English & other languages: click here!

Jesaja 23 - Profetie over Tyrus


Profetie over de verwoesting van de goddeloze havenstad Tyrus. De stad Tyrus bestaat uit twee delen: een ommuurde stad op het vasteland en een eiland met een militaire versterking, dat ongeveer 600 meter uit de kust ligt. Tyrus en Sidon worden vaak samen genoemd. De serie profetieën die met Babylon begon (hfst. 13-14), wordt nu met Tyrus afgerond. Babylon was de grote en machtige stad in het oosten, Tyrus de grote en machtige stad in het westen. Terwijl Babel zijn macht te danken had aan oorlogsvoering en geweld, had Tyrus meer vredelievende middelen, als de handel gebruikt. De macht van Babel strekte zich uit over land, die van Tyrus over zee. Zo komt de serie profetieën over de volken hier op een treffende wijze tot een einde, aangezien Jesaja dan als het ware de hele wereld van Oost tot West, van militaire macht tot economische invloed, heeft aangesproken. In deze profetieën werd steeds duidelijk dat de volkeren van deze wereld het vertrouwen van Israël niet waard zijn. Ze zijn niet geschikt als bondgenoten, want ze vallen, net als Israël, onder het oordeel van God. Dit thema van Jesaja is de reden dat Tyrus in deze rij van profetieën een plaats heeft. Zie Jesaja 2:12 en Jesaja 10:17. De namen Fenicië, Tyrus en Sidon overlappen elkaar.
Jesaja eindigt deze profetie met de voorzegging dat uiteindelijk ook Tyrus zal bijdragen aan het welzijn van Gods volk.

Het boek Ezechiël spreekt over de koning van Tyrus als satan in de hoofdstukken 26, 28, 29, 31 en 32. 


Jesaja 23:1-5 De last over Tyrus. Weeklaag, schepen van Tarsis! Want het is verwoest, zodat er geen huis meer staat; niemand kan erin. Vanuit het land van de Kittiërs is het hun onthuld. 2. Zwijg, bewoners van de kuststreek! De kooplieden van Sidon, die de zee bevaren, hebben u welvaart gebracht. 3. Over de grote wateren kwam het zaad van Sichor, de oogst van de Nijl was zijn inkomen; het was de marktplaats voor de heidenvolken. 4. Schaam u, Sidon! Want de zee zegt, de zeevesting zegt: Ik heb geen weeën gehad en ook niet gebaard, geen jongemannen grootgebracht, geen meisjes doen opgroeien. 5. Zoals bij de tijding over Egypte zal men ineenkrimpen bij de tijding over Tyrus.

De last over Tyrus. Weeklaag, schepen van Tarsis......! Ten noorden van Israël lag Tyrus, de belangrijkste stad van Fenicië, de grote maritieme macht van de antieke wereld. Omdat het zo’n belangrijke haven en centrum voor de scheepvaart was, stond Tyrus synoniem voor handel en materialisme. De schepen van Tarsis komen ook ter sprake in 1 Koningen 10:22 en Ezechiël 27:12,25. Tarsis is waarschijnlijk Tarsessos in Spanje.

Want het is verwoest, zodat er geen huis meer staat; niemand kan erin...... al zou men kans zien om terug te keren dan staat er geen huis meer, het is één en al verwoesting en geen woonplaats meer.

Vanuit het land van de Kittiërs is het hun onthuld..... Tijdens de   terugreis van de verre koopvaardijtochten, horen ze bij Cyprus (het land van de Kittiërs, de hoofdstad van Cyprus was Kition - nu Larnaka) tot hun verbijstering dat er geen thuishaven meer is.

Zwijg, bewoners van de kuststreek......! Ze moeten niet zo kermen. Laten ze zich maar schamen. Uiteindelijk hebben ze in welvaart kunnen leven door de internationale handel. Net zo als een vrouw vergeten is dat ze kinderen heeft gebaard zo schijnen jullie vergeten te zijn dat Tyrus jullie rijk gemaakt heeft. 

