English & other languages: click here!

Hosea 2 - Zonde, oordeel & herstel


Israël moet lijden om haar ontucht. Haar wettige Echtgenoot straft haar, Hij zal haar naakt te schande zetten, ze zal dorst lijden. Hij zal zich ook niet om haar kinderen bekommeren die uit hoererij geboren zijn. Toch wil Hij  haar daarna teruglokken. De hoer Israël nam in haar ontrouw de Baäl tot echtgenoot. Toch zal ze terugkeren tot haar man ('ishi' אִישִׁי = mijn man) en ze zal Baäl niet langer 'Baäli  בַּעְלִי =  mijn Baäl' noemen. Zo zal het land en de huwelijksrelatie hersteld worden. In het hoofdstuk zegt  YAHWEH 14 keer "Ik zal".  Allemaal profetieën van wat YAHWEH onderneemt om Zijn volk/vrouw terug te winnen.  In het eerste gedeelte meestal onplezierige maatregelen, maar daarna de beloftes van heil en herstel.


Hosea 2:1-3 Klaag uw moeder aan, klaag haar aan, want zij is Mijn vrouw niet en Ik ben haar Man niet. Laat zij haar hoererij van haar gezicht wegdoen, en haar overspel van tussen haar borsten. 2. Anders zal Ik haar naakt uitkleden, haar neerzetten als op haar geboortedag, haar maken als de woestijn, haar doen worden als een dor land en haar doen sterven van de dorst. 3. Ook over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij kinderen van de hoererijen zijn.

Klaag uw moeder aan, klaag haar aan..... hier zien we weer even het beeld van een rechtszaak, dat we wel vaker bij de profeten zien. God roept de kinderen op om hun moeder aan te klagen. Als je het beeld van Hosea en Gomer nu weer terugkoppelt naar de God van Israël, het volk Israël en het nageslacht, dan zou je je kunnen voorstellen dat kinderen de Vader de schuld geven van de verstrooiing. En dan zegt God: 'je moet het niet bij Mij zoeken, klaag je moeder (het volk waaruit je bent voortgekomen) maar aan'. Onder dat volk waren, veel valse profeten en leraars die voorgingen in de afgodendienst.  Ook onze tijd kent veel valse leraren (2 Petrus 2:1-4) ! We hebben Gods Geest nodig om dat te kunnen onderscheiden. 

want zij is Mijn vrouw niet en Ik ben haar Man niet.......... De Man tekent met boosheid de diep ongelukkige situatie van Zijn trouwverbintenis waaruit alle eer en respect voor Hem is teniet gedaan.  Dat is geen Man-vrouw relatie meer.

Laat zij haar hoererij van haar gezicht wegdoen........De hoererij straalt van het gezicht van Gomer (Israël) af. Het is in al die eeuwen niet verbeterd. Ook nu is Israël geïnfecteerd met heidens/ afgodische LGBT, ook wel LHBT bewegingen, gebeuren er abortussen op grote schaal en wordt een stad als Jeruzalem verontreinigd met Pride Parades. En ga er maar van uit dat dit voortkomt uit afgodendienst! Nee, misschien geen beelden, maar demonen hebben meer manieren om mensen aan hen te binden, zodat ze de Heilige van Israël niet kunnen dienen.  De wereld om hen heen is echter niet beter. Toch komt er eenmaal vanuit Israël een reine bruid.   

haar overspel van tussen haar borsten....... wat hier precies bedoeld wordt valt moeilijk te zeggen. Het gaat in ieder geval om een slecht gedrag, of verleidingstechnieken, waarvan ze gevraagd wordt dat weg te doen. Een oproep tot bekering dus.....

Anders zal Ik haar naakt uitkleden....... dat betekent diepe vernedering. Ze wordt te kijk gezet voor haar minnaars. Naakt zoals ze geboren werd en te trappelen lag in haar geboortebloed (Ezechiël 16).  Het is het beeld van het volk Israël en daarom gaat de vernedering ook over hun land. Israël zal zijn als een woestijn, dor en droog met gebrek aan drinkwater. Zulke tijden heeft Israël inderdaad gekend. God laat zich in Zijn straffen niet zo gauw leiden door medelijden. Hij weet dat zonde en kwaad moet worden uitgeroeid, anders gaat men voor eeuwig verloren. In het Vrederijk gaat Hij ook heersen met ijzeren roede, waarmee zondaars te maken krijgen. Zo zuivert Hij volk en land.

