English & other languages: click here!

Exodus 13:1-16 de heiliging van de eerstgeborenen

Exodus 13:1,2  Toen sprak de HEERE tot Mozes: Heilig voor Mij alle eerstgeborenen: alles wat de baarmoeder opent onder de Israëlieten, van de mensen en van het vee, dat behoort Mij toe.

Dit gedeelte volgt op de geschiedenis van de dood van de eerstgeborenen in Egypte en de instelling van Pesach. Deze drie onderwerpen hebben ook alles met elkaar te maken:

                            heiliging van de eerstgeborenen

                       dood van de eerstgeborenen in Egypte

                                      de instelling van Pesach

De eerstgeborenen uit de Israëlieten zouden ook gedood moeten worden, want satan heeft een genoegen aan hun dood. Hij is een mensenmoordenaar vanaf het begin (Johannes 8:44). Door de zondeval  meent satan dan ook zijn recht op de mens, als kroon der schepping, te hebben en daarmee ook de dieren die onder hun beheer waren gesteld. Daarom moest er een losprijs betaald worden om de kinderen Israëls vrij te kopen. Die losprijs was het bloed van het lam, dat aan de deurposten moest worden aangebracht. Dat bloed van een lam redde zelf niet, maar verwees naar het bloed van het Lam dat later “geslacht” zou worden. Paulus zegt in 1 Kor. 5:7 “ons Pesachlam”.  Hiermee kocht God alle eerstgeborenen vrij. Ze waren niet meer het eigendom van satan, maar, zoals Yahweh in vers 2 zegt: “dat behoort Mij toe.”

 

Dit is een zéér belangrijke boodschap: 14 Abib (later Nissan)  is het Pesach, maar ook de datum waarop Yeshua later gekruisigd werd.  Het Pesach offer bevrijdde Israël ! Het Pesach offer was de prijs van de loskoping! Het Pesach offer betaalde voor de redding, loskoping en bevrijding uit Egypte (een beeld van de zonde).  Het woord Pesach heeft in de loop van de geschiedenis de naam Pasen gekregen en de kerk betrok dat ten onrechte op de opstandingsdag. Maar Pesach is de dag dat Yeshua stierf. Overigens is Yeshua niet op vrijdag gestorven, maar op woensdag, bij zonsondergang. 

 

Het Pesach offer vond plaats vóór het geven van de Torah! Hieraan kunnen we zien dat niemand gered wordt door het houden van de Torah (wet), door gehoorzaamheid aan de geboden, of door de offers van de Torah.  Het is het Lam van God, het Pesach offer dat verlossing, redding en bevrijding verzekert.

De Tora leert dus dat Israël gered wordt door geloof te stellen in het bloed van het lam en dat geldt voor iedereen. Maar wie God liefheeft zal dan ook de geboden willen houden. 

 

In vers 3 tot en met 10 wordt de instelling van het Pesachfeest herhaald. Ieder jaar moeten de Joden matzes eten. De Bijbel noemt dit “ongezuurde broden” omdat er geen zuurdesem in zit dat het deeg doet rijzen. Zo konden ze zich herinneren dat ze haastig uit Egypte getrokken waren en toen ook geen tijd hadden gehad om hun deeg te laten rijzen. Dat ongezuurde brood is tegelijk een symbool van het zondeloze leven van Yeshua. Zuurdesem wordt in de Bijbel meestal met zonde vergeleken.

In Numeri 8 staat dat alle eerstgeboren zonen van de Israëlieten eigenlijk aan het heiligdom zouden moeten worden afgestaan om daar te dienen – net zoals dat later met de kleine Samuel gebeurde. Aan God gegeven, om zo voor Hem dienst te doen. 

Deze wet rond de eerstgeborenen zorgde ervoor dat Israël telkens weer aan de bevrijding uit Egypte herinnerd werd, iedere keer als er een eerste jongetje of een bokje of ezelsveulen geboren wordt. Het offer, of de loskoping, was een terugkerend teken: je leeft uit genade. De Egyptenaren werden terecht gestraft, maar de redding voor Israël was pure genade. Maar dan behoort God ook op de eerste plaats in je leven te staan.

De eerstgeborene was naast de ouders een verantwoordelijke zoon in het gezin. Hij moest het goede voor het gezin zoeken en daarom vertegenwoordigde hij het hele gezin ook in de redding, de loskoping en de bevrijding. Hij vertegenwoordigde in die rol zijn broers en zussen.

in Exodus 4, wordt het volk Israël zelf ‘Gods eerstgeboren zoon’ genoemd. Zo staat het volk Israël als verantwoordelijke voor de andere volken.