Bij Egypte zal men ineenkrimpen bij de tijding over Tyrus..... Egypte heeft nauwe handelsbetrekkingen met Tyrus. Ze verdienden goed aan de handel in graan. Het verlies van deze belangijke zakenrelatie maakt dat ze beven als ze horen dat Tyrus is verwoest. Met de val van Tyrus werden alle Egyptische handelswegen naar het noorden afgesneden.

Daarnaast was er ook voor Egypte de dreiging van oprukkende legers. 

Weeklagen, zwijgen, ineenkrimpen en beven..... de zeelieden die het horen en zien. Dat doet denken aan:

Openbaring 18:15-19 De kooplieden van deze waren, die door haar rijk zijn geworden, zullen huilend en treurend op grote afstand blijven staan uit vrees voor haar pijniging, 16. en zeggen: Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels. Want in één uur is die grote rijkdom verwoest. 17. En elke stuurman, al het volk op de schepen, zeelieden en allen die op zee hun werk doen, bleven van verre staan, 18. en zij riepen toen zij de rook van haar verbranding zagen: Welke stad was aan deze grote stad gelijk? 19. En zij wierpen stof op hun hoofd en riepen huilend en treurend: Wee, wee de grote stad, waarin allen die schepen op zee hadden, rijk zijn geworden door haar weelde. Want in één uur is zij verwoest.

Uit deze vergelijking gaan we al begrijpen dat de profetie van Jesaja ver uitreikt boven de tijd van Jesaja. Zelfs zover, dat de oordelen over Tyrus en Babel in Openbaring 18 en 19 ineen gaan vloeien. Dit hoofdstuk heeft geen betrekking op de geschiedenis van Juda in die tijd, maar mondt uit in een eindtijdprofetie. Wel hadden beide rijken te lijden onder de Babylonische macht. Juda ging in ballingschap en in diezelfde periode van 70 jaar was Feniciëe/Tyrus een schattings-plichtig vazalrijk van Babel.

Jesaja 23:6-9 Steek over naar Tarsis, weeklaag, bewoners van de kuststreek! 7. Is dit uw uitgelaten stad, waarvan de oorsprong in de dagen van weleer ligt, waarvan de voeten haar ver wegdroegen om er als vreemdeling te verblijven? 8. Wie heeft dit besloten over Tyrus, de stad die kronen uitdeelt, waarvan de kooplieden vorsten zijn, waarvan de handelaars de groten der aarde zijn? 9. De HEERE van de legermachten heeft dit besloten om de trots van alle sieraad te ontluisteren, om alle groten der aarde verachtelijk te maken.

weeklaag, bewoners van de kuststreek.......! Tyrus was een stad waar het geld regeerde. 

Tyrus, de stad die kronen uitdeelt........ Tyrus was zo rijk, dat het de macht had om in andere landen te bepalen wie er koning mocht zijn. 

Overal ter wereld werden de kooplieden van Tyrus als vorsten geëerd........ Hun handelsposten en vloot beheersten de goederenstromen over de Middellandse Zee. Ze stuurden de wereldeconomie ten eigen bate aan. 

De kooplieden zijn vorsten, en de handelaars zijn de groten der aarde. Om een ​​leider of eervol mens te zijn, hoefde je niet van koninklijke afkomst, of een goed of eerlijk mens te zijn. Het enige dat nodig was, was succes in het bedrijfsleven..... en geld. Hoe herkenbaar is dat in onze tijd. 

De HEERE van de legermachten heeft dit besloten om de trots van alle sieraad te ontluisteren........  het was de grootmacht Assyrië (waarvan de macht later overging op Babel) die Tyrus verwoestte. Als zoiets nu eens in onze tijd zou gebeuren.... 

Als voorbeeld neem ik Rusland die een neutronenbom op Rotterdam gooit. Dan zou de publieke opinie Rusland volledig als schuldige bestempelen. Zo moet men indertijd in Tyrus ook naar Assyrië hebben gekeken. Maar in feite is het God die dit zo bestuurt om de mensen hun trots en onrecht te bestraffen. Natuurlijk heeft Assyrië andere motieven en daarvoor zal hij ook ter verantwoording worden geroepen. Maar God gebruikt satanische machten om de eveneens satanische drijfveren van de mens te ontmaskeren, te ontluisteren, om alle groten der aarde verachtelijk te maken! De volgende vier verzen vormen de overgang van de profetieën van de tijd van Jesaja naar de eindtijd.