Ook over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen........  het is zielig voor die kinderen, maar de ouders hebben het er zelf naar gemaakt. Het is hun verantwoordelijkheid. Deze kinderen zijn niet van Hosea, ze zijn ook niet uit het Zaad van God geboren. Gods Woord noemt hen hoerenkinderen. Als zij zich niet bekeren vormen ze het rijk van satan dat voor eeuwig verworpen wordt. Ze zullen dan ook persoonlijk te maken krijgen met Gods oordeel.

Hosea 2:4 Want hun moeder heeft hoererij bedreven; zij die van hen zwanger is geweest, heeft zich schandelijk gedragen. Zij zegt immers: Ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank. 5. Daarom, zie, Ik ga uw weg met dorens omheinen, Ik zal haar met een muur omgeven, zodat zij haar paden niet zal kunnen vinden.

Zij zegt immers: Ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij mijn brood en mijn water....... in de tijd van Hosea was er welstand in Israël. Maar de Israëlieten meenden dat dit de zegen was van de Kanaänitsche baäls die ze dienden. Ze kwamen niets te kort. Alles wat er nodig was voor hun levensonderhoud werd hun in de schoot geworpen. Daarom bleven ze vasthouden aan die afgoden, die hier minnaars genoemd worden. Deze zogenaamde goden krijgen de eer die God toekomt.  Maar God geeft Zijn eer niet aan een ander! (Jesaja 42:8) Op dezelfde manier kunnen gelovigen in onze tijd hun politieke partij of de overheid prijzen, omdat we 'het zo goed hebben'. Dan blijken deze machtsinstituten onze afgoden te zijn. Het is overspel door ons vertrouwen in andere zogenaamde grootheden te stellen, of ze nu religieus zijn of politiek. Geef alleen God de eer!

zie, Ik ga uw weg met dorens omheinen, Ik zal haar met een muur omgeven....... YAHWEH gaat Zijn volk verhinderen om steeds naar die afgoden te lopen. Hij zal de paadjes die de vrouw Israël langs ging om bij haar minnaar te komen, versperren met doornstruiken.  Hij zal stenen opstapelen om een muur te vormen zodat ze niet meer bij haar baäls kan komen. Hij doet dat om haar tot bekering te doen komen, zodat Israël terugkeert tot haar wettige Man. Ook wij kunnen het soms erg lastig vinden als het lijkt of God deuren voor ons sluit. Maar wat Hij doet is bedoeld om ons op het goede pad van Zijn Woord te brengen. De muren en omheining met dorens zien  in eerste instantie op de komende belegering  en ballingschap, die de Israëlieten in hun bewegingsvrijheid ernstig zullen beperken.

Hosea 2:6 -8 Zij zal haar minnaars najagen, maar hen niet inhalen; hen zoeken, maar hen niet vinden. Dan zal zij zeggen: Ik ga, ik keer terug naar mijn vorige Man, want toen had ik het beter dan nu. 7. Zíj erkent echter niet dat Ik het ben Die haar gegeven heeft het koren, de nieuwe wijn en de olie, dat Ik het zilver en het goud voor haar vermeerderd heb, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben. 8. Daarom keer Ik terug en neem Ik Mijn koren weg op zijn tijd, en Mijn nieuwe wijn op de daarvoor vastgestelde tijd. Ik ruk Mijn wol en Mijn vlas weg, waarmee zij haar naaktheid moet bedekken.

Zij zal haar minnaars najagen, maar hen niet inhalen; hen zoeken, maar hen niet vinden........ Israël gaat merken dat er barricades in de weg gelegd worden. Of ze daarmee het handelen van God herkennen is de vraag.  Maar het heeft wel zijn uitwerking. 

Ik ga, ik keer terug naar mijn vorige Man, want toen had ik het beter dan nu........ het doet denken aan de 'verloren zoon'.  Ook hij kwam in een positie dat alles hem bij de handen afbrak. Hij besefte toen dat hij het bij zijn vader goed had gehad. Die verloren zoon is dezelfde, maar in een ander beeld, als vrouwe Israël, die in Gomer wordt uitgetekend.  We zullen begrijoen dat de woorden van "toen had ik het beter dan nu", wat betreft Gomer/Israël, nog geen echte bekering uitdrukken, hoogstens een aanzet daartoe.

Zíj erkent echter niet dat Ik het ben Die haar dat allemaal gegeven heeft: het koren, de nieuwe wijn en de olie........  Israël ziet nog niet dat God de Gever was van alles wat ze voor hun levensonderhoud nodig hadden. Zelfs het kostbare zilver en goud dat God hen gaf, hebben ze voor de baäls gebruikt. Hoe pijnlijk voor YAHWEH als hun wettige echtgenoot!

