To translate this website in different languages click here.
Genesis 38 - Juda en Tamar
Door alles wat er gebeurd is in het gezin van Jacob, is de vrede weg. De broers leven met een leugen die ze in stand moeten houden voor hun vader. Jacob is intens verdrietig omdat juist diegenen van wie hij het meest hield, Rachel en Jozef, hem ontnomen zijn.
Juda, de vierde zoon van Lea, verlaat het ouderlijk huis. Hij was het die indertijd het plan bedacht om Jozef te verkopen (Gen.37:26-27).
Nu loopt hij met een leugen door zijn bestaan. Hij ontvlucht zijn familie en vestigt zich in Kanaänitisch gebied. Hij verhardt zich en vindt geen rust voor zijn ziel. Maar hij is niet uit Gods oog.
De Bijbel gebruikt dan ook het woord yarad יֵּרֶד dat afdalen betekent.
Dat komt in de Nederlandse vertaling niet zo tot zijn recht. Het tegenovergestelde van afdalen is: alah עָלָה opgaan. Dat wordt meestal gebruikt als men naar Jeruzalem of naar de Berg des Heren gaat. Het Hebreeuws geeft dan ook aan dat Juda verder van Gods aanwezigheid vandaan gaat. Hij trouwt met een Kanaänitische vrouw, de dochter van Sua. Dat is vermenging van het heilig Zaad dat niet mocht gebeuren omdat de Messias daaruit moest worden geboren.
Kanaän was door God vervloekt (Gen. 9:25). Als het volk Israël later het voor hen bestemde land inneemt, was dat omdat de maat van hun zonde vol was. In Genesis 15:16 werd hier al op gezinspeeld, toen de Here aan Abram beloofde, dat het volk na vier geslachten weer naar Kanaän zou terugkeren: ‘Het vierde geslacht zal terugkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten niet vol.’ In Leviticus 18:27 lezen we hoe het in die latere tijd, toen het oordeel over Kanaän was gekomen, door God beoordeeld werd: “Want de mensen in dit land die er vóór u waren, hebben al die gruweldaden gedaan, zodat het land onrein geworden is.” Met “gruweldaden” wordt meestal afgoderij en wat daarmee verwant is, bedoeld.
We weten hoe zijn opa Izak en overgrootvader Abraham maatregelen namen om vermenging te voorkomen.
Genesis 24:3 en ik (Abraham) zal u doen zweren bij YHWH, de Elohim van de hemel en de Elohim van de aarde, dat u geen vrouw voor mijn zoon (Izak) zult nemen vanuit de dochters van de Kanaänieten, waaronder ik verblijf;
Genesis 28:1 Toen riep Izak Jacob en zegende hem, en droeg hem op, en zei tot hem: “Gij zult geen vrouw nemen vanuit de dochters van Kanaän.
De zonen van Juda waren slecht, zegt de Bijbel. Juda had een vrouw voor zijn eerste zoon genomen, met de naam Tamar. Men gaat er meestal van uit dat Tamar een Kanaänitische vrouw was, hij bevond zich immers in Kanaänitisch gebied. Binnen de familie van Abraham, Izak en Jakob zocht men de huwelijkspartners in Mesopotamië, waar de familie oorspronkelijk vandaan kwam. Er zijn echter buitenbijbelse bronnen die vertellen dat Juda voor zijn zonen een vrouw had gezocht buiten de Kanaänitische vrouwen. Juda's vriend Hira uit Adullam was ook een Kaänaniet.
Juda had voor zichzelf indertijd wel de dochter van een Kanaänitisch man tot vrouw genomen, maar dit wordt niet gezegd van Tamar. Het feit dat de bepalingen voor een priesterdochter op haar van toepassing waren (bij hoererij verbranding) en dat zij waarde hechtte aan het leviraatshuwelijk lijken in die richting te wijzen. Hoewel er nog geen priesterdienst voor Israël was ingesteld. Bewijzen zijn er echter niet. Ze was in ieder geval acceptabel voor God om het heilige Zaad te dragen en daar gaat het om! Uit de lijn van Peres is koning David geboren (Ruth 4:12,18-21). Zo staat Tamar samen met Rachab, Ruth en Batseba door geloof in de lijn van het voorgeslacht van de Messias.
Tamar bleef na de dood van Er en Onan als weduwe tevergeefs wachten tot de derde zoon van Juda met haar zou trouwen, zoals Juda haar beloofd had. Maar toen deze zoon haar niet huwde nam ze haar eigen maatregelen. Ze deed zich voor als een religieuze prostituee (qedeshah קְדֵשָׁה) om Juda te verleiden, waardoor ze zwanger van hem werd. Voor onze begrippen onacceptabele maatregelen. Niettemin gebruikte God dit gebeuren om de lijn van het Heilige Zaad, naar de Messias, veilig te stellen. En Tamar handelde naar de normen van die tijd.
