English & other languages: click here!

Jesaja 14 - Babylon en Lucifer


Eerst lezen we over de redding en het herstel van Israël en daarna over de val van Babylon. De redding staat bovenaan, het is de keerzijde van de toorn die over Babel komt. Er volgt een triomflied over de val van de laatste heerser over Babel: de antichrist! Satan wordt aangesproken als degene die deze laatste politieke heerser machtigt. Verder wordt er gesproken over de toekomstige vernietiging van het satanische wereldsysteem. Het hele geslacht van de Babyloniërs zal uitgeroeid worden. Tenslotte volgen er profetieën over de Filistijnen en Moab wordt een vreselijke verwoesting door Assyrië aangezegd.


Jesaja 14:1-2 Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen en Hij zal Israël nog verkiezen. Hij zal hen neerzetten op hun eigen grond. De vreemdeling zal zich bij hen aansluiten en zich bij het huis van Jakob voegen. 2. De volken zullen hen nemen en naar hun woonplaats brengen. Het huis van Israël zal hen in erfelijk bezit nemen als slaven en slavinnen in het land van de HEERE. Zo zullen zij gevangenhouden wie hen gevangenhielden en heersen over hun onderdrukkers.

Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen en Hij zal Israël nog verkiezen.......... God is bewogen met Jakob. Hij blijft uit liefde tot Zijn volk en om de eed die Hij heeft gezworen, trouw aan Zijn belofte en het verbond met Abraham (Deuteronomium 7:7-9). 

Hij zal Israël nog verkiezen! Niet verdiend, maar uit liefde en genade!
Hij zal hen neerzetten op hun eigen grond.......
dit is een belofte voor na de ballingschap en die ten volle in vervulling gaat in wat Jesaja vaak noemt 'die dag', de dag van oordeel en herstel, bij de aanvang van Gods Koninkrijk. 

De vreemdeling zal zich bij hen aansluiten en zich bij het huis van Jakob voegen........ vluchtelingen, werklozen, gastarbeiders, landen die om steun en raad vragen) zullen zich tot Israël wenden om hulp.
De volken zullen hen nemen en naar hun woonplaats brengen........Onder geleide van vreemde legers en karavanen zullen de Israëlieten uit de diaspora terugkeren naar het land.

Jesaja 60:4-5 Sla uw ogen op, kijk om u heen en zie: zij allen zijn bijeengekomen, zij komen naar u toe. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen op de heup gedragen worden. 5. Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen.

Het huis van Israël zal hen in erfelijk bezit nemen als slaven en slavinnen in het land van de HEERE.......  de vreemdelingen die hen 'thuis' brachten willen ook in het gezegende Israël blijven (Jesaja 56:6-8). Het is ook mogelijk dat de volken die hen onderdrukt hebben nu slavendienst moeten verrichten.

Zo zullen zij gevangenhouden wie hen gevangenhielden en heersen over hun onderdrukkers........... de rollen zijn omgekeerd. De Israëlieten zullen een leidende rol in de wereld krijgen. Degenen die hen onderdrukt hebben zullen Israël moeten dienen.

Jesaja 14:3 En het zal geschieden op de dag waarop de HEERE u rust zal geven van uw smart, uw onrust en de harde slavenarbeid die men u heeft doen verrichten, 4. dat u dit spotlied zult aanheffen op de koning van Babel, en u zult zeggen:

Hoe houdt de onderdrukker op;

opgehouden is de onderdrukking!

5. De HEERE heeft de stok van de goddelozen gebroken,

de staf van de heersers,

6. die volken sloeg in verbolgenheid

met slagen zonder ophouden,

die in toorn over de heidenvolken heerste

met een vervolging zonder inhouding.

7. Nu komt heel de aarde tot rust en stilte.

Men breekt uit in gejuich.

8. Zelfs de cipressen verblijden zich over u.

De ceders van de Libanon zeggen:

Sinds u daar geveld ligt, klimt niemand omhoog

om ons om te hakken.

