To translate this page into different languages, click here!

Exodus 8 en 9 nog meer plagen

Het vorige hoofdstuk eindigde met de tekst:

Exodus 7:25 Zo gingen zeven dagen voorbij, nadat de HEERE de Nijl geslagen had.

Zeven dagen is een volle week, en de zevende van die dagen is een rustdag van de moeite van onze arbeid. Deze moeite hebben we geërfd als gevolg van de zonde. Het is een Bijbelse tijdsduur die een compleet geheel vertegenwoordigt, waarin geen plagen of oordelen waren. God geeft de Egyptenaren de tijd om na te denken over de reden van wat hen is overkomen. Te midden van de oordelen zien we Gods genade voor hen die Hem nog niet kennen.

Hier volgt een Indeling van de respectievelijke plagen, met daarbij aangegeven de originele Hebreeuwse paragraaf indelingen in Exodus 8 en 9, zoals aangegeven in de grondtekst. Aangenomen wordt dat deze indelingen geïnspireerd zijn bij het opschrijven van Gods Tora door Mozes. (Ptucha en Stuma):

(Ptucha = hoofdindeling, Stuma = onderverdeling aangegeven met {p} en {s}) 

Ex. 8: 1-15 {s} De plaag van de kikkers + tovenaars deden dat ook

Ex. 8: 16-19 {s} De plaag van luizen + magiërs konden dat niet doen

Ex. 8: 20-32 {p} De plaag van vliegen + geen vliegen in Gosen waar de Israëlieten woonden

Ex. 9: 1-7 {p} De plaag van de veepest

Ex. 9: 8-12 {s} De plaag van steenpuisten

Ex. 9: 13-21 {p} Waarschuwing: de plaag van de hagel

Ex. 9: 22-35 {p} De plaag van de hagel

 

Ik heb deze gegevens gelezen bij "A little Perpspective" maar ik begreep niet helemaal hoe dat werd toegepast op de tekst. Er lijkt een soort opbouw te zijn met de (s) paragrafen, die tot een voltooiing komen met de (p) paragraaf. Hierdoor zouden de Egyptenaren geleidelijk steeds meer ontzag voor God krijgen. 

 

Ex. 8: 1-15 {s} De plaag van de kikkers + tovenaars deden dat ook

Ex. 8: 16-19 {s} De plaag van luizen + magiërs konden dat niet doen

Ex. 8: 20-32 {p} De plaag van vliegen + geen vliegen in Gosen

 

Deze drie plagen hebben twee dingen gemeen:

 

1) Het verhoogt de overlast voor Egypte, terwijl er geen leven wordt geschaad, en

2) De eer voor de naam van YHWH wordt stapsgewijs verhoogd.

Gods wonderen houden een opbouw in!

Je ziet dat de eerste plaag in deze serie, de plaag van de kikkers, kon worden nagedaan door de Egyptische tovenaars.

De Egyptische tovenaars zijn niet in staat om de plaag die daarop volgt in deze serie, de plaag van de luizen, te imiteren. De eer voor de naam van YHWH neemt toe als de tovenaars van Egypte moeten erkennen dat dit teken werd bewerkt door de vinger van God en dat het niet mogelijk is dit met occulte vaardigheden te bereiken.
Farao was niet echt onder de indruk van de eerste plagen omdat zijn tovenaars hetzelfde konden doen (Exodus 7:11). Op een bepaald moment moesten de tovenaars toegeven dat dit hun krachten te boven ging. Ondanks de erkenning van zijn eigen magiërs weigerde Farao, tegen beter weten in, om toe te geven dat dit "de vinger van God was", hij beschouwde zichzelf immers als god. Vanaf dat moment had hij geen enkel excuus meer. Hij wist nu dat hij te maken had met de levende God.

Voor de derde plaag in deze serie: "luizen" maakt God onderscheid tussen Zijn volk en de Egyptenaren. Hij zet Zijn volk apart van de onderdanen van Farao. Een scheiding die zich verder zou voltrekken. Deze scheiding zorgt ervoor dat het ontzag voor YHWH toeneemt omdat Hij in staat is om een ​​volk te slaan. Maar dat ontzag voor YHWH wordt nog veel groter als men merkt dat Hij in staat is om een ​​volk niet te treffen met deze plaag. Gods volk werd niet getroffen door de plaag, alleen de Egyptenaren vielen onder dat oordeel. Zelfs de duivel heeft macht om schade te berokkenen, hij is een moordenaar van oorsprong, die zoekt wie hij kan verslinden.

MAAR ALLEEN YHWH OEFENT MACHT UIT OM SCHADE TE VOORKOMEN. ALLEEN YHWH HANDELT VANUIT GENADE!

Het is de uitoefening van Zijn genade die de grote heerlijkheid van Zijn naam openbaart!

Vervolgens zien we in de Hebreeuwse grondtekst een hoofdparagraaf (ptucha) die wijst op een afgerond thema :

Ex. 9: 1-7 {p} De plaag van de veepest

Dit is de eerste plaag waarbij de dood een rol speelt. Maar vanuit Gods mededogen en respect voor het LEVEN sterven er geen mensen.