Jesaja 23:10-14 Overstroom uw land zoals de Nijl, dochter van Tarsis, er is geen gordel meer! 11. Hij heeft Zijn hand uitgestrekt over de zee, Hij heeft koninkrijken doen sidderen. Wat Kanaän aangaat, heeft de HEERE bevel gegeven om zijn vestingen weg te vagen. 12. Hij zei: U zult niet meer van vreugde opspringen, geschonden maagd, dochter van Sidon! Sta op, steek over naar de Kittiërs, maar ook daar zult u voor uzelf geen rust hebben. 13. Zie, het land van de Chaldeeën. Dit volk bestaat niet meer. Assyrië heeft het land bestemd voor de woestijnbewoners. Zij richtten hun stormtorens op, slechtten hun paleizen, maar Hij heeft het tot een ruïne gemaakt. 14. Weeklaag, schepen van Tarsis, want uw vesting is verwoest!

Overstroom uw land zoals de Nijl, dochter van Tarsis..... deze verzen zijn min of meer een klaaglied. De betekenis van dit vers is niet zo duidelijk. Het woord "yi-or" is een Egyptisch leenwoord en betekent 'stroom', waarmee meestal de Nijl wordt bedoeld. Het lijkt er op dat de dochter van Tarsis een groep mensen uit Tyrus betreft, die zich in Tarsis hebben gevestigd om de handel met hun thuisland van daaruit te mogelijk te maken. Ze kunnen niet meer terug naar Tyrus, want dat bestaat niet meer. Dus moeten ze maar daar het land bewerken om in hun onderhoud te voorzien. De gordel van Tyrus, ("mezag' מֵזַח  dat m.i. ook kan betekenen: de kade van Tyrus),  De kades rondom het eiland Tyrus vormde als het ware een gordel. Die kades zijn er niet meer. De Septuaginta vertaalt het begin van vers 10 met “bewerk uw land”. Het betekent dat zij in plaats van zeeman nu maar landbouwer moeten worden.

Hij heeft Zijn hand uitgestrekt over de zee, Hij heeft koninkrijken doen sidderen........ dit is een soort toelichting op het  vorige vers. Wat God heeft bewerkt voor Tyrus heeft ook gevolgen voor de rest van de wereld. 

Wat Kanaän aangaat, heeft de HEERE bevel gegeven om zijn vestingen weg te vagen...... De betekenis van Kanaän is "purperland". Het heeft te maken met de purperverf die uit Fenicië komt en waarmee koophandel gedreven wordt. Niet alleen de scheepvaart, maar ook de handel, die aan de wal plaatsvindt, wordt weggevaagd.

U zult niet meer van vreugde opspringen, geschonden maagd, dochter van Sidon.....!  De stad is als een jonge vrouw die onteerd is. Er is geen reden meer voor vreugde. Laten de inwoners vluchten! Maar zelfs een vlucht over zee, naar Cyprus, zal geen rust kunnen brengen. Cyprus was in die tijd een veel gebruikte uitwijkplaats. 

Zie, het land van de Chaldeeën. Dit volk bestaat niet meer. Assyrië heeft het land bestemd voor de woestijnbewoners......

De Chaldeeën waren een Aramese nomadenstam. Ze vestigden zich in Mesopotamië en zijn door Assyrië bij elkaar gebracht in steden. Assyrië heeft deze steden grondig verwoest. Ze worden als voorbeeld gesteld aan Tyrus.

Weeklaag, schepen van Tarsis, want uw vesting is verwoest.......!  Met deze woorden begon dit hoofdstuk.

Jesaja 23:15-16 Op die dag zal Tyrus vergeten worden voor zeventig jaar – overeenkomstig de levenstijd van één koning. Na verloop van die zeventig jaar zal het Tyrus vergaan als in het lied op de hoer: 16. Neem een harp, ga de stad rond, vergeten hoer! Speel mooi, zing veel, dan wordt er aan je gedacht.