…u zult u dit spotlied aanheffen op de koning van Babel……..  We lezen hier een spotlied op de koning van Babel, dat zal worden gezongen op de dag dat Israël eindelijk rust zal hebben van de onderdrukking die ze de eeuwen door, en in het bijzonder tijdens de ballingschap, hebben ondergaan. De woordkeuze lijkt te verwijzen naar de slavendienst in Egypte:

Exodus 1:14 Zij maakten het leven bitter voor hen door hen zwaar werk te laten verrichten met leem en bakstenen, en door allerlei werk op het veld: al hun werk, waarmee zij hen moesten dienen, met harde hand.

Ballingschap betekende dat de Israëlieten anders moesten leven, anders leerden denken, waarin ze de afgoden van het land moesten dienen. Hun identiteit in God probeerde men af te nemen. 
We zien dus dat het hier niet alleen om Nebukadnezar gaat, maar ook over de Farao, Amalek, Nimrod, Sanherib, over Nero, Hitler, en over de goddelozen, de heersers. De koning van Babel staat symbool voor alle onderdrukking, tot aan die uiteindelijke koning: de antichrist, die niet langs geordende politieke weg aan de macht komt, maar die het koningschap zal grijpen door vleierijen (Daniël 11:21). Maar dan .....zijn stok en zijn staf, waarmee hij zonder ophouden slagen uitdeelde, is gebroken.

Nu komt heel de aarde tot rust en stilte….. hier brengt Jesaja ons in gedachten in het Vrederijk. Er is gejuich en de cipressen en ceders delen in die blijdschap. Sinds u daar geveld ligt...

Maar de antichrist is geveld en nu klimt er niemand meer omhoog om die ceders om te hakken. Dit lijkt een toespeling op het omhakken van de wouden van de Libanon ten behoeve van de militaire operaties.  

Jesaja 14:9 Het rijk van de dood beneden

raakte om u in beroering,

om u tegemoet te gaan, wanneer u zou komen.

Het schudt ter wille van u

de gestorvenen wakker,

al de leiders van de aarde.

Het laat van hun tronen opstaan

al de koningen van de volken.

10. Zij zullen allemaal het woord nemen

en zeggen tegen u:

Ook u bent nu zo zwak geworden als wij,

u bent aan ons gelijk geworden!

11. Uw trots ligt neergeworpen in het graf,

met de klank van uw luiten.

Onder u is een bed van maden gespreid,

en wormen zijn uw deken.

Jesaja geeft ons nu een kijkje in het dodenrijk. Een beschrijving van zo’n dodenrijk lezen we ook in Ezechiël 32:17-21. Beide schriftgedeelten vertonen dezelfde kenmerken. De persoonlijkheid van de mens blijft voortbestaan. Men herkent elkaar en  communiceert met elkaar. Er is een bewustzijn van de plaats waarin men zich bevindt. Het dodenrijk is in beroering als er van die grootheden binnenkomen: De koning van Babel: Nebukadnezar, maar ook de antichrist. Wat hadden deze mensen een macht. Bij het leven waren anderen daarvan onder de indruk, of jaloers op die positie. Als er dan zo’n voornaam persoon binnen komt dan wordt hij niet geëerd. Daar klinkt dit spotlied waarin wordt gezegd:

‘wat doe jij nu hier Nimrod, Sanherib, Nebukadnezar, Hitler of de antichrist? Waar is je roem en je trots nu? Je bent niet meer dan wij hoor. Je hoort bij ons die hier liggen te verteren. Die prachtige klanken van de luit, de muziek en al het mooie waarmee je mensen hebt misleid (Ezechiël 28:13b), zijn met je in je graf geworpen. Heb je wel gezien dat je bed lekker zacht is van de maden en dat je dekens wormen zijn?'

Jesaja 14:12-15 Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken! 13. En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. 14. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste. 15. Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil!

Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad.......!   'uit de hemel gevallen' betekent hier: gevallen van grote hoogte, zoals een ster naar beneden zou vallen. Tegelijk betekent het figuurlijk dat iemand van een hoge, voorname positie in de goot is terecht gekomen. Hier verwijst het beeld nog steeds naar de koning van Babel, maar ook naar de antichrist en degenen die het beeld daarvan vertonen. In feite gaat het om satan, de Lucifer, zoon van de ochtend, de morgenster, die ook werkelijk uit de hemel is geworpen (vers 15).  De woordkeuze van vers 13 en 15 wordt in Mattheüs 11:23 door Yeshua gebruikt in zijn oordeel over Kapernaüm, dat door Hem gelijkgesteld werd aan Babel. 

U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken......! De koningen van Babel, Assyrië, Griekenland, Egypte, Duitsland, waren allemaal overwinnaars over de heidenvolken. Ook de voorvaderen van koning Willem-Alexander behoorden tot de absolute elite van het land en hadden vooraanstaande posities in zowel de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) als de West-Indische Compagnie (WIC). Ze waren betrokken bij de koloniale overheersing in zowel de Oost (voormalig Nederlands-Indië, Papua Nieuw Guinea) als de West (Suriname en de Caraïbische eilanden). 
En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen...... hier wordt het duidelijk dat het echt om satan gaat.  We zien hier het doel van de toren van Babel die in de hemel moest reiken (Gen. 11:4). Satan, net zo als Nimrod, wilde boven de 'sterren' de engelen een troon hebben. Hij wil zich steeds verheffen, verhogen en zich als God laten aanbidden: 

2 Tessalonicenzen 2:3–4 3. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, 4. de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.

ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde....... uit het apocrieve boek Henoch weten we dat de gevallen engelen, die in Noachs tijd kinderen verwekten bij de mensen, samen kwamen op de top van de berg Hermon, ten noorden van Israël. Henoch 6:6  Ze waren in totaal tweehonderd, en zij daalden af op Ardis, dat is de top van de berg Hermon.  En zij noemden deze berg Hermon, omdat zij daar zwoeren en zich aan elkaar verbonden met vloeken. Wat een tegenstelling met 

de hoogste der bergen, de berg van YHWH: Jesaja 2:2. In Ezechiël 28:14 lezen we in een klaaglied over de vorst van Tyrus, waarin gesproken wordt over een ´beschuttende cherub´ die een plaats gegeven was op ´de heilige berg der goden´, waarvan God hem volgens vers 16 verbannen had. 

Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten....... het  gaat hem dus om een plaats in de hoogte, boven de wolken, in de hemel.

Hij wil zich gelijk stellen aan de Allerhoogste...... Satan is, net als veel mensen, niet tevreden met zijn positie die hij van Godswege ontvangen heeft. We zullen alleen Gods vrede ervaren als we de gaven accepteren en ontwikkelen die God in ons gelegd heeft. Zowel uit Jesaja als uit Ezechiël kunnen we leren dat satan oorspronkelijk een engel is, die met vele andere opstandige engelen veroordeeld werd en tot het laatste oordeel bewaard wordt (zie 2 Petrus 2:4 en Judas 1:6).

Maar God heeft nog een ander geestelijk oordeel over hem uitgesproken: zijn kop zal vermorzeld worden (Genesis 3:15).

Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil........! Satan valt met zijn ingebeelde hoogte in de diepste van het dodenrijk. Zover mogelijk verwijderd van de hemelse heerlijkheid. In feite zijn de koningen van Babel en de heersers van het huidige wereldwijde Babel geworden als vertegenwoordigers van de antigoddelijke macht. In Openbaring 17:1-2 gaat het over het systeem Babel. Een voor de wereld verborgen antichristelijk systeem dat alle wereldheerschappijen infiltreert en onderwerpt. De antichrist en allen die met hem hebben geregeerd zullen hetzelfde lot ondergaan. De rust van een eigen graf zal  niet hun deel zijn. In oneer worden hun lijken opgeruimd zoals men dat met misdadigers en oorlogsvijanden doet.

