English & other languages: click here!

1 Korinthe 16 - Inzameling voor Jeruzalem - Afsluiting eerste brief

We zijn hier bij het laatste hoofdstuk van de eerste brief aan de Korinthiërs. Na de prachtige uiteenzetting over de opstanding uit de doden in het vorige hoofdstuk, zijn er nog enkele zaken die de aandacht vragen: een inzameling onder de heidenen voor de arme gemeente in Jeruzalem. Vervolgens beveelt hij Timótheüs, Apollos en Stéfanas bij de gemeente aan. Hij sluit de brief af met een groet en zegenwens.


1 Korinthe 16:1-3 Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, moet u het net zo doen als ik het aan de gemeenten in Galatië opgedragen heb: 2. Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen om op te sparen wat in zijn vermogen is, opdat de inzamelingen niet pas dan gehouden worden, wanneer ik gekomen ben. 3. En wanneer ik bij u gekomen ben, zal ik hen die u daarvoor geschikt acht, met brieven sturen om uw gave naar Jeruzalem over te brengen.

Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft....... de woorden "wat nu betreft" maken duidelijk dat er over dit onderwerp contact is geweest en dat er vragen over zijn gesteld.

zoals aan de gemeenten in Galatië opgedragen........ de kwestie van het geld inzamelen voor de behoeftige gemeente in Jeruzalem was ook in Galatië aan de orde geweest (Galaten 2:9-10). Ze moesten het op dezelfde manier doen als in Galatië. Zoals we weten werden de volgelingen van Yeshua in Jeruzalem en daarbuiten vervolgd. Daarom kregen de vele weduwen onder hen ook te weinig ondersteuning zoals we lazen in Handelingen 6:1. Ook was er sprake van hongersnood (Handelingen 11:27-30 ).  

Op 'elke eerste dag van de week' moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen...... Deze tekst is vaak gebruikt om aan te tonen dat de gelovigen op de eerste dag van de week hun diensten hielden en dit was een 'bewijs' dat de sabbat vervangen zou zijn door de zondag. Maar kijk maar eens hoe het in de Griekse brontekst staat:

Zelfs een veronderstelde inzameling 'op zondag' vormt geen bewijstekst voor de vervanging van de sabbat in een zondag. De zondag of 'eerste dag van de week' wordt helemaal niet genoemd in deze brontekst. Vergelijk het zelf maar met Google Translate.  De toevoeging "bij zichzelf" veronderstelt  bovendien dat ze dit geld gewoon thuis apart moesten leggen. Het gaat hier niet om een 'zondagse kerkkollekte'. 

Uit de eerste acht verzen van dit hoofdstuk kunnen we opmaken dat Paulus aan het einde van de 7 sabbatten tijdens de omertelling weer in Jeruzalem wilde zijn voor het wekenfeest/Pinksteren. Ook in Hand 2:44-46 komt dit wekenfeest/Pinksteren) ter sprake, dat na de door God geboden 'omertelling' plaatsvond. Daarom schreef Paulus aan de Korinthiërs, dat ze "IN ELK DER SABBATTEN" van hun inkomsten iets apart moesten leggen, en dat hijzelf nog "tot Pinksteren" in Efeze zou blijven (1 Kor.16:8).  Dat apart leggen van hun gaven gebeurde niet op zondag, maar op de sabbatten (vers 2) die tijdens de omertelling vielen, zoals geboden in Deut.16:9-11, zodat arm en rijk in staat waren samen het Pinksterfeest te vieren. Gelovigen die zich niet verdiepen in de wet, zoals verwoord in het Eerste Testament, kunnen dit verband niet zien. Met het Pinksterfeest/Shavuot brachten de Israëlieten hun gaven naar de tabernakel/tempel. Het inzamelen ziet ook vooruit op de vervulling van de profetieën in het Eerste Testament. De schatten van de volkeren zullen in Jeruzalem gebracht worden (Jes. 2:2, Jes. 60:5 en Micha 4:2). Dezelfde verkeerde vertaling zien we in Hand. 20:7. Ook hier wordt “op één der sabbatten” (mia ton sabbattoon) foutief vertaald met “op de eerste dag der week”.  Het betreft hier een halstarrig doorgevoerde dwaling die de gelovigen in de eindtijd parten zal gaan spelen.  

