English & other languages: click here!

Jesaja 61 - Het jubeljaar van de verlossing

De Gezalfde van de HEERE kondigt verlossing voor Sion aan. Het gaat hierbij over de dienst van de Messias, zowel bij Zijn eerste komst als bij Zijn wederkomst. De eerste verzen van dit hoofdstuk zijn vooral bekend geworden door de wijze waarop Yeshua de Messias ze op zichzelf toepaste in Lukas 4:18-21. Er volgen prachtige beloften die hun vervulling krijgen nadat het oordeel over de aarde is gegaan, de satan gevangen genomen is en Yeshua Koning over deze aarde is. Dan is Gods Koninkrijk, het Vrederijk aangebroken. Het hoofdstuk eindigt met lofprijzing.

Jesaja 61:1a De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft

De Geest van YHWH is op Mij...... Jesaja heeft het hier niet over zijn roeping als profeet. Dat was in hoofdstuk 2 al beschreven.  Maar hij beseft hier des te meer dat Gods Geest hem iets nadrukkelijk duidelijk maakt. En inderdaad, in de loop van de tijd is het duidelijk geworden dat hij hier profetisch namens de Messias spreekt. De Messias kondigt vervolgens aan dat Hij gezegend en bekrachtigd is door de Geest met de woorden: 

Lukas 4:18 De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, 19. om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.

Dergelijke lofzangen door ondersteuning van de Geest komen ook voor Jes. 11:2Jes. 42:1Jes. 50:4-5Micha 3:8. In andere Bijbelgedeelten wordt dit in verband gebracht met de titel ‘de Knecht van de HEERE’.

omdat de HEERE Mij gezalfd heeft....... ook voor Jesaja is dit, tot zekere hoogte, een vereenzelviging met de Messias. Want de titel 'Messias'' betekent 'Gezalfde'. Het houdt in dat je voor een zekere taak geroepen bent voor God. Dat zien we ook bij 1 Samuel 2:10, we zien het zelfs bij Kores, de heidense koning van Perzië, maar die geroepen werd tot een door God geleide verlossingsdaad: "Zo zegt de HEERE tegen Zijn gezalfde (= messias), tegen Kores, die Ik vastgrijp bij zijn rechterhand....".

Jesaja 61:1b ….om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; 2. om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten; 3. om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken.

om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen......  In Mattheüs 11 beschrijft Yeshua Zichzelf als ‘zachtmoedig en nederig van hart’. Hij verlangt ernaar dat Zijn volgelingen, die strijden met zonde en lijden, Zijn hart leren kennen en rust vinden in Hem.  In Numeri 12:3 wordt van Mozes gezegd dat hij 'zeer zachtmoedig was, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren'. Het betekent niet dat je dan een watje bent, integendeel.  Hij stond standvastig midden in de strijd. Het betekent  dat Hij ten opzichte van de wil van God bijzonder ontvankelijk was. Hij beleefde toen al  “de smaad van Christus”, terwijl Christus nog helemaal niet was geopenbaard (Heb. 11:24-26). Voor hen die het karakter van Yeshua en Mozes hebben, die gehoorzaam zijn aan God, en daardoor deel hebben aan lijden en vervolging, voor hen heeft Yeshua een blijde boodschap. 

Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart........ dit slaat profetisch weer helemaal op Yeshua, hoewel ook deze boodschap van Jesaja troost en moed aan de oprechten van hart bracht.

om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten..... In de tijd van Jesaja waren er de ballingen die gevangen zaten in Babel. In alle tijden zijn er gevangenen in gevangenissen, maar ook hen die door slavernij, of om andere redenen door anderen geknecht worden. Ze kunnen zelfs door demonen gevangen zijn. Maar als het Vrederijk aanbreekt, het Jubeljaar, dan is er vrijlating voor allen. Ze zullen als kalveren die uit de winterstal komen, dartelen van vreugde. (Maleachi 4:2)

om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE...... met het 'jaar van het welbehagen van YHWH' is het 'jubeljaar' bedoeld, dat weer verwijst naar het komende Vrederijk. Dat rijk is Gods antwoord, het herstel op al het onrecht, de onderdrukking die heeft plaatsgevonden in een wereld die in zonde gevallen is.  In het jubeljaar had men in Israël al een voorproefje daarvan. Gevangenen kwamen vrij, slaven kwamen vrij, familiebezit werd weer teruggeven en van schulden werd men vrijgesproken. Het ligt voor de hand dat de vervulling van deze woorden door Yeshua werden uitgesproken in een jubeljaar en dat dit Koninkrijk/Vrederijk in principe toen had kunnen aanbreken, als Israël zijn Verlosser had aanvaard. Yeshua verbrak deze tekst na het uitspreken van deze woorden, want het was nog niet de tijd voor...... 

de dag van de wraak van onze God....... nee, de dag van de wraak zal er zijn bij de tweede komst van Yeshua. 

Dan zullen de volken gestraft worden die Israël hebben vervolgd. Het gaat om rechtvaardige vergelding!

 Maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade' (Zacharia 1:14). Die wraak werd al in 'het lied van Mozes' in de Tora geprofeteerd:

Deuteronomium 32:35-36 Aan Mij komt de wraak en de vergelding toe, op het tijdstip dat hun voet wankelt. Voorzeker, de dag van hun ondergang is dichtbij, en spoedig komen de dingen die hen te wachten staan. 36. Want de HEERE zal Zijn volk recht verschaffen, Hij zal berouw hebben over Zijn dienaren. Want Hij zal zien dat hun kracht is vergaan, en dat het met de gebondene en de vrije gedaan is.

om alle treurenden te troosten...... Israël beseft dat de zonde hen verdriet heeft gebracht. Wat hebben ze moeten lijden door hun vijanden. Maar de treurenden van Sion krijgen een prachtige belofte: In plaats van de as van rouw, geeft YHWH Zijn volk een hoofdsieraad. In plaats van de rouw geeft Hij Zijn volk de olie van vreugde. In plaats van de geest van benauwdheid geeft Hij Zijn volk een lofgewaad. Ze krijgen aanzien en eerherstel en de wereld zal hen gaan zien als sterke. solide eiken van gerechtigheid, door God geplant in de grond voor hen bestemd. In Jesaja 1:30 werd Israël nog vergeleken met een eik waarvan de bladeren verwelkten. Maar nu is alles ten goede gekeerd, dank zij het offer van Yeshua en zo is dit alles tot verheerlijking van YHWH! 

Jesaja 61:4-6 Zij zullen verwoeste plaatsen van weleer herbouwen, de woeste plaatsen van vroeger weer oprichten, de verwoeste steden vernieuwen, die verwoest lagen, van generatie op generatie. 5. Vreemden zullen klaarstaan en uw kudden weiden, vreemdelingen zullen uw akkerbouwers en uw wijnbouwers zijn. 6. Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God. U zult het vermogen van heidenvolken eten, u zult u beroemen in hun luister.

Zij zullen verwoeste plaatsen van weleer herbouwen...... dit werd ook in Jesaja 58:12 geprofeteerd. Een voorvervulling zien we in Nehemia die het tientallen jaren oude puin van de muren van Jeruzalem nam en de muren herbouwde. Maar we zien het ook in onze tijd.

Vreemden zullen klaarstaan en uw kudden weiden, vreemdelingen zullen uw akkerbouwers en uw wijnbouwers zijn...... we zien dat er uit allerlei volken de oprechte bereidheid is om het land weer te helpen opbouwen en de leefbaarheid te herstellen.

priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God...... ze zullen een volk van priesters zijn, zoals God hen al in de Tora daarvoor had bestemd (Exodus19:6 en later door Petrus herhaald: 1 Petrus 2:9). (vgl. ook Openb. 5:10; 20:6)  Gods volk heeft, onder de zalving van de Geest en de bediening van de Messias, een heilige bezigheid.

U zult het vermogen van heidenvolken eten..... Dit betekent dus dat  de rijkdom, het geld van de heidenen naar Jeruzalem komt. Het zal net zo zijn als toen Israël bevrijd werd uit Egypte. Toen kregen ze een enorme rijkdom mee als een vergoeding die Yahweh geregeld had  ter compensatie van hun slavendienst (Exodus 12:35). Dit zijn zegeningen zoals die passen in de opsomming van zegen en vloek. Zo zal Israël zich beroemen in hun luister.

Jesaja 61:7 In plaats van uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel. Daarom zullen zij in hun land het dubbele in erfelijk bezit hebben, zij zullen eeuwige blijdschap hebben.

In plaats van uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel......  dit doet denken aan Jesaja 40:2..... dat zij uit de hand van de HEERE het dubbele ontvangen heeft voor al haar zonden, dat was dubbele schaamte, maar nu is alles verzoend. Zie ook Zacharia 9:12. Het land is eindelijk in de geprofeteerde omvang in hun bezit, zij zullen eeuwige blijdschap hebben, die niemand hen kan ontnemen!  

Jesaja 61:8-9 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat roof bij het brandoffer, en Ik zal geven dat hun werk in waarheid zal zijn en Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten. 9. Hun nageslacht zal onder de heidenvolken bekend worden, en hun nakomelingen te midden van de volken. Allen die hen zien, zullen erkennen dat zij een nageslacht zijn dat de HEERE heeft gezegend.

Want Ik, de HEERE, heb het recht lief........ God zal naar recht handelen. Gods kinderen zullen hun dubbele erfdeel (vers 7) in bezit krijgen. Dit geldt profetisch voor hen die het Vrederijk zullen bewonen. 

Ik haat roof bij het brandoffer......  het land was geroofd, zodat er geen brandoffers meer gebracht konden worden. Ze zullen in het Vrederijk weer gebracht worden (Ezechiël 40:38-39 en 42 en volgende hoofdstukken). 