Vier maal lezen we in deze verzen zijn hooghartige pretenties: “Ik zal.” Hij zag zichzelf als een rijzende ster die steeds hoger ging, boven de wolkenhoogten, boven de sterren, tot aan de plaats van de Allerhoogste. Nu is hij neergestort in het dodenrijk, in het allerlaagste van de kuil, in plaats van bij de Allerhoogste in de hoge hemelen.

Jesaja 14:16-17 Wie u zien, kijken u aan en letten op u: Is dit nu die man die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven, 17. die van de wereld een woestijn maakte, haar steden met de grond gelijkmaakte, zijn gevangenen niet losliet om naar huis te gaan?

Is dit nu die man die de aarde deed sidderen, die koninkrijken deed beven? Ja, de onderwereld waarin de doden zich bevinden zien de diepe vernedering van de man die ze bewonderd en gevreesd hebben. Het was ook de bedoeling van God om Jesaja dit te laten optekenen, opdat de Joden niet zoveel vertrouwen zouden hebben in een verbond met Babel. Het is nog steeds belangrijk dat Israël geen vertrouwen stelt op machtige bondgenoten. Hun vertrouwen zou op God gericht moeten zijn. 

Tegelijk is dit een waarschuwing voor onze tijd. We zijn niet beter dan Israël om in zulke bondgenootschappen te stappen. 

Hetzelfde zal gebeuren als de koning c.q. de antichrist van het geestelijke Babylon valt. Wat had hij bereikt? Hij had de hele maatschappij onder controle en de mensen tot levenslange gevangenen gemaakt. Hij had van de wereld een goddeloze chaos gemaakt. 

Jesaja 14:18-23 Alle koningen van de heidenvolken, allen rusten zij in ere, ieder in zijn huis. 19. Maar ú bent weggeworpen, ver van uw graf, als een verafschuwde loot bedolven onder gedoden, die met het zwaard zijn doorstoken en neergedaald in een steengroeve; u bent als een lijk dat is vertrapt. 20. U zult in het graf niet met hen verenigd worden, want u hebt uw land te gronde gericht en uw volk gedood. Voor eeuwig zal niet meer genoemd worden het nageslacht van de kwaaddoeners. 21. Maak de slachtbank voor zijn kinderen gereed vanwege de ongerechtigheid van hun vaders, zodat zij niet meer opstaan, de aarde in bezit nemen en het wereldoppervlak vullen met steden. 22. Zo zal Ik tegen hen opstaan, spreekt de HEERE van de legermachten. Ik zal van Babel naam en overblijfsel uitroeien, zoon en kleinzoon, spreekt de HEERE. 23. Ik zal het maken tot een bezit voor nachtuilen en tot waterpoelen; Ik zal het wegvagen met de veger van het verderf, spreekt de HEERE van de legermachten.

Alle koningen van de heidenvolken, allen rusten zij in ere, ieder in zijn huis....... hier in Nederland worden de leden van het koningshuis begraven in de Nieuwe Kerk in Delft. Sommigen in een praalgraf. Zo gaat het met vorstenhuizen en hooggeplaatste personen. Van Nebukadnezar, die zich verhief door te zeggen dat hij dat grote Babylon had gebouwd en die mensen onderwierp en tot gevangenen maakte is niet bekend hoe hij is gestorven en waar hij is begraven. Maar Jesaja zegt van die goddeloze koningen: ú bent weggeworpen, ver van uw graf, als een verafschuwde loot, zij zouden liggen bij de vertrapte lijken die  met het zwaard doorstoken zijn. 

Maak de slachtbank voor zijn kinderen gereed vanwege de ongerechtigheid van hun vaders....... zelfs zijn kinderen zouden gedood moeten worden, want stel je voor dat er één opstaat met dezelfde macht en allures als hun vader Nimrod, en het wereldoppervlak vullen met steden (Genesis 10:8-9).  

