To translate this page into different languages, click here!

Verbanden tussen Exodus en Leviticus

Bij het bestuderen van Leviticus komen we veel geboden tegen die ook in het boek Exodus worden vermeld. Als we deze beide gedeelten samenvoegen, ontdekken we een bijzondere structuur die in Gods Woord is opgebouwd. Dat is duidelijk te zien in onderstaande chiastische structuur, waarbij de centrale as ons bepaalt bij Gods heilige tegenwoordigheid (In de Talmoed de Shechinah genoemd). Een immense heiligheid waarvan God ons wil doordringen.
De heilige aanwezigheid van YHWH verdween aan het einde van het koningschap van Zedekia, tijdens de derde belegering van koning Nebukadnezar, waarmee in het jaar 586 voor Chr. de ballingschap werd afgerond en de tempel werd verwoest. 

Er was geen volk meer in wiens midden God kon wonen.

De zegen en vloek waarmee dit gedeelte begint en eindigt heeft zijn uitwerking gekregen. Eenmaal in het Vrederijk zal de zegen ervan zichtbaar worden. Hieronder een schema van de verbanden tussen Leviticus en Exodus:

A) zegen en vloek i.v.m. gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid – Leviticus 26:3-35
B) Eerste drie van de tien geboden – Leviticus 26:1-2
C) Sabbatsjaar en Jubeljaar – Leviticus 25:1-55
D) Godslasteraar/Instructies tussen mens en medemens – Leviticus 24:10 -23
E) de Menora en de toonbroden – Leviticus 24: 1-9
F) de vastgestelde feestdagen (Mo’edim) incl. Sabbat – Leviticus 23
G) dieren geschikt om te offeren – Leviticus 1-5
H) Heiligheid onder de priesters – Leviticus 21
I) Gods tegenwoordigheid (wolk) en vereisten van Heiligheid
Exodus 33:9-10 en 40:34-38 Leviticus 8:23-24
H) Heiligheid onder de priesters – Leviticus 6-8
G) dieren geschikt om te offeren – Leviticus 22
F) de vastgestelde feestdagen (Mo’adim) incl. Sabbat – Ex.31:12-17 en 35:2-3
E) de Menora en de toonbroden – Exodus 27:20-21 en Exodus 25:30
D) Godslasteraar/Instructies tussen mens en medemens - Exodus 21:12 en 23-25
C) Sabbatsjaar en Jubeljaar – Exodus 23:10-11
B) Eerste drie van de tien geboden – Exodus 20:1-11
A) zegen en vloek i.v.m. gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid – Exodus 19:5-6

 

De wolk, het teken van Gods heerlijkheid en aanwezigheid, die op de Sinaï zichtbaar was bij de verbondssluiting. Toen de tabernakel gereed was, overdekte deze wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de YHWH vervulde de tabernakel. Tijdens de woestijnreis was de aanwezigheid van God duidelijk zichtbaar in de wolkkolom overdag en in de vuurzuil ’s nachts. Zo begeleidde God Zijn volk Israël op de reis naar het beloofde land. Later in de Tempel was de heerlijkheid van God in de vorm van een wolk aanwezig, dit wordt beschreven in 1 Kon. 8:10 en 11

 

Het zijn de zonden die scheiding maken tussen God en de mens. God verdraagt geen zonden, vanwege Zijn heiligheid. Ezechiël 11 vertelt ons dat de aanwezigheid van God verdween uit de tempel, maar in hoofdstuk 43 lezen we hoe de wolk zal terugkeren in de tempel tijdens het duizendjarig Vrederijk.

 

Ook Jesaja 4 profeteert over die tijd en de beschrijving van de heerlijkheid van God die komt overeen met de wolkkolom die Israël in de woestijn begeleidde:

 

2 Op die dag zal de SPRUIT van de HEERE tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot glorie en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn.
3 Dan zal het gebeuren dat wie in Sion overgebleven is, en wie in Jeruzalem overgelaten is, heilig genoemd zal worden, een ieder die in Jeruzalem ten leven opgeschreven is.
4 Wanneer de Heere de vuilheid van de dochters van Sion afgewassen zal hebben en de vele bloedschuld van Jeruzalem uit het midden ervan weggespoeld zal hebben door de Geest van oordeel en door de Geest van uitbranding,
5 dan zal de HEERE over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en 's nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn.
6 Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen.

