English & other languages: click here!

Ga naar hoofdstuk:  Inleiding - 1 - 2 - 3

Habakuk 3 - Gebed in de vorm van een Psalm

Omdat het laatste hoofdstuk van zijn boek een lied is, wordt soms aangenomen dat Habakuk tot die stam van Levi behoorde, die als musici in de tempel van Salomo dienst deden. Dat wordt ook bevestigd in de slottekst van dit hoofdstuk: Voor de koorleider, bij mijn snarenspel. Meestal staat er "bij snarenspel", maar hier is het woordje "mijn" erbij vermeld.


Habakuk 3:1 Een gebed van Habakuk, de profeet. Op Sjigjonot. 2. HEERE, toen ik Uw tijding hoorde, heb ik gevreesd. HEERE, Uw werk, behoud het in het leven in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren. Denk in Uw toorn aan ontferming!


Het vreemde woord "Sjigjonot" is een muziekterm, die ook gevonden wordt in Psalm 7:1. Hieruit blijkt dat Habakuk er vanuit ging dat dit lied gezongen en gespeeld zou worden. Het geschrevene is dus niet alleen maar bedoeld voor het uiten van een persoonlijke strijd. Een deel van het lied wordt ook in onze tijd en cultuur gezongen. Zie bijvoorbeeld deze video. Het wordt als klaaglied gezongen.

Behoud het in het leven in het midden van de jaren......  Habakuk vertelt hoe bang hij is geweest. Toen hij de profetie van de komende verschrikkingen hoorde, heeft het hem met schrik en vrees vervuld. Heilig ontzag heeft hij voor God. Het plan van God met Zijn volk zou door de zonde van Zijn volk wel eens helemaal in duigen kunnen vallen. Het verbijstert hem. Hij kan dan ook niet anders meer dan beamen dat alles wat getoond is, zal komen (vs. 2a-d). Daarom vraagt hij de HEERE om Zijn werk in stand te houden (behoud dat in het leven) wanneer Hij komt met Zijn oordelen. In Jeremia belooft God dat Israël geen vernietigend einde zal ondergaan, in tegenstelling tot de heidenvolken (Jer. 30:11): 

Jeremia 4:27 Want zo zegt de HEERE: Heel het land zal een woestenij worden – toch zal Ik er geen vernietigend einde aan maken.

Jeremia 5:10 Klim zijn wijnbergen op, richt ze te gronde, maar maak er geen vernietigend einde aan.

Jeremia 5:18 Maar ook in die dagen, spreekt de HEERE, zal Ik geen vernietigend einde aan u maken.

Jeremia 30:11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen, want Ik maak een vernietigend einde aan alle heidenvolken.                                           

God zal voor Zichzelf een getrouw overblijfsel bewaren, want Jeruzalem zal herbouwd en het land weer bewoond worden. Israël zal het enige koninkrijk zijn dat uiteindelijk overblijft en dat de aarde zal vervullen. 

"In het midden van de jaren" zal bedoeld zijn "als we middenin die ellende zitten".

Denk in Uw toorn aan ontferming!.....‘Maar’, zo smeekt de profeet, ‘laat er toch tijdens het oordeel ook nog ontferming zijn. Uw heilige reactie op alle onrecht is helemaal terecht, maar vergeet, o God, niet om ook nog barmhartig te zijn’ (vs. 2e). Met andere woorden: laat er toch geen totale vernietiging zijn, voer de straf niet overal en volkomen uit. (zie Ex. 32:11-12, Ps. 25:6-7 en Dan. 9:9 en 16).