Volgende indelingen:

Ex. 9: 8-12 {s} De plaag van steenpuisten

Ex. 9: 13-21 {p} Waarschuwing: de plaag van de hagel

 

Ex. 9: 8-12 {s} De plaag van steenpuisten 

Egypte had vele gezondheidsgoden. De godin Isis was zelfs een speciale beschermster van de Farao. Maar ook Farao zat onder de zweren en puisten. Door de 6e plaag werden deze goden vernederd en als machteloze oplichters ontmaskerd.

Het gaat hier om een paragraaf onderverdeling die aangeeft dat dit onderwerp zal doorgaan met de volgende paragraaf.

 

Ex. 9: 13-21 {p} Waarschuwing met betrekking tot de plaag van de hagel – en dan eindigt dit gedeelte met ptucha. Vreemd, het begint met de plaag van steenpuisten en er wordt gewaarschuwd voor de zware hagel die zal plaatsvinden. Ook de waarschuwing om zowel de arbeiders en de dieren binnen te halen. En dan lijkt er een nieuw thema te beginnen? De aangekondigde hagel moet nog plaatsvinden.

 

Dat is nu precies het punt! Let op wat YHWH zegt:

Exodus 9:

14           Want deze keer zal Ik al Mijn plagen op uzelf (letterlijk: in uw hart), op uw dienaren en op uw volk afzenden, zodat u weet dat er op heel de aarde niemand is zoals Ik.

 15          Nu had Ik immers Mijn hand kunnen uitstrekken om u en uw volk met de pest te treffen, zodat u van de aarde uitgeroeid zou zijn.

 16           Maar juist hierom heb Ik u laten bestaan, om Mijn kracht aan u te tonen, zodat Mijn Naam bekendgemaakt zal worden op heel de aarde."

God wil dat de Egyptenaren en de hele wereld beseffen Wie Hij is.

De plaag van steenpuisten was een plaag die het lichamelijk leven aantast, net als de veepest. Bij de steenpuisten vielen geen doden, bij de veepest werden wel dieren gedood. Door de plaag van steenpuisten wilde God laten zien dat hij in staat was om ook het menselijk leven aan te tasten. De plaag van steenpuisten was dus een waarschuwing, net zoals Exodus 9: 13-21 een waarschuwing was. Dat is de gemeenschappelijke reden waarom beide onderwerpen deel uitmaken van deze ptucha indeling.

Met de volgende plaag, de plaag van de hagel, waarbij verlies van het leven mogelijk is, is God dan ook zeer voorzichtig en heel eerlijk ten opzichte van hen die Hem niet kennen. Hij wil hen stapsgewijs leren dat Hij Zijn Woord volbrengt, en dat Hij in staat is te doden als Hij dat verkiest. Maar God kiest ervoor om iedereen te waarschuwen, opdat niemand onnodig of oneerlijk sterft.

Volgende ptucha indeling:

Ex. 9: 22-35 {p} De plaag van de hagel

Dus dan is de paragraaf met de beschrijving van de plaag van de hagel aan de beurt. Deze eindigt ook weer begrijpelijk in een ptucha indeling. Want dit eindigt bij de voltooiing van de plaag.

We vinden hier de beschrijving van de plaag van de hagel, iets dat we tot nu toe niet vonden  in de vermelding van de andere plagen:

Exodus 9: 20 Wie van de dienaren van de farao het woord van de HEERE vreesde, liet zijn slaven en zijn vee de huizen in vluchten, 21  maar wie het woord van de HEERE niet ter harte nam, liet zijn slaven en zijn vee op het veld.

De plagen brengen scheiding aan onder de bevolking. Hetzelfde zien we in onze tijd met de corona-crisis.
Hoofdstuk 9 eindigt zo:
Exodus 9:34 Toen de farao zag dat de regen, de hagel en de donder opgehouden waren, ging hij door met zondigen en maakte hij zijn hart onvermurwbaar, hij en zijn dienaren.
35. Zo werd het hart van de farao verhard en liet hij de Israëlieten niet gaan, zoals de HEERE door de dienst van Mozes gesproken had.

Evenals in het in dit artikel geciteerde vers uit Exodus 9:15 verliep ook dit met de bedoeling de Naam van YHWH bekend en groot te maken. Het verloop is precies zo als YHWH tevoren aan Mozes had bekend gemaakt:

Exodus 7:3 Maar Ík zal het hart van de farao verharden en Mijn tekenen en Mijn wonderen in het land Egypte talrijk maken.
4. De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Mijn hand op Egypte leggen en Mijn legers, Mijn volk, de Israëlieten, uit het land Egypte wegleiden onder zware strafgerichten.
5. Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik YHWH ben, als Ik Mijn hand over Egypte uitstrek en de Israëlieten uit hun midden wegleid.

Dezelfde procedure zal plaatsvinden als Gods Volk - geheel Israël d.w.z. met hun metgezellen uit de volkeren - wordt uitgeleid. Die tijd is aanstaande. Het zal er dan om gaan of mensen zich nog bekeren en de "vinger van God" erkennen, of dat zij zich verharden, in navolging van de antichrist/farao. Maar dan zal dat ook leiden tot hun ondergang. De antichrist kan alleen maar DE DOOD bieden.

Gods Woord werkt LEVEN uit, maar wie het verwerpt blijft onder invloed van satan die alleen maar DE DOOD kan bieden.


2 Korinthe 2:15 Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; 16. voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven. Maar wie is tot deze dingen bekwaam?

Ida