Op die dag zal Tyrus vergeten worden voor zeventig jaar......overeenkomstig de levenstijd van één koning......  welke periode wordt er bedoeld met die zeventig jaar? Sanherib vermeldt dat hij in zijn derde veldtocht in 701 v.Chr. de koning van Sidon overwon. Hij verwoestte de omgeving van Tyrus, maar kon het eiland niet innemen.  Het machtsgebied van Assyrië kwam in 605 v.Chr. (slag bij Karchemis) onder de heerschappij van Babel. Ongeveer in dezelfde tijd dat Jeruzalem werd belegerd werd ook Tyrus door Nebukadnezar belegerd. Hoewel het Nebukadnezar niet lukte om het strategische eiland Tyrus in te nemen, bleef hij wel over Tyrus heersen en moesten ze grote sommen belasting aan hem betalen. De tijd van Israëls ballingschap duurde 70 jaar, in diezelfde tijd had Tyrus te maken met de Babylonische overheersing  (Ez 29:17-18 en Jeremia 29:10). Pas toen de Meden en de Perzen Babel overwonnen was er een periode van ongeveer 70 jaar voor Israël en voor Tyrus voorbijgegaan. 

Na verloop van die zeventig jaar zal het Tyrus vergaan als in het lied op de hoer....... op het eerste gezicht lijkt dit vers niet zoveel te zeggen. Het gaat om een liedje dat aan het einde van de zeventig jaar wellicht in Tyrus werd gezongen. De inhoud van het liedje is zelfs een beetje ordinair. In die zeventig jaar was Tyrus sterk verzwakt, na de oorlogen met Assyrië  en de zware overheersing van Babel.  Want met de woorden – de levenstijd van één koning – springt Jesaja naar de eindtijd. Daarin wijst hij  – aan het einde van zeventig jaar – op de profetie van de 70 jaarweken (Daniël 9:24-27). De periode van de herbouw van Jeruzalem onder Nehemia (Daniël 9:25), is een periode van 483 jaar (te weten: 69 x 7 = 483), die uitloopt op de intocht van Yeshua de Messias in Jeruzalem, als het onbevlekte lam dat geslacht wordt.   Die 483 jaar zijn dan dus vervuld! Na de dood van Yeshua valt er een gat van vele eeuwen. Dat is het tijdperk dat het evangelie naar de heidenen gaat. In die laatste nog ontbrekende jaarweek (70 - 69 = 1) verschijnt de antichrist; dan vindt de 'grote verdrukking' plaats (Daniël 12:1) en die eindigt na zeven jaar. Kort daarna wordt het Messiaanse Rijk gevestigd. 

Openbaring 9:18 e.v. spreekt over dat einde. De éne koning (vers 16) is een unieke koning. Een koning, waarvan er maar één zal zijn. Een verachtelijke koning zegt Daniël (Daniël 11:21).  Dat is de antichrist; Zijn geestelijke evenbeeld is een engel uit de afgrond (Openbaring 9:11). De stad is niet Tyrus, maar Jeruzalem. De uitdrukking vergeten hoer ziet op de vele eeuwen tussen de ondergang van Tyrus en de opkomst van de antichrist. De titel 'hoer' zinspeelt op de geschonden maagd, dochter van Sidon! (vers 12). 

In Jeremia 46:24 lezen we over een volk uit het Noorden (am Tzafon עַם-צָפוֹן). Uit het vervolg blijkt dat dit het Babel van Nebukadnezar is. Nu is het opmerkelijk dat het woord “tzafon” inderdaad het noorden betekent, maar dat die naam ook verbonden is aan “de berg Tzafon” waarbij Tzafon een godennaam is. De koning van Tyrus wordt in Ezechiël 28:11-19  beschreven als een beeld van satan: 

Ezechiël 28:2 Mensenkind, zeg tegen de vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere HEERE: Omdat uw hart hoogmoedig is geworden en u zegt: Ik ben God, ik zit op de zetel van God in het hart van de zeeën – terwijl u een mens bent en geen God – geeft u uw hart uit voor het hart van God.

12. Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, 13. u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.

Ook hij heette Baäl.  Volgens studie 135 van Werner Stauder is Tzafon de woonplaats van Baäl. Trouwens de Israëlische koningin Izebel was een dochter van koning EtBaäl ('et את wordt vaak voor belangrijke zaken van God vermeld!) uit Tyrus (1 Koningen 16:31). Izebel was een heerszuchtige en toegewijde aanbidster, priesteres en profetes van Baäl. 
 “Evenals de Eeuwige op Zijn heilige berg woont - de Tziyon - zo woont ook de Baäl op zijn heilige berg - de Tzafon!” Deze hoge (1780 meter) godenberg ligt ten noorden van Israël. Dit behoorde inderdaad tot het rijksgebied van Nebukadnezar en is gelokaliseerd aan de zuidkant van het huidige Turkije. 

De antichrist zal in de eindtijd een verbond sluiten met de Joden en zijn zetel naar Jeruzalem verplaatsen. Hij zal het volk Israël in Jeruzalem verbaasd doen staan, en met vleierijen zijn begeerde plaats toe-eigenen (Daniël 11:21). De hoer in dat liedje verwijst naars de antichrist. Spottend klinken de woorden in het lied: vergeten hoer! Speel mooi, zing veel, dan wordt er aan je gedacht. en hij zal de regeerders van het volk Israël in de eindtijd verleiden hem als hun Messias te aanvaarden.

Jesaja 23:17-18 Na verloop van die zeventig jaar zal het gebeuren dat de HEERE naar Tyrus zal omzien. Vervolgens zal zij weer terugkeren naar haar hoerenloon en hoererij bedrijven met alle koninkrijken van de wereld die zich op de aardbodem bevinden. 18. Haar winst en hoerenloon zal echter heilig worden voor de HEERE. Het zal niet opgeslagen of weggelegd worden, maar haar winst zal zijn voor hen die wonen voor het aangezicht van de HEERE, om tot verzadiging te kunnen eten en kostbare kleding te kopen.

Na verloop van die zeventig jaar zal het gebeuren dat de HEERE naar Tyrus zal omzien...... we zien hier dat de duur van de ballingschap en de overheersing van Tyrus door Babel een profetische vervulling heeft in de 70 jaarweken. Zoals Tyrus na de ballingschap van Israël daar weer zaken mee ging doen, ging dat weer op de haar bekende overspelige luchtige wijze. Op zichzelf is handel drijven niet zondig.

Spreuken 31 – de Lof op de degelijke huisvrouw - NBG

18. Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt,

24. Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels.

Hier prijst Gods Woord een vrouw die op een goede manier handel drijft, net zoals bijvoorbeeld  Lydia, de purperverkoopster. Zij handelde in kledingstukken, geverfd in de kleur purper (karmozijnrood of paars). Voor de hand ligt, dat zij haar handel betrok uit Thyatira, de stad van haar herkomst, 't Is bekend, dat men aldaar gespecialiseerd was in deze handel. Van beide gelovige vrouwen lezen we ook dat ze zich om de armen bekommerden. Maar de mensen uit Tyrus handelden met verkeerde motieven. Ze verleidden het volk Israël na de ballingschap om de sabbat te verontheiligen. En we weten dat dit één van de speerpunten van satan is.  De sabbat zal tussen Mij en de Israëlieten voor eeuwig een teken zijn! Exodus 31:17.

Nehemia 13:16-17 Ook woonden er Tyriërs, die vis aanvoerden en allerlei koopwaar, die zij op de sabbat aan de Judeeërs en in Jeruzalem verkochten. 17. Toen riep ik de edelen van Juda ter verantwoording en zei tegen hen: Wat is dit voor een wandaad die u verricht, waardoor u de sabbatdag ontheiligt?

