To translate this page into different languages, click here!

1 Petrus 1:1-12 Beproeving en zaligheid/redding

De brief is geschreven rond het jaar 60 na Christus. Vermoedelijk kort vóór het uitbreken van de vervolgingen onder Nero in 64 na Christus. Het christendom was nog niet officieel verboden, maar christenen werden al wel uitgescholden en mishandeld en ze hoorden van vervolging van christenen in andere delen van het land. Men neemt aan dat Petrus tijdens het bewind van de Romeinse keizer Nero stierf — waarschijnlijk na 64 n.C. toen Nero de christenen begon te vervolgen. Volgens buiten Bijbelse informatie is hij gekruisigd, maar met zijn hoofd naar beneden, omdat hij niet op dezelfde manier als Yeshua wilde sterven.  De vreemdelingen de hier genoemd worden, zijn geen echte vreemdelingen, het waren Petrus' volksgenoten: gelovige Joden die buiten Israël (in de 'verstrooiing') leefden. Ze waren verspreid over allerlei provincies. Hun geestelijke rijkdom was de basis voor moed temidden van zware vervolging door mede-joden. Deze rijkdom omvatte hun uitverkiezing, hun heiliging door de Heilige Geest, hun wedergeboorte en hun toekomstige verheerlijking en erfenis. Deze eerste brief is dan ook geschreven om de gelovigen aan te moedigen die met gewelddadige vervolging werden bedreigd.  Ze ondergingen veel beproevingen en veel lijden, maar werden in de kracht van God bewaakt en bewaard. 

1 Petrus 1:1 Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen in de verstrooiing in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië,

Op bovenstaand  plaatje is precies te zien waar de gemeenten zich bevonden, waarnaar Petrus een brief schreef.  Het is het gebied wat we nu Turkije noemen. Het waren Joden, die als vreemdelingen zich daar gevestigd hadden en die Yeshua als hun Verlosser en Redder hadden geaccepteerd.

1 Petrus 1:2 uitverkoren overeenkomstig de voorkennis van God de Vader, door de heiliging van de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Jezus Christus: moge genade en vrede voor u vermeerderd worden.

In zijn aanhef noemt Petrus zowel God de Vader, de Heilige Geest en de besprenkeling met het bloed van Yeshua de Messias. Dat ziet terug op de verbondssluiting die wordt beschreven in Exodus 24: 8:

Toen nam Mozes het bloed, sprenkelde het op het volk en zei: Zie, dit is het bloed van het verbond dat de HEERE met u gesloten heeft op grond van al die woorden.

Sedert het offer van Yeshua gebeurt dat geestelijk, waardoor men weer bepaald wordt bij de verbondssluiting. Het heeft dezelfde betekenis als in Exodus 24:8.  Het is nu een middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed (Zie Rom. 3:25)

Verder bevat de begroeting een bemoedigende tekst voor de ontvangers: “moge genade en vrede voor u vermeerderd worden.”   Deze groet vinden we ook in 2 Petrus 1:2 en  Judas 2.

1 Petrus 1:3-7 Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, 4. tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt voor u. 5. U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de zaligheid, die gereedligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd. 6. Daarin verheugt u zich, ook al wordt u nu voor een korte tijd – als het nodig is – bedroefd door allerlei verzoekingen, 7. opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.

Petrus noemt hen in vers 3 “wedergeboren” door de opstanding uit de dood van de Messias Yeshua. In Galaten 2:7-9 wordt Petrus een apostel voor de besnedenen, d.w.z. Joden, genoemd.

De wedergeboorte noemt Petrus een “levende hoop”: "wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven" (Joh. 11:25b). Ik heb gelezen dat Petrus zijn beide brieven geschreven heeft in het jaar 65, kort voor zijn dood in het jaar 67 (2 Petrus 1:14). Ook Petrus is om zijn geloof in zijn Heer gedood. Yeshua had hem al daarop voorbereid:
Johannes 21: En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood Petrus God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei Hij tegen hem: Volg Mij!

In dat licht gezien is dit bemoedigende hoofdstuk te vergelijken met de zegeningen van Jacob aan zijn zonen, wat wij deze week bestuderen. Toen Jacob de zegen over Dan had uitgesproken vervolgde hij met een hele andere wending in dat hoofdstuk:  OP UW ZALIGHEID WACHT IK, HEERE! Genesis 49:18 In het Hebreeuws staat er: לִישׁוּעָתְךָ, קִוִּיתִי יְהוָה  De letters die ik vet en rood gemaakt heb, vormen de naam Yeshua.  De L (lamed ) die ervoor staat betekent “op” of “naar”, en de letters erachter betekenen “van U”. Er staat in feite “op Uw Yeshua wacht ik HEERE”.  Dat woord “Yeshua” betekent ook “redding” of “zaligheid”.
In dit gedeelte dat Petrus schrijft komen we drie keer het woord ZALIGHEID tegen. Dat was ook "de levende hoop" van Jacob.

Vers  5 U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de ZALIGHEID, die gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd.

Vers 9 verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de ZALIGHEID van uw zielen.

Petrus wist wat het was om beproefd te worden. We weten dat satan meerdere keren probeerde om hem van de toewijding aan God af te leiden. Eenmaal toen hij Yeshua het lijden wilde besparen, hoewel dit menselijk gezien zo liefdevol leek. Maar Yeshua reageerde met de woorden:

Mattheüs 16:23 Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.

Dan het feit dat hij, nadat hij (en de andere discipelen) eerst in Getsemané sliep, terwijl Yeshua had gevraagd met Hem te waken en hij vervolgens een soldaat het oor afsloeg, Yeshua driemaal verloochende.