Ik zal van Babel naam en overblijfsel uitroeien, zoon en kleinzoon, spreekt de HEERE...... het rijk van Assyrië is na Jesaja opgegaan in Babel. Assyrië en Babel hebben hun ontstaan te danken aan Nimrod, daarom passen de namen van Nimrod, die Assur heette (Ashoer אַשּׁוּר Genesis 10:11) en Assur stichtte, en zijn zoon Tammuz heel goed in dit rijtje. Maar het rijk en de heersers zijn en worden uitgeroeid. Ik zal het wegvagen met de veger (of bezem) van het verderf: de vernietiging van Babylon – zowel letterlijk als geestelijk – zal compleet zijn. Er zal zelfs geen overblijfsel van Babylon meer over zijn. Hun gebied zal worden tot een bezit voor nachtuilen en tot waterpoelen. Het zal een troosteloos, desolaat gebied zijn, waar demonen huizen.

Jesaja 14:24-27 De HEERE van de legermachten heeft gezworen: Voorwaar, zoals Ik het Mij voorgenomen heb, zo zal het gebeuren, en zoals Ik het besloten heb, zal het tot stand komen. 25. Ik zal Assyrië verbreken in Mijn land, en op Mijn bergen zal Ik het vertrappen. Dan zal zijn juk van hen afglijden, en zijn last zal van hun schouder afglijden. 26. Dit is het raadsbesluit dat genomen is over heel het land. En dit is de hand die uitgestrekt is tegen alle volken. 27. Want de HEERE van de legermachten heeft het besloten, wie zou het dan verijdelen? En Zijn hand is uitgestrekt, wie zou die dan afwenden?

zoals Ik het Mij voorgenomen heb, zo zal het gebeuren........ Gods plannen voor deze wereld staan vast. We weten waar deze hele wereldgeschiedenis op zal uitdraaien. Binnen dat plan zijn situaties die zich anders lijken te ontwikkelen en die bedoeld zijn om ons geloof te beproeven, waardoor we, als we op God blijven vertrouwen, groeien in volharding. Deze uitspraak wordt nog eens bevestigd met zoals Ik het besloten heb, komt het tot stand. 
Ik zal Assyrië verbreken in Mijn land...... 
deze profetie werd vervuld in 2 Koningen 19:35, toen Sanherib dreigde Jeruzalem in te nemen. Op het gebed van Hizkia werden 185.000 Assyrische soldaten gedood en trok het leger zich terug. 

op Mijn bergen zal Ik het vertrappen....... In 720 en 723 v.Chr. hebben de Assyriërs het noordelijk rijk van Israël vertrapt. Maar er komt een tijd dat zij vertrapt worden in 'Mijn land'. In dit Bijbelgedeelte komt duidelijk naar voren dat Israël Gods land is. 'Mijn land' en 'Mijn bergen' worden genoemd. Dit zal gebeuren als alle volken zich tegen Jeruzalem gaan keren (Zacharia 12). 

zijn juk en zijn last zal van hun schouder afglijden......... zie Jesaja 10:27 waar staat dat "zijn last van uw schouder zal afglijden omwille van de Gezalfde".  Met de vermelding 'Gezalfde' (met hoofdletter) mogen we aan Yeshua in de eindstrijd denken, die uiteindelijk alle wereldse machthebbers zal onttronen. Het is Gods raadsbesluit. Als Zijn hand tegen hen is uitgestrekt zullen ze daaraan niet ontkomen.

Jesaja 14:28-31 In het jaar dat koning Achaz stierf, kwam deze last. 29. Verblijd u niet, heel Filistea, want de staf die u sloeg, is wel gebroken, maar uit de wortel van de slang zal een gifslang voortkomen, en haar vrucht zal een vurige, vliegende draak zijn. 30. Dan weiden de eerstgeborenen van de geringen, en de armen zullen onbezorgd neerliggen; maar uw wortel zal Ik van honger laten sterven en uw overblijfsel zal die gifslang doden. 31. Weeklaag, poort! Schreeuw het uit, stad! Wegsmelten van angst moet u, heel Filistea! Want uit het noorden komt een rookwolk; en in zijn gelederen blijft niemand achter.

In het jaar dat koning Achaz stierf....... dat jaar was 718 v.Chr. , het jaar waarin Jesaja van YHWH een oordeelsboodschap kreeg voor de Filistijnen. Dat was het sterfjaar van koning Achaz en kwam koning Hizkia aan de macht. 

