Engels & other languages: click here

Jesaja 46 - Dode goden versus de LEVENDE GOD


Dit hoofdstuk tekent de hulpeloosheid van afgoden in tegenstelling tot de almacht van de Levende HEER! Terwijl Jesaja dit profetische vergezicht beschrijft, verkeert Israël in de Babylonische ballingschap. Jesaja profeteert hier over de aftocht van de ballingen uit Babel naar Perzië. Babel was in deze profetie in 539 v.Chr. al ingenomen door de Perzische koning Kores en de ballingen werden meegenomen naar zijn rijk. Naast het feit dat Kores een messias, een bevrijder genoemd wordt, wordt hij ook getekend als een roofvogel. Hij heeft veel landen veroverd. Hij was de stichter van het Achaemenische rijk en het was op dat moment in de geschiedenis het grootste imperium. Ook hier zien we dat God mensen die verkeerde doelen nastreven, kan inpassen in Zijn plan en in dit geval een veroveraar als een redder (messias) van Zijn volk laat functioneren.


Jesaja 46:1 Bel is gekromd, Nebo neergebogen, hun afgodsbeelden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide dieren. 2. Tezamen zijn ze neergebogen, gekromd. Ze hebben de last niet kunnen redden, maar zijn zelf in gevangenschap gegaan.

Bel is gekromd, Nebo neergebogen........ Hier worden de namen van twee hoofdgoden van Babel genoemd: Bel en Nebo. Jesaja spot met deze machteloze beelden. Moet je kijken hoe krom ze trekken, hoe ze vernederd zijn! Dat waren toch de goden waarvan Babel hulp verwachtte? Waarop ze hun hoop hadden gevestigd. Het lijkt wel of de goden zich schamen, zo krimpen ze - bij wijze van spreken - in elkaar. De Babyloniërs denken dat Nebo in staat is de toekomst bekend te maken. Jesaja benadrukt juist dat alleen de HEERE dit kan (Jes. 41: 21-29). Vooral de god Nebo speelt een grote rol in Babel. Veel Babylonische namen verwijzen naar hem, bijvoorbeeld Nebukadnézar, Nabopolassar en Nabonidus. Bel is volgens Jeremia 50:2 Marduk, de beschermgod van Babel. Deze naam vind je terug in die van koning Belsazar (Daniël 5). De jonge Daniël kreeg aan het hof van Nebukadnezar de naam 'Beltsazar', waarin ook de naam van deze dode god weerklonk. De betekenis daarvan is 'Bel is mijn god' (Daniël 4:8). Deze naam is verwant aan Baäl. Ik las op internet:  "Belos is de Griekse naam van de Kanaänitische god Bel of Baäl. 'Baal' betekent 'heer'."  

hun afgodsbeelden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten......... Jesaja profeteert het vertrek van Israël uit Babel naar Perzië. En kijk eens wat ze allemaal meenemen! Karren vol met afgodsbeelden, want, zo menen ze, die moeten ons toch beschermen...... Arme trekdieren in het mulle zand van de woestijngebieden, met de brandende zon, met hun zware vracht op de lange reis.  “De dieren” (kamelen en olifanten) die hen dragen zakken door hun poten, evenals “de beesten” (paarden en ezels) waarop ze geladen worden, ze gaan onderuit onder de zware last. 

Jesaja 46:3-4 Luister naar Mij, huis van Jakob, en heel het overblijfsel van het huis van Israël, u, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder. 4. Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden.

Luister naar Mij, huis van Jakob, en heel het overblijfsel van het huis van Israël...... De HEERE spreekt hier bemoedigende woorden tot Zijn volk. Er waren nog  ‘Godvrezenden’ onder Israël; zij worden hier ‘het overblijfsel’ genoemd.  Zij waren trouw gebleven te midden van een heidens volk dat zich voor talloze afgodsbeelden neerboog.

u, die door Mij gedragen bent vanaf de moederschoot, gedragen vanaf de baarmoeder....... dan denkt YAHWEH met bewogenheid terug aan het moment dat Hij Israël vond 'trappelend in zijn bloed' (Ezechiël 16:6) en Zijn vleugel over hem uitspreidde. God droeg hem uit Egypte, dwars door de woestijn.  

Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen...... De afgoden van Babel worden door de Babyloniërs rondgedragen. 

Maar de HEERE draagt Zelf Zijn volk. YAHWEH, de ware God, wordt niet door Zijn volk gedragen, maar draagt Zelf Zijn volk op Zijn schouders, zoals een herder een verloren schaap (Lukas 15:4-7). Het volksbestaan van het begin tot het eind, wordt beschreven als een mensenleven, dat begon zoals Ezechiël 16:6 beschrijft. Dit bevestigt de instandhouding van de verbondsbeloften vanaf het begin totdat YAHWEH Zijn bruid tot Zich heeft genomen. 

Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden.......  Zoals God in het verleden Zijn volk heeft geleid, bestraft en gezegend, zo zal Hij hen ook verder dragen en redden, ook al zal de antichrist aan het eind proberen die relatie  te verbreken. God draagt en redt Zijn volk, al is het een overblijfsel dat verenigd zal worden met het behouden voorgeslacht. 

Jesaja 46:5-7 Met wie wilt u Mij vergelijken en met wie op één lijn stellen? Met wie wilt u Mij meten, dat wij elkaars gelijken zouden zijn? 6. Zij schudden goud uit hun beurs en wegen zilver op een weegschaal. Zij huren een edelsmid, en die maakt er een god van. Zij knielen, ook buigen zij zich ervoor neer. 7. Zij nemen hem op de schouder, zij dragen hem en zetten hem op zijn plaats. Daar staat hij en van zijn plaats wijkt hij niet. Ja, roept iemand tot hem, hij antwoordt niet, hij verlost hem niet uit zijn benauwdheid.

Met wie wilt u Mij vergelijken en met wie op één lijn stellen?  Gods grootheid en almacht is zo ontzagwekkend, dat je dat niet met woorden uit kunt drukken. Als je alleen maar naar de sterrenhemel kijkt, waar is de grens daarvan? Wat zit er achter dat hemelgewelf? Maar ook als je een klein bloempje ziet in al zijn mini-schoonheid. God heeft het bedacht en gevormd. Hoe kon dat zomaar uit de grond komen? Hoe ingenieus is ons lichaam gevormd, werken onze organen, onze hersenen..... als je er goed over nadenkt hoe God dit alles heeft geschapen, dan duizelt je het. 

Met wie wilt u Mij meten, dat wij elkaars gelijken zouden zijn......? De God van Israël met andere mensen, voorwerpen of schepsels vergelijken? Het is allemaal Zijn maaksel. Er zijn knappe koppen onder de mensen, maar wat ze kunnen presteren kan alleen maar omdat God hun de bekwaamheid daarvoor gaf. Ze kunnen dat weliswaar ten goede of ten kwade gebruiken, maar het vermogen om dat te doen komt van God. En met afgodenbeelden loopt de vergelijking helemaal mank. Het zijn dode voorwerpen. De demonen die in de gedachten van hun aanhangers hebben plaatsgenomen doen hen geloven dat zo'n beeld hun heil en voordeel kan brengen. Het zijn de geesten van gevallen engelen die de mens willen meeslepen in hun ondergang. Maar ze zijn niets, afvallige schepsels van God, waarvoor God de hel bestemd heeft (Mattheüs 25:41). 

Zij schudden goud uit hun beurs en wegen zilver op een weegschaal........ ja mensen hebben vaak veel geld over voor occulte zaken. Daar moet een kundige edelsmid dan een beeld van maken en als het klaar is dan is het zomaar een god, die dood is.

Waarom weegt gij geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat gij het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. Jesaja 55:2

Een god die op de schouder naar zijn standplaats moet worden gedragen, en dat dan weer in grote tegenstelling tot YAHWEH die Zijn volk door de moeiten heen draagt. 

Jesaja 46:8-10 Denk hieraan en wees flink; neem het weer ter harte, overtreders. 9. Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders. Ik ben God, en er is er geen als Ik, 10. Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen;

Denk hieraan en wees flink; neem het weer ter harte, overtreders...... in datgene waarin Israël in het verleden een verkeerde weg ging, was het God die hen in moeilijkheden bracht, opdat ze zichzelf zouden onderzoeken en tot bekering kwamen. Daarin konden ze de zegenende, opvoedende hand van God herkennen.

Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders...... Het is goed om dat in herinnering te houden om niet weer in een valkuil te trappen. Het is ook goed om elkaar dit voor te houden om elkaar voor struikelen te behoeden. Dit gold het volk Israël, maar het is ook in deze tijd voor ons belangrijk!   

Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben..... Dat is het bijzondere van onze God! Hij laat ons niet in het ongewisse. Daarvoor is het nodig dat we thuis zijn in de geschriften en ons niet beperken tot losse teksten of alleen het Nieuwe Testament lezen. God leidt de geschiedenis van heel de wereld, hij leidt ook het leven van de gelovige. Alles is in Zijn beheer. En hij kent ons in Zijn plannen. Ik zal al Mijn welbehagen doen...... 

in deze hoofdstukken profeteerde Jesaja al ver van tevoren dat er een koning zou komen die de ballingen van Israël zou bevrijden en mee zou werken aan hun terugkeer. Zelfs de naam van die koning werd al genoemd ver voordat deze werd geboren. Maar Gods Woord bevat ook de voorzeggingen voor onze tijd. De komst van de antichrist, de benauwdheid van Jakob, de Grote Verdrukking, de hoer op het beest enz. enz.. Als we dat niet lezen telt het helemaal niet mee in ons geloofsleven. En dan zegt Gods Woord:   

1 Thessalonicenzen 5:3 Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.

Jesaja 46:11-13 Die een roofvogel roept uit het oosten, een man van Mijn raad uit een ver land. Ja, Ik heb gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen. 12. Luister naar Mij, onbuigzamen van hart, u die ver bent van gerechtigheid: 13. Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet ver zijn, en Mijn heil zal niet uitblijven, maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn luister.

standaard/wapen van

Cyrus de Grote

Die een roofvogel roept uit het oosten, een man van Mijn raad uit een ver land.......  het gaat hier over Gods roeping met betrekking tot Kores (Cyrus).  Op het eerste gezicht lijkt het vreemd dat  God een roofzuchtige vorst roept, terwijl Hij die ook een messias, een bevrijder noemt. Maar..... wat Jesaja nog niet kon weten en wat dus ook al tevoren in de profetie naar voren kwam, is dat Kores een roofvogel in zijn standaard of banier had. En Kores was een veroveraar van andere landen. In ons Bijbelgedeelte gaat het over de verovering van Babel, in welk land de Joden gevangen werden gehouden. 

Als veroveraar is Kores (Cyrus de Grote) in latere tijden  vooral bekend geworden vanwege zijn beleid om de gebruiken en religies van mensen te respecteren in de landen die hij veroverde. 

een man van Mijn raad uit een ver land....... deze man, Kores, was het voorbestemde instrument, om Gods plan ten uitvoer te brengen. Een man uit een ver en heidens land. God is vastbesloten!
Luister naar Mij, onbuigzamen van hart, u die ver bent van gerechtigheid........ het is niet erg duidelijk waarom hier ineens zo'n streng veroordelend woord gesproken wordt. Het is een profetie. Ziet de profeet in die toekomst een volk dat niet gelooft dat Kores hen zal bevrijden? Zijn ze ver van gerechtigheid? Of staat hun hart niet naar bevrijding en terugkeer naar YAHWEH en het land dat Hij voor hen bestemd heeft, terwijl de HEERE zo vast van plan is de redding ten uitvoer te brengen. Het zou ook nog kunnen slaan op de eindtijd en alle volken betreffen, die God niet erkennen en  die de verlossing van Israël willen tegenwerken.

Mijn gerechtigheid komt nabij, zij zal niet ver zijn....... de HEERE brengt de gerechtigheid die nodig is om Zijn plan te volvoeren. De hele bevrijding is Zijn werk. 

Mijn heil zal niet uitblijven, maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn luister........  Per slot van rekening loopt dit er op uit dat Gods heil, dat is Yeshua de Messias, zelf verschijnt in heerlijkheid en Zijn rijk zal vestigen in Sion. De dingen gaan zoals de  God van Israël bepaald en voorzegd heeft: Ik zal het ook doen.

Ida