English & other languages: click here!

Zacharia 10 - God zal Israël verlossen

Het doel van dit hoofdstuk is de Joden die uit Babel teruggekeerd waren, te bemoedigen met de hoop dat God hun toch voorspoed zou schenken in hun eigen land en overwinningen daarbuiten. Dat ondanks het feit dat zij onder Gods toorn geweest waren, omdat zij het herbouwen van de tempel veronachtzaamd hadden en nu door vijanden omringd waren,  YHWH belooft dat Hij Israël uit zijn wereldwijde verstrooiing zal herenigen, om Zijn land te bezitten.

Zacharia 10:1 Vraag de HEERE om regen ten tijde van de late regen. De HEERE maakt de onweerswolken, en Hij zal hun regen geven voor ieder gewas op het veld.

Vraag de HEERE om regen ten tijde van de late regen........ Het eerste vers van dit hoofdstuk is een oproep om YHWH om regen te vragen. Blijkbaar waren de Israëlieten zo ver afgedwaald tijdens de ballingschap dat ze opnieuw hiertoe moesten worden opgeroepen. Uit vers 2 blijkt dat ze vanuit de cultuur van Babel gewend waren om de afgoden hierom te vragen. Dit overblijfsel moest weer leren dat ze voor alles in het leven God moesten raadplegen. De zegen die zojuist over hen was uitgesproken moest hen aanmoedigen om God te vertrouwen. In die tijd had Israël nog geen irrigatiesysteem en was afhankelijk van regen om zijn gewassen water te geven. In een tijd van droogte groeide er niets - dus had Israël belang bij zowel de vroege regen (vallend in de herfst) als de spade (= late) regen (vallend in de lente). 

De regen in het najaar zorgt voor de rulheid van de aarde bij het ploegen en voor het ontkiemen van het gezaaide. De regen in het voorjaar zorgt voor het volgroeien van de gewassen en voor volle vruchten.

De HEERE maakt de onweerswolken.........De buien gaan vaak gepaard met onweer.

Hij zal hun regen geven voor ieder gewas op het veld....... YHWH belooft hier genoeg regen te geven, zodat alle gewassen kunnen groeien.

Licht en water zijn wel de twee voorwaarden voor de groei.

Zacharia 10:2-5 want de afgodsbeelden spreken bedrog, en de waarzeggers schouwen leugen; ook spreken zij van valse dromen, zij troosten met vluchtige woorden. Daarom zijn zij weggetrokken als schapen; zij worden verdrukt, want er is geen herder. 3. Tegen de herders is Mijn toorn ontbrand, en de bokken straf Ik. Ja, de HEERE van de legermachten zal omzien naar Zijn kudde, het huis van Juda. Hij zal hen maken als Zijn prachtige paard in de strijd. 4. Daaruit zal de hoeksteen, daaruit zal de tentpin, daaruit zal de strijdboog, daaruit zullen alle onderdrukkers tezamen voortkomen. 5. Zij zullen als helden zijn die in de strijd de vijanden in het slijk van de straat vertrappen. Ja, zij zullen strijden, want de HEERE zal met hen zijn. Zij zullen de ruiters beschaamd maken.

want de afgodsbeelden spreken bedrog, en de waarzeggers schouwen leugen...... De praktijk was dat men te rade ging bij waarzeggers, bij afgoden.

spreken zij van valse dromen, zij troosten met vluchtige woorden....... De profetie gaat ongemerkt over van de toenmalige situatie naar de eindtijd. De leiders, die in vers 3 herders genoemd worden, hebben mooie woorden, maar zonder inhoud. Ze staan niet in de waarheid en daarom zijn het leugensprekers, waardoor het volk misleid wordt. We herkennen het in onze tijd. Predikers en sprekers die hun prachtige beloften zelfs uit de Bijbel halen, maar die ze ook uit hun context halen. Ze troosten, maar hun troost brengt niet de echte vrede. De oproep dat mensen hun zonden moeten belijden en zich moeten bekeren blijft achterwege. Er wordt alleen gezegd wat men graag horen wil en is uit op eigen aanzien en financieel voordeel.  Een humanistische keuze zogenaamd voor de liefde, is in feite volslagen liefdeloos.  