Verblijd u niet, heel Filistea...... Er was voortdurend oorlog tussen Israël en de Filistijnen, en dus was Israël bij vele gelegenheden de staf die de Filistijnen trof.  Nu Israël werd geoordeeld moesten de Filistijnen zich niet daarover verheugen, zoals de Palestijnen van nu zich ook verheugen over de dood van hen die ze als vijanden zien. Hun beurt zou en zal ook komen. Het kan ook zijn dat Juda tijdens de regering van Achaz een bondgenootschap met de Filistijnen tegen de Assyriërs wilde vormen. Als vijanden van elkaar hadden ze hetzelfde belang om niet verslagen te worden door Tiglath Piléser, koning van Assyrië. Nu deze koning was gestorven zouden ze daarom blij kunnen zijn. Dan gebruikt Jesaja de uitdrukking 'Uit de wortel van de slang zal een gifslang voortkomen', wat dan zou inhouden dat diens opvolger Sargon II een nog grotere bedreiging voor hen zou zijn.  

Met de eerstgeborenen (Juda) van de armen en behoeftigen zal het wel goed gaan, maar uw geslacht zal ik van honger laten sterven en wat er van u overblijft (de wortel) zal door de gifslang worden gedood. Het volk van de Filistijnen is ten dode opgeschreven, er blijft niets van over. Alle reden om in de poort, waar het overleg van de mannen plaatsvindt, te weeklagen. Men zal geschreeuw in de stad horen. Wat een angst Filistea

Want uit het noorden komt een rookwolk...... mogelijk wordt hier de koning uit het noorden bedoeld die genoemd wordt in Daniël 11:40-43.

Deze koning trekt op naar vele landen waarbij Egypte wordt genoemd. Op die route ligt ook Gaza, het gebied van de Palestijnen. Degenen die nu in Filistea/Gaza wonen zijn niet de oorspronkelijke Filistijnen, maar een verzameling Arabieren uit verschillende landen. Ze noemen zich echter wel 'Palestijnen' en hebben merkbaar de geest van de Filistijnen. Wat betreft de spelling van de naam: in het Arabisch is Palestijn: Filastīn. Hun geestelijke vereenzelviging daarmee maakt dat ze ook deel uitmaken van deze oordeelsprediking. Temeer omdat in Zefanja 2:4-5 is geschreven dat Gaza verlaten zal worden en God zegt: Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is.Zie ook de profetie over Gaza in Amos 1:6-8.

Jesaja 14:32 Wat zal men dan de gezanten van het volk antwoorden? Dit: De HEERE heeft Sion gegrondvest; en in haar vinden de ellendigen van Zijn volk een toevlucht.

Wat zal men dan de gezanten van het volk antwoorden.......? Afgevaardigden van Filistea zouden met een voorstel bij koning Hizkia komen om een bondgenootschap te vormen tegen de Assyriërs. Dit vormde een geloofsbeproeving voor Hizkia.  Omdat dit alles profetie is en nog moest gebeuren, was dit bedoeld als bemoediging om niet het vertrouwen te stellen op politieke handgrepen, zoals een bondgenootschap, maar om hun vertrouwen op God  te stellen. En dat is nog steeds een zeer actuele boodschap voor de situatie in Israël.
De HEERE heeft Sion gegrondvest; en in haar vinden de ellendigen van Zijn volk een toevlucht....... dit moet het antwoord zijn op voorstellen uit de wereld, zoals: Abraham akkoorden, Oslo akkoorden, Camp David akkoorden, Noachitische geboden enz. enz.  Dit is de overweldigende boodschap in alle nood die Israël overkomt:

Wanneer de Heere de vuilheid van de dochters van Sion afgewassen zal hebben en de vele bloedschuld van Jeruzalem uit het midden ervan weggespoeld zal hebben door de Geest van oordeel en door de Geest van uitbranding, dan zal de HEERE over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en ’s nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen. (Jesaja 4:4-6)

Ida