English & other languages: click here!
Filippenzen 4 - Bemoediging voor medestrijders
- Oproep tot standvastigheid en eensgezindheid (vers 1–3)
- Paulus moedigt de gemeente aan om standvastig te blijven in de Heer.
- Hij roept twee vrouwen, Euodia en Syntyche op om eensgezind te zijn en samen te werken in het evangelie.
- Hij prijst de gemeenteleden die trouw hebben meegewerkt.
- Vreugde en vrede in de Heer (vers 4–9)
- Bekende oproep: “Verblijd u altijd in de Heer”.
- Paulus spoort aan tot vriendelijkheid en gebed in alles, zodat Gods vrede harten en gedachten zal bewaren.
- Hij geeft een richtlijn voor denken: richt je op wat waar, eerbaar, rechtvaardig, rein, beminnelijk en prijzenswaardig is.
- Dankbaarheid voor steun (vers 10–20)
- Paulus bedankt de Filippenzen voor hun financiële steun en zorg.
- Hij benadrukt dat hij geleerd heeft om tevreden te zijn in alle omstandigheden: armoede of overvloed.
- Kernvers: “Ik vermag alle dingen door Hem die mij kracht geeft” (vers 13).
- Hij prijst hun vrijgevigheid en verzekert dat God in al hun noden zal voorzien.
- Slotgroet en zegen (vers 21–23)
- Paulus groet alle heiligen in Christus Jezus.
- Hij vermeldt dat zelfs mensen uit het huis van de keizer groeten sturen.
- Hij sluit af met een zegen van de genade van de Heer Jezus Christus.
1. Oproep tot standvastigheid en eensgezindheid
Filippenzen 4:1-3
1. Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie ik zeer verlang, mijn blijdschap en kroon, blijf zo staande in de Heere, geliefden!
2. Ik roep Euodia en ik roep Syntyche ertoe op eensgezind te zijn in de Heere.
3. Ja, ik vraag ook u, mijn oprechte metgezel: Help deze vrouwen, die samen met mij gestreden hebben in het Evangelie, ook met Clemens en mijn andere medearbeiders, van wie de namen in het boek des levens staan.
mijn geliefde broeders, naar wie ik zeer verlang, mijn blijdschap en kroon,......
ook in het laatste hoofdstuk van de brief aan de Filippenzen proeven we weer de hartelijk geestelijke band die er tussen hen en Paulus is. Hij noemt ze "mijn blijdschap en kroon". We lazen een dergelijke kwalificatie ook in Filippenzen 3:20-21. In deze geest schrijft hij ook naar de gemeente Thessalonica, die plm. 170 km verderop ligt 1 Thess. 2:19-20.
mijn geliefde broeders, naar wie ik zeer verlang, mijn blijdschap en kroon,...... Paulus roept zijn geliefde broeders op om staande te blijven in de Heere. We kunnen het Evangelie alleen goed doorgeven in deze wereld door samen pal te staan in de Heer.
Ik roep Euodia en ik roep Syntyche ertoe op eensgezind te zijn in de Heere....... deze beide vrouwen hadden Paulus bijgestaan in de strijd. Maar nu hadden ze een meningsverschil. Paulus roept hen op dit samen in gemeenschap met de Heere op te lossen.
ik vraag ook u, mijn oprechte metgezel: Help deze vrouwen....... Onenigheid is heel schadelijk in de voortgang van Gods Koninkrijk. In verband daarmee roept Paulus broeders in die gemeente, waarvan de namen in het boek des levens staan, op om deze vrouwen te helpen zich met elkaar te verzoenen en één van geest te worden in de Heer. Want dáárom is Yeshua gestorven, opdat het boek des levens tot de laatste bladzijde toe gevuld zou worden met namen van mensen!
2. Vreugde en vrede in de Heer
Filippenzen 4:4-9
4. Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.
5. Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij.
6. Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
7. en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.
8. Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat.
9. Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.
Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u........ Dit is gezien het voorgaande een goede raad om je frustaties in het juiste perspectief te zien. Je bent niet meer gefocust op het probleem maar op de Heere, die bij machte is de weg te wijzen om uit deze controverse te komen. Veel gemeenten lezen de opdracht op zichzelf en doen er dan van alles aan om een blijde sfeer te creëren onder haar leden. Dat is best aardig, maar het raakt kant noch wal wanneer dit door dingen als uitjes met elkaar, koffiekringen of zanggroepen bepaald wordt. Dè blijdschap onder gelovigen moet de blijdschap-in-Jezus zijn. Vrolijkheid verdwijnt weer bij de geringste tegenslag. Yeshua is er als bron van blijdschap altijd, in elke situatie. Die blijdschap kennen we wanneer Christus alles voor ons is.
Uw welwillendheid zij alle mensen bekend......... De Heere is nabij...... te weten dat de Heere nabij is kan slaan op Zijn komst, maar het betekent ook dat Hij op dit moment vlak bij je is (Ps 145:18).
Hij zal ons leven volop in de ruimte zetten, en dan kunnen we vriendelijk en bereidwillig zijn om over bezwaren heen te stappen en de ander tegemoet te koemen, mits overeenkomstig Zijn wil. Híj zorgt immers voor onze belangen! We hoeven niet onze eigen belangen door te drukken.
Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.........
Wat de gemeente van Filippi nodig heeft om eensgezind te zijn, maar ook onze verlangens mogen we onder dankzegging in Gods hand leggen. Dat geeft rust en ontspanning. De HEERE kent onze behoeften.
de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken...... de vrede waarover Filippenzen 4:7 spreekt. gaat ons denkvermogen te boven. Als we ons vertrouwen op Hem stellen, krijgen we Zijn vrede en God bewaakt ons hart.
al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat......... Paulus roept ons op een positieve instelling te hebben. Dan is er in de gemeente een sfeer die weldadig aandoet, die als een verademing werkt. Hoe bereiken we dat? Door wat ons in Gods Woord overgeleverd is ook in praktijk te brengen. Paulus' voorziet ons van een hele lijst van onderwerpen waarover we kunnen nadenken. Welluidendheid kunnen we toepassen op de muziek die we beluisteren. Er komt zoveel vuiligheid op ons af. Dat geldt op zoveel terreinen, echter het is niet nodig om elk item uitgebreid te behandelen.
Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn....... we onderstrepen wat Paulus ons met de Filippenzen geleerd heeft met enkele teksten die hij aan de Galaten geschreven heeft. Als we deze dingen uit geloof in praktijk trachten te brengen, zullen we de hulp en vrede van Gods Heilige Geest ervaren en komen we niet in conflict met Gods wet.
Galaten 5:16-18 en 22-25
16. Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.
17. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.
18. Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet.
22. De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
23. Daartegen richt de wet zich niet.
24. Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
25. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.
Paulus zelf was een levende illustratie bij zijn onderwijs. Er moet geen kloof zijn tussen leer en leven.
Wees een voorbeeld in uw gemeente, als een gelovige die zich over andere gelovigen kan verblijden en over wie men zich kan verblijden, omdat we allemaal deelgenoten zijn van wat Christus voor ons bewerkt heeft. Om daar ook uit te léven!
Leven we vanuit de blijdschap-in-Yeshua, dan zullen we eensgezind het Evangelie kunnen uitdragen.
3. Dankbaarheid voor steun
Filippenzen 4:10-13
10. En ik ben zeer verblijd geweest in de Heere dat uw denken aan mij eindelijk weer opgebloeid is; u hebt ook wel steeds aan mij gedacht, maar u hebt de gelegenheid niet gehad om het te tonen.
11. Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer.
12. En ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden.
13. Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft.
En ik ben zeer verblijd geweest in de Heere dat uw denken aan mij eindelijk weer opgebloeid is...........Paulus heeft ongetwijfeld in de eenzaaamheid van de gevangenis verlangd naar bemoediging van medegelovigen. Als hij hier zegt dat het denken aan hem "eindelijk weer is opgebloeid" klinkt dat als een verwijt, maar dat is het niet. Paulus die zo vaak alleen in moeilijke omstandigheden verkeerde, had geleerd zich niettemin te verblijden in de vrede van Zijn Heer. Hij begrijpt wel dat ze steeds aan hem gedacht hebben, maar "u hebt de gelegenheid niet gehad om het te tonen".
Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer....... we zien dat Paulus het 'tevreden zijn" heeft moeten leren. zijn dankbaarheid was niet gebaseerd op zijn eigen nood. Hij tevreden met de positie waar hij was – zelfs tijdens zijn gevangenschap in Rome. ik weet wat het is vernederd te worden, ik weet ook wat het is overvloed te hebben;......... in al die situaties had Paulus geleerd tevreden en dankbaar te zijn "zowel in verzadigd te zijn als in honger te lijden, zowel in overvloed te hebben als in gebrek te lijden.".
De reden waarom Paulus zich verblijdde over het meeleven van de Filippenzen lag niet in het feit dat hij gebrek leed. Hij heeft immers geleerd om tevreden te zijn met de situatie waarin hij verkeert. Tevredenheid moeten we leren. En dat kunnen we slechts leren van Yeshua. Laten we dat bedenken in een tijd waarin alles zo draait om het materiële!
Kunnen wij leren zijn getuigenis na te zeggen?
Het is goed om deze waardevolle geloofsbelijdenis uit Filippenzen 4:13 in verband te brengen met Johannes 15:5:
Met Yeshua kunnen we alles, zonder Hem kunnen we niets doen.
Filippenzen 4:14-18
14. Toch hebt u er goed aan gedaan dat u gedeeld hebt in mijn verdrukking.
15. En ook u, Filippenzen, weet dat in het begin van het Evangelie, toen ik uit Macedonië vertrok, geen enkele gemeente mijn deelgenoot werd in de rekening van uitgave en ontvangst, dan u alleen.
16. Want ook in Thessalonica hebt u mij een- en andermaal iets gestuurd voor wat ik nodig had.
17. Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht die op uw rekening toeneemt.
18. Maar ik heb alles ontvangen en ik heb overvloed; ik ben geheel voorzien, nu ik door middel van Epafroditus ontvangen heb wat door u gezonden was, als een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God.
Toch hebt u er goed aan gedaan dat u gedeeld hebt in mijn verdrukking......... Aan het eind van zijn brief komt Paulus terug op de reden van zijn schrijven. De gemeente van Filippi heeft hem in zijn gevangenschap geld en voedsel gestuurd als materiële ondersteuning, en Epafroditus om hem geestelijk tot steun te zijn. Ook oen hij in Thessalonica vervolgd werd zijn ze hem te hulp gekomen.
Paulus bedankt de Filippenzen voor die steun. Of eigenlijk niet: hij bedankt zijn Heer, die hen bereid maakte om hem te helpen. Geen verheerlijking van mensen, maar van Yeshua!
Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht die op uw rekening toeneemt......... Paulus was heel blij met alle hulp, maar hij was er niet op uit om zoveel mogelijk te ontvangen. Wat belangrijker is, zijn de geestelijke vruchten die hiermee zijn geofferd aan God, op wiens ‘rekening’ die vrucht wordt ‘bijgeschreven’.
ik ben geheel voorzien, nu ik door middel van Epafroditus ontvangen heb wat door u gezonden was, als een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God.......... dat Epafroditus naar Paulus toe was gekomen en gaven vanuit Philippi meebracht, konden we lezen in Filippenzen 2:2. Paulus noemde hem: "mijn broeder, medearbeider en medestrijder; uw bode, die me van het nodige heeft voorzien". Paulus verbindt deze broederliefde met de geestelijke realiteit, die onlosmakelijk daaraan verbonden is: een aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God.
4. Slotgroet en zegen
Filippenzen 4:20-23
20. Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
21. Groet elke heilige in Christus Jezus. U groeten de broeders die bij mij zijn.
22. Al de heiligen groeten u en vooral die van het huis van de keizer zijn.
23. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Paulus besluit zijn brief vanuit zijn gevangenschap, door de groeten van hemzelf, van zijn medewerkers en van de gelovigen in Rome over te brengen. Bijzonder is dat er sprake is van heiligen die zich in het huis van de keizer bevinden. Daaruit blijkt dat de prediking van het evangelie ook daar heeft plaatsgevonden. De gemeenschap der heiligen reikt over alle landsgrenzen en alle geografische afstanden heen.
We delen allemaal in de genade van dezelfde Heer en Heiland. Vanuit die genade kunnen we in blijdschap leven.
Paulus is blij dat de Filippenzen leven zoals God dat van hen vraagt. Dat leven wordt door God gezegend.
Lukas 6:38 Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden.
Lees Efeze 5:1-8
2 Korinthe 9:8 En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk.
Loof de HEERE om Wie Hij is!
Jur