English & other languages: click here!

Joël 2:18-32 de Leraar tot gerechtigheid

Dit is het tweede deel van Joël 2 en een vervolg op Joël 2:1-17 Blaas de Bazuin te Sion. In dit gedeelte zien we dat de bazuinoproep van Joël bekering van het tweestammenrijk Juda ten gevolge had. De sprinkhanenplaag was behalve werkelijkheid, een symbolische voorafschaduwing van het oordeel in de tijd van Joël. God voerde het oordeel niet uit, Hij spaarde het volk, omdat ze zich bekeerden.  Maar het aangekondigde oordeel "De Dag des Heeren" is ook een waarschuwing voor onze tijd en voor heel de aarde. 

Op de bekering van Juda volgt een deel waarin God Zijn zegen uitspreekt. Dit zijn de zegeningen die ten volle tot hun recht komen in het komende duizendjarig Vrederijk en waarvan we soms vóór die tijd hier en daar een voorafschaduwing zien. 
Ga naar:  Index/inleiding - Hoofdstuk 1 - Hoofdstuk 2(A) -  Hoofdstuk 2(B) - Hoofdstuk 3


Joël 2:18-20 Toen nam de HEERE het op voor Zijn land, en Hij spaarde Zijn volk. 19. De HEERE antwoordde en zei tegen Zijn volk: Zie, Ik zend u het koren, de nieuwe wijn en de olie, zodat u ermee verzadigd wordt. Ik zal u niet meer overgeven als voorwerp van smaad onder de heidenvolken. 20. Ik zal die uit het noorden ver van u wegdoen. Ik verdrijf hem naar een dor en woest land, zijn voorhoede naar de zee in het oosten, zijn achterhoede naar de zee in het westen. Zijn stank stijgt op, zijn walm stijgt op, want hij heeft grote dingen gedaan.


Toen nam de HEERE het op voor Zijn land, en Hij spaarde Zijn volk......... het gebed (Joël 2:15-17) wordt verhoord. De HEERE spaart Zijn volk. Joëls woorden (nam - spaarde) staan in de verleden tijd, en dat betekent dat Gods besluit om Zijn volk te helpen ook vast staat, lang voordat de dag des Heren zal aanbreken. Zelfs voordat het volk bidt!
De Here rekent erop dat zij dat gaan doen. Dan mag het volk op zijn beurt erop rekenen dat "de Here grote dingen gaat doen".

Ik zend u het koren, de nieuwe wijn en de olie............. als een Vader zorgt Hij voor Zijn kinderen. Hij laat het koren en de druiven weer groeien, er zal weer jonge wijn vloeien en de olijfbomen dragen voldoende vrucht om weer olie te kunnen persen. Er kunnen weer graan- en plengoffers worden gebracht. Wat een vreugde! Dat besef je pas als je net hebt ervaren hoe er aan alles gebrek was. 

Ik zal die uit het noorden ver van u wegdoen......  hier zien we weer dat, hoewel God de zondige plannen die vijanden gebruikt om Zijn volk tot andere gedachten te brengen, Hij die vijanden, hier dus Assur, ook weer straft en verstrooit om hun zondige begeerte om Zijn land te veroveren en Zijn volk aan zich te onderwerpen. Immers: niet van harte verdrukt Hij en bedroeft Hij mensenkinderen (Klaagliederen 3:33) en: In al hun benauwdheid was Hij benauwd; (Jesaja 63:9a).

Deze berichtgeving slaat tegelijkertijd op de sprinkhanenplaag: God verjaagt de sprinkhanen, maar ook de Assyriërs.  Een deel van het sprinkhanenleger (Joël 2:2-9), dat blijkbaar uit het noorden kwam, verdwijnt in de Dode Zee en in de Middellandse Zee. De rest komt om in de woestijn. De kadavers van de sprinkhanen verspreiden een enorme stank. Maar die kadavers/lijken en die stank kunnen ook heel goed het gevolg zijn van de honderdvijfentachtigduizend man die bij de belegering van Jeruzalem door de engel waren neergeslagen: Toen men de volgende morgen vroeg opstond, zie, het waren allemaal dode lichamen. (Jesaja 37:36b) Maar de invallen van de legermacht uit het noorden op 'de dag des HEEREN' gaan in de toekomst plaats vinden.  Dat staat vast. Want  Juda, het woongebied van Joël, heeft in 701 v.Chr, die grote bevrijding meegemaakt, doordat de engel van God 185.000 soldaten neersloeg die Jeruzalem belegerden. Maar 115 jaar later,  in 586 v.Chr., werd Jeruzalem weer belegerd, ook door een vijand uit het noorden, maar nu Babel, en werden de inwoners in ballingschap gevoerd. Dit vanwege hun zonden, hun afgoderij, hun kinderoffers aan de Moloch, hun dienst aan de Koningin des Hemels, dat alles gecombineerd met de tempeldienst.  Zij luisterden niet naar de prediking van Jeremia.  

