English & other languages: click here!

Zefanja 3 - Het oordeel over Jeruzalem

Zefánja kondigt het oordeel van God aan over Jeruzalem en alle volken. De HEERE is echter ook genadig. Hij zal Zich liefdevol ontfermen over een ellendig overblijfsel. De woorden van Zefanja komen hard aan. Na een "uitstapje' naar de volken richt hij nu zijn striemende woorden weer tot Jeruzalem. Je merkt in alles hoe groot de teleurstelling van YHWH is in deze stad. De aankondiging van het oordeel over de volken in hoofdstuk 2 zou je zakelijk kunnen noemen, de verzen van vandaag zijn erg emotioneel. God is door de goddeloosheid van Jeruzalem tot in het diepst van Zijn hart gekwetst. Toch is de kern van dit hoofdstuk: God belooft een nieuwe tijd van grote vreugde in gemeenschap met Hem!

Zefanja 3:1-4 Wee de rebelse, de besmette, de stad die onderdrukt! 2. Zij luistert niet naar de roepstem, geen vermaning aanvaardt zij. Op de HEERE vertrouwt zij niet, tot haar God nadert zij niet. 3. Haar vorsten zijn in haar midden brullende leeuwen. Haar rechters zijn avondwolven, die tegen de morgen niets meer te knagen hebben. 4. Haar profeten zijn lichtzinnig, mannen vol trouweloosheid. Haar priesters ontheiligen het heilige, zij doen de wet geweld aan.

Wee de rebelse, de besmette, de stad die onderdrukt........!  Uit wat we elders in de Bijbel lazen (2 Kon. 15-19; 2 Kon. 17:3vv;   2 Kon. 18:13; 1 Kon. 19:35-36), kregen we de indruk dat Assyrië en met name Ninevé voor onderdrukking in Israël zorgden. Maar hier zien we dat Jeruzalem evengoed een schrikbewind voerde en bovendien naar God toe opstandig en zondig was.

Zij luistert niet naar de roepstem, geen vermaning aanvaardt zij........ tegen de stad worden vier aanklachten ingebracht: 1. ongehoorzaamheid. 2. verzet tegen bestraffing, 3. ongeloof, 4. goddeloosheid.

Haar vorsten zijn in haar midden brullende leeuwen.......  De vorsten van het volk geven het verkeerde voorbeeld. Het lijken wel roofdieren. Hun gezag is niet het van God afgeleide gezag. Ze zijn van God afgeweken en staan in dienst van de duisternis. 

De rechters in de stad zijn net wolven die ’s nachts op rooftocht gaan. ’s Morgens is er van de prooi niets meer over.                      De profeten en priesters onteren YHWH door het overtreden van de Tora in losbandigheid en door het heilige te ontwijden.

Zefanja 3:5-7 De rechtvaardige HEERE is in haar midden, Hij doet geen onrecht. Elke morgen brengt Hij Zijn recht aan het licht, er ontbreekt niets aan. Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte. 6. Ik heb heidenvolken uitgeroeid, hun hoektorens zijn verwoest. Ik heb hun straten leeggemaakt, niemand trekt er nog doorheen. Hun steden liggen in puin; er is niemand meer, geen enkele inwoner. 7. Ik zei: Nu zult u Mij zeker vrezen, u zult de vermaning aanvaarden, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden, hoe Ik haar ook gestraft zou hebben. Toch waren zij er vroeg bij, zij hebben totaal verderfelijk gehandeld.

De rechtvaardige HEERE is in haar midden, Hij doet geen onrecht........ dit maakte de ongerechtigheid van zijn volk nog misdadiger en tragischer. YHWH was alleen maar rechtvaardig voor hen geweest, maar toch reageren ze met zonde. Uiteindelijk plaatsen ze zichzelf aan de verkeerde kant van Gods gerechtigheid en staan ze oog in oog met Zijn gerechtigheid.

Elke morgen brengt Hij Zijn recht aan het licht, er ontbreekt niets aan........ Juist in deze woorden van boosheid kom je Gods grote liefde tegen. Want wat is de oorzaak van zijn boosheid? Onbeantwoorde liefde. God heeft altijd van Jeruzalem gehouden en ervoor gezorgd. Maar de inwoners van Jeruzalem, vooral de leiders en de voormannen, hebben in geen ding aan de HEERE gedacht. Ze zijn alleen uit geweest op eigen winst en genot.

Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte........ Van de heidenen kon de HEERE niet veel verwachten, maar Jeruzalemmers konden beter weten.  Zij hadden de oordelen waarmee God goddeloze volken gestraft heeft moeten opmerken. Ze hadden aandacht moeten schenken aan de liefdevolle straffen waarmee ze zelf getuchtigd zijn.  Helaas, ze hadden er geen oog voor. Ze schamen zich niet eens. 

zij hebben totaal verderfelijk gehandeld....... dezelfde woorden gebruikte Mozes in zijn profetisch 'Lied van Mozes":

Deuteronomium 32:5 Zij hebben verderfelijk tegen Hem gehandeld; het zijn Zijn kinderen niet. Een schandvlek! Het is een slinkse en verdorven generatie.

‘Wacht maar op Mij’, zegt de HEERE in zijn teleurstelling om al het onrecht. ‘Verwacht Mij, want Ik zal het hele goddeloze zooitje op de vuilnisbelt bijeenvegen en de fik erin steken’

Zefanja 3:8 Daarom, verwacht Mij, spreekt de HEERE, op de dag dat Ik opsta om buit te halen, want Mijn oordeel is de heidenvolken te verzamelen, de koninkrijken bijeen te brengen, om over hen Mijn gramschap uit te storten, heel Mijn brandende toorn. Want door het vuur van Mijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden.

Door het vuur van Mijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden......... in hoofdstuk 2 en in andere profetieën was het toch duidelijk hoe God de andere volken gestraft heeft vanwege al het onrecht. Gods volk was getuige van het opkomen en vallen van volken. De profeten wijzen erop dat God daarachter zit en dat Hij Zijn kinderen ermee wil leren dat Hij het kwaad eens zal straffen.

Waarom denken de inwoners van Jeruzalem dan dat zij gespaard zullen blijven? Ze denken waarschijnlijk dat ze altijd veilig zijn in de plaats waar de tempel van God staat. Ze kunnen zich niet voorstellen dat de woonplaats van God op aarde iets kan overkomen. God zal Zijn eigen huis toch wel beschermen? Maar was ook de tabernakel in Silo niet verwoest? Jeremia zei namens God tegen de Judeeërs dat als zij niet zouden luisteren: "dan zal Ik dit huis (de tempel) maken als Silo, en deze stad zal Ik maken tot een vloek voor alle volken van de aarde" (Jeremia 7:12; Jeremia 26:6). 

Zefanja 3:9-13 Voorzeker, dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen, zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, om Hem schouder aan schouder te dienen. 10. Van over de rivieren van Cusj zullen zij die vurig tot Mij bidden, het volk, overal door Mij verspreid, Mijn offer brengen. 11. Op die dag zult u niet beschaamd zijn over al uw daden waarmee u tegen Mij in opstand kwam, want dan zal Ik hen uit uw midden wegdoen die uitgelaten zijn over uw hoogmoed. Voortaan zult u zich niet meer verheffen omwille van Mijn heilige berg. 12. Maar Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen. 13. Het overblijfsel van Israël zal geen onrecht doen en geen leugen spreken, en in hun mond zal niet gevonden worden een tong die bedriegt. Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen.

In het vorige vers leek het alsof alles en iedereen vernietigd zou worden, maar dan zou vers 9 er niet op kunnen volgen: Nu krijgt het ‘wacht op Mij’ opeens een andere, een nieuwe betekenis. Gods gerichten over deze goddeloze wereld zijn onvermijdelijk, maar door die gerichten heen tekent zich toch een hoopvolle toekomst af. Het is of de HEERE vanaf vers 9 zegt: ‘Wacht op Mij, want Ik ga het anders doen! Ik ga de volken veranderen. Ze krijgen van Mij lippen die Mij aanroepen en aanbidden. Ook Israël zal Ik veranderen. Voor wie niet op eigen macht en rijkdom, maar op Mij vertrouwen, is er een grootse toekomst’ (vs. 9-13).

dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen....... De HEERE zal de trotste mensen wegdoen en zorgen dat Hij gediend wordt door het overblijfsel van Israël, dat geen leugentaal meer spreekt. Het volk zal opspringen van vreugde, want de Heere hun God is in hun midden. Hun gevangenschapzal omgekeerd worden en ze zullen een aanleiding zijn tot lofprijzing onder alle volken van de aarde.
Met deze laatste vijf verzen laat God Zich diep in het hart kijken. Hij is rechtvaardig, het kwaad kan Hij niet over zijn kant laten gaan. Maar er is een weg ter ontkoming. Zijn oordeel heeft Hij in zijn grenzeloze liefde op een Ander laten neerkomen, zijn eigen Zoon (Jesaja 53:5-6; 2 Korinthe 5:21; 1 Joh. 5:11-12).

om Hem schouder aan schouder te dienen....... dit zal in het duizendjarig Vrederijk in vervulling gaan. Wat een heerlijke eensgezindheid in Yeshua!

Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen...... Op deze aarde, waar de mensen lijden als gevolg van de zondeval en de belofte van Genesis 3:15, zal het Zaad van de vrouw vaak ellendig en arm zijn. Maar zij die leren om op de Naam van YHWH te vertrouwen zullen niet beschaamd uitkomen!

zult u zich niet meer verheffen omwille van Mijn heilige berg....... in het Vrederijk zal Israël de supermacht van de wereld zijn, maar ze zal niet trots of hooghartig zijn .Onder leiding van de Heer Jezus en Zijn verlosten, zal ze weten dat haar status één en al genade is. Dit is de vervulling van de belofte uit de rede van Mozes uit de 'zegen en vloek':

Deuteronomium 28:13 De HEERE zal u tot een hoofd maken en niet tot een staart, en u zult uitsluitend omhoog gaan en niet omlaag, als u gehoorzaam bent aan de geboden van de HEERE, uw God, waarvan ik u heden gebied dat u ze in acht neemt en houdt.

Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen........ Als God alles naar Zijn welbehagen heeft bewerkt, is er voor het volk alleen nog maar voedsel in overvloed, dat betekent het “weiden”, rust, “neerliggen”, en veiligheid, “niemand zal hun schrik aanjagen” (Micha 4:4).

Zefanja 3:14-15 Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, dochter van Jeruzalem! 15. De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien.

Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël........ !

Na de woorden van oordeel hebben we dan gelukkig nog vijf verzen mogen lezen van vreugde en uitkomst. Wat proeven we hier de vreugde die God in het vooruitzicht stelt, als de oordelen worden weggenomen. Dan mag Israël weer juichen, zijn dochters mogen zingen en springen. De dochter van Jeruzalem mag zijn wie ze in wezen door God bedoeld is. 

De HEERE heeft uw oordelen weggenomen......

Hoewel Hij niet genoemd werd, geloof ik dat wij bij die omslag niet kunnen zwijgen van Gods Zoon. Doordat Hij de zonden van Zijn volk op Zich nam, mogen wij in een nieuwe gemeenschap met God leven!  Het loflied van deze laatste zeven verzen van Zefanja kan in elk geval niet zonder Yeshua, de Messias bestaan. We komen Hem dan ook tegen als de bron van vreugde die komen zal: de Koning van Israël. God zal hen verlossen van  hun vijanden en hun ongerechtigheden.

De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien....... God kondigt niet alleen oordeel aan. Mensen hebben het dan wel verprutst, Hijzelf gaat een nieuw begin maken. Hij is de Verlosser, die de gerichten wegnemen zal. Er was in Zefanja’s tijd een grote dreiging van vijanden. Assur was nog machtig, Babel kwam spoedig op, Egypte was er ook nog. Jeruzalem zat ingeklemd tussen de wereldmachten. En in 586 v.Chr. heeft God de stad ook aan de Babyloniërs overgegeven. Maar voordat de straf komt, geeft Hij al de garantie dat het weer goed komt. De HEERE geeft hier al een blik over de verlossing van Yeshua heen in het komende Vrederijk.