Weggetrokken en verdrukt, er is geen herder........

Voordat Israël in ballingschap ging was het al helemaal mis met het volk Israël. Onder de regering van Achab werd overal de afgoderij gepromoot. Juda was net zo min vrij van afgoderij en kreeg In Babel te maken met de Babylonische afgoderij.   Het oud-Hebreeuwse woord voor afgoden hier is terafim, wat 'gewone' huishoudelijke afgoden betekent.

Tegen de herders is Mijn toorn ontbrand........ YHWH is verschrikkelijk boos op die valse herders. Dat is ook de centrale as in dit schriftgedeelte. De Bijbel noemt zulke leidslieden 'huurlingen'. Ze willen er alleen zelf beter van worden en de schapen gaan hen niet ter harte (Joh. 10:12; Ezechiël 34:1-10). Gods oordeel zal daar zeker over komen. De geestelijke leiders die verzaakten of verraad pleegden naar God toe werden de bokken genoemd (Zie Matth.25:33-41).

de HEERE van de legermachten zal omzien naar Zijn kudde, het huis van Juda...... in Zijn grote liefde wil God Zijn volk opnieuw opvoeden, Hij noemt hen liefkozend 'Zijn kudde', voor wie Hij de Herder wil zijn. 

Hij zal hen maken als Zijn prachtige paard in de strijd..... deze wijze van oorlogvoeren werd al beschreven in Zacharia 9 en dat werd uitgewerkt in dit Jaïr artikel over hoofdstuk 9 vanaf vers 14 en 15. (Even naar onderen scrollen.) Het prachtige paard dat deel uitmaakt van een strijd die de zege behaalt, wordt bereden door Hem die de strijd voert en in Wie de overwinning zeker is. Het paard is een instrument, maar het zal veilig uit de strijd komen en delen in de vreugde van zijn Berijder.  

Zij zullen de ruiters beschaamd maken....... de ruiters van de vijandelijke paarden zijn verslagen en voelen zich terecht beschaamd en vernederd.

Er is na Zacharia feitelijk maar één tijd waarin voor Gods volk de strijd met paarden en wagens en wapens tot de overwinning leidde en dat is in de confrontatie met de Syrische vorst Antiochus Epiphanes IV oftewel de eindtijd zoals die door Daniël 11 wordt getekend. Het zijn de Makkabeeën – een Joodse familie – die in opstand komen. Zij nemen de wapens op en strijden tegen Syrië en dringen de legers van Antiochus Epiphanes IV terug tot achter de grenzen. Zij zijn de schapen die door God in paarden veranderd zijn. Individuele Joden nemen het voortouw. God zegt hier dat het volk Israël zich zal verzetten en strijd zal voeren tegen de Grieken en zal overwinnen.  

Efeze 2:20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, WAARVAN JEZUS CHRISTUS ZELF DE HOEKSTEEN IS, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere;

Uit dit volk komt de Hoeksteen voort, de Tentpin en de Oorlogsboog........ 

 uit dit volk komen leiders voort. Dit is iets wat overigens ook in Zach. 9:13 wordt vermeld over dezelfde oorlog. We weten dat de titel 'Hoeksteen' op Yeshua slaat die uit Juda moest komen en is gekomen. Vers 4 van Zacharia 10 wil zeggen dat God ervoor zal zorgen dat er strijders als helden met materieel (tentpinnen of nagels -, strijdbogen) zullen zijn. De Bijbel noemt de strijders van God   'onderdrukkers'. Strong (H5065) omschrijft dit Hebreeuwse woord 'nagas' נָגַשׂ als 'drukken, drijven, onderdrukken, opeisen'.

Het houdt in dit geval in: gezag oefenen in gerechtigheid! Oftewel "Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf" (Openb. 18:15). Zoals dat woord ook gebruikt wordt in Jesaja 60:17b NBV: 

Ik stel de vrede aan als wachter en de gerechtigheid als het gezag.