Habakuk 3:3 God kwam van Teman, de Heilige van het gebergte Paran. Sela Zijn majesteit bedekte de hemel, de aarde was vol van Zijn lof.
4. Er was een glans als van het zonlicht; lichtstralen kwamen uit Zijn hand, daarin ging Zijn macht schuil.
5. Voor Hem uit ging de pest, de gloed ervan volgde Hem op de voet.
6. Hij stond en deed de aarde schudden, Hij keek en liet heidenvolken opspringen. De aloude bergen werden verpletterd, de eeuwige heuvels hebben zich neergebogen. De eeuwige wegen zijn van Hem.
7. Ik zag de tenten van Kusjan gebogen onder het onrecht, de tentkleden van het land Midian sidderden.                                      8. Was de HEERE tegen de rivieren ontbrand? Woedde Uw toorn tegen de rivieren, of was Uw verbolgenheid tegen de zee,
dat U op Uw paarden reed? Uw wagens brachten heil.
9. U haalde Uw boog tevoorschijn om de eden, aan de stammen gedaan door het woord. Sela Met rivieren spleet U de aarde.
10. De bergen zagen U, zij beefden van angst. Een vloed van water stroomde voorbij, de watervloed liet zijn stem klinken,
hoog hief hij zijn handen op.
11. Zon en maan stonden stil in hun woning; met het licht bewogen Uw pijlen zich voort, met de gloed Uw glinsterende speer.
12. In gramschap schreed U voort over de aarde, in toorn vertrapte U de heidenvolken.
13. U bent uitgetrokken tot heil van Uw volk, tot heil van Uw Gezalfde. U hebt het dak van het huis van de goddeloze verbrijzeld, U legt het fundament bloot tot de hals toe. Sela
14. U doorboorde met zijn eigen pijlen het hoofd van zijn strijders. Zij stormden aan om mij te verspreiden, zij die zich verheugden alsof zij de ellendige in een verborgen plaats wilden verslinden.
15. U betrad met Uw paarden de zee, de schuimkoppen van grote wateren.


God kwam van Teman, de Heilige van het gebergte Paran...  Teman is een onzekere plaatsaanduiding. Het is een naam van het gebied waar de Temanieten wonen (Jer. 49:7; Ez. 25:13; Amos 1:12).  Paran is een woestijn op het Sinaï-schiereiland. 

In deze gebedspsalm wordt drie maal het woordje "sela" gebruikt dat, volgens Karen Strijker betekent: "neem het ter ore".  Hier wordt beschreven dat de HERE Zich opmaakt om de strijd aan te binden tegen alle verkeerde machten (vs. 3-12). En daarbij zal de uitslag niet twijfelachtig zijn. God wint (vs. 13-15). God komt met zijn oordeel over wie zich niet aan Hem storen (vs. 12, 13c, d), maar tot redding van degenen die zijn eigendom willen zijn (vs. 13a, b). 

Ook de woestijnvolken Kush en Midian hebben Gods plannen met Israël niet kunnen verijdelen (zie Richt. 3:8, Richt. 6:7, Richt. 7:21 en Ps. 68). Op een dichterlijke manier schrijft Habakuk dat hij hun tenten en tentdoeken (gordijnen) ziet schudden. Dit betekent dat ze bang zijn, want over hen komt het oordeel.

U haalde Uw boog tevoorschijn..... In vers 9 zien we de HERE Zeba'oth, de HERE der legermachten, als de strijdende God met Zijn paarden en wagens. Hij voerde Zijn voornemen tot ingrijpen uit. Alle voorbereidingen waren getroffen. De boog als wapen werd zichtbaar gemaakt en klaar voor gebruik. God als Strijder in de wagen Die met de gespannen boog de vijand tegemoet of achterna snelt om hem te doden. Hij lost hiermee de eed in die Hij aan de aartsvaders gezworen heeft en die Hem ertoe beweegt om de stammen van Israël te bevrijden. (Deut. 32:40-42).

Tòch blijft Habakuk rustig afwachten en zich aan God toevertrouwen.  Zijn hoop is op de HERE. Hoe het ook zal zijn. En hoe het ook zal tegenlopen. Ook al blijft er helemaal niets over. 

Nochtans zal hij juichen in de HERE en jubelen in de God van zijn heil (vs. 16e-18). Hij weet dat, al valt de beslissing en al wordt het oordeel voltrokken, de HERE ook nog genadig zal zijn. God komt met zijn oordeel over wie zich niet aan Hem storen (vs. 12, 13c, d), maar tot redding van degenen die zijn eigendom willen zijn (vs. 13a, b).

