English & other languages: click here!

Jesaja 15 - Profetie over Moab


Het volk Moab dankt zijn naam aan zijn voorvader Moab, die een buitenechtelijk kind was van Lot en zijn dochter (zie Genesis 19:35-38).  De Moabieten kwamen vaak in conflict met Israël. De trots en arrogantie van Moab ondervindt een gevoelige vernedering door een vreselijke verwoesting vanuit Assyrië.

Het was Balak, de koning van Moab, die de ziener Bileam inhuurde, in de hoop dat hij Israël kon vervloeken (Numeri 22-25). Hierna was er de verdrietige val van Israël toen het volk hoererij en afgoderij bedreef met de dochters van Moab {Numeri 25).

Het was Eglon, de koning van Moab, die Israël onderdrukte in de dagen van de Richteren (Richteren 3:12-30 ).

David, de grootste aardse koning van Israël was voor 25% Moabitisch. Zijn grootmoeder van vaders kant was de Moabitische Ruth.  Je leest de profetie alsof het al gebeurd is, maar op het moment dat Jesaja dit profeteerde moest het nog plaatsvinden.


Jesaja 15:1-4 De last over Moab. Voorzeker, in de nacht is het verwoest, Ar-Moab is uitgeroeid! Voorzeker, in de nacht is het verwoest, Kir-Moab is uitgeroeid! 2. Men gaat op naar Baïth en Dibon, naar de hoogten om te wenen. Over Nebo en over Medeba zal Moab weeklagen. Alle hoofden zijn kaalgeschoren, elke baard is afgesneden. 3. Op zijn straten zijn zij met een rouwgewaad omgord. Op hun daken en op hun pleinen is het een en al geweeklaag, ze dalen in tranen af. 4. Zowel Hesbon als Eleale schreeuwt het uit, hun stem wordt gehoord tot in Jahaz toe. Daarom slaan de gewapende mannen van Moab alarm, zijn ziel siddert in hem.

De last over Moab........ Jesaja krijgt van God een boodschap die hem zwaar op het hart ligt. Een boodschap die hem niet in dank zal worden afgenomen. Anders dan de valse profeten, die alleen maar verkondigen wat mensen graag willen horen.

in de nacht is het verwoest, Ar-Moab en Kir-Moab is uitgeroeid....!  'In de nacht' wil zeggen dat de aanval kort maar hevig was.

Kir was de hoofdstad van Moab (Amos 1:5 - Amos 9:7). Genoemde steden lagen in gebieden die volgens Deut. 3:13, 16; Numeri 21 en Jozua 13:15-23 waren toegewezen aan de stam Ruben, toen Mozes en Jozua Sihon, de koning van de Amorieten, versloegen. Alle steden ten noorden van de rivier de Arnon hoorden bij Israël. Door de jaren heen hadden de Moabieten de Israëlieten echter voortdurend uit deze gebieden verdreven.

Men gaat op naar Baïth en Dibon, naar de hoogten om te wenen....... in de profetie die Jesaja uitspreekt ziet hij  Moabitische mensen die met hun verdriet naar de 'hoogten' (de heidense religieuze plaatsen} gaan.  Daar barsten ze  in tranen uit om hun goden, Kamos e.a. die het land niet hebben gered. Op de daken klagen ze tot de sterren.

Over Nebo en over Medeba zal Moab weeklagen..... over de berg Nebo lezen we in Deut. 32:49; Deut. 34;1 dat Mozes daarop het beloofde land aan de andere kant van de Jordaan mocht zien, dat hij zelf niet mocht binnenkomen. 

Verdriet en Rouwklacht...... in allerlei toonaarden wordt beschreven hoe de bevolking uiting geeft aan zijn ellende.

Kemos de god die helpt in de oorlog heeft niets gedaan. Zelfs het leger met zijn wapens staat alarm en de manschappen staan te beven van angst en schrik. Alle zekerheden waarop men gewoonlijk rekende, falen. 