Het wonder is, dat uit een arm en ellendig volk een geducht leger werd gevormd; dat verwaarloosde en misleide schapen werden veranderd in het geduchte krijgsros van de hemelsche Majesteit. In eerste instantie tegen het leger van Antiochus Epiphanes IV. Het is duidelijk dat Israël in de eindtijd in een volkomen toegeruste staat zal zijn onder leiding van de Koning der Koningen. Dan is de oorlog tegen Antiochus Epiphanes IV een zwakke voorvervulling voor hetgeen in de eindstrijd zal plaatsvinden. 

helden die in de strijd de vijanden in het slijk van de straat vertrappen......  we weten dat God niet zachtzinnig omgaat met degenen die zich willens en wetens tegen Hem verzetten. Dat is geen vrijblijvende keus. God heeft veel geduld gehad, maar uiteindelijk slaat Hij hard toe in het oordeel. 

Zacharia 10:6-7 Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik verlossen. Ik zal hen terugbrengen, want Ik heb Mij over hen ontfermd. Zij zullen zijn alsof Ik hen niet verstoten had. Ik ben immers de HEERE, hun God: Ik zal hen verhoren! 7. Zij zullen zijn als een held van Efraïm, hun hart zal zich verblijden als door de wijn; en hun kinderen zullen het zien en zich verblijden, hun hart zal zich verheugen in de HEERE.

Ik zal het huis van Juda versterken, en het huis van Jozef zal Ik verlossen....... Uit alles blijkt heel duidelijk dat de ballingschap nog niet het beoogde herstel had gebracht. Toch zal YHWH de stammen van Zijn volk versterken en terugbrengen uit de ballingschap.

In Gods ontferming begint Hij weer opnieuw met Israël. Hij zal Zijn volk niet meer behandelen alsof Hij het verworpen heeft. Hij zal hun gebeden beantwoorden.

Opvallend is hier ook dat God met beide huizen, zowel Juda als Efraïm, verder gaat en daarom is dit een profetie die in de eindtijd bij de komst van Yeshua in volle vervulling zal gaan. De belofte uit de voorgaande passage wordt intenser herhaald. God zal Israël redden en zegenen en hen genadig zijn .

hun kinderen zullen het zien en zich verblijden......  Efraim (ook wel genoemd het Huis van Jozef) had een warm plekje in het hart van YHWH, die over hem zei: 'Want Ik ben Israël tot een vader en Efraïm, die is mijn eerstgeborene’ (Jeremia 31:9) ‘Is Efraïm Mij een lievelingszoon, een troetelkind,….daarom is Mijn binnenste over hem ontroerd. Ik zal Mij zeker over hem ontfermen.’ Jeremia 31:20. Efraïm werd afvallig, maar God de Vader vergat hem niet. 'Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u uitleveren, Israël? Mijn hart keert zich in Mij om.' (Hosea 11:8) De kinderen zien in hoe groot de liefde van YHWH voor hen is en ze zijn er zo blij om! Ze verheugen zich in Hem die hen in Zijn hart gesloten heeft. 

Zacharia 10:8-12 Ik zal hen naar Mij toe fluiten en hen bijeenbrengen, omdat Ik hen verlost heb, zodat zij talrijk worden, zo talrijk als zij waren. 9. Ik zal hen onder de volken uitzaaien en zij zullen in verre streken aan Mij denken, zij zullen leven met hun kinderen, en terugkeren. 10. Ik zal hen terugbrengen uit het land Egypte, en Ik zal hen uit Assyrië bijeenbrengen. Ik zal hen in het land van Gilead en van de Libanon brengen, maar dat zal voor hen niet toereikend zijn. 11. Hij zal door de zee van benauwdheid gaan, en Hij zal de golven van de zee slaan, alle diepten van de Nijl zullen opdrogen. Dan zal de trots van Assyrië neergehaald worden, en de scepter van Egypte zal weggaan. 12. Ik zal hen versterken in de HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt de HEERE.

Ik zal hen naar Mij toe fluiten en hen bijeenbrengen....... De belofte om Israël te vergaderen wordt vaak herhaald in de profetieën over het nieuwe verbond (Deuteronomium 30:1-6; Jeremia 23:1-8; Jeremia 32:37-41; Ezechiël 11:16-20; Ezechiël 36:16-28).

