To translate this website in different languages click here.

Psalm 2 de antichrist in de psalmen

Psalm 2 geeft ons een kort maar levendig beeld van datgene wat aan het einde van de grote verdrukking zal plaatsvinden. Hoewel de antichrist niet direct wordt genoemd, onthult het licht dat andere Bijbelgedeelten erop werpen de gruwelijke eigenschappen van degene die de rebellie leidt, die in deze psalm wordt beschreven. Deze tweede psalm is profetisch van aard en zoals dat vaker voorkomt, kunnen profetieën meerdere malen vervuld worden.

"Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde: Laten wij Hun banden verscheuren.” (Psalm 2: 1-3)

We zien hier een satanisch complot van de koningen en machthebbers tegen de HEERE en Zijn Gezalfde, d.w.z. Gods Zoon Yeshua. Iets wat de tijden door zich steeds meer ontwikkelt naar de finale in de eindtijd. Een deel van deze passage wordt gevonden in Handelingen 4, maar het is opvallend om op te merken waar het citaat ophoudt.

Handelingen 4: 25 en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is? 26 De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde.

Petrus en Johannes waren voor het sanhedrin van Israël voorgeleid, omdat zij in de naam van Yeshua een man die vanaf de moederschoot verlamd was, hadden genezen. De apostelen hadden zich moedig en getrouw verdedigd en mochten na vermaning en bedreiging naar hun eigen geloofsgenoten terugkeren. Toen ze daar hun verhaal verteld hadden, gebeurde het dat:

“zij eensgezind hun stem tot God verhieven en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn. en Die bij monde van David, Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat inhoudsloos is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde.” (Handelingen 4: 24-26)

Zoals je ziet citeerden ze alleen de eerste twee verzen van Psalm 2. Ze zeiden niet dat dit nu "vervuld" was. Wat zij wel zeiden was:

"Want, in waarheid, tegen Uw heilig Kind Jezus, Die U gezalfd hebt, zijn Herodes en Pontius Pilatus samen met de heidenen en de volken van Israël bijeengekomen, om alles te doen wat Uw hand en Uw raadsbesluit van tevoren bepaald had dat er gebeuren zou.” Handelingen 4:27 en 28.

Door het rechtsgeding en het verhoor van Yeshua bij de Joodse en heidense autoriteiten had deze profetie door David een gedeeltelijke vervulling gekregen, maar wat daarna in het middelste gedeelte van Psalm 2 is geprofeteerd, moet nog in vervulling gaan. Dat zal plaatsvinden vlak voor de tijd dat Yeshua als “Koning” terugkeert naar de aarde.

Dan vindt plaats wat de Vader in Psalm 2:8 tot de Zoon zegt:

“Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven.” Met andere woorden, het is net voor het begin van het Duizendjarig rijk, namelijk aan het einde van de periode van de grote verdrukking.

Openbaring 16: 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.

Openbaring 19: 19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.

Als we deze tweede psalm herlezen in het licht van Openbaring 16:14 en Openbaring 19:19, zien we dat het de laatste handeling uitbeeldt in het indrukwekkende provocerende masterplan van de laatste grote machthebber. Het is een daad van krankzinnige wanhoop. De "zoon van verderf" zal zijn krachten verzamelen en een gezamenlijke inspanning leveren om te voorkomen dat de Gezalfde van God Zijn aardse erfenis in ontvangst neemt. Dit blijkt duidelijk uit de omschrijving in deze psalm.

De Psalm opent met een vraag:

"Waarom woeden de heidenen en waarom kramen ze onzin uit?’

Het feit dat dit in de vorm van een vraag wordt gesteld, is om de aandacht van de lezer te trekken en de ondenkbare onreinheid van wat volgt te benadrukken.

"De koningen der aarde stellen zich op en de heersers beraden zich tegen de Heer en tegen Zijn Gezalfde".

Merk op dat deze rebellie niet alleen tegen YHWH wordt opgevoerd, maar ook tegen Zijn "Gezalfde", dat wil zeggen Zijn Messias. De waanzin van deze leugentaal (geleid door de antichrist) wordt benadrukt in vers 4:

"Die in de hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen bespotten".

De zinloosheid van deze hoogdravende indoctrinatie is te zien in vs. 6 waarin God zekerheid geeft over de toekomst:

Psalm 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn,
in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen.
6. Ik heb Mijn Koning toch gezalfd
over Sion, Mijn heilige berg.

Gods reactie toont het doel aan dat de opstandelingen voor ogen hadden, namelijk een poging om te voorkomen dat Yeshua naar de aarde terugkeert om zijn duizendjarige koninkrijk op te richten.

Dit aanjagen van schrik, dat ook de ondergang van het antichristelijk rijk betekent, lees je uitgebreid in Openbaring 19: 20-21.

20 En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt. 21 En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.

Psalm 2 brengt ons dan tot het einde van de geschiedenis van de antichrist en behandelt alleen de laatste gebeurtenissen in zijn gruwelijke rebellie. In de andere psalmen waar hij in beeld is, zien we wat er in die tussentijd, de eindtijd waarin wij ons bevinden, gebeurt.

De antichrist bedient zich van politiek en religie om zijn doel te bereiken. Dat wordt uitgebeeld in de hoer op het beest. De gelovigen moeten het hebben van de profetie en NIET van de POLITIEK en ook NIET van het INSTITUUT KERK, want zij vormen samen de "hoer op het beest"! Het overblijfsel van Israël en zij die daarop geënt zijn zullen door alle beproevingen heen leren niet op theologen, legers, presidenten en verkiezingen te vertrouwen, maar alleen op wat God in Zijn Woord ons bekend maakt.