U bent uitgetrokken tot heil van Uw volk, tot heil van Uw Gezalfde........ De HERE is niet alleen een God vol van recht en gerechtigheid, maar ook vol van erbarmen. Hij is de God van heil. Dat betekent: er is nog genade en vergeving. Voor Israël en iedereen die op Yeshua de Gezalfde hoopt en op Hem zijn of haar vertrouwen stelt. Habakuk herinnerde zich hoe God het volk in het verleden met grote daden had gered. Dat bewerkte in hem het volle geloof voor wat God in het heden en in de toekomst zou kunnen doen. Hij verklaarde dan ook dat redding wordt gebracht tot heil van Uw gezalfde. In de HSV, maar in de statenvertaling eveneens, staat dit woord m.i. ten onrechte met een hoofdletter.  NBG, NBV en de Naardense gebruiken een kleine letter. Ik las bij Kingcomments daarover het volgende:

"In vers 13 horen we de reden van Gods bemoeienis met de aarde. Opdat niemand in het onzekere blijft over het waarom van deze openbaring van de majesteit van God, zegt Habakuk dat God is uitgetrokken tot bevrijding en redding van Zijn volk, dat Zijn ‘gezalfde’ is (vgl. Ps 105:15).

Dat ‘Gezalfde’ hier met een hoofdletter wordt geschreven, lijkt niet terecht. Het is moeilijk om dit op de Heer Jezus, de Messias, toe te passen. Hij is het juist Die tussenbeide komt. Hij hoeft niet gered te worden, Hij brengt die redding Zelf. Als het van toepassing is op de Heer Jezus, kan dat alleen als we Hem zien in verbinding met Zijn volk. Hij en Zijn volk zijn op de meest intieme wijze verenigd, zoals we bijvoorbeeld lezen: “In al hun benauwdheid was Hij benauwd” (Js 63:9)."


Habakuk 3:16 Ik hoorde het en mijn buik sidderde. Bij het geluid trilden mijn lippen. Verrotting tastte mijn beenderen aan.
Ik sidderde op de plaats waar ik stond. Zeker, ik zal rustig wachten op de dag van de benauwdheid, als die aanbreekt voor het volk dat ons zal aanvallen. 17. Al zal de vijgenboom niet in bloei staan en er geen vrucht aan de wijnstok zijn, al zal de opbrengst van de olijfboom tegenvallen en zullen de velden geen voedsel voortbrengen, al zal het kleinvee uit de kooi verdwenen zijn en er geen rund in de stallen over zijn – 18. ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil.


Ik hoorde het en mijn buik sidderde..... Omdat Gods beslissende gericht met geweldige straffen gepaard zal gaan, bééft Habakuk ervan (vs. 16a-d). Wat was hij ontredderd (mijn buik sidderde) en (verrotting tastte mijn beenderen aan), hij had geen woorden meer over (bij het geluid trilden mijn lippen).  Tòch blijft hij rustig afwachten en zich aan God toevertrouwen. 

Al zal de vijgenboom niet in bloei staan en er geen vrucht aan de wijnstok zijn........

Zijn hoop is op de HERE. Hoe het ook zal zijn, hoe het ook zal tegenlopen. Ook al blijft er helemaal niets over: geen olijven, geen olie, geen voedsel, geen slachtdieren: lege stallen. 

Nochtans zal hij juichen in de HERE en jubelen in de God van zijn heil (vs. 16e-18). Hij weet dat, al valt de beslissing en al wordt het oordeel voltrokken, de HERE ook nog genadig zal zijn.

ik zal dan toch in YHWH van vreugde opspringen.... 

God komt met zijn oordeel over wie zich niet aan Hem storen (vs. 12, 13c, d), maar tot redding van degenen die zijn eigendom willen zijn (vs. 13a, b). De HERE is niet alleen een God vol van recht en gerechtigheid, maar ook vol van erbarmen. Hij is de God van heil. Dat betekent: er is nog genade en vergeving. Voor Israël en iedereen die op Jezus Christus hoopt en op Hem zijn of haar vertrouwen stelt.  