Op dezelfde manier moesten eerstgeboren mannelijke dieren dienen als eerstelingsgave. Dat gebeurde door zo’n dier te offeren.

De Israëlieten hadden in hun veestapel alleen reine dieren en er mogen ook alleen reine dieren geofferd en gegeten worden. Ze hadden echter wel vaak een ezel als transportmiddel en dat was geen rein dier. De eerstgeboren mannelijke ezel moest worden gedood, door het de nek te breken. Dat klinkt heel akelig. Maar als je rekent dat de Israëlieten Gods volk zijn, dat Paulus later vergelijkt met de Edele Olijf, dan zijn wij de onreine heidenen, afkomstig van de “wilde olijf” de ezels. Zo kun je de “ezel” vergelijken met ons “heidenen”. Wij zouden moeten sterven en verloren gaan. Toch is er een mogelijkheid om te ontsnappen aan het oordeel van de gebroken nek: ALS ER IN ZIJN PLAATS EEN LAM GESLACHT WORDT! Zie je, hoe wij heidenen, evenals deIsraëlieten, gered kunnen worden als HET LAM in onze plaats geofferd wordt, Die ons vrijkoopt van het oordeel.....

Dat is Yeshua, HET LAM DAT DE ZONDEN DER WERELD WEGNEEMT.

Dit principe wordt geïllustreerd door Yeshua, als Hij Jeruzalem binnenrijdt op een ezel. Het was 10 Nisan, de dag dat de Pesachlammeren werden binnengebracht op het tempelplein om te laten keuren of ze zonder gebreken waren en gebruikt konden worden voor het Pesach offer. (Ex 12:3-6) Yeshua, het waarlijke Pesachlam, kwam ook Jeruzalem binnen op een onrein dier: de ezel. Hij vertegenwoordige hiermee, behalve de profetie van Zacharia 9:9, ook de onreine heidenvolken. 

Zacharia 9:9 Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.

Dit onreine veulen had men in bezit omdat het een praktisch en geliefd rijdier en transportmiddel was in die samenleving. Als eerstgeboren onrein dier kon het echter niet geofferd worden op het tempelplein. Daarom moest men het de nek breken, òf daarvoor in de plaats een lam offeren. Zolang dat niet gebeurd was mocht de ezel niet gebruikt worden en was het voor haar eigenaren waardeloos. In opdracht van Yeshua moesten de discipelen tegen de eigenaar zeggen: "De Heer heeft het nodig."(Lukas 19:34)  Het was nodig om de Tora te vervullen. Dit onreine dier, dat de heidenen vertegenwoordigt, droeg het ware Pesachlam dat in plaats van hem geofferd werd. Zo brachten de overheersende Romeinen, onwetend, het Lam dat de onreinheid der volken op zich had genomen, naar de offerplaats.

Een teken op de hand en op het voorhoofd

Exodus 13:9. Dit zal tot een teken zijn op uw hand en tot een band tussen uw ogen, want de HEERE heeft ons met sterke hand uit Egypte geleid.

en

Exodus 13:16. Dit zal tot een teken zijn op uw hand en tot een band tussen uw ogen, want de HEERE heeft ons met sterke hand uit Egypte geleid.

Tot tweemaal toe lezen we in dit Bijbelgedeelte over een teken op de hand en op het voorhoofd. Doet dat niet denken aan een tegenovergestelde tekst in Openbaring?

Openbaring 20:4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, en die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden, en die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij leefden en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.

In Exodus gaat het niet om een zichtbaar teken, maar het is de bedoeling van het  teken dat je in je hoofd herinnerd wordt dat je door het Lam losgekocht bent van de duisternis en dat dit je gedachten en je handelen bepaalt, waarom er ook over een teken op de hand wordt gesproken.

Het éne teken, het volhardend geloof dat je bent losgekocht  door  het bloed van ”ons Pesachlam”,  zal geen ruimte laten voor het andere teken, dat van het beest, op hoofd en hand.  Het zijn degenen  die het Pesachlam volgen tegen de verdrukking van de Farao’s van deze tijd in. Zij zullen met Koning Yeshua duizend jaar regeren in het nieuwe Kanaän: het Vrederijk.