Ik zal hen onder de volken uitzaaien.......We weten dat het Noordelijk Rijk van Israël werd verstrooid onder de volken. Het was om hun zonden.                         

De tien stammen zouden als gevolg van hun grote zonden niet alleen in ballingschap zijn gevoerd, maar ook uitgesloten zijn van een omgang met God, zoals de twee stammen die nog wel kenden (Jeremia 3:8).  Maar hier staat in vers 9 dat God hen onder de volken uitzaait!!  Het past in Gods plan dat dit gebeurd is. Hij wilde ze niet kwijt, Hij heeft er een bedoeling mee! Jeremia 3 is juist een oproep om terug te keren. Het volk dat Hij 'weggedaan' heeft vanuit Zijn toorn, heeft Hij niet 'weggedaan' uit Zijn hart! Iets wat je zaait dat doe je niet weg, je verwacht er iets van, je kijkt of er al iets ontkiemt..... 

Ze zullen in verre streken aan YHWH denken en terugkeren naar het land........  Dit doet denken aan de gelijkenis van de 'verloren zoon'. In de moeiten van het leven denken ze weer aan Vader. Ze zitten overal: in Egypte, Assyrië, Amerika, Europa...... ver weg van Vaders huis, maar ze krijgen goede gedachten over YHWH, die hun Vader is. Die verandering van denken is het begin van bekering. Ze 'horen' geestelijk de fluittoon van vers 8.  Ze willen weer naar huis. 

Jesaja 27:13 Op die dag zal het gebeuren dat op een grote bazuin geblazen zal worden. Dan zullen zij komen die verloren waren in het land van Assyrië, die verdreven waren naar het land Egypte. En zij zullen zich voor de HEERE neerbuigen op de heilige berg in Jeruzalem.

Ze zullen weer net zo talrijk worden als voorheen....... het land Israël is te klein voor een groot Israël, want wat ontkiemt is zal gaan groeien. Het zal een grote oogst worden!  Maar in Gilead (het Overjordaanse) en Libanon, dat deel gaat uitmaken van Israël, is plaats, maar lang niet genoeg. 

Hij zal door de zee van benauwdheid gaan......  de reis naar Huis van de kinderen van Israël zal niet gemakkelijk zijn. Maar de HEERE trekt hier, om hen te bemoedigen, een vergelijking met de tocht door de Rode Zee. Het wordt hier de 'zee van benauwdheid genoemd'.  Wat hadden hun voorouders het benauwd toen ze ingesloten leken te zijn tussen de legers van Egypte achter zich, de bergen naast hen en de Rode Zee voor hen. En net zoals Mozes zal God de golven van de zee slaan, om een pad voor hen te maken. 

Die benauwdheid kan twijfel zijn of God hen nog wel wil aannemen, zoals ook de verloren zoon zichzelf niet meer waard vond om een zoon te zijn. Die benauwdheid kan ook de vijandschap van de wereld zijn, die Israël verfoeit. Het antisemitisme waarvan zij het onderwerp en de zondebok zijn. Geestelijk is het satan die de Israëlieten zal weerhouden of wil vernietigen. De volken houden ze niet vast, de machthebbers die over hen geheerst hebben moeten ze loslaten. Als de satan ze weerhoudt om in de weg van bekering terug te keren dan zal YHWH die pogingen van de verleider en mensenmoordenaar aan banden leggen. Voor God zijn er geen hindernissen.  Hij breekt de hoogmoed van Assur en de scepter van Egypte. God weet hoe Hij Zijn vijanden aan Zich moet onderwerpen. 

Ik zal hen versterken in de HEERE...... ondanks alles waarin Gods volk in gebreke is gebleven laat Hij hen merken dat Hij aan hun kant staat en versterkt hen daarin. God zal hen laten zien dat ze nog 'thuis' mogen komen, dat de weg terug open is, al lijken de omstandigheden het tegendeel daarvan. God zal het doorbreken. Ze mogen de weg gaan in Zijn Naam. Het is helemaal Gods werk!

Ida