Romeinen 1 - alle mensen schuldig voor God

Inleiding (vers 1–7)
- Paulus stelt zichzelf voor als dienaar van Jezus Christus, geroepen tot apostel.
- Hij benadrukt dat het evangelie Gods belofte vervult, geopenbaard door Jezus Christus.
- De gelovigen in Rome worden aangesproken als geroepen heiligen.
Dankbaarheid en verlangen (vers 8–15)
- Paulus dankt God voor het geloof van de Romeinen, dat wereldwijd bekend is.
- Hij spreekt zijn verlangen uit om hen te bezoeken en hen geestelijk te versterken.
- Hij wil het evangelie ook in Rome verkondigen, net als elders.
De kracht van het evangelie (vers 16–17)
- Paulus stelt: “Ik schaam mij niet voor het evangelie, want het is een kracht van God tot redding voor ieder die gelooft.”
- Het evangelie openbaart Gods gerechtigheid, die door geloof toegankelijk is.
Gods toorn over ongerechtigheid (vers 18–32)
- Paulus beschrijft hoe mensen God kennen via de schepping, maar Hem niet eren.
- In plaats daarvan vereren ze afgoden en geven zich over aan zondig gedrag.
- God “geeft hen over” aan hun eigen begeerten als gevolg van hun afwijzing van Hem.
- Paulus noemt concrete zonden zoals seksuele immoraliteit, hebzucht, haat, en arrogantie.
- Hij benadrukt dat mensen deze dingen niet alleen doen, maar ze ook goedkeuren bij anderen.
1. Inleiding (vers 1–7)
Romeinen 1:1-2
1. Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God,
2. dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften,
Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel...... Paulus introduceert zichzelf terecht, als een apostel die geroepen is door Jezus Christus. We lezen over zijn wonderlijke roeping in Handelingen 9:1-19.
afgezonderd tot het Evangelie van God....... dit kenmerkt hem als een apostel vanuit de autoriteit en de volmacht van Degene, Jezus Christus, die hem heeft gestuurd om Gods evangelie te verkondigen.
dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften........

Paulus verbindt zijn roeping in Yeshua aan wat de profeten, in de heilige Schriften, d.w.z. het Eerste Testament had aangekondigd. Paulus begint niet iets nieuws, zoals dat door sommige kerken wordt geleerd, het is een voortzetting en uitbreiding van wat er al was. Het begrip "gemeente" staat niet los van de gelovigen beschreven in de Tenach (O.T.), want ook daarin noemt God Zijn volk "de gemeente".