hen die u daarvoor geschikt acht, zal ik met brieven sturen om uw gave naar Jeruzalem te brengen...... mogelijk gaat Paulus zelf ook naar Jeruzalem en dan kunnen ze samen reizen. Anders zal hij afgevaardigden sturen die ze zelf moeten aanwijzen. Zij krijgen dan de aanbevelingsbrieven van Paulus mee. 

uw gave..... Het woord dat Paulus hier gebruikt is 'charis' – dat is 'genade': een vrijelijk gegeven geschenk. 

1 Korinthe 16:5-9 Maar ik zal naar u toe komen, wanneer ik Macedonië doorgereisd ben, want ik ga door Macedonië, 6. en zo mogelijk zal ik bij u blijven, of ook de winter doorbrengen, om mij door u op weg te laten helpen, waar ik ook maar naartoe reis. 7. Want ik wil u nu niet slechts op doorreis zien, maar hoop enige tijd bij u te blijven, als de Heere het toestaat. 8. Ik zal echter tot Pinksteren in Efeze blijven, 9. want daar is voor mij een grote en krachtige deur geopend, en er zijn veel tegenstanders.

ik zal naar u toe komen, wanneer ik Macedonië doorgereisd ben...... De reis naar Korinthe zal via Macedonië plaatsvinden. 

Ik zal echter tot Pinksteren in Efeze blijven........ Hieruit blijkt weer dat Paulus daar werkzaam was gedurende de dagen van de omertelling, voorafgaand aan Pinksteren. De tijd waarin de gaven verzameld moesten worden. Er was daar een grote en krachtige deur geopend, dat betekent dat er velen tot geloof kwamen. Maar dat ging dan ook -zoals gewoonlijk - gepaard met veel tegenstand. 

ik zal naar u toe komen, wanneer ik Macedonië doorgereisd ben...... Paulus kondigt zijn bezoek aan, via Macedonië.

Dat is wel een omweg, maar Paulus had daar ongetwijfeld goede redenen voor.  Als het uitkomt zal hij met enkele broeders uit Korinthe de Pinkstergaven naar Jeruzalem brengen en anders zal hij de broeders zonder hem laten gaan, maar wel brieven meegeven.

ik hoop enige tijd bij u te blijven...... Paulus verlangt ernaar langere tijd in Korinthe te verblijven en zelfs de wintertijd daar door te brengen. Paulus zegt erbij "als de Heere het toestaat".  Dat is een goede houding van een dienstknecht van God. Hij moet bereid zijn helemaal van God afhankelijk te zijn, in plaats van zelf alles te plannen.  

1 Korinthe 16:10-11 Als Timotheüs komt, let er dan op dat hij zonder vrees bij u kan zijn, want hij doet het werk van de Heere, zoals ook ik. 11. Laat dus niemand hem gering achten, maar help hem op weg in vrede, zodat hij naar mij toe kan komen, want ik en de broeders wachten op hem.

Let er  op dat Timotheüs zonder vrees bij u kan zijn....... in 1 Korinthe 4:17 zegt Paulus al dat hij Timotheüs naar hen toe zal sturen. In dat hoofdstuk kwam ook naar voren dat sommige Korinthiërs moeite hadden met de autoriteit van Paulus. Volgens 1 Korinthe 2:3 was Paulus in Korinthe met vreze en beven werkzaam. Met deze herinnering in gedachten was Paulus bang dat Timotheüs dezelfde problemen zou kunnen krijgen. Daarom vraagt Paulus aan de Korinthische gelovigen om de jongere Timotheüs bij zijn komst liefdevol te ontvangen.

Laat dus niemand hem gering achten......... Timotheüs heeft vaker ondervonden dat ze hem geen vertrouwen schonken vanwege zijn jonge leeftijd. Zie 1 Timotheüs 4:12. 

maar help hem op weg in vrede, zodat hij naar mij toe kan komen....... Paulus verlangt ernaar dat Timotheüs zich weer in vrede bij hem kan voegen. 