want hij heeft grote dingen gedaan....... hier staat 'hij' geschreven met een kleine letter. Maar ik vermoed dat hier een hoofdletter moet staan. YHWH heeft grote dingen gedaan! Dat kan niemand ontkennen! De vijand doet geen grote dingen. Zo staat het ook in het volgende vers:


Joël 2:21-22 Wees niet bevreesd, land, verheug u en wees blij, want de HEERE heeft grote dingen gedaan. 22. Wees niet bevreesd, dieren van het veld, want de weiden van de woestijn worden groen, de bomen dragen hun vrucht, de wijnstok en de vijgenboom geven hun opbrengst.


verheug u en wees blij, want de HEERE heeft grote dingen gedaan....... Hier is de vreugde van de bekering en Gods heerlijke antwoord hierop. Wat heeft de HEERE grote dingen gedaan! De dieren zullen ook weer voldoende kunnen eten, de woestijnweiden worden weer groen en er komen weer vruchten aan bomen en struiken.


Joël 2:23 En u, kinderen van Sion, verheug u en wees blij in de HEERE, uw God, want Hij zal u geven de Leraar tot gerechtigheid. Die zal regen op u doen neerdalen, vroege regen en late regen in de eerste maand.


De is de kerntekst van dit hoofdstuk. Een heerlijke belofte die in eerste instantie vervuld werd door de komst van Yeshua. We zien deze tekst ook als "centrale as" in onderstaande chiastische structuur naar voren komen:

kinderen van Sion, verheug u en wees blij in de HEERE, uw God........ kinderen van Sion, volk van YHWH, verheug je maar in  je Maker. Hij heeft het goede met je voor..... Hij wil je zegenen....... Hij geeft van harte wat je nodig hebt om in Hem te groeien. Gelovigen uit de heidenvolken, verheug je samen met de kinderen van Sion, niet zonder hen. Erken de gelovigen uit hen als het uitverkoren volk van wie je medeburger mag zijn. 

want Hij zal u geven de Leraar tot gerechtigheid........ kinderen van Sion, wat een mooi geschenk! Yeshua, Abrahams nageslacht, Hij leert je de gerechtigheid, Hij is de gerechtigheid הצדק Hatzedeq! Gods Geest wil steeds krachtiger in je werken, zodat Yeshua's karakter gestalte in je krijgt en door die deugden de goddelijke natuur in je toeneemt (Gal. 4:19; 2 Petr. 1:4-8)

Johannes 14:26-27 Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. 27. Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.

Die zal regen op u doen neerdalen, vroege regen en late regen in de eerste maand........ zoals God de wetmatigheden in de natuur heeft vastgesteld, zo geeft het ons ook inzicht op geestelijk vlak: 

“Indien gij nu aandachtig luistert naar de geboden die Ik u heden opleg, zodat gij de Here, uw God liefhebt en Hem dient met uw ganse hart en uw ganse ziel, dan zal Ik de regen voor uw land op zijn tijd geven, de vroege en de late regen, zodat gij uw koren en uw most en uw olie kunt inzamelen”.  (Deut. 11:13-14)
De voorwaarde voor vruchtbare regenval op de juiste tijd, is de gehoorzaamheid aan de geboden:

“Indien gij in mijn inzettingen wandelt en Mijn geboden nauwgezet in acht neemt, dan zal Ik u ter rechter tijd uw regens geven, zodat het land zijn opbrengst geeft en het geboomte des velds, zijn vrucht draagt”  (Lev. 26:3-4).

De late regen bewerkt dat wij “vervuld worden tot alle volheid van God” (Ef. 3:19)  De bedoeling is dat we doordrenkt worden door Woord èn Geest en de Vader verheerlijken met de vruchten daarvan. (Joh. 15:1, Joh. 25:8) 


Vroege en late regen

De regen zal komen als een vroege regen en een late regen, net als vroeger (Joël 2:23), dus net als in de tijd dat Israël het beloofde land binnentrok.  (Deut. 11:14) . De kalender van zaaien en oogsten in Israël ziet er als volgt uit: 

Tijdens het loofhuttenfeest bidt het volk om de vroege regen vanwege het zaaien in de 8e maand. De vroege regen maakt de grond los om goed te kunnen zaaien. Daarna kan het zaad ontkiemen en het graan opgroeien. Tegen de tijd van de gersteoogst in de 1e maand volgt de late regen om het graan de laatste groeikracht te geven. Gewoonlijk valt die regen in de 12e maand.                                                            Uit: De Bijbel Open

  • 1e maand Abib (maart-april bij ons)
    Bij de uittocht uit Egypte stelt God deze maand in als de eerste maand. (Ex. 12:2)  Daarin wordt Pesach gevierd en bij de oogst in het land wordt de eerstelingsgarve van de gerst aan de Heer gegeven. (Lev. 23:10)
    In deze maand wordt de gerst geoogst.
  • 3e maand Sivan (mei-juni bij ons)
    In deze maand (zeven volle weken na Pesach) (Lev. 23:15) volgt het wekenfeest, waarop de eerste opbrengst van de tarwe (Ex. 34:22) voor de Heer wordt gebracht.
    Dit is de maand van de tarweoogst.
  • 7e maand Ethanim (september-oktober bij ons)
    Nadat in de 6e maand de wijnoogst is binnengehaald volgen in de 7e maand het feest van het geklank, de grote verzoendag en tenslotte het loofhuttenfeest. (Lev. 23:23-44)