Hun nageslacht zal onder de heidenvolken bekend worden... Als we in de Tora terugbladeren naar de instelling van het jubeljaar, dan zien we daar een dergelijke belofte, die volkomen in vervulling gaat in het Vrederijk (Deut. 15:6). Maar we komen dat ook als 'zegen' tegen bij de 'zegen en de vloek'. (Deut. 28:12-13).

en hun nakomelingen te midden van de volken...... In het oude plaatjesschrift stond hierbij een tekentje dat een zegenende hand uitbeeldt.  De uitleg die ik las is als volgt:

In het verband gaat het om een zegenende hand van gezag, aanbid­ding in vreugde, van de nakomelingen, om precies te zijn 'zaad'. Ik interpreteer dat zo: dat degenen die door het zaad van Abraham gezegend worden, tot vreugdevolle aanbidding van YHWH komen. Zo zullen de volken zien: dat zij zaad zijn dat de HEERE heeft gezegend.

(In de Sinaï woestijn ontstond het Proto-Sinaïtisch alfabet)

10-11 Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden. 11. Want zoals de aarde haar gewas voortbrengt, en zoals een tuin het daarin gezaaide doet opkomen, zo zal de Heere HEERE gerechtigheid doen opkomen en lof voor alle volken.

Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God....... de vreugde van de gezegende ligt niet in de zegen zelf, maar in de HEER. Dit is dezelfde gedachte die we vinden in Filippenzen 4:4, waar de apostel Paulus schreef: "Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u".
Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan...... dit kunnen de gelovigen zingen als Gods Koninkrijk op aarde aanbreekt. We verlangen ernaar daarmee overkleed te worden zegt Paulus:

2 Korinthe 5:2-4 Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden, 3. als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevonden worden. 4. Want ook wij, die in deze tent zijn, zuchten terwijl we het zwaar te verduren hebben; wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt verslonden.

en Yeshua zei:

In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Ik ga heen om u plaats te bereiden (Johannes 14:2)

We zien dus dat de woning voor ons die bij God in het Vaderhuis is, ons verheerlijkte lichaam is. Een verblijf in de hemel is niet Bijbels te onderbouwen. Wel zegt Gods Woord dat de gelovige met Christus is (Filippenzen 1:23). De mens is voor de aarde geschapen (Psalm 115:16). Een hiernamaals in de hemel is nog een erfenis van de Griekse afgodendienst.

In Job 29:14 lezen we dat Job zich bekleedde met gerechtigheid. Eigenlijk spreekt Jesaja in deze lofprijzing nog steeds in de naam van de komende Messias. In Jesaja 59:17 spreekt YHWH ook over het 'zich bekleden', maar nu kleedt Hij zich aan voor het oordeel en om wraak te nemen op de overmoedige volken die meehielpen ten kwade voor Israël (Zacharia 1:14).

Jesaja 59:17 Want Hij trok de gerechtigheid aan als een harnas en zette de helm van het heil op Zijn hoofd. Het gewaad van de wraak trok Hij aan als kleding en Hij hulde zich in de na-ijver als mantel.

zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad....... dat hoofdsieraad werd beloofd aan het treurende Sion in vers 3 en wordt hier als de vervulling weergegeven. Met dat hoofdsieraad wordt de tulband (p 'er  פְאֵר) bedoeld die door de hogepriester gedragen wordt. Dat woord wordt ook in Exodus 39:28 en Ezechiël 44:18 gebruikt. Het is echt een Koninkrijk van priesters.

zoals een bruid zich tooit met haar sieraden...... over een bruid wordt meestal uitvoerig verslag gedaan. Maar hier lezen we alleen dat ze zich tooit met haar sieraden. Ze zal er vast en zeker oogverblindend uit zien als uiting van haar innerlijke vreugde om haar bruidegom. Het lijkt alsof bruidegom en bruid zichzelf bekleden, maar het woordje 'zoals' verwijst terug naar de HEERE die bruidegom en bruid heeft bekleed. 
zoals de aarde haar gewas voortbrengt, en zoals een tuin het daarin gezaaide doet opkomen......  Zoals het lijkt dat de aarde haar gewas voortbrengt en alsof de tuin ervoor zorgt dat het in haar gezaaide uitspruit, we weten dat het de HEERE is die de wasdom geeft. Paulus zegt in 1 Kor. 3:6 "ik heb geplant.... maar God gaf de wasdom." en "zij zullen een stekje zijn, door Mij geplant, een werk van Mijn handen, opdat Ik verheerlijkt zal worden" (Jesaja 60:21b) Zo zal “YAHWEH” ervoor zorgen dat 'gerechtigheid' en 'lof' tot uitbarsting zullen komen tegenover alle volken. God veroorzaakt de ontkieming van het Zaad.

De Knecht van de HEERE in Jesaja 53:10b Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij zaad zien!   Niet even. Maar eeuwig. Jesaja mag het al zien: Hij die vernederd is, wordt daarom verhoogd. Hij is dood geweest maar zal leven. Hij verheugt Zich in de vruchten van dat schuldoffer. Hij brengt ze tot die ene kudde. Weet je waaarom er dan eeuwig leven is? Omdat Gods Zaad in de nieuwe mens is.

Wat is dan dat zaad? Dat lezen we in 1 Petrus 1:23:

Ida