English & other languages: click here!

Jesaja 17 Profetie over Damascus en Efraïm


De profeet richt zich in dit hoofdstuk tegen de machten ten noorden van Juda: Damascus (ook Aram genoemd) en Efraïm, het tienstammenrijk. Beide worden tegelijk beschreven omdat zij op politiek terrein samenwerken. Aram en Israël vielen samen Juda aan om de koning te dwingen deel te nemen aan een coalitie tegen Assyrië (2 Kon. 15:37; 2 Kon. 16:5-8). In de tijd dat Jesaja profeteerde was Achaz koning van Juda. Hij stelde zijn vertrouwen op de toenmalige wereldleider Tiglat-Pileser van Assyrië. Achaz betaalde grote sommen goud en zilver voor deze hulp en Juda werd toen feitelijk een vazalstaat van Assyrië. Bovendien liet Achaz een altaar van de god van Assyrië – dat hij in Damascus gezien had – kopiëren en neerzetten op het tempelplein in Jeruzalem. Tiglat-Pileser veroverde Damascus en liet koning Resin ter dood brengen (2 Koningen 16:5-9).

De hoofdstad Damascus van het oude land Syrië, was één van de grote steden van de antieke wereld. Syrië ligt direct ten noordoosten van Israël, en de noordelijke stammen, rond het Meer van Galilea, hadden voortdurend contact en interactie met Syrië.
Volkeren zullen een verbond sluiten tegen Israël en Juda, maar uiteindelijk zullen deze verdrukkers samen met Assyrië, (later Babel) worden verwoest.


Jesaja 17:1-3 De last over Damascus. Zie, Damascus houdt op een stad te zijn, het zal een puinhoop worden, een ruïne. 2. De steden van Aroër zullen verlaten worden, ze zullen voor de kudden zijn. Die zullen daar neerliggen, en niemand zal ze schrik aanjagen. 3. Dan zal de vesting uit Efraïm weggedaan worden, en het koninkrijk uit Damascus, en ook het overblijfsel van de Syriërs zal verdwijnen. Het zal hun vergaan als de luister van de Israëlieten, spreekt de HEERE van de legermachten.

De last over Damascus..... een moeilijk te verteren profetie over Damascus. 

Damascus houdt op een stad te zijn, het zal een puinhoop worden........ een profetie die nog steeds op zijn vervulling wacht. Damascus is tot nu toe een stad gebleven. Maar wat God zegt dat zal gebeuren. We zijn er in onze tijd wel heel dicht bij. De spanning in de regio is erg groot. 

De steden van Aroër zullen verlaten worden..... Aroër bevindt zich inderdaad in deze omgeving. 

Volgens Deuteronomium 2:35 ligt Aroër aan de overzijde van de Jordaan tussen de Jabbok en de Arnon in en volgens Jozua 13:25 dicht bij Rabbah. Dat gebied wordt verlaten zegt Jesaja en dat houdt in dat namens de HEERE de ballingschap wordt aangezegd. Dan zullen er alleen kudden zijn en geen mensen. 

Dan zal de vesting uit Efraïm weggedaan worden....... Het noordelijke koninkrijk Israël wordt vaak aangeduid met de  stam Efraïm. Op dat moment stonden Israël en Syrië samen in één lijn tegen Juda. Omdat ze zulke goede politieke vrienden waren, of omdat Syrië daar eigenlijk al veel te zeggen had, sprak God Zijn oordeel aan tegen Efraïm, dus tegen noordelijk Israël, op hetzelfde moment dat Hij tegen Syrië sprak. In 2 Koningen 15:29 en 2 Koningen 16:9 wordt de vervulling van deze profetie beschreven. Met de vesting wordt de vesting Hazor bedoeld, die in 731-732 v.Chr. door Tiglath-Pileser III werd veroverd (2 Kon. 15:22),  Zoals Samaria valt, valt ook het koninkrijk Damascus.  In het boek Koningen worden meer gebieden genoemd, zoals Gilead, Galilea en het land van Naftali: In de dagen van Pekah, de koning van Israël, kwam Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, en nam Ijon in, en ook Abel-Beth-Maächa, Janoah, Kedes, Hazor, Gilead, Galilea en het hele land van Naftali; en hij voerde de inwoners weg naar Assyrië (2 Koningen 15:29).

Het is mogelijk dat er hier en daar nog wel bewoners zijn overgebleven, maar het mooie is er wel van af. Sprak men eerder wel eens bewonderend over de 'luister' van Syrië en Israël, die 'luister' lijkt nu wel definitief tot het verleden te behoren. 

spreekt de HEERE van de legermachten...... het uitspreken van deze woorden maakt duidelijk dat God hier spreekt en geen mens.

