English & other languages: click here!

Ezra 1 - Het edict van Kores

De profetieën van Jesaja 13(Jesaja 44:28 - 45:3) en Jeremia (29:10) gingen op goddelijk bevel door Kores (Cyrus) in vervulling, door middel van deze Perzische vorst, die een instrument in Gods hand was.  De Joden mogen van hem terugkeren naar hun vaderland. Hij wil dat zij in Jeruzalem de tempel herbouwen. De heilige vaten die Nebukadnézar uit de tempel had geroofd, worden meegegeven.

Ezra 1:1 In het eerste jaar nu van Kores, de koning van Perzië, wekte de HEERE de geest van Kores op, de koning van Perzië, opdat het woord van de HEERE, dat Hij bij monde van Jeremia gesproken had, vervuld zou worden om door zijn hele koninkrijk een boodschap te laten gaan, ook in geschrifte

In het eerste jaar nu van Kores, de koning van Perzië..... het was hetallereerste jaar van zijn regering (539 v. Chr.) toen de HEER de geest van deze Perzische vorst bewoog.

BELOOFD IS BELOOFD!  

Geldt dat gezegde ook voor God? Ja zeker! Als de HEERE iets belooft, dan doet Hij dat ook. Daarom mogen we Hem aan Zijn beloften houden en ernaar uitzien hoe Hij ze nakomt. Zo had de HERE beloofd dat Zijn volk na een periode van ballingschap in Babel zou terugkeren naar het land Israël (Jeremia 25:12; Jer. 29:10; Jes. 44:28; Jes. 45:1 en 13).

Yeshua noemt Daniël een profeet, dit in tegenstelling tot de Joden.

Matth. 24:15 Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, DE PROFEET, staande in de heilige plaats; (die [het] leest, die merke daarop!)

ook in geschrifte...... Deze boodschap is ook opgetekend in 2 Kronieken 36:22-23 en wordt bevestigd in hedendaagse documenten die zijn ontdekt door archeologen.

Ezra 1:2-4 Zo zegt Kores, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEERE, de God van de hemel, aan mij gegeven, en Hij is het Die mij heeft opgedragen om een huis voor Hem te bouwen in Jeruzalem, dat in Juda ligt. 3. Wie er onder u ook maar tot al Zijn volk behoort – zijn God zij met hem – laat hij optrekken naar Jeruzalem, dat in Juda ligt, en laat hij het huis van de HEERE, de God van Israël, bouwen; Hij is de God Die in Jeruzalem woont. 4. En ieder die achtergebleven is, uit alle plaatsen waar hij als vreemdeling verblijft, laten zijn plaatsgenoten hem helpen met zilver, met goud, met allerlei bezittingen en met vee, naast de vrijwillige gave voor het huis van God, Die in Jeruzalem woont.

Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEERE, de God van de hemel, aan mij gegeven...... Deze opmerkelijke erkenning van Gods hand op zijn leven houdt verband met de buitengewone profetieën over Kores in Jesaja 44:28 tot Jesaja 45:4. In deze profetie, die 200  jaar eerder werd opgetekend, wordt de naam Kores al genoemd en wordt hij 'de gezalfde' genoemd.. Hij vertegenwoordigde immers de zilveren armen en borst van het beeld waarover God aan Nebukadnezar, het gouden hoofd daarvan, door middel van een droom, de wereldrijken te kennen gaf (Daniël 2). 


BOODSCHAP VAN HET BOEK DANIËL

Het boek is de sleutel tot alle bijbelse profetie. Jezus’ rede op de Olijfberg (Mattheüs 24 en 25), 2 Thessalonicenzen 2 en het hele boek Openbaring kunnen alleen geduid worden in het licht van Daniëls profetieën.

De grote profetische thema’s van het NT: het optreden van de antichrist, de tijd van de grote beproeving, de wederkomst van de Messias, de tijden der heidenen, de wederopstanding en de oordelen worden alle behandeld in Daniël.

De voorzeggingen van Daniël als profeet zijn van immens belang en onmisbaar om de profetie van het Vernieuwde Testament te verstaan.

Ezechiël was een plm. 25-30 jaar jongere tijdgenoot van Jeremia. Hij was de profeet tussen Jeremia en Daniël, in dezelfde volgorde als die van hun geschriften in de Bijbel. Daniël ontdekte in de geschriften van Jeremia dat de duur van de ballingschap 70 jaar was en dat die tijd zo ongeveer verstreken was (Daniël 9:1-2; Jeremia 25:11; Jeremia 29:10). 

Daniël was tijdgenoot van de hogepriester Jozua en landvoogd Zerubbabel die de wederopbouw leidden. Zijn optreden omspant de tijd van Nebudkadnezar (606 v. Chr) tot Kores, (530 v. Chr.)

Daniël komt het alleszins toe om een profeet genoemd te worden.

Het boek is de sleutel tot alle bijbelse profetie. Jezus’ rede op de Olijfberg (Mattheüs 24 en 25), 2 Thessalonicenzen 2 en het hele boek Openbaring kunnen alleen geduid worden in het licht van Daniëls profetieën.

De grote profetische thema’s van het NT: het optreden van de Antichrist, de tijd van de grote beproeving, de wederkomst van de Messias, de tijden der heidenen, de wederopstanding en de oordelen worden alle behandeld in Daniël.


Die mij heeft opgedragen om een huis voor Hem te bouwen in Jeruzalem...... het decreet van Kores omvatte niet alleen de terugkeer van de Joden, maar ook de bouw van een tempel te Jeruzalem. 

