English & other languages: click here!

Zefanja 2 - Gods oordeel over de volken

Zefanja kondigt het oordeel van YHWH aan over de volken die Israël omringen: de Filistijnen, Ammonieten, Moabieten, Ethiopiërs en Assyriërs. Het was niet Zefanja’s bedoeling met de beschrijving van de naderende oordelen de mensen tot wanhoop te drijven, maar om hen naar God te drijven door te breken met de zonden. Het doel is bekering, zolang er nog tijd is.

Zefanja 2:1-2 Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen, 2. voordat het besluit het licht ziet – een dag gaat als kaf voorbij – voordat over u komt de brandende toorn van de HEERE, voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE.

Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen....... over dit vers bestaat enigszins verwarring voor wat betreft de vertaling. De King James vertaalt dat Juda een vergadering moet houden, de SV en de HSV beperken het tot 'onderzoek uzelf', de Naardense Bijbelvertaling vertaalt: "Sprokkelt uzelf bijeen, sprokkelt,- schaamteloos volk". In het  Hebreeuws gaat het om het 'verzamelen van qashash (stoppels)'.  Het lijkt me meer in de trant van wat wij wel eens zeggen 'raap jezelf bij elkaar'

Maar de geestelijke betekenis is duidelijk: Gods volk moet eerlijk naar zichzelf kijken en zich bekeren!  

Onderzoek uzelf nauwkeurig...... volk zonder verlangen........ Er is sprake van ongeïnteresseerdheid. Hun houding is zo ongeveer 'we zien het wel.....". Je hoort het onder ons ook: "de één zegt dit en de ander zegt dat......". 

voordat het besluit het licht ziet...... voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE....... ze hebben nu nog de tijd en de gelegenheid om tot bekering te komen, maar ze moeten wel haast maken! De tijd tot het oordeel vliegt voorbij, net als kaf dat wegstuift voor de wind.  

Zefanja 2:3 Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE.

Na alles wat gezegd is in hoofdstuk 1, zien we in de verzen 1 t/m 3 van hoofdstuk 2 dat God toch nog steeds een kans tot ontkoming biedt. Bij Hem is er altijd een uitweg! Hij waarschuwt keer op keer voordat Hij gaat straffen. De uitweg is inkeer (bekering). God wil de eerste plaats in het leven van Zijn volk, maar ook in ons, die medehuisgenoten van hen zijn. Zie je dat er in deze tekst drie keer het woord "zoek" staat? Zoek YHWH, zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid!

De zachtmoedigen die gerechtigheid en recht zoeken worden gespaard. Zoekt en gij zult vinden! (Mattheüs 7:7) Het is de rest, waarover in dit hoofdstuk gesproken wordt. Een bedroevend klein aantal blijft steeds weer over na een oordeel. Het hart van een mens zit vol egoïsme en gemakzucht als het om Gods regels gaat. Toch zal Israël, met zijn metgezellen (Ezechiël 37:16 en 19), uiteindelijk een schare worden die niemand kan tellen! (Openbaring 7:9). Deze schare is gevormd door alle eeuwen heen. Maar dit wordt pas werkelijkheid als Yeshua als Koning heerst vanuit Sion:

Psalm 110:2-3 De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion en zegt: Heers te midden van Uw vijanden. 3. Uw volk is zeer gewillig op de dag van Uw kracht, getooid met heilig sieraad; uit de baarmoeder van de dageraad is voor U de dauw van Uw jeugd.

misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE........ 

Deze nederige, zachtmoedige mensen die Gods wet gehoorzamen, worden opgeroepen om God ernstig te zoeken. Het is Gods gerechtigheid en zachtmoedigheid in de mens, die bescherming biedt op de dag van Gods toorn. (De naam Zefanja betekent 'God beschermt'.) 
Dan is er een uitweg om aan Gods verschrikkelijke toorn te ontkomen. De kwade Dag zal zeker komen, maar wie zijn hoop vestigt op YAHWEH, wil Hij laten schuilen in zijn hut.

