English & other languages: click here!
Psalm 25 GEBED OM LEIDING, VERGEVING EN VERLOSSING

Dag 27 omertelling
Psalm 25:4 -10
4. HEERE, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden. daleth
5. Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil;
U verwacht ik de hele dag. he, waw
6. Denk aan Uw barmhartigheid, HEERE, en Uw goedertierenheid,
want die zijn van eeuwigheid. zain
7. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd of aan mijn overtredingen;
denkt U aan mij naar Uw goedertierenheid,
omwille van Uw goedheid, HEERE. cheth
8. Goed en waarachtig is de HEERE, daarom onderwijst Hij zondaars in de weg. teth
9. Hij leidt zachtmoedigen in het recht,
Hij leert zachtmoedigen Zijn weg. jod
10. Alle paden van de HEERE zijn goedertierenheid en trouw
voor wie Zijn verbond en Zijn getuigenissen in acht nemen. kaph
SMEEKGEBED OM VERGEVING EN VERLOSSING
Deze psalm heeft een bijzondere acrostische dichtvorm. Je kunt het vergelijken dat als wij op deze manier een gedicht zouden maken, dat we de eerste regel met een A beginnen en de tweede met een B, de derde met een C, enz. enz. Koning David was een bekwame songwriter.
Dit lied is een ootmoedig smeekgebed in nood. Hierin voelt David zich één met zijn volk, voor wie hij als koning ook verantwoordelijkheid draagt (v. 22). Davids nood ligt in zijn zonde (v. 7,11) en in innerlijke ellende: eenzaamheid en angst (v. 16,17). Die ellende is veroorzaakt door zijn zonde (v. 18), maar ook door wat zijn vijanden hem aandoen (v. 19).
In de verzen 4 en 5 bidt David: “Leid mij in Uw waarheid” (vergelijk Psalm 43:3). Voor de apostel Johannes is het een grote vreugde, in het gezin van de ‘uitverkoren vrouw’ kinderen aan te treffen “die in de waarheid wandelen” (2 Joh.1:4).
In de eerste zeven verzen roept David tot God. Hij heeft het erg moeilijk en vraagt vergeving voor de zonden van zijn jeugd.
David brengt zijn nood bij de HEERE. Bidden is: je hele leven als een last optillen en onder Gods liefdevolle aandacht brengen (v. 1b). Voorwaarde is dan wel dat eerst de weg tot God vrijgemaakt wordt en dat doe je als bepaalde zonden een blokkade blijken te zijn. De sterkte van David is gelegen in de omgang met zijn HEER, en de begeerte om Gods weg te gaan.
Hoe gebeurt dat? Door je vertrouwen uit te spreken in Zijn trouw, genade en verhoring van je gebed en je schuld te belijden (vgl. v. 6-11).
God openbaart Zijn gedachten vanuit Zijn Woord aan hen die bereid zijn zich aan Hem te onderwerpen. Ook daarvoor is nederigheid nodig: het betekent voorrang geven aan wat God bekend maakt en het opzij zetten van je eigen inzichten en verlangens.
Het is een goede volgorde om, na je eerst voor God te hebben verootmoedigd, vanuit die situatie te getuigen voor de mensen die God op je pad brengt. Zo leren we anderen wie en hoe de God van Israël is. David laat anderen zien dat dit de weg van Gods gerechtigheid is. Al onze wegen moeten voor Hem open liggen. Hij zal onze paden recht maken. Dan zijn we in de Waarheid geleid. Dan zijn we in Christus en Christus in ons. Dat had God ook al aan David bekend gemaakt, dat wordt duidelijk in Psalm 110:1.
Maar dan moeten degenen die luisteren dat ook in zachtmoedigheid kunnen doen, d.w.z. openheid van geest, ontvankelijk voor Gods Geest.

Ida