Joël 2:24-27 De dorsvloeren zullen vol koren zijn, de perskuipen stromen over van nieuwe wijn en olie. 25. Ik zal u de jaren vergoeden die de veldsprinkhaan, de jonge sprinkhaan, de zwermsprinkhaan en de treksprinkhaan hebben opgegeten, Mijn grote leger, dat Ik op u had afgestuurd. 26. Dan zult u overvloedig en tot verzadiging eten, en de Naam van de HEERE, uw God, prijzen, Die wonderlijk met u heeft gehandeld. Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden. 27. Dan zult u weten dat Ik te midden van Israël ben, dat Ik, de HEERE, uw God ben, en niemand anders: Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden!

De dorsvloeren zullen vol koren zijn, de perskuipen stromen over van nieuwe wijn en olie........ Het oude Israël had geen irrigatiesysteem en was afhankelijk van regen om hun gewassen water te geven. In een tijd van droogte groeide er niets, meestal was dat een teken dat het volk in ongehoorzaamheid leefde. God belooft zowel de vroege regen (vallend in de herfst) als de spade regen (vallend in de lente) te herstellen. Als Israël in gehoorzaamheid aan Gods geboden leeft, zal Juda volle dorsvloeren en wijnvaten hebben. Dit zal zeker in vervulling gaan in het komende Vrederijk.

Ik zal u de jaren vergoeden die de veldsprinkhaan, de jonge sprinkhaan, de zwermsprinkhaan en de treksprinkhaan hebben opgegeten..... Dit is alweer een belofte die zijn vervulling krijgt in het komende Vrederijk. Israël krijgt "schadevergoeding". Niet op grond van een polis met maandelijkse te betalen premies, maar een gave van een liefdevolle Vader wiens Naam is: "genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid". (Joël 2:13)

u zult overvloedig en tot verzadiging eten, en de Naam van de HEERE, uw God, prijzen...... Het gelovige deel van Israël gaat een heerlijke tijd tegemoet. Satan heeft geen invloed meer, Gods wet zal blijken heilzaam te werken voor Israël en voor heel de wereld. God zal laten zien hoe Hij het leven had bedoeld en het zal méér dan goed zijn. Zijn Naam moet eeuwig eer en dank ontvangen!

u zult weten dat Ik te midden van Israël ben, dat Ik, de HEERE, uw God ben, en niemand anders....... hoe vaak heeft God niet gezegd dat Hij bij de mensen wilde wonen. 

In het Vrederijk en later in het Nieuw Jeruzalem zal dat volledige waarheid worden. Hij troont op de lofzangen van Israël en woont temidden van hen.  Gods volk zal zich niet hoeven schamen, maar ook niet beschaamd worden.


Joël 2:28-32 Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. 29. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. 30. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. 31. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende. 32. Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.


Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees........ Deze tekst is al zo vaak geciteerd in de verwachting dat dit al in deze zondige wereld werkelijkheid zou worden. De vroege regen is dan de uitstorting van de Heilige Geest in Handelingen 2, en de late regen zouden we in onze dagen mogen verwachten. Dat laatste wordt dan onderstreept met de vele z.g. uitingen van de Geest in genezingen, tongentaal, e.d.
Nee, ook dit is een belofte voor Israël en zijn metgezellen (Ezechiël 37:16-19) die in vervulling gaat bij het aanbreken van Gods Koninkrijk op aarde. Er zal een tijd komen van een ultiem herstel en zegen. Deze tijd zal gekenmerkt worden door een uitstorting van Gods Geest. 

uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien....... ook dit probeert men in deze tijd al te verwerkelijken, naar zich toe te halen, waardoor men zich in de leugen begeeft.  Wacht rustig tot de tijd dat God dit gaat bewerken. De meeste beloften gaan straks in vervulling, als de grote verdrukking voorbij is en de voeten van Yeshua op de Olijfberg hebben gestaan. 

Wat in de laatste dagen zich zal manifesteren is nog niet altijd 100% duidelijk. Maar God heeft de regie. Laten we ons steeds in gehoorzaamheid en liefde uitstrekken naar Hem, het van Hem verwachten. 
Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden...... hiervan mogen we zeker zijn, maar dan moet die god wel de God van de Bijbel zijn en dat is de God van Israël, Hij maakte zich bekend als de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Als je in je gedachten een valse god hebt gevormd, die los staat van Israël, is dat een afgod. Zelfs al noem je hem Jezus. Deze god is ook niet "de koning van de kerk", Hij heeft zich bekend gemaakt als de koning van Israël!  Een god van je eigen verbeelding zal je niet redden. De god van jouw mening bestaat niet en kan je niet redden. Je moet tot de God van de Bijbel komen en je verwachtingen en gedachten aanpassen aan wat God in de Bijbel heeft geopenbaard. Maar dan zul je ook behouden worden! 

Ida