Ik keer terug en neem Mijn koren en Mijn nieuwe wijn weg op zijn tijd....... koren en wijn waren de belangrijkste producten in Israël. Feesten kunnen er niet meer worden gehouden met nieuwe wijn. Als het koren weggenomen wordt dan dreigt er hongersnood.  Als God dan ook nog Zijn wol en Zijn vlas weg neemt, dan kan Gomer/Israël haar naaktheid niet meer bedekken.

Hosea 2:9-12 Nu dan, Ik zal haar schaamte ontbloten voor de ogen van haar minnaars, en niemand zal haar uit Mijn hand redden. 10. Ik zal al haar vreugde doen ophouden, haar feesten, haar nieuwemaansdagen en haar sabbatten, ja, al haar feestdagen. 11. Ik zal haar wijnstok en haar vijgenboom verwoesten, waarvan zij zegt: Die vormen voor mij het hoerenloon dat mijn minnaars mij gegeven hebben. Maar Ik zal er een woud van maken en de dieren van het veld zullen ervan vreten. 12. Ik zal haar de dagen van de Baäls vergelden, waarop zij reukoffers aan hen bracht. Zij tooide zich met haar ring en haar halssieraad en ging achter haar minnaars aan, maar Mij vergeet zij, spreekt de HEERE.

Ik zal haar schaamte ontbloten voor de ogen van haar minnaars......   dit uiterst vernederende beeld van Israël wordt meerdere malen in de Bijbel genoemd:  Klaagl. 1:8; Jesaja 47:3; Ezechiël 16:39 en Ezechiël 23:29. Deze vernedering vindt plaats voor het oog van haar minnaars en die komen haar niet te hulp. Ook in onze tijd zal Israël tijdens zijn benauwdheid geen hulp kunnen verwachten van haar BONDgenoten, maar alleen van Hem, haar wettige echtgenoot, die eens met haar een verBOND had gesloten. 

Ik zal al haar vreugde doen ophouden, haar feesten, haar nieuwemaansdagen en haar sabbatten, ja, al haar feestdagen....... Het is duidelijk dat alles wijst op een moeilijke periode, waarin dingen ontzegd en afgenomen worden. Waarin Israël op zichzelf wordt terug geworpen. Het is een soort tuchtiging, het zijn disciplinaire handelingen van God! Toen ik een synagoge in Nederland bezocht legde een lid ervan veel dingen aan ons uit. Toen ik vroeg naar het nieuwemaansfeest dat er de vorige dag was, keek ze me verbaasd aan en zei het niet te kennen. Heel veel van die feesten zijn ook door vervolging, ballingschap in de vergetelheid gekomen. Maar dit gebeurde niet buiten God om. Het is Gods manier om hen tot nadenken te stemmen, tot bekering te brengen.

Ik zal haar wijnstok en haar vijgenboom verwoesten.......  ook de kostelijke Isrëlische vruchten kunnen niet meer geoogst worden als God de wijnstok en vijgenboom verwoest. Ze zagen deze vruchten als 'hoerenloon' voor hun toewijding aan de minnaars.

Maar Ik zal er een woud van maken en de dieren van het veld zullen ervan vreten...... de wijn- en boomgaarden zullen in verval komen als het volk in ballingschap gaat.  Het vruchtbare gebied verwildert en het wordt een plek waar allerlei dieren huizen en er hun voedsel zoeken. Dit is de vergelding  van de dagen dat Israël de baäls vereerden en reukoffers aan hen bracht. 

Zij tooide zich met haar ring en haar halssieraad en ging achter haar minnaars aan, maar Mij vergeet zij..... ze doste zich uit met ringen en andere versierselen en liep maar achter die minnaars aan. Maar voor YAHWEH was er geen aandacht.

Hosea 2:13-14 Daarom, zie, Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden, en naar haar hart spreken. 14. Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven, en het Dal van Achor tot een deur van hoop. Daar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd, als op de dag dat zij wegtrok uit het land Egypte.

Ikzelf ga haar lokken, haar de woestijn in leiden, en naar haar hart spreken...... God wil een nieuw begin maken met Israël. In Zijn liefde denkt Hij er aan terug hoe Hij hen vond als druiven in de woestijn, als vroege vijgen (Hosea 9:10). Hij zal haar opnieuw haar wijngaarden geven. Een symbool van vruchtbaarheid.

Het Dal van Achor zal zijn tot een deur van hoop..... het dal waar indertijd Achan Gods gebod overtrad  om niets van de buit te nemen ondat dit door de ban gewijd was. 

