English & other languages: click here !                                                        Naar hoofdstuk  1 - 1a - 2 - 3

Nahum, een boodschap voor onze tijd (2)

Afbeelding van het boek "Ninevé en zijn overblijfselen" dat in 1850 verscheen, 10 jaar na de ontdekking van archeologen. Het boek werd direct een bestseller.

 

BESCHRIJVING VAN DE KOMENDE VERNIETIGING VAN NINEVÉ

Als we de Hebreeuwse commentaren moeten geloven, moet dit geschrift van Nahum een juweel van literaire schoonheid zijn. Ook de voorbereiding voor de vernietiging van Ninevé wordt uitgebeeld in kleurrijk woordgebruik. Hoofdstuk één bevat, net zo als Psalm 119, een “acrostichon” = een alfabetstructuur. Het  geschrift bevat verder een chiastische structuur. Bij de vertaling zijn die literaire waarden voor ons weggevallen. Wat wij er wel uit kunnen proeven dat in dit meesterwerk vooral naar voren komt dat God doet wat Hij zegt.

Het Assyrische rijk was een afsluiting van een periode in de geschiedenis. Het maakt ook geen deel uit van het beeld van Nebukadnezar, wat in Daniël 2 beschreven wordt. Daarbij brak er een nieuw tijdperk aan, waarvan Nebukadnezar “het gouden hoofd” was.  Het wrede Assyrische rijk beroofde de andere landen, waardoor er zo extreem veel goud en zilver aanwezig was in die stad. De schatting (belasting) die ze de andere landen oplegden werd geïnd in de vorm van goud en zilver. Archeologen hadden gehoopt nog gouden en zilveren voorwerpen te vinden in de ruïnes, maar alles bleek er goed uit gehaald te zijn.

De Ninevitische heersers waren de globalisten van die tijd, die zichzelf verrijkten ten koste van anderen. Van 883 v.Chr. tot 625 v.Chr. werd Ninevé geregeerd door Assyrische koningen. De namen Sanherib en  Eserhaddon worden in de Bijbel genoemd. Assurbanipal was de zoon van Esarhaddon, die Babylon herbouwde en de Judese koning Manasse daar gevangen nam. Assyrië had zich dan ook niet geliefd gemaakt in de omliggende wereld. Het had geen bondgenoten toen in 612 v.Chr hun hoofdstad Ninevé  werd aangevallen door een coalitie van Perzen, Meden, Arabieren en Babyloniërs onder leiding van Nabo Polassar van Babel. Met de verwoesting van de stad, werden de Babyloniërs de dominante wereldheersers.

 

Oproep tot de strijd Nahum 2:1-2

Nahum 2:1 De verstrooier trekt tegen u op! Bewaak de vesting, houd de weg in het oog, sterk de lendenen, zet al uw kracht in! 2. Voorzeker, de HEERE zal de glorie van Jakob herstellen, zoals de glorie van Israël; want plunderaars hebben hen geplunderd en hun wijnranken te gronde gericht.

Nahum sprak vanuit een visioen dat hij zag ( Nahum 1:1 ). Nu zag hij een machtig leger tegen de stad Nineve aankomen.

Nahum zag “De Verstrooier” d.w.z. een groot leger optrekken tegen Ninevé. Het was het leger van Nabo Polassar, van Babel. Hij was de vader van Nebukadnezar. In zijn geschrift roept Nahum de stad Ninevé spottend op om zijn vesting te bewaken en zich klaar te maken voor de aanval.

 

Het is in Gods ogen een vergelding voor alle aanvallen die Assyrië heeft uitgevoerd op Israël. Hier wordt over de wijnranken gesproken. Kennelijk hebben ze ook de wijnoogsten van Israël geplunderd en vernietigd. Bij deze vergelding schakelt God ook die andere landen in. Dit oordeel komt omdat ze de glorie van Jacob – en dat is de Heilige van Israël – hebben aangetast.

Zacharia 2:8 Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nadat Hij heerlijkheid heeft beloofd, heeft Hij Mij gezonden tot die heidenvolken die u beroven, want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.
Jesaja had ook al het oordeel van God over Assyrië aangekondigd:

Jesaja 10:12 Het zal gebeuren, zodra de Heere heel Zijn werk op de berg Sion en in Jeruzalem voltooid heeft, dat Ik de vrucht van de trots van de koning van Assyrië en de glans van zijn hooghartige oogopslag zal vergelden.

Ook uit deze tekst in Jesaja blijkt dat het gebeuren in Assyrië in verband staat met het eindoordeel.

De houding van de volkeren ten opzichte van Gods volk in deze tijd zal beslissend zijn in het oordeel, beschreven in Mattheüs 25:31-46.

