangezicht tot aangezicht (1 Kor. 13). de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam...... Johannes ziet God en het Lam als 'wezenlijk één': ECHAD. Geen tempel

In Hem leven en bewegen wij (Handelingen 17:28). Alle Bijbelteksten vallen hier op zijn plaats. 

De tempel was de verbindingsschakel tussen God en mens, maar omdat in het Nieuwe Jeruzalem God bij Zijn volk woont, is zo'n verbindingsschakel overbodig. Ook zijn de zondoffers, die in de tempel zo'n centrale rol speelden, afgedaan door het offer van Yeshua (Heb. 9:22-28). De tegenwoordigheid van God en het geslachte Lam die Zich Zelf onderwerpt aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, maakt dat God alles in allen is (1 Kor. 15:28).

Omdat de heerlijkheid van God als een zichtbare lichtglans in het Nieuwe Jeruzalem aanwezig is, heeft de stad (overeenkomstig de belofte in Jesaja 60:19, geen zon en maan meer nodig. 

Openbaring 21:24-27 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 25. En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. 27. Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.

En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen...... er blijven allerlei volken en naties over. Zij wandelen in het Licht van die stad (Jesaja 60;30). De Bijbel profeteert dat 'koningen geschenken komen brengen en het vermogen der volken naar Jeruzalem zal komen' (Psalm 68:30; Psalm 72:10; Jesaja 60:5,11). Het lijkt erop dat dit op het Vrederijk betrekking heeft. Hier in het Nieuwe Jeruzalem gaat het alleen over hen die verlost, geheiligd en verheerlijkt zijn. 

En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn....... in het Nieuwe Jeruzalem zal Zacharia 14:7 vervuld worden. waar staat dat er geen nacht zal zijn. 

Jesaja 60:11 Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden.

Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens..... als alles en iedereen gereinigd is zal er ook niemand binnenkomen die zich bezighoudt met gruwelen en leugens. Satan, alle zondaars en de dood zijn in de poel van vuur geworpen (Openbaring 20:11-15). Het kwaad is weggedaan.  De bedoeling van dit vers is: Je hoeft er niet meer bang voor te zijn dat dit gebeurt. 

Zie ook de studies van Franklin ter Horst over dit onderwerp:
de nieuwe hemel en de nieuwe aarde

Het nieuwe Jeruzalem

Ida