Habakuk 3:19 De HEERE Heere is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten als die van de hinden, en Hij doet mij treden op mijn hoogten. Voor de koorleider, bij mijn snarenspel.


De HEERE Heere is mijn kracht..... Habakuk die angst en zorg gekend heeft om de dingen die overeenkomstig de profetie stonden te gebeuren, kan nu getuigen van Gods kracht waardoor hij met vertrouwen de toekomst tegemoet kan gaan. Je zou het kunnen vergelijken met de verspieders die in Kanaän die enorme reuzen hadden gezien.  Maar Habakuk had vertrouwen in God en ging met zijn angst en zorgen naar God, dat in tegenstelling tot tien van de verspieders die hun weg niet langer met God wilden gaan. De reuzen waren in hun "geloof" groter dan de almacht van God. Dit had tot gevolg dat ze het Beloofde land niet konden ingaan en zouden sterven in de woestijn.  Habakuk daarentegen werd gesterkt door wat God hem openbaarde. Hoe ook de vijand die hen belegert geoordeeld zal worden en zijn straf niet zal ontlopen. Dat zal pas gebeuren tijdens ‘de Dag des Heren’: 

En Babel, het sieraad der koninkrijken, de trotse luister der Chaldeeën, zal worden als Sodom en Gomorra, toen God ze ondersteboven keerde; het zal in eeuwigheid niet meer bewoond worden, noch bevolkt zijn van geslacht tot geslacht; geen Arabier zal daar zijn tent opslaan, geen herders zullen daar legeren’ (Jesaja 13:19-20, zie ook vers 6).  

De gelovigen van deze tijd staan aan de vooravond van een geprofeteerde zwarte nacht: de grote verdrukking. We zouden net als Habakuk met siddering en beving kunnen worden bevangen.  Maar dan zouden we ook, zoals Habakuk, ons tot God kunnen wenden, in de naam van de Messias van Israël. We zouden een psalm kunnen zingen, zoals Habakuk, en daarin God prijzen om Zijn grote daden in de Bijbel beschreven, maar ook danken voor wat Hij in ons eigen leven heeft gedaan. 

Kolossenzen 1:13 Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.

We zouden ons kunnen voeden met de profetieën uit Gods Woord. Dan gaan we het licht weer zien in Gods licht. Dan wordt de last van ons afgenomen en kunnen we lichtvoetig onze weg naar Gods Koninkrijk vervolgen, door strijd en moeite heen. Zoals een hinde, een vrouwelijk edelhert, met een snelheid waarbij haar voeten nauwelijks de aarde raken, gracieus haar weg vervolgt. Ze heeft de meest perfecte onderlinge verhouding (coördinatie)  tussen haar voor- en achtervoeten waardoor ze de zekerheid heeft om de top van de berg in veiligheid te bereiken. Daar waar het Levende Water ontspringt waarnaar ze zo verlangt. (Psalm 42:2-3) 

Zo zullen de gelovigen, voor wie YHWH hun kracht is, de berg Sion geestelijk bereiken. Niet dat ze van nature dat vermogen bezitten en ontwikkelen. Nee, Hij, God maakt de voeten als die van een hinde. Dat gaat boven het lijden uit! Je wordt daar geestelijk bovenuit getild............ Hij doet mij treden op mijn hoogten.

De rechtvaardige zal door geloof leven....  (Hab. 2:4) In dit geloof, dat een gave van God is, (Ef. 2:8) kunnen we ook in onze tijd de moeitevolle verdrukking tegemoet zien. Dat geloof wil God ons graag geven, maar iets wat gegeven wordt moet je wel aanpakken.  God bereidt ons voor op de dingen die komen. Hij heeft Zijn raadsbesluit bekend gemaakt en als we Zijn profetieën niet verachten (1 Thess. 5:20) zijn we voorbereid en zal Hij ons leiden naar het Beloofde Land: Zijn Koninkrijk! Het Vrederijk hier op aarde!

De blauwe printscreens in dit artikel zijn afkomstig van deze video, waarin Jacques Brunt over Habakuk spreekt.

Jur & Ida