Deze wolk was ook aanwezig bij de verheerlijking op de berg, waarbij God van Yesua/Jezus sprak:

Markus 8: 7 En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en uit de wolk kwam een stem, die zei:

                                                     DIT IS MIJN GELIEFDE ZOON, LUISTER NAAR HEM!

 

De heilige wolk verscheen eveneens bij de hemelvaart. Yeshua werd opgenomen in de goddelijke heerlijkheid van deze verschijning van God, waarbij God door middel van engelen sprak:


waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. (Hand. 1:11)

Die terugkomst staat beschreven in 1 Thess. 4.
Al de voorschriften in Exodus en Leviticus bepalen ons bij de ontzaggelijke heiligheid van God. Om Hem te naderen moesten allerlei voorschriften in acht worden genomen anders zou men sterven. God is nog net zo heilig als toen, laten we dat goed beseffen. Het is alleen door het kruisoffer van Zijn Zoon Yeshua/Jezus dat we Hem mogen naderen, maar wel bewust van Zijn Heiligheid.

De zegen en de vloek, waartussen al de geboden zijn ingeklemd, zal zijn volledige uitwerking krijgen als Yeshua komt om te oordelen.  Die tijd is dichtbij. Vandaag kwam er een regel van een psalm die ik vroeger nog gezongen heb, in mijn gedachten: "Zo zij ontheiligen, wat Ik heb voorgeschreven, Dan mogen zij gewis voor Mijne straffen beven." Het is een regel uit Psalm 89.  Zo gaat het ook in zijn werk. God vraagt gehoorzaamheid en wil dan ook graag Zijn zegen geven aan Zijn volk. Maar worden ze ongehoorzaam, zie bijvoorbeeld 
Richteren 2:11 Toen deden de Israëlieten wat slecht was in de ogen van de HEERE en zij dienden de Baäls.
Gods reactie is dan de vloek:
Richteren 2:14,15. Toen ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël en Hij gaf hen over in de hand van plunderaars, die hen plunderden. Hij leverde hen over in de hand van hun vijanden van rondom, zodat zij niet meer konden standhouden tegen hun vijanden. Overal waarheen zij uittrokken, was de hand van de HEERE tegen hen, ten kwade, zoals de HEERE gesproken en zoals de HEERE hun gezworen had. Zij kwamen zeer in het nauw.

Als de Israëlieten zich bekeerden nam Hij de vloek weg. Je zou het dus ook gewoon straf kunnen noemen waarmee God tot doel had het volk op het goede pad te leiden, zodat de mensen uiteindelijk niet verloren zouden gaan, want dan treedt de vloek wel in werking. 
Het onderwerp "zegen en vloek" wordt behandeld in de studie over Leviticus 26. Ook in deze eindtijd zal de vloek over de wereld komen, want de wereld stoort zich niet aan de woorden van God.  We ondervinden het al aan de ontwikkelingen van onze tijd. Straks is de tijd van genade voorbij. Nu kan men nog, zolang als het duurt, zich bekeren en de toevlucht nemen tot Hem: Yeshua die de vloek voor ons op zich heeft genomen.  Maar wie zijn eigen wil blijft volgen zal niet ontkomen aan de vloek en met het antichristelijk rijk ten onder gaan. 

Voor wie zich bekeert en opnieuw geboren wordt, is er de belofte:

Psalm 65:8

Welzalig is hij die U verkiest en doet naderen,
die mag wonen in Uw voorhoven;
wij worden verzadigd met het goede van Uw huis,
met het heilige van Uw paleis.

We mogen wonen in de voorhoven. We weten dat de voorhof de plek was van tabernakel en tempel waar ook de gewone man mocht komen. Daar werden de zondoffers gebracht, maar ook de dankoffers. Daar zijn we dicht bij de plek waar de Heiligheid van YHWH aanwezig zal zijn. We zullen van vreugde opspringen en verzadigd zijn van Hem, de Bron van zegeningen. 

Psalm 17:15

Ik echter zal in gerechtigheid Uw aangezicht aanschouwen;
ik zal, wanneer ik ontwaak, verzadigd worden met Uw beeld.

Ida