Mattheüs 26:75 En meteen kraaide de haan; en Petrus herinnerde zich het woord van Jezus, Die tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochenen. Toen ging hij naar buiten en huilde bitter.

Het waren beproevingen waarin hij onderuit ging, maar waarover hij ook diep  berouw had. Later leerde hij door Gods Geest die beproevingen te doorstaan, getuigde vrijmoedig van zijn geloof.

 Hij zat geketend in de gevangenis en toen hij vrijgelaten werd ging hij meteen weer zonder angst over de opstanding van Yeshua spreken tot de Joden.  Dit waren de beproevingen van het geloof waarover hij in vers 7 schrijft, en wat de centrale as van dit Bijbelgedeelte is:

1 Petrus 1:7 opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.

Het lijden van deze gelovigen was erg zwaar. De wereld, dat zijn hier juist de Joodse religieuze volksgenoten, gebruikt soms de grootste wreedheid tegenover de volgelingen van Yeshua, hun Verlosser en Leidsman.

1 Petrus 1:8-9 Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, 9. en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen.

Vers 10 Naar deze ZALIGHEID hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd.

Nu sprak Petrus van huis uit geen Grieks en het nieuwe testament is in het Grieks geschreven. Maar het Griekse woord wat hier staat (σωτηρίαν) “soteria”, betekent ook zaligheid of redding en is de betekenis van de naam van Yeshua.

Petrus zegt dan ook nog in vers 11: Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna.

Hij zegt dus duidelijk dat het de geest van Christus was die in de profeten van het eerste testament hun harten vervulde, waardoor ze konden profeteren. Yeshua is al die tijd aanwezig geweest, heeft getuigd van lijden en beproevingen, maar ook van de heerlijkheid die komt.  Dit is het lijden waaraan Petrus deel heeft gekregen en waar menig gelovige deel aan heeft.

Wie de beproevingen leert doorstaan wordt geconfronteerd met lijden. 

Yeshua, Jacob en Petrus hebben geleden om de vreugde die voor hen lag:
Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. Hebreeën 12:2b

Dat vreugdevolle vooruitzicht had ook Jacob:
Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land van de belofte als in een vreemd land en heeft hij in tenten gewoond, met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte. Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Ontwerper en Bouwer is. Hebreeën 11: 9 en 10

1 Korinthe 10:13 Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.

1 Petrus 3:14. Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen,

1 Petrus 1:10 Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd. 11. Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna. 12. Aan hen werd geopenbaard dat zij niet zichzelf, maar ons dienden in de dingen die u nu verkondigd zijn door hen die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, Die vanuit de hemel gezonden is; dingen, waarin de engelen begerig zijn zich te verdiepen.

Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben......Al de woorden in de Bijbel zijn door Gods Geest geïnspireerd. Paulus heeft het over ‘Elk van God ingegeven schriftwoord’ (2 Timoteüs 3:16).  In het Grieks staat daar een uniek woord: theopneustos 'Door Gods Geest beademd' zou je kunnen zeggen. Dat  komt overeen met het Hebreeuwse Roeach haKodesh רוח הקודש: de heilige adem. Daaruit weten we ook dat het totale Woord van God door en door betrouwbaar is. 

Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde......  Veel theologen verkondigden dat de profetieën voornamelijk betrekking hadden op de tijd van het 'oude testament'. Echter, toen bijv. Daniël zijn profetieën opschreef, kon hij nog niet begrijpen wat dit allemaal betekende. Ook de koopbrieven van Jeremia waren bestemd voor de eindtijd, maar Jeremia begreep niet hoe dat in vervulling moest gaan. (Jeremia 32:25)  In de loop van de tijd wordt er voor ons steeds meer openbaar, omdat God Geest het ook weer openbaart op de juiste tijd.  "Hij doet geen ding, of Hij openbaart Zijn raad aan Zijn knechten, de profeten" (Amos 3:7).  Zo zien we dat het ver van tevoren geprofeteerd was dat Christus moest lijden en ook over Zijn verheerlijking. Dat ontdekten de gelovigen in Berea die de woorden van Paulus gingen toetsen aan het 'eerste testament' (Hand. 17:11-12). Gods Geest geeft inzicht en volharding aan allen die de profetieën onderzoeken en die Christus volgen en delen in Zijn lijden en straks in Zijn verheerlijking. 

zij (de profeten) dienden niet zichzelf, maar dienden ons in de dingen die u nu verkondigd zijn....... dat gold voor de verstrooide Joden in wat nu Turkije is, maar niet minder ook voor de gelovigen van onze generatie. Ook dat mag moed geven in lijden en verdrukking. Laten we deze woorden 'opbergen' in ons hart, zodat ze ons standvastig en moedig maken in moeilijke tijden. 

dingen, waarin de engelen begerig zijn zich te verdiepen....... De ontvouwing van Gods eeuwige plan is iets waar engelen begerig naar uitkijken, hoewel ze zelf geen aandeel hebben in de dingen waarin ze geïnteresseerd zijn.  Helaas merken we dat 'gelovigen' om ons heen helemaal geen interesse hebben in wat er gaande is in de aanloop van Gods Koninkrijk. Die zouden er toch alle belang bij moeten hebben. Maar uit liefde en trouw voor Hem wiens dienaren de engelen zijn juichen zij tot eer van God en zijn erbij als God de aarde gaat toebereiden voor de mens. Ze waren aanwezig bij de Schepping en de Bijbel beschrijft ze ook als voltrekkers van het Goddelijk gericht. In de hemel delen de engelen in de blijdschap als de grote hoer, de valse kerk, geoordeeld wordt (Openbaring 19:2). 

naar het tweede deel van dit hoofdstuk: click hier!

Ida