Zefanja 2:4-7 Want Gaza zal verlaten worden en Askelon tot woestenij zijn; Asdod, midden op de dag zal men het verdrijven, en Ekron zal ontworteld worden. 5. Wee u, bewoners van het gebied aan de zee, volk van Kretenzers! Het woord van de HEERE is tegen u, Kanaän, land van de Filistijnen! Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is. 6. Het gebied aan de zee zal worden tot weiden met putten voor herders en kooien voor kleinvee. 7. En het gebied zal zijn voor het overblijfsel van het huis van Juda, zodat zij daarin zullen weiden. 's Avonds zullen zij in de huizen van Askelon neerliggen, want de HEERE, hun God, zal naar hen omzien en een omkeer in hun gevangenschap brengen.

Want Gaza zal verlaten worden en Askelon tot woestenij zijn....... Het oordeel over de Filistijnen wordt aangekondigd zonder opgaaf van redenen. Het oordeel zal komen tegen een onberouwvol Juda, maar het zal ook komen tegen de heidense naties die aan Juda grenzen.

Wee u, bewoners van het gebied aan de zee, volk van Kretenzers.......! De naam Kretenzen verwijst naar de Filistijnen, die, volgens bronnen, zeerovers waren en oorspronkelijk van het eiland Kreta kwamen. Zij hadden zich in Kanaän gevestigd. God belooft de steden van de Filistijnen te vernietigen en hun land als weiland te geven. Tot nu toe is Gaza nog niet verlaten en is een voortdurende bedreiging voor Israël. Maar het wordt anders......  De Filistijnen van vandaag zijn Arabieren uit verschillende landen, maar ze noemen zich naar het oude wrede volk van de Filistijnen. De Bijbel heeft het dan ook over bastaard-Filistijnen: 

Zacharia 9:5-6 Askelon zal het zien en bevreesd zijn, evenals Gaza, en het zal hevig beven, ook Ekron, omdat zijn verwachting wordt beschaamd. De koning zal uit Gaza verdwijnen en Askelon zal onbewoond zijn. 6. De bastaard zal in Asdod wonen; Ik zal de trots van de Filistijnen uitroeien.

aan het overblijfsel van het huis van Juda, zodat zij daarin zullen weiden........ er zal een overblijfsel zijn van het huis van Juda. Dat overblijfsel is in de profetieën altijd het deel van Gods volk dat op de HERE is blijven vertrouwen. Voor hen zal God genadig zijn en Hij zal hun een goede toekomst geven.

's Avonds zullen zij in de huizen van Askelon neerliggen...... Askelon behoort in deze tijd al tot het land Israël. Dit is dus een belofte die al vervuld is.

Zefanja 2:8 Ik heb de smadelijke woorden van Moab gehoord en de beschimping door de Ammonieten, waarmee zij Mijn volk gesmaad hebben, zich verheven hebben tegen hun gebied. 9. Daarom, zo waar Ik leef, spreekt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Voorzeker, Moab zal als Sodom worden en de Ammonieten als Gomorra: een distelveld, een zoutgroeve en een woestenij tot in eeuwigheid! De rest van Mijn volk zal hen plunderen, het overblijfsel van Mijn volk zal hen in erfelijk bezit nemen. 10. Dit overkomt hun vanwege hun trots, omdat zij zich al honend verheven hebben tegen het volk van de HEERE van de legermachten. 11. Ontzagwekkend zal de HEERE voor hen zijn, want Hij zal alle goden van de aarde doen verschrompelen. Alle kustlanden van de heidenvolken zullen zich voor Hem neerbuigen, ieder vanuit zijn eigen woonplaats.

Ik heb de smadelijke woorden van Moab gehoord en de beschimping door de Ammonieten............

De Moabieten en Ammonieten zijn volken ten oosten van Israël (zie plaatje). God noemt bij het oordeel over Moab en Ammon wèl een reden: ze hebben leedvermaak gehad toen het slecht ging met het volk van God. Zij spotten met Gods volk. Ze scheppen op dat ze het land Kanaän zullen veroveren. De HEERE zal daarom met hen afrekenen. Soms straft God zijn volk, maar dat doet Hem pijn in zijn Vaderhart. Hij kan het niet hebben als anderen dan wreed leedvermaak hebben om Zijn volk.

