English & other Languages: click here!

Jesaja 16 Profetie over Moab (vervolg)


Deze profetie is een voortzetting van die in het vorige hoofdstuk. Na de gebeurtenissen daar beschreven, wordt Moab aangespoord om hulp te zoeken bij Jeruzalem. Jesaja is in de profetieën naar andere volken meestal scherp, maar ten aanzien van Moab bespeuren we ook medelijden (Jesaja 15:5; Jesaja 16:9-12). Er was toch nog een band tussen beide volken (Gen. 19:30-38; Deut. 2:9; Ruth 1-4)  De belofte van een Messiaanse heerser (vers 5) komt in Yeshua HaMashiach tot vervulling. De profetieën bevatten, behalve voor de tijd van Jesaja, ook elementen van de eindstrijd en het oordeel waarmee de huidige aardse tijd wordt afgesloten.


Jesaja 16:1-2 Stuur lammeren voor de heerser van het land, van Sela door de woestijn naar de berg van de dochter van Sion. 2. Anders zal het gebeuren dat de dochters van Moab bij de doorwaadbare plaatsen van de Arnon zijn, net als vluchtende vogels, een opgejaagd nest.

Stuur lammeren voor de heerser van het land....... In 2 Koningen 3:4-5 lezen we dat Mesa, de koning van Moab, tevens veehouder, regelmatig - als een soort belasting - lammeren aan Jeruzalem afleverde. Toen koning Achab stierf stopte deze Moabitische koning daarmee. Hier geeft Jesaja Moab de raad om deze belastingbetaling te hervatten. Waarschijnlijk waren deze lammeren bestemd voor de offerdienst op de berg van de dochter van Sion. Het woordje Sela zou volgens commentaren 'rots' betekenen. Dan zouden de Moabieten zich mogelijk in Petra (Edom) bevinden, want die naam betekent ook 'rots'! Het lijkt een uitnodiging voor Moab om in Jeruzalem bescherming te zoeken. 

Anders zal het gebeuren dat de dochters van Moab als vluchtende vogels zijn...... zo hulpeloos, angstig en kwetsbaar...... dat is het lot van hen over wie het oordeel komt. Daarom is het beste wat je nog kunt doen: je wenden tot de koning van Jeruzalem om hulp. Het koningshuis waarvan Ruth de Moabitische eenmaal een grootmoeder was. Het is aan de Moabitische leiders om in hun nood een beroep te doen op Israel.  Met die beslissing is het leven gemoeid van duizenden vluchtelingen die op dit moment de hitte van de zon moeten trotseren. Er moet gauw iets gebeuren. Dus...... beraad je hierover!

Jesaja 16:3 Schaf raad, neem een beslissing. Maak op het middaguur uw schaduw als de nacht, verberg de verdrevenen, verraad geen vluchteling.

Schaf raad, neem een beslissing....... Nog steeds spreekt en schrijft Jesaja namens YHWH tot de Joden over Moab. Toch lijkt het erop dat zowel Juda als Moab worden aangesproken om elkaars vluchtelingen te verbergen. 

De tijden waarop de profetieën betrekking hebben, lopen door elkaar heen. Het wrede Assyrië dat het oordeel moet uitvoeren, is een beeld van de antichrist. Juda moet vluchten ten tijde van de benauwdheid van Jakob, en Moab moet vluchten naar Israël, vanwege de inval van de koning van het noorden.

Ze moeten “op het middaguur” hun “schaduw als de nacht maken. Ze moeten bescherming bieden door op het heetst van de dag, dat wil zeggen als de vervolging het hevigst is, de vluchtelingen te verbergen voor de vijand. Jesaja roept het uit: 'verstop ze en verraad ze niet!" Degenen die de mogelijkheid hebben om te ontsnappen aan het oordeel moeten worden opgevangen. 

In oorlogsituaties gebeurt het vaak dat er beloningen worden uitgeloofd voor wie iemand aangeeft. God haat dat.

Jesaja 16:4-5 Laat onder u Mijn verdrevenen verblijven, Moab; wees voor hen een schuilplaats tegen de verwoester. Als de onderdrukker omgekomen is, als het gedaan is met de verwoesting, als de vertrappers weggevaagd zijn van de aarde, 5. dan zal er een troon gevestigd worden in goedertierenheid. Daarop zal blijvend Iemand zitten in de tent van David, Die oordeelt en recht zoekt, Die snel gerechtigheid brengt.