1 Korinthe 16:12 En wat Apollos, de broeder, betreft, ik heb hem er vele malen toe opgeroepen dat hij met de broeders naar u toe zou komen, maar hij wilde nu beslist niet komen. Hij zal echter komen, wanneer het hem gelegen komt.

Apollos wilde nu beslist niet komen......  en dat ondanks de vele oproepen van Paulus. We zien hier hoe deze dienstknechten van God met elkaar omgingen. Paulus gedroeg zich niet als een opdrachtgever, maar liet de ander vrij, in de wetenschap dat Apollos ook zijn weg in gemeenschap met God ging. Deze, uit Alexandrië afkomstige Jood, wordt beschreven als: ‘een geleerd man, doorkneed in de Schriften’ en ‘vurig van geest’. Apollos had veel kennis van de Woorden van God en een brandende liefde voor de Heer: ‘Hij leerde nauwkeurig wat op Jezus betrekking had’ (Hand. 18:25)Apollos heeft toegezegd later te zullen komen als het beter uitkomt.

1 Korinthe 16:13-14 Wees waakzaam, sta vast in het geloof, wees manmoedig, wees sterk. 14. Laat alles bij u in liefde gebeuren.

Wees Waakzaam! Wat voor de Korinthiërs gold is ook voor ons van belang. Satan staat klaar om ons in een val te laten lopen. Dus opletten, en in Christus blijven! Zonder Hem zitten we in de gevarenzône. 

Sta vast in het geloof! Vertrouw God, vertrouw de Messias! Geloof zijn Woord onvoorwaardelijk! Zoek omgang met God.

Wees manmoedig! Gedraag je moedig als een man. Durf 'nee' te zeggen als men iets van je vraagt waarover je terechte twijfels hebt. Ook al heeft dat ongewenste consequenties.  Durf op te komen voor hen die verdrukt worden. 

Wees sterk!  Sterk zijn, ja, maar niet in eigen kracht. Als je sterk bent, ben je waakzaam, sta je vast in geloof en ben je manmoedig, omdat je op God vertrouwt. Ik las zojuist nog dat Paulus in Korinthe in zwakheid kwam, in vreze en beven (1 Korinthe 2:3).  Was hij toen niet sterk? Jazeker, want als je ondanks deze gevoelige aanvechtingen op je post blijft en volhardt in de strijd, dan sta je onwrikbaar in de kracht van de HEER! Gods kracht openbaart zich in zwakheid. 

Laat alles bij u in liefde gebeuren...... 2 Korinthe 5:14 Want de liefde van Christus dringt ons, die tot dit oordeel gekomen zijn: als Eén voor allen gestorven is, dan zijn zij allen gestorven. Het is de nederige liefde van Yeshua, die door Zijn dood ons het LEVEN gaf. 

Laat dat onze drijfveer en onze kracht in zwakheid zijn om elkander te dienen en lief te hebben, tot eer van God die Liefde is!

1 Korinthe 16:15-18 En ik roep u ertoe op, broeders – u weet dat het huis van Stefanas de eersteling van Achaje is en dat zij zichzelf ten dienste van de heiligen beschikbaar hebben gesteld – 16. dat u zich ook aan zulke mensen onderwerpt, en aan ieder die meewerkt en zich inspant. 17. En ik verblijd mij over de komst van Stefanas en Fortunatus en Achaïcus, want zij hebben aangevuld wat mij van uw kant nog ontbrak, 18. want zij hebben mijn geest verkwikt en die van u. Erken zulke mensen dan.