Voorzeker, Moab zal als Sodom worden en de Ammonieten als Gomorra........

De HEERE zweert dat Moab en Ammon zullen worden verwoest, net zo als vroeger Sodom en Gomorra. Het land zal tot een distelveld en zoutgroeve worden. Waar zout is, is geen landbouw meer mogelijk. Het volk dat er nog leeft zal dus van honger sterven. De totale verwoesting is Gods wraak voor het trotse gedrag van Moab en Ammon (het nageslacht van Lot). Uiteindelijk wordt het erfelijk bezit van Israël.

Ontzagwekkend zal de HEERE voor hen zijn, want Hij zal alle goden van de aarde doen verschrompelen..... God verheerlijkt Zichzelf onder de volken, door de afgoden van de naties te vernederen. Allen zouden zien dat hun afgoden van geen nut zijn en dat YAHWEH alleen God is.

Zefanja 2:12-13a Ook u, Cusjieten! Gevallen door Mijn zwaard zijn zij! 13. Hij zal ook Zijn hand uitstrekken tegen het noorden en Assyrië doen ondergaan.

Ook u, Cusjieten! Gevallen door Mijn zwaard zijn zij...................! Ook Ethiopië wordt gestraft. Met “Mijn zwaard” wordt Nebukadnezar bedoeld, die als een zwaard in de hand van de HEERE voor Zijn volk wordt gebruikt (Jeremia 46:10).

Hij zal ook Zijn hand uitstrekken tegen het noorden en Assyrië doen ondergaan........ God zal Zijn zwaard ook opheffen tegen Assyrië, (op bovenstaand plaatje 'Aram') een machtig rijk ten noordoosten van Israël. De Assyriërs waren wrede overheersers. Ze hebben ruim een eeuw over het oude Nabije Oosten geregeerd. Kleine staten zoals Israël hadden zij aan zich onderworpen.

Zefanja 2:13b-15 Hij zal Ninevé tot een woestenij maken, dor als een woestijn. 14. In het midden ervan zullen kudden neerliggen, allerlei in groepen levende dieren. Zowel kauw als nachtuil zal op zijn kapitelen overnachten. Een stem zal door het venster zingen, puin zal op de drempel liggen, want het cederwerk is blootgelegd. 15. Dit is de uitgelaten stad, die zo onbezorgd woonde, die in haar hart zei: Ik en verder niemand. Hoe is zij tot een woestenij geworden, een rustplaats voor de wilde dieren! Ieder die erdoorheen trekt, sist van afschuw en gebaart met zijn hand.

Hij zal Ninevé tot een woestenij maken, dor als een woestijn

Assur, de grootmacht van die tijd met de hoofdstad Ninevé, leek zo onoverwinnelijk.

Dit is de uitgelaten stad, die zo onbezorgd woonde..... God zou  van al die pracht en praal niets overlaten. De brengers van de cultuur gaan met hun cultuurschatten te gronde.  Het was het dominerende wereldrijk in die tijd.

Zefanja laat ons niet weten waarom deze stad ten onder moest gaan. Misschien omdat Nahum daarover al uitgebreid had geprofeteerd. Hier zijn ook Jaïr-artikelen aan gewijd.

In 612 v.Chr. onderging de Assyrische stad Ninevé een gezamenlijke aanval van Babyloniërs, Mediërs en Scythen. Met de moed der wanhoop trachtten de Assyriërs nog tot het uiterste stand te houden in de stad Haran, waarnaar ze hun hoofdstad hadden verplaatst. Ook Haran werd door de Scythische troepen veroverd, waarmee de profetie van Zefanja in vervulling ging. Daarna verschoof de wereldpolitiek. God had het wereldbestuur overgedragen aan Nebukadnezar, de koning van Babel, (door God het 'Gouden Hoofd' genoemd), zoals geprofeteerd werd door Daniël (Daniël 2:38). 

Maar eenmaal zal het wereldbestuur in handen zijn van de Koning der Koningen: Yeshua, als Hij zijn machtige scepter strekt uit Sion. (Psalm 110:2) 

Jur & Ida