Jesaja 17:4-6 Op die dag zal het gebeuren dat de luister van Jakob zal wegteren, en het vet van zijn vlees zal wegslinken. 5. Het zal hem vergaan zoals wanneer een maaier het staande koren bij elkaar pakt, en met zijn arm de aren oogst. Ja, het zal hem vergaan zoals wanneer iemand aren verzamelt in het dal Refaïm. 6. Maar een nalezing zal daarvan overblijven, zoals bij het afschudden van een olijfboom: twee, drie vruchten aan het eind van de bovenste tak, vier, vijf aan de vruchtdragende takken, spreekt de HEERE, de God van Israël.

Op die dag zal het gebeuren dat de luister van Jakob zal wegteren....... de eer van Israël zal ten onder gaan en er zal weinig van overblijven.  Dat 'wegteren' wordt met drie verschillende beelden geïllustreerd.

1. 'een magere man', hij leeft nog wel, maar het is vel over bot. De kracht is er uit.

2. 'een oogstende man',  hij pakt het koren op dat hij gemaaid heeft. Helaas het is geen volle garve. Bij de nalezing is er haast niets meer te vinden. Zo zal het gaan in 'Het dal van Refaïm',  een grote landbouwstrook vlak naast Jeruzalem.

3. 'de olijvenoogst', meestal vallen de olijven vanzelf van de takken, maar er blijft altijd nog wat hangen (Deut. 24:19-22), die gewoonlijk uit de boom 'geslagen' worden. Daarna zit er praktisch niets meer aan. Hooguit hier en daar een olijfje als je goed zoekt. 

De verwoesting zal groot zijn, maar tegelijk is er nog een rest over en dat geeft hoop. Het is weer YAHWEH zelf die hier spreekt.

Jesaja 17:7-9 Op die dag zal de mens de blik richten op Hem Die hem gemaakt heeft, en zijn ogen zullen zien op de Heilige van Israël. 8. Dan zal hij de blik niet richten op de altaren, het werk van zijn handen. En naar wat zijn vingers gemaakt hebben, zal hij niet kijken: de gewijde palen en de wierookaltaren. 9. Op die dag zullen zijn sterke steden zijn als een verlaten plek in het woud of als een bovenste tak, die zij achterlieten voor de Israëlieten; het zal een woestenij zijn.

Op die dag zal de mens de blik richten op Hem Die hem gemaakt heeft...... het mag dan een armzalig overblijfsel zijn, maar het is een waardevol overblijfsel dat in gemeenschap met zijn Schepper leeft. Deze mensen hebben ingezien dat hun leven niet in orde was. Ze hebben zich bekeerd, ze hebben zich laten louteren. Ze richten zich vanaf dat moment alleen op YAHWEH, de Heilige van Israel. Er komt een soort van opwekking onder het Joodse volk, althans wat daar van over is. 

Dan zal hij de blik niet richten op de altaren, het werk van zijn handen....... de wierookaltaren op de hoogten, de asjerapalen, de godenbeeldjes zien ze als vuilnis, ze kijken er niet meer naar en hebben er ook geen behoefte meer aan. Weg ermee!  Ze zien alleen nog Hem die hen uit de duisternis overgezet heeft in Zijn koninkrijk (Kolossenzen 1:13), Hij de Almachtige die de geschiedenis van de wereld in Zijn hand heeft. 

Op die dag zullen zijn sterke steden zijn als een verlaten plek in het woud...... 'op die dag" de dag van het oordeel en de overgang naar het Vrederijk onder Koning Yeshua, zijn er geen versterkte steden meer nodig. De oorlog zal er niet meer zijn.

die zij achterlieten voor de Israëlieten; het zal een woestenij zijn........ ja, bij de aanvang van het Vrederijk zal er wel het één en ander opgeruimd moeten worden, dat nog herinnert aan het bestaan waar satan de scepter zwaaide.

Jesaja 17:10-11 Want u bent de God van uw heil vergeten, aan uw sterke Rots hebt u niet gedacht. Daarom poot u wel lieflijke planten en zet uitheemse stekjes – 11. op de dag dat u ze plant, doet u ze opschieten; in de ochtend doet u uw zaaisel in bloei staan – maar de oogst zal slechts een hoopje zijn, op de dag van ziekte en niet te bestrijden leed.

Want u bent de God van uw heil vergeten, aan uw sterke Rots hebt u niet gedacht.......  wat kan de mens opgaan in het denken van deze wereld. De wereld heeft zoveel te bieden maar het lijkt soms of we er zelf naast grijpen. We stellen ons af op de meningen van invloedrijke mensen en willen door hen erkend worden. En toch..... ons waarlijke heil is te vinden op een totaal ander vlak, bij de Schepper, de God van ons heil, de Sterke Rots!

u poot u wel lieflijke planten en zet uitheemse stekjes...... ja, je doet van alles om er plezier aan te beleven en om er eer mee te behalen. Eerst lijkt het voortreffelijk te gaan, maar later moet je constateren dat het resultaat verre is van wat je ervan verwacht had. God liet via de profeet Jesaja weten wat de echte gevolgen waren van de afgodendienst. Zoals Israël zijn voorspoed verwachtte van afgoden, zo hebben wij onze goden waarvan we voorspoed verwachten: onze opleiding, bankrekening, politieke en kerkelijke leiders, het koningshuis, onze organisaties, de nieuwe wereldorde. 