Laat onder u Mijn verdrevenen verblijven, Moab.......  het lijkt hier te gaan om de eindfase van dit aardse systeem. In vers 3 kreeg Juda nog de raad de verdrevenen van Moab te ontvangen. Nu wordt Moab gevraagd de verdrevenen van Juda te ontvangen. Jes. 9:6; Daniël 7:14,27; Micha 4:7; Luk. 1:33
In Jesaja 15 lazen we nog van de vernietiging van Moab. De legers van Assyrië trekken een vernietigend spoor van Noord naar Zuid en weer terug. 

Jesaja 16 is in die zin anders van karakter omdat God – via de profeet Jesaja – de leiders van het volk van Moab oproept de inwoners van Jeruzalem in bescherming te nemen: wees voor hen een schuilplaats tegen de verwoester. Dit kan geplaatst  worden in de eindfase van dit bestaan als de Joden bij het zien van de gruwel der verwoesting de bergen in moeten vluchten (Matth. 24:16).
als het gedaan is met de verwoesting, als de vertrappers weggevaagd zijn van de aarde....... er heeft een enorme strijd plaatsgevonden,  de persbak werd getreden buiten de stad, waarbij het bloed reikte tot aan de tomen der paarden, zestienhonderd stadiën ver (Openbaring 14:20).

dan zal er een troon gevestigd worden in goedertierenheid........ zal de troon van de Messias worden gevestigd, en Yeshua zal  zal op de troon zitten: Men zal er in waarheid op zitten, in de tent van David. Zijn regering zal wonderbaarlijk zijn, Zijn oordeel is naar waarheid en onpartijdigheid, Hij zal snel gerechtigheid brengen. Ook op andere plaatsen in Jesaja en in de Bijbel wordt het koningschap van de Zoon van David aangeprezen als rechtvaardig en barmhartig. God zal door de Zoon van David definitief een einde maken aan alle wreedheid en onderdrukking (Jesaja 9:4-6).  Met de titel 'Zoon van David' wordt Yeshua HaMashiach bedoeld. Hij wordt zo genoemd in de aankondiging van de engel aan Maria. Lukas 1:32,33 

Uit onze gesprekken blijkt telkens weer dat er een verlangen naar de komst van Gods Koninkrijk wordt uitgesproken, maar dat we ons niet altijd realiseren is dat voorafgaande aan de doorbraak van het Koninkrijk van God een wereldleider op aarde zich groot maakt en tegen God en Zijn volk opstaat. Uit allerlei Bijbelse gegevens wordt duidelijk dat er tegen het eind van de tijd een wereldmacht alle militaire krachten op aarde zal mobiliseren om op te trekken tegen Jeruzalem, oftewel Israel en de God van Israel. Daarvan is dus ook sprake in dit gedeelte van Jesaja. 

Jesaja 16:6-8 Wij hebben gehoord van de trots van Moab, dat zeer hoogmoedig is, van zijn hoogmoed, zijn trots en zijn overmoed; zijn holle praat is niet gepast! 7. Daarom zal Moab over Moab weeklagen, allen zullen zij weeklagen. Aan de rozijnenkoeken van Kir-Hareseth zult u zuchtend terugdenken, volkomen verslagen. 8. Want de velden van Hesbon zijn verkommerd, de wijnstok van Sibma. De heersers van de heidenvolken hebben zijn edele druivenplanten platgeslagen. Zij reikten tot Jaëzer, zij verdwaalden in de woestijn. Zijn ranken verspreidden zich en hingen tot over de zee.

Wij hebben gehoord van de trots van Moab, dat zeer hoogmoedig is........  dit gedeelte komt overeen met Jesaja 48:29 e.v. In dit vers horen we de oorzaak van de moeiten die over Moab zijn gekomen. Het is trots, hoogmoed, overmoed, zijn holle praat, tezamen met de vruchtbaarheidcultus en het magisch geloof.
Daarom zal Moab over Moab weeklagen, allen zullen zij weeklagen.......
De Moabieten waren erg trots op hun wijngaarden, maar God gebruikte vijanden uit de volken om ze af te breken en alles te vernietigen waar Moab trots op was.
Rozijnenkoeken
werden in het oude Midden-Oosten gebruikt als cultische offers door vele religies en dan vooral bij vruchtbaarheidsriten (Hos. 3:1). In het oude Israël werden ze gegeten tijdens feestelijke vieringen en werd gezien als verbetering van de seksuele vruchtbaarheid (2 Sam. 6:19; 1 Kron. 16:3). Om die lekkernij stond Kir-Hareseth bekend. Maar dat zal niet lang meer duren. Ze worden volkomen verslagen. 

de velden van Hesbon zijn verkommerd, de wijnstok van Sibma...... die prachtige wijngaarden waar ze zo trots op waren, zien er nu verwelkt en vervallen uit. Een troosteloze aanblik.

ze hebben zijn edele druivenplanten platgeslagen........ eindeloze vlakten van pracht....altijd met zorg behandeld. Nu is er geen eer meer aan te behalen.