Zefanja 3:16-20 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet. 17. De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. 19. Zie, in die tijd ga Ik optreden tegen al uw verdrukkers. Ik zal verlossen wie mank gaat, bijeenbrengen wie verdreven is. Ik zal hen maken tot lof en tot een naam in heel het land waar zij beschaamd waren. 20 In die tijd zal Ik u hierheen brengen, namelijk in de tijd dat Ik u zal bijeenbrengen. Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde, wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, zegt de HEERE.

Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet........!

Als we weten dat God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? (Rom. 8:31) Jeruzalem hoeft niet meer bang te zijn, maar mag moedig en krachtig zijn in haar HEER!

Hij zal zwijgen in Zijn liefde....... dat is zo diep, zo heerlijk. Het genieten van de liefde kan zo goed zijn dat alle woorden daarbij in het niet vallen. Wat heerlijk dat we een God hebben die daar naar verlangt en daar naar toe werkt. 

Het komende Vrederijk is een troost voor iedere gelovige die het moeilijk heeft in Israël en in de wereld. Want de HEERE zal omzien naar de verdrukten, naar de verstrooiden, naar de armen, de mensen die het niet goed redden.

Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet........! Als we weten dat God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? (Rom. 8:31) Jeruzalem hoeft niet meer bang te zijn, maar mag moedig en krachtig zijn in haar HEER!

Hij zal zwijgen in Zijn liefde....... dat is zo diep, zo heerlijk. Het genieten van de liefde kan zo goed zijn dat alle woorden daarbij in het niet vallen. Wat heerlijk dat we een God hebben die daar naar verlangt en daar naar toe werkt. 

Het komende Vrederijk is een troost voor iedere gelovige die het moeilijk heeft in Israël en in de wereld. Want de HEERE zal omzien naar de verdrukten, naar de verstrooiden, naar de armen, de mensen die het niet goed redden.

God gaat de rollen omkeren.

Hierbij denken we ook aan wat Maria over haar zoon Yeshua profeteerde:

Lukas 1:51-54

51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm; Hij heeft hoogmoedigen in de overlegging van hun hart verstrooid; 52 Hij heeft machtigen van tronen gestoten en nederigen verhoogd; 53 hongerigen heeft Hij met goede dingen vervuld en rijken leeg weggezonden; 54 Hij heeft Zich zijn knecht Israel aangetrokken om te gedenken aan de barmhartigheid.

Het nieuwe Jeruzalem zal een grote vreugde zijn voor iedereen die er wonen zal, want Hij, YHWH is onze vreugde!  Maar niet alleen vreugde voor de mensen. De HEERE Zelf zal Zich verheugen. Dat is nog eens een garantie van een goede toekomst! God gaat het zó maken dat Hij er Zelf over juichen zal!

Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. De HEERE uit dat door zwijgen, verblijden en juichen! Het licht van Gods aangezicht over ons leven is een waarachtige vreugde, die ver uitgaat boven alles wat we ervaren door enkel materiële voorspoed, zekerheid of voldoening.

Zie, in die tijd ga Ik optreden tegen al uw verdrukkers........ De HEERE zal de onderdrukkers vernietigen. Hij zal het opnemen voor Zijn arme gebrekkige volk. God zal hen voor de ogen van anderen genade en eer geven.
Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde...... De HEERE zal Zijn volk opzoeken in alle landen en het uit de ballingschap (gevangenschap) terugbrengen in zijn eigen land. Alle volken van de aarde zullen Gods volk eren en bejubelen.

Door het boekje Zefanja heen hebben we al gezien dat het nieuwe Vrederijk niet voor een beperkte groep zal zijn. De HEERE zal omzien naar Israël en de volken. Wij mogen nu weten dat Hij dat in Yeshua gedaan heeft en doet. Hij heeft niet zomaar Zijn gerichten aan de kant geschoven. Hij heeft ze over zijn eigen Zoon heen laten gaan! Daarom kan die omkering van oordeel naar bevrijding ook zo radicaal zijn. Aan alles is voldaan. Door het geloof in Yeshua mogen we uitzien naar wat in deze laatste verzen van Zefanja is beloofd. Hij komt met haast. Nu mogen we er al van zingen.

Voor wie mee wil zingen is hier de link.

Jur & Ida