In plaats van voorspoed en welvaart, zal dit leiden tot ziekte en leed waar op geen enkele manier aan te ontkomen is.  

Haggaï 1:6 U zaait veel maar brengt weinig binnen. U eet maar niet tot verzadiging. U drinkt maar wordt niet dronken. U kleedt u, maar wordt niet warm. De dagloner ontvangt zijn loon in een doorboorde buidel.

Psalm 37:5 Wentel uw weg op de HEERE en vertrouw op Hem: Híj zal het doen. 6. Hij zal uw gerechtigheid tevoorschijn doen komen als het morgenlicht, uw recht doen stralen als de middagzon.

Jesaja 17:12-14 Wee, het rumoer van vele volken, ze razen als het razen van de zee; en wee, het gedruis van natiën, zij maken een gedruis als het bruisen van geweldige wateren. 13. Al maken de natiën een gedruis als het bruisen van machtige wateren, Hij bestraft het, en ze vluchten, ver weg; het wordt opgejaagd vóór de wind uit als kaf op de bergen, vóór de wervelwind uit als werveldistels. 14. Tegen de tijd van de avond, zie, verschrikking! Voor de ochtend aanbreekt, is hij er niet meer. Dit is het deel van hen die ons beroven, het lot van hen die ons uitplunderen.

Wee, het rumoer van vele volken, ze razen als het razen van de zee.......  Deze profetie speelde in de dertiger en twintiger jaren van de 7de eeuw voor Chr. Omdat de Assyriërs bij hun veldtocht tegen het zuiden ook het land van de Filistijnen zijn binnengetrokken, is het niet onwaarschijnlijk dat ook de Filistijnen mee zouden hebben gedaan om het verzwakte land van Juda en Jeruzalem leeg te plunderen. Jesaja noemt hier vele volken, en als we Psalm 83 lezen zien we al die namen van de volken die Israël omringen en nog steeds bedreigen. 
zij maken een gedruis als het bruisen van geweldige wateren........ook in onze tijd kennen we het rumoer van vele volken, dat houdt niet op en het razen van de zee zal op een vernietigende storm uitlopen. Water en zee zijn in de Bijbel vaak zinnebeelden van mensenmassa's. Het kan een mens beangstigen als je hoort van aanslagen, oorlogen en dreigingen van oorlogen. Het zijn de natiën met hun regeringen: De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde (Psalm 2:2). 

Als kaf op de bergen......

Hij bestraft het, en ze vluchten, ver weg; het wordt opgejaagd vóór de wind uit als kaf op de bergen...... de verwoestende oorlog die Jesaja profeteert wordt een machtige bruisende zee genoemd, maar God zal ook de coalitie van de Assyriërs  verwoesten. God heeft het leger bij Jeruzalem vernietigd in de tijd van Achaz' zoon: koning Hizkia. 

Deze ging met de brief met goddeloze bedreigingen van Sanherib, de toenmalige koning van Assyrië, naar de tempel en legde het God voor. De volgende dag had een engel van YHWH het Assyrische leger van 185.000 soldaten die Jeruzalem belegerden, gedood (2 Kon. 19:35). Dit is het lot van de onderdrukkers van Gods volk. Maar dat zal het ook in de eindstrijd zijn als een coalitie van naties ( VN), als een beeld van Assyrië/Babel optrekt tegen Jeruzalem. Ze worden opgejaagd als kaf en werveldistels (dit zijn verdroogde artisjokplanten, die losraken van hun wortels en door de wind worden meegenomen).

Nadat Daniël een beschrijving gaf van het beeld uit de droom van Nebukadnezar, schreef hij: ’Er werd een steen, niet door handen, [uit een berg] uitgehouwen, en die trof het beeld aan zijn voeten van ijzer en gevormd leem en verbrijzelde ze. Ze werden als kaf op een zomerdorsvloer. De wind voerde ze weg, zodat er geen spoor van teruggevonden werd. (Daniël 2:34-35)

Tegen de tijd van de avond, zie, verschrikking......! Nog voor de nacht van verschrikking zijn einde vindt in de nieuwe dag, zijn de belagers verdwenen (Jes. 37:36; 2 Kon. 7)Zo zal het gaan met de onderdrukkers van Gods volk. Met de Assyriërs en hun bondgenoten toen, met Hamas en Hezbollah nu en met al de samengestroomde legermachten in de eindstrijd. Al die machten zullen als kaf vergaan, of het nu de EU is, de NAVO , de VS, de WEF, de Cabal (The Deep State), de economie, de aandelenbeurzen. de multinationals. Aan Yeshua HaMashiach is alle macht gegeven (Matth. 28:18) en de andere machten zullen vergaan en worden aan Zijn voeten neergelegd (1 Kor. 15:25). Allen die verdrukt en vervolgd worden om Christus wil, zullen door Hem bevrijd worden.

Ida