Zijn ranken hingen tot over de zee.... In Jeremia 48:32 hebben de ranken zelfs de zee overgestoken. Nou, nou....!

Jesaja 16:9-12 Daarom zal ik bij het wenen over Jaëzer de wijnstok van Sibma bewenen. Ik maak u doornat met mijn tranen, Hesbon en Eleale, want over uw zomervruchten en over uw oogst is de vreugderoep weggevallen. 10. Zo zijn blijdschap en vreugde weggenomen van het vruchtbare veld, en in de wijngaarden wordt niet meer gezongen, geen juichkreet meer geslaakt. De druiventreder perst geen wijn meer in de perskuipen. Ik heb de vreugderoep doen ophouden. 11. Daarom klagen mijn ingewanden om Moab als een harp, en mijn binnenste om Kir-Heres. 12. En gebeurt het dat Moab verschijnt en zich op de hoogte vermoeit en naar zijn heiligdom komt om te bidden, dan zal het niets bereiken.

ik zal bij het wenen over Jaëzer de wijnstok van Sibma bewenen...... Opnieuw toont Jesaja zijn verdriet over alles wat Moab overkomt. Hij huilt bittere tranen. De vreugde van goede oogsten zijn voorbij. Liederen over de vruchtbare wijngaarden zijn er niet meer. Wat konden ze eerder juichen van blijdschap. Het feest van het wijnpersen is er niet. De persen staan schoon en ongebruikt op hun plaats. Dat was jaarlijks zo'n vreugdevolle tijd. Alle glans is weg. Jesaja's hart doet pijn en dat omschrijft hij met de woorden "mijn ingewanden klagen om Moab als een harp,  en mijn binnenste om Kir-Heres." En wat ziet Jesaja, wat hem nog verdrietiger maakt: naast alle rampspoed, mensen die midden in de verwoesting naar verkeerde plaatsen gaan. Ze gaan naar de 'hoogten' om hun goden te vereren en daarna naar Gods heiligdom.  Men is aan het verkeerde adres. De afgod tot wie men bidt, bestaat niet. En de God Die bestaat wordt door dit volk gepasseerd. Daarmee zullen ze niets bereiken en komt er geen ommekeer in de omstandigheden.
Jesaja's houding van verdriet over de straf die de ander moet ondergaan zien we ook bij Yeshua als Hij weent over Jeruzalem. Nu moet Hij hen overgeven aan de vernietigende krachten van het spanningsveld tussen de vrouw en het slangenzaad (Genesis 3:15). Hij spreekt dan deze woorden: 

Mattheüs 23:37-39 Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild! 38. Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. 39. Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!

Datzelfde verdriet zien we ook bij YHWH de Vader:  "In al hun benauwdheid was Hij benauwd" (Jesaja 63:9a)

Jesaja 16:13 Dit is het woord dat de HEERE destijds over Moab gesproken heeft. 14. Maar nu spreekt de HEERE: Binnen drie jaar, gerekend naar de jaren van een dagloner, zal de luister van Moab geminacht worden, samen met de grote mensenmenigte. Het overblijfsel zal klein en gering zijn, en niet veel betekenen.

Dit is het woord dat de HEERE destijds over Moab gesproken heeft...... hier eindigt de profetie over Moab. YHWH geeft een exact tijdsbestek voor de vervulling aan. Gerekend naar de jaren van een dagloner.... wil zeggen dat die telling goed wordt bijgehouden en een handvat is om het te onthouden.  Bij het lezen van de profetieën wordt alles in de verleden tijd meegedeeld en lijkt het of alles al gebeurd is. Maar het is profetie van iets dat komt. Koning Sargon van Assyrië in 715 v.Chr. voerde een grote operatie uit tegen de Arabieren, en mogelijk heeft hij Moab verwoest op weg om die volkeren te ontmoeten. Toch bevatten deze profetieën elementen die duidelijk op de tijd van de antichrist wijzen, waarvan Assyrië een duidelijk beeld is. Er lopen tijden door elkaar heen. 
de luister van Moab geminacht worden, samen met de grote mensenmenigte....... we weten dat alles wat er in deze tijd als luister wordt beleefd in het niet zal vallen bij wat ons nog wordt geopenbaard. Maar het minachten gaat nog een stap dieper. 

1 Korinthe 2:9 Want gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.

Van Israël, de wereld, van Moab....... van alles is het een overblijfsel dat heeft volhard tot het einde, maar waarmee God verder gaat om Zijn heerlijk plan tot voltooiing te brengen. 

Ida