Vervolgens zal zij weer terugkeren naar haar hoerenloon en hoererij bedrijven met alle koninkrijken van de wereld die zich op de aardbodem bevinden...... het zit in haar, ze heeft er succes mee. De laatste 70ste jaarweek is dan aangebroken. De hoer is trouweloos en door en door vervuld met de geest van de antichrist. Het woord 'hoer' verwijst naar afgoderij en occulte praktijken en zoiets gaat ook vaak gepaard met seksuele uitspattingen. Zelfs kinderen worden daar het slachtoffer van. We zien dat in onze tijd toenemen.Het is de tijd van 'de grote verdrukking'. Maar.... zegt Gods Woord: haar Haar winst en hoerenloon zal echter heilig worden voor de HEERE....... Uiteindelijk zal de rijkdom waar Tyrus zich zo hartstochtelijk naar uitgestrekt heeft, hoe dan ook in handen van YAHWEH worden gegeven. Het is voor hen die leven voor YAHWEH, die vrijgekocht zijn door het bloed van Yeshua: 
haar winst zal zijn voor hen die wonen voor het aangezicht van de HEERE, om tot verzadiging te kunnen eten en kostbare kleding te kopen.

TYRUS EZECHIËL 26:17-18

Hoe bent u uit de zeeën verdwenen,

u, beroemde, dichtbevolkte stad,

die sterk was aan de zee,

zij en haar inwoners,

Hij heeft Zijn brandende toorn uitgestort.

die schrik voor zich inboezemden

bij allen die om haar heen woonden!

Nu beven de kustlanden

op de dag van uw val.

Geschrokken zijn de kustlanden,

die aan de zee liggen,

vanwege uw ondergang.

Ezechiël 26:14 Ik zal u maken tot een kale rots. U zult een droogplaats voor sleepnetten worden. U zult niet meer herbouwd worden, want Ík, de HEERE, heb gesproken, spreekt de Heere HEERE.                                                                                       Dan zullen zij weten dat Ik YAHWEH ben! vers 6

BABYLONIË OPENBARING 18:10-19

10 Zij blijven van verre staan uit vrees voor haar pijniging en zeggen: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen. 11. En de kooplieden van de aarde zullen over haar huilen en treuren, omdat niemand hun waren meer koopt: 12. koopwaar van goud, zilver, edelgesteente, parels, fijn linnen, purper, zijde en scharlaken, allerlei geurig hout, allerlei ivoren voorwerpen en allerlei voorwerpen van zeer kostbaar hout, koper, ijzer en marmer, 13. en kaneel, reukwerk, mirre, wierook, wijn, olie, meelbloem en tarwe, lastdieren en schapen, paarden en wagens, en lichamen en zielen van mensen. 14. En de rijpe vrucht waarnaar uw ziel verlangde, is van u geweken. Al wat glansrijk en sierlijk was, is van u weggegaan en u zult dat beslist niet meer terugvinden. 15. De kooplieden van deze waren, die door haar rijk zijn geworden, zullen huilend en treurend op grote afstand blijven staan uit vrees voor haar pijniging, 16. en zeggen: Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels. Want in één uur is die grote rijkdom verwoest. 17. En elke stuurman, al het volk op de schepen, zeelieden en allen die op zee hun werk doen, bleven van verre staan, 18. en zij riepen toen zij de rook van haar verbranding zagen: Welke stad was aan deze grote stad gelijk? 19. En zij wierpen stof op hun hoofd en riepen huilend en treurend: Wee, wee de grote stad, waarin allen die schepen op zee hadden, rijk zijn geworden door haar weelde. Want in één uur is zij verwoest.

Over Tyrus, Babel en ook Edom ( Amalek) is de Bijbel duidelijk veroordelend. Het streven van deze volken was ronduit antichristelijk. 

Openbaring 5:9 En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.

In dit gedeelte van de Bijbel zien we dat God uit elk volk en elke stam zijn uitverkorenen verzamelt. Als we vroeger zongen: 'de Filistijn, de Tyriër de Moren, zijn binnen u o Godsstad voortgebracht' (Psalm 87:4 onberijmd) dan zal er ook uit het volk van Tyrus een klein overblijfsel zijn. Ik denk dan ook aan die Syro Fenicische vrouw, die een ontmoeting had met Yeshua en wiens dochter door Hem genezen werd, nadat ze erkende dat Gods gaven in de eerste plaats voor Zijn volk Israël bestemd waren (Markus 7:26). 

Ida