Als je alles leest wat Juda deed in die periode van zijn leven, zou je hem, net als zijn zonen, als slecht bestempelen. Maar God kent de harten, de bron waaruit de zonden voortkomen. Juda leefde met een leugen over het verdwijnen van zijn broer Jozef, waarmee hij zijn vader veel verdriet had gedaan. Wie eenmaal op een verkeerde weg zit, heeft grote kans om verder scheef te groeien. De zonen van Juda en de Kanaänitische vrouw waren niet de zonen op wie de “Bechira” de verbondsbeloften van toepassing waren. Het huwelijk van Juda lijkt een poging van satan om Gods plan in de war te sturen. Maar God doodt Er en Onan.
Tamar werkte uiteindelijk mee aan Gods plan voor de verlossing van de wereld.
Tamar had trouwens wel hele goede bewijzen om de schuldige aan te wijzen. Ze had Juda’s zegelring, snoeren en staf, die onmiskenbaar aan Juda toebehoorden. Haar plan was goed doordacht. Het éne moment was ze een slechte vrouw die op last van Juda verbrand moest worden, en het andere moment lag de schuld bij Juda, die toen ook moest erkennen: “Zij staat in haar recht, meer dan ik, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela gegeven heb.” Bijna had Juda, behalve Tamar, ook zijn beide eigen kinderen op de brandstapel gebracht.
Maar nu wordt het zaad van de belofte doorgegeven aan de zonen van Juda en Tamar: Perez en Zerah.
Beide kinderen verwijzen profetisch naar Yeshua, ieder op een eigen wijze.
Bij de geboorte dacht de vroedvrouw, dat Zerah eerst geboren zou worden. Maar het ging anders. Zerah’s handje kwam eerst naar buiten. De vroedvrouw deed er een rood draadje om. Maar even later kwam zijn broertje Perez te voorschijn. Volgens Genesis 38:29 zei de vroedvrouw: “Wat een bres heb jij voor jezelf geslagen!” Het kind kreeg de naam Perez hetgeen bres of breuk betekent. In deze naamgeving ligt een prachtige profetie verborgen. Yeshua heeft Zich bij zijn eerste komst op aarde slechts korte tijd geopenbaard. Hij heeft evenals Zera (het "opgaande licht, de morgenstond") Zijn hand tot Zijn volk uitgestoken; maar zij hebben Zijn hand bloedig doorboord. De kruisdood werd gesymboliseerd door de scharlaken draad die de vroedvrouw om het uitgestoken handje van Zerah bond. Perez en Zerah worden beiden genoemd in het geslachtsregister van Yeshua, maar de lijn liep verder via Perez (Matth. 1:3). Yeshua de Messias verscheen als "het opgaande licht" aan Israël. Maar toen zij Hem verwierpen, trok Hij Zich terug en kwam eerst "Perez", wat "de breuk" tussen God en Zijn volk symboliseert.
Joh. 16:17 Een korte tijd en u ziet Mij niet, en weer een korte tijd en u zult Mij zien, want Ik ga heen naar de Vader.
Matth. 23: 39 Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere!
Yeshua komt opnieuw tot Israël, zoals Zerah ook weer terugkwam. Zijn voeten zullen op de Olijfberg staan. (Zach.14:4) Hij zal de "breuk" herstellen en als "het Licht der lichten" schijnen over Israël en alle volken. En dat beeldt Perez uit.
Perez is de drager van het “heilig zaad” waaruit Yeshua is geboren. In het geslachtsregister in Mattheüs 1 zien we dat Boaz die met Ruth trouwde, uit het geslacht van Perez kwam, ook Koning David behoorde tot zijn nageslacht en tenslotte het Éne Zaad: het Zaad van Abraham: YESHUA HAMASHIACH.
En Juda dan? In dit hoofdstuk en het voorafgaande leren we hem bepaald niet kennen als een godvruchtig persoon. Maar later zien we een andere Juda. Hij pleitte hartverwarmend voor Benjamin en zijn vader. Toen hij onwetend voor zijn broer de onderkoning van Egypte stond, bood hij zichzelf aan als slaaf in de plaats van Benjamin (Gen. 44:18-34). Dan blijkt Juda een totaal ander mens te zijn geworden. Hij is ook weer uit Kanaän terug gegaan naar zijn familie, z’n vader en z’n broers. Hij is wedergeboren! Dat begon toen hij hardhandig met zichzelf geconfronteerd werd door Tamar. De verandering, door God bewerkt, begon toen hij van Tamar moest erkennen: ‘zij staat in haar recht, ik niet.’ (Gen. 38:26)
Ida