De strijd zichtbaar in het visioen (Nahum 2:3-8)   

Nahum 2:3 Het schild van zijn helden is rood geverfd, de dappere mannen zijn in karmozijnrood gekleed. De strijdwagens schitteren als in het vuur van fakkels op de dag dat hij zich gereedmaakt, en de lansen worden geschud. 4. De strijdwagens razen door de straten, ze jagen over de pleinen. Hun uiterlijk is als fakkels, als bliksemflitsen schieten ze heen en weer. 5. Hij denkt aan zijn machtigen – struikelen zullen zij op hun wegen – zij haasten zich naar haar muur en het stormdak wordt gereedgemaakt. (vers 5 in gemakkelijke taal: De koning van Assur verzamelt zijn helden. Ze struikelen in hun haast om op de muur te komen. Snel zetten ze hun verdediging klaar.) 6. De poorten van de rivieren worden opengedaan; het paleis smelt weg. 7. Dit staat vast: zij wordt ontbloot, zij wordt opgebracht, terwijl haar slavinnen klagen zoals het koeren van duiven, terwijl zij zich op de borst slaan. 8 Ninevé is als een watervijver, vanaf de dagen dat het bestaat, maar nu slaan zij op de vlucht! Blijf staan, blijf staan!  Maar niemand komt terug!

Nahum ziet het voor zijn ogen gebeuren. De flitsende strijdwagens, de soldaten in kleurrijke kleding…

Als er in vers 6 staat dat de poorten van de rivieren  worden opengedaan, dan moet het water afkomstig zijn van de Tigris en van het zijriviertje Khosr, dat dwars door Ninevé heen liep.

Volgens seculiere verslagen zorgden tijdens de laatste belegering van Ninevé door een rebellenleger van Perzen, Meden, Arabieren en Babyloniërs ervoor dat de rivieren overstroomden en de stadsmuren ondermijnden, die vervolgens instortten... de binnenvallende legers trokken de stad door deze bres in haar verdediging”  (Bijbelleraar James Montgomery Boice) 

Voor ongelovigen komt het oordeel onverwacht:
1 Thessalonicenzen 5:3 Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.

De plundering van de stad  Nahum 2:9-13

Nahum 2:9 Roof zilver, roof goud! Er komt geen einde aan de voorraad: de rijkdom aan allerlei kostbare voorwerpen! 10. Leeg, leeggeplunderd, verwoest, het hart smelt weg en de knieën knikken, en pijnscheuten zijn in al de lendenen en de gezichten van hen allen verschieten van kleur. 11. Waar is nu de verblijfplaats van de leeuwen, de open plaats voor de jonge leeuwen, waar de leeuw heen ging, de leeuwin was daar, het leeuwenwelp en niemand schrikte ze op? 12. De leeuw verscheurde genoeg voor zijn welpen en wurgde voor zijn leeuwinnen, en hij vulde zijn holen met prooi, zijn verblijfplaatsen met het verscheurde. 13. Zie, Ik zál u, spreekt de HEERE van de legermachten: Ik zal haar strijdwagens in rook doen opgaan en verbranden, en het zwaard zal uw jonge leeuwen verteren. Ik zal uw prooi uitroeien van de aarde, en de stem van uw gezanten zal niet meer gehoord worden.

Assurbanipal, de laatste grote koning van Assyrië, met een leeuw. Het reliëf komt van een van de gangen van het noordelijk paleis van de Assyrische hoofdstad Nineveh.

Nahum ziet in zijn visioen precies wat er gebeurt. Al het geroofde zilver, goud  en kostbare voorwerpen worden in beslag genomen door de legers uit de verschillende landen. De bevolking weet zich geen raad van angst. Ninevé wordt met een leeuwenverblijfplaats  vergeleken. Sterke dieren waarvoor ieder ontzag heeft. Zo zag Assurbanipal zichzelf ook. De leeuwen maakten buit en de leeuwinnen en welpen kwamen niets tekort. Al de geroofde en verscheurde prooien voorzagen in de welstand van de troep.

Maar dan spreekt YAHWEH het “IK ZAL U…!” En wat er dan gebeurt is niet te best. 

Het wapentuig wordt in brand gestoken en de bevolking wordt uitgeroeid. En de gezanten, die met opdrachten van de koning bij Israël kwamen en opeisten wat niet van hen was, zijn vernietigd. Dit sprak YAHWEH bij monde van Jesaja tegen Sanherib, de opa van Assurbanipal:

Jesaja 37:22-23

Dit is het woord dat de HEERE (over Sanherib) gesproken heeft:

De maagd, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u,

de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.

Wie hebt u gehoond en gelasterd?

Tegen Wie hebt u de stem verheven

en uw ogen hoogmoedig opgeheven?

Tegen de Heilige van Israël!

Ida