Jesaja 15:5-7 – Mijn hart schreeuwt het uit om Moab – Zijn vluchtelingen zijn al bij Zoar, Eglath Selisia. Ja, de weg omhoog naar Luhith gaan zij op met geween. Ja, op de weg naar Horonaïm heffen zij een noodgeschrei aan. 6. Voorzeker, de wateren van Nimrim worden een woestenij, want het gras is verdord, de grasscheutjes zijn vergaan, groen is er niet meer. 7. Daarom zullen zij de overvloed van wat zij hebben vergaard en gespaard, over de Wilgenbeek brengen.

Mijn hart schreeuwt het uit om Moab...... Jesaja kondigt deze dingen niet onbewogen aan. God laat hem deze profetie in de geest zien. Hij is diep ontroerd. Het gaat hem ter harte wat dit volk moet ondergaan. 
Zijn vluchtelingen zijn al bij Zoar, Eglath Selisia........
Zoar was de stad  waar Lot en zijn dochters naartoe gingen vanuit Sodom (Genesis 19:22-23), voordat ze naar de bergen gingen (Genesis 19:30). In een berggrot pleegden de dochters van Lot incest met hun vader. Dit resulteerde in de geboorte van de zoon Moab, de vader van de Moabieten (Genesis 19:36-37). Zoar ligt zuidelijk onder de Dode Zee.

Er worden weer andere plaatsnamen genoemd waarlangs men jammerend vlucht. Luhith en Horonaïm liggen volgens de studiebijbel waarschijnlijk op de handelsroute van Damascus naar Eilat, die in het zuiden door Moab en Edom gaat. De wateren van Nimrim worden genoemd. Daarover lezen we ook in Jeremia 48:34. Het was een oase in de buurt van Zoar. Die was helaas niet toereikend om zoveel mensen en vee een plaats te geven. Al de weidegrond is afgegrazen, verdord en het ligt er troosteloos bij. Het gaat om de tegenwoordige Tell Nimrim (bij Wadi Numeira), ten zuidoosten van de Dode Zee. Ze zijn ook nu vrijwel droog.
Dat wat de Moabieten aan bezit hebben bijeengebracht, proberen ze zoveel mogelijk mee te nemen. Ze dragen hun spullen over de Wilgenbeek om hun toevlucht te nemen tot het gebied van Edom. De Wilgenbeek wordt door sommige geleerden
vereenzelvigd met de beek Zered, de rivier die de zuidelijke grens van Moab vormt. Het mag duidelijk zijn dat het volk van Moab uitgeweken is naar Edom, het gebied dat zich ten zuiden van Moab en de Dode Zee bevindt. De Moabieten zijn op de vlucht voor Assyrië richting Edom.

Jesaja 15:8-9 Voorzeker, het geschreeuw doorkruist het gebied van Moab, zijn gejammer tot Eglaïm toe, zijn gejammer tot Beër-Elim toe. 9. Voorzeker, de wateren van Dimon zijn vol bloed. Ja, Ik zal over Dimon nog meer teweegbrengen: een leeuw over de ontkomenen van Moab, en over het overblijfsel van het land.

het geschreeuw doorkruist het gebied van Moab....... dit hoofdstuk eindigt met een indringend gejammer dat overal in Moab te horen is en zelfs grenzen overschrijdt. Het is niet om aan te horen. Het gaat het begrip te boven.
de wateren van Dimon zijn vol bloed.......  de plaats die in vers 2 Dibon genoemd werd heet nu Dimon. We hebben hier te maken met een woordspeling, waarbij de Hebreeuwse letter 'beit' vervangen is door een 'mem', waardoor de naam de verwantschap krijgt met het woord 'dam' dat 'bloed' betekent. Het blijkt dus dat er veel bloed gevloeid heeft.

een leeuw over de ontkomenen van Moab, en over het overblijfsel van het land...... alsof alles nog niet genoeg is wordt er nog gesproken over eventuele mensen die aan het oordeel zijn ontkomen, die dan ten prooi zullen vallen aan een leeuw. Het oordeel, waarvoor God een vijand, de Assyriërs inschakelt. wordt volledig uitgevoerd. Ook als God Zijn oordeel over onze wereld laat komen zal dat niet zachtzinnig zijn. Daarom, bekeer je voor het te laat is! 

 

Vergelijkbare schriftgedeelten.

Ida