Stefanas (Gr. στεφανας Stepha’nas) was - volgens Christpedia -  een bekeerling te Korinthe, die met zijn huisgezin gedoopt was door Paulus: dit was 'de eersteling van Achaje.'  Zijn naam betekent 'gekroond, gekranst'. Hij moet onderscheiden worden van Stefanus, een diaken en martelaar te Jeruzalem. Achaje was de Romeinse naam voor Griekenland.  Op internet las ik dat Fortunatus en Achaicus beiden Latijnse namen dragen. Geleerden suggereren dat dit betekent dat ze waarschijnlijk slaven of voormalige slaven waren. Het kan ook zijn dat ze op de een of andere manier lid waren van het huishouden van Stephanas, of op zijn minst goede vrienden van hem.  In ieder geval spreekt Paulus bijzonder gunstig over hen.

zij hebben zichzelf ten dienste van de heiligen beschikbaar gesteld....... Paulus was vooral dankbaar voor hun komst, omdat ze tijdens hun bezoek voorzagen in de behoeften van Paulus. Ze deden wat de gemeente van Korinthe zou moeten doen, maar niet gedaan hebben (1 Korinthe 9:9). Paulus vroeg er ook niet om.  Daarom zegt Paulus:
zij hebben aangevuld wat mij van uw kant nog ontbrak....... Deze mannen hadden zich dus aan deze geloofsgemeenschap dienstbaar gemaakt en Paulus roept de gemeente op zich aan deze broeders te onderwerpen. Dat woord 'onderwerpen'  roept in ons spraakgebruik iets negatiefs op dat we in onze samenleving maar al te goed kennen. Toch kan het juist in een liefdesgemeenschap heel heilzaam zijn. 

zij hebben mijn geest verkwikt en die van u. Erken zulke mensen dan........ Heerlijk als je dat van een ontmoeting in geloof kunt zeggen. Zulke mensen verdienen erkenning! Onderwerping moet in de gemeente van Christus niet afgedwongen worden, maar het kan wel heel heilzaam werken in liefdevolle verhoudingen, waar men goede leiding bij de ander herkent.  Paulus zegt dan ook tegen de Gemeente van Efeze: "Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods." (Efeze 5:21)

1 Korinthe 16:19-20 U groeten de gemeenten van Asia. In de Heere groeten u hartelijk Aquila en Priscilla met de gemeente in hun huis. 20. U groeten alle broeders. Groet elkaar met een heilige kus.

In de Heere groeten u hartelijk Aquila en Priscilla......... Aquilla en Priscilla waren een echtpaar dat samen met Paulus in Korinthe had samengewerkt (Handelingen 18:1-3 ,  Handelingen 18:24-28 ). Nu waren ze met Paulus in Efeze (Klein Azië) en stuurden ze hun groeten aan de gelovigen in Korinthe.

met de gemeente in hun huis....... Aquila en Priscilla hadden hun huis ter beschikking gesteld voor de samenkomsten van de Gemeente aldaar. Ook die Gemeente stuurde een groet aan de gelovigen in Korinthe.  Groet elkaar met een heilige kus.

1 Korinthe 16:21-24 Een eigenhandige groet van mij, Paulus. 22. Als iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, laat die vervloekt zijn. Maranatha! 23. De genade van de Heere Jezus Christus zij met u. 24. Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen.

Een eigenhandige groet van mij, Paulus........ Paulus dicteerde zijn brieven, zoals dat wel vaker gebeurde met schrijvers van de Bijbel. Jeremia had bijvoorbeeld Baruch als secretaris. Paulus had iets met zijn ogen en was mogelijk daardoor afhankelijk van iemand die het voor hem op papier zette. Maar hij zette soms wel even zijn naam onder het geschrevene, zoals hier.  

Als iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, laat die vervloekt zijn....... een harde uitspraak van een harde werkelijkheid! Want zonder Yeshua is de mens onder de vloek.  Het is zelfs zo dat als mensen wel over Jezus spreken, maar geen liefde hebben voor Hem die Zijn leven voor ons gaf, dat zij onder die vloek vallen.   

Maranatha!  Het woord "Maranatha" is een Aramees woord, dat op twee manieren kan worden vertaald: "De HEER komt!" of "Kom HEERE!"  Dit was een van de vroegste woorden die door gelovigen van de Nieuw Testamentische Gemeente werden uitgesproken.
De genade van de Heere Jezus Christus zij met u....... Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen. De brief eindigt met het uitspreken van een zegen van genade en liefde voor de Korinthische gelovigen. Het voorlaatste woord van Paulus (vóór het 'amen') is Yeshua. Hij heeft Yeshua van begin tot eind in deze brief verkondigd en verheerlijkt. 

Ida