Ze hadden recent een wonderlijke overwinning op Jericho behaald, die hen moed en vertrouwen gegeven had. Maar nu moesten ze vluchten voor de vijand in Ai (Jozua 7). Het bleek dat Achan zich iets van de rijkdom van Jericho had toegeëigend en als straf moest hij met zijn gezin gestenigd worden en alles moest verbrand worden.  Het dal van Achor was in herinnering gebleven als het dal van de ellende.  Maar.... nu profeteert Hosea dat er in dit vreselijke dal een deur van hoop is. Het dal van Achor ligt op de Westelijke Jordaanoever, vermoedelijk in de omgeving van Jericho. Ook nu geen hoopvolle plek, maar een probleemgebied in de strijd tussen Israël en de Palestijnen.  

Maar die Deur...... die verwijst naar Yeshua, de Hoop voor Israël. Hij zal, vanuit de woestijn, de toegangspoort zijn naar het herstelde Vrederijk. Dan zal het Dal van Achor worden tot een rustplaats voor rundvee, voor Gods volk, dat Hem gezocht heeft (Jesaja 65:10).

Daar zal zij zingen als in de dagen van haar jeugd, als op de dag dat zij wegtrok uit het land Egypte......  en zingen, dat hebben ze gedaan bij de Rode Zee (Exodus 15:1 en 21)! Als Yeshua, als Koning der Koningen Zijn intrek in het Jeruzalem van het Vrederijk neemt, dan zingt men het Lied van Mozes opnieuw:

Openbaring 15:3 En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!

Hosea 2:15-19 Op die dag zal het gebeuren, spreekt de HEERE, dat u Mij zult noemen: mijn Man, en Mij niet meer zult noemen: mijn Baäl! 16. Dan zal Ik de namen van de Baäls uit haar mond wegdoen en aan hun namen zal niet meer gedacht worden. 17. Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld, met de vogels in de lucht en de kruipende dieren op de aarde. En boog, zwaard en strijd zal Ik van de aarde doen verdwijnen, en Ik zal hen onbezorgd doen neerliggen. 18. Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. 19. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen.

u zult Mij noemen: mijn Man, en zult Mij niet meer noemen: mijn Baäl.........!  Het woord 'baäl' betekent ook 'heer'. Als Israël zei 'mijn heer'. dan bedoelde ze niet de God van Israël, maar sprak ze de Baäl aan. 'Mijn heer' betekent ook 'mijn bezitter'.  Maar straks zal ze de intiemere titel gebruiken 'Mijn Man' ('ishi' אִישִׁי = mijn man) en dan bedoelt ze YAHWEH,  met Wie ze op de Sinaï een huwelijksverbond is aangegaan.  God verlangt naar die dag waarop de relatie met Zijn volk werkelijk zal worden hersteld. Hij wilde niets liever dan een intieme liefdesrelatie met Zijn aan Hem toegewijd volk. De Baäls zijn de afgoden (demonen) van de heidenvolken, die deze ‘meester-slaaf’-relatie met de mens willen. Maar bij YAHWEH is dat geheel anders; Hij wil een op liefde gebaseerde, op toewijding gebaseerde relatie met Zijn volk.

Ik zal de namen van de Baäls uit haar mond wegdoen en aan hun namen zal niet meer gedacht worden...... YAHWEH zal ervoor zorgen dat de vrouw niet meer naar de baäls taalt en dat ze de afgodennamen niet meer op haar lippen neemt. 

Ik zal voor hen een verbond sluiten op die dag met de dieren van het veld...... God zorgt ervoor dat de dieren van het veld geen bedreiging zijn, maar dat zij dienstbaar zijn aan Zijn volk.  Dat geldt ook voor de vogels en de kruipende dieren. Oorlog en strijd zal er niet meer zijn, want God doet boog, zwaard en strijd van de aarde verdwijnen. Wat heerlijk als de mens zo onbezorgd in harmonie met God en elkaar kan leven.  Israël zal weer een groot volk worden (Hosea 1:10).

Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen...... Israël is weer Gods Bruid tijdens het Vrederijk. YAHWEH verwerft Zijn bruid niet met geld of goederen zoals in Israël vaak betaald moesten worden aan de vader van de bruid, maar met geestelijke eigenschappen die de nieuwe relatie in stand zullen houden: gerechtigheid (צֶדֶק  tsedeq) de door God gestelde orde, waarin Hij Zijn volk beschermt en Israël Hem dient, recht (מִשְׁפָּט misjpat), het rechtsbestel dat aan de tsedeq beantwoordt Goedertierenheid (חֶסֶד hèsèd) de liefde die YAHWEH in Zijn trouwverbond met Israël zal bewijzen, ontferming    (רַחֲמִים rahamim), de liefderijke zorg, waarmee Hij Israël zal omringen,  en trouw of betrouwbaarheid (אֱמוּנָה emoenah), waardoor Israël zich te allen tijde op de HEERE zal kunnen verlaten. Door al deze goddelijke eigenschappen wordt Israël tot bruid geworven, als Gods ondertrouwde vrouw. levend naar Gods heilige wil, geopenbaard in Zijn Woord. Nadat aan het einde van het Vrederijk, de laatste korte oorlog is beëindigd (Openb. 20:7) en het oordeel voor de Witte troon ( (Openbaring 20:11) heeft plaatsgevonden, daalt het Nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21:9vv)  uit de hemel neer, en is God alles in allen (1 Korintiërs 15:28). Het huwelijk is voltrokken. Bij wie YAHWEH, de God van Israël, alles is in Zijn leven, die behoort tot de bruid, samen met Israël.  

Deze heilrijke verbintenis is gegrond op Gods genade. Gerechtigheid en goedertierenheid zijn dan voor altijd aan elkaar verbonden. Het volk zal met God in gemeenschap leven op grond van gerechtigheid, gebaseerd op het oordeel, en van goedertierenheid die op liefde berust.

Psalm 85:11-14 Goedertierenheid en trouw ontmoeten elkaar, gerechtigheid en vrede kussen elkaar. 12. Trouw komt op uit de aarde, gerechtigheid ziet uit de hemel neer. 13. Ook geeft de HEERE het goede, en geeft ons land zijn opbrengst. 14. Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht uit, Hij zet haar langs de weg waar Zijn voetstappen staan.

Hosea 2:20 Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren. Ik zal de hemel verhoren en die zal de aarde verhoren. 21. Dan zal de aarde het koren, de nieuwe wijn en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. 22. En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God!

Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren.......                           de uitdrukking 'op die dag' komen we veel tegen bij de profeten.  

Met deze uitdrukking wordt altijd de periode bedoeld van oordeel en herstel van dit wereldbestel. Degene die in de Bijbel 'de overste van deze wereld' wordt genoemd, namelijk satan, zal verslagen worden en het Koningschap zal overgaan op Yeshua de Zoon van God. Hij zal de aarde regeren vanuit Sion. Hij zal Jeruzalem nog verkiezen! (Zach. 2:12)

Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren........ De hemel en aarde worden Gods getuigen genoemd in Deuteronomium 30:19 in verband met de 'zegen en vloek' in dat hoofdstuk. Ze zijn blijkbaar ook getuigen van wat nodig is op aarde.God, de Schepper zorgt ervoor dat wat nodig is wordt verstrekt.                      “Ik zal verhoren.” Als dat gebeurt lijken de vensters van de hemel geopend te worden (Mal. 3:10) en wordt er zegen over Israël uitgegoten. Er komt een overvloed van koren, druiven en olijfolie.  

Heel  Gods natuur werkt samen tot heil van de schepselen, tot eer van God. Hierin wordt voor Israël benadrukt dat de HEER van de Schepping de regie heeft over regen en vruchtbaarheid van de aarde (Deut. 11:12-14) en niet de Kanaänitische baäl en de moedergodin die Israël in haar ongehoorzaamheid daarvoor de eer gaf. Het heeft alles te maken met gehoorzaamheid aan de Tora. Zie de hiervoor genoemde tekst. We moeten het in deze tijd van klimaathetze niet verwachten van onze politieke afgoden, zoals 'The Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)' die ook onze overheid van adviezen dient. 

die zullen Jizreël verhoren.......  Jizreël, wiens naam betekent 'God zaait/verstrooit,was natuurlijk gezien de echte zoon van Hosea. De (HEER van de) schepping merkt op wat Jizreël nodig heeft en voorziet hem en zijn hele familie in wat er nodig is.      

Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien........In plaats van Israël te verstrooien onder de volken, gaat God het nu zaaien (uitstrooien) in hun eigen land.

LO = לֹאniet of geen. Dit woordje (voorzetsel) stond voor de namen van de kinderen van Hosea en Gomer. Niet gezaaid, niet begenadigd, niet Mijn volk. Nu, met de verandering van Israël/Gomer, veranderen ook de negatieve betekenissen van de namen, in positieve zin! Ze zijn Gods kinderen, Zijn volk!! 

Ida