Wie er onder u ook maar tot al Zijn volk behoort – zijn God zij met hem – laat hij optrekken naar Jeruzalem...... De boeken 1 en 2 Kronieken eindigen met deze prachtige en opmerkelijke aanmoediging om terug te keren en Jeruzalem te herbouwen. Zo maakte God het mogelijk voor Zijn volk om in alle vrijheid de gevangenschap van het balling-zijn te verlaten. Helaas besloot slechts een klein percentage terug te keren uit ballingschap, maar degenen die dat wel deden, hadden de aanmoediging nodig om te weten dat ze een waardevolle bijdrage leverden aan Gods werk. In schriftgedeelten, zoals Jesaja 10:22, beloofde God dat een overblijfsel uit ballingschap zou terugkeren - en het was slechts een overblijfsel.

Ezra 1:5-6 Toen stonden de familiehoofden van Juda en Benjamin, en de priesters en de Levieten op, allen bij wie God de geest had opgewekt om op te trekken om het huis van de HEERE te bouwen, Die in Jeruzalem woont. 6. En allen rondom hen ondersteunden hen met zilveren voorwerpen, met goud, met bezittingen, met vee en met kostbaarheden, naast alles wat vrijwillig gegeven was.

allen bij wie God de geest had opgewekt om op te trekken om het huis van de HEERE te bouwen...... hoewel het nog maar een minderheid was die gehoor gaf aan de oproep van Kores om terug te keren en de tempel te bouwen, was het wel een minderheid die zich door Gods Geest liet leiden. Het was ook niet zo gemakkelijk: een lange reis, een land dat verwoest lag en geen algemene voorzieningen had, vijandschap van vreemde bewoners. Genoemde stammen waren de stammen die naar Babel waren gevoerd.

van Juda en Benjamin, en de priesters en de Levieten.......

Onder de bevolking van Jeruzalem, bevonden zich vóór de ballingschap ook personen uit Efraïm en Manasse (1 Kron. 9:3). Tijdens de afgodische offerdienst die Jerobeam in het noordelijk rijk had ingesteld waren er getrouwe priesters en Levieten die daar niet aan mee wilden doen. Die zijn toen met hun gezinnen verhuisd naar Jeruzalem  2 Kronieken 11:13-17 en later in ballingschap gevoerd.

Maar nu keren ze terug. Onder hen de jonge Zacharia met zijn opa: priester Iddo. 

En allen rondom hen ondersteunden hen met zilveren voorwerpen, met goud, met bezittingen...... de achterblijvers en de Perzen die rondom hun woonden, stonden welwillend achter degenen die het avontuur durfden aan te gaan en werkten eraan mee door hen van kostbare geschenken te voorzien. In Zacharia 6:10 lezen over Cheldaï, Tobia en Jedaja die speciaal een reis hadden gemaakt om geschenken van de achtergebleven bevolking te brengen.

Ezra 1:7-11 Ook liet koning Kores de voorwerpen van het huis van de HEERE halen, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had gehaald en in het huis van zijn goden had geplaatst. 8. Kores, de koning van Perzië, liet ze halen door de dienst van Mithredath, de schatbewaarder, en die telde ze en droeg ze over aan Sesbazar, de vorst van Juda. 9. Dit zijn de aantallen ervan: dertig gouden schalen, duizend zilveren schalen, negenentwintig messen, 10. dertig gouden bekers, vierhonderdtien andere zilveren bekers; andere voorwerpen: duizend. 11. Het totaal van de voorwerpen van goud en zilver: vijfduizend vierhonderd. Sesbazar bracht dit alles mee, toen de ballingen van Babel naar Jeruzalem gebracht werden.

Ook liet koning Kores de voorwerpen van het huis van de HEERE halen, die Nebukadnezar uit Jeruzalem had gehaald......  Al die tempelschatten werden bij veroveringen naar de tempel van de afgoden van het overwinnende land gebracht, om hun god te eren voor de overwinning (2 Kronieken 36:18). Maar Kores zorgde uit eigen beweging dat deze voorwerpen terug gingen naar de plaats waar zij hoorden. Hij had de God van Israël leren kennen en dienen. 

hij droeg ze over aan Sesbazar, de vorst van Juda....... waarschijnlijk was Sesbazar de chaldese naam van Zerubbabel die als landvoogd over Juda was aangesteld. Hij was een nazaat van koning David.  De naam Zerubbabel komt van 'Zerua-Babel' en betekent 'gezaaid in Babylon'  en Sesbazar betekent 'vreugde in beproeving'. 

Dit zijn de aantallen ervan:........  Mithredath, de schatbewaarder moet alles weghalen en aan de Joden overhandigen, Alles was keurig geteld, geregistreerd en zorgvuldig behandeld en bewaard. 

Tenslotte:

De eerste ballingen zijn in 538 v.Chr. onder leiding van Zerubbabel en de hogepriester Jozua teruggekeerd. Met de herbouw van de tempel wordt werd in 536 v.Chr. begonnen, maar pas in 515 v.Chr. was de bouw voltooid.

Het gaat echter niet alleen om de terugkeer van het volk naar het land, maar ook om daar God echt te dienen naar de wet van Mozes. Dáárvoor spant Ezra zich in. Beslist geen gemakkelijke opgave! Bovendien wordt hij nog tegengewerkt ook. Maar toch zien we dat het hem lukt. Met Gods hulp, dat is de betekenis van zijn naam. 

Jur met aanvulling van Ida