English & other languages: click here!
Filippenzen 1 - Paulus' gevangenschap
Samenvatting Filippenzen 1
- Genade en vrede: Paulus opent zijn brief met een zegen en herinnert aan de kern van het evangelie: genade en vrede van God.
- Blijdschap in gemeenschap: Paulus is dankbaar voor de Filippenzen die vanaf het begin actief deelnamen aan het evangelie, ook financieel.
- Lijden als genade: Zijn gevangenschap wordt gezien als een deel van het lijden voor Christus, wat hij als genade beschouwt.
- Liefde en onderscheidingsvermogen: Paulus bidt dat hun liefde groeit in kennis en fijngevoeligheid, zodat ze kunnen onderscheiden wat wezenlijk is.
- Evangelie boven omstandigheden: Ondanks zijn gevangenschap ziet Paulus hoe het evangelie juist daardoor verder verspreid wordt.
- Leven of sterven voor Christus: Paulus beschouwt zowel leven als sterven als winst, zolang Christus wordt grootgemaakt.
- Eensgezind strijden: Hij roept op tot een waardige levenswandel, standvastigheid en gezamenlijke strijd voor het geloof.
Het artikel is bedoeld om gelovigen te bemoedigen en aan te moedigen om:
- Te leven vanuit blijdschap en genade
- Te volharden in geloof, ook in lijden
- Eensgezind te strijden voor het evangelie
Filippenzen 1:1-11 - ’ Groter blijdschap ken ik niet … ’
Filippenzen 1:1-2
1. Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Jezus Christus, aan al de heiligen in Christus Jezus die in Filippi zijn, met de opzieners en diakenen:
2. genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus......... het is de gewoonte van Paulus zijn brieven te openen met het uitspreken van een zegen. Blijkbaar vindt Paulus het belangrijk om genade telkens in herinnering te brengen en begint hij daarom al zijn brieven hiermee. Het elkaar toebidden van de vrede van God moet niet een automatisch uitgesproken begroeting zijn. We delen in Gods ontferming en mogen leven vanuit de vrede met Hem. Genade is ook de kern van het evangelie van Jezus Christus
Filippenzen 1:3-6
3. Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk
4. – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap –
5. vanwege uw gemeenschap aan het Evangelie, van de eerste dag af tot nu toe.
6. Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.
Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk......... Paulus dankt God voor hun gemeenschap aan het evangelie en hij is daar blij om.
Die blijdschap toont Paulus al in de eerste verzen van deze brief. Hij is blij. Blij omdat hij in de Filippenzen medestrijders heeft voor het geloof. Zij hebben vanaf de dag dat ze tot geloof kwamen (Hand. 16:6-40) , deelgenomen aan de prediking van het Evangelie. O.a. door het brengen van financiële offers.
Zo'n blijdschap kenmerkt de apostelen. Ook Johannes zegt dat in één van zijn brieven, hij kent zelfs geen groter blijdschap!
Dat gevoel ken je waarschijnlijk wel, want wat is er nou mooier dan dat de mensen om je heen die je het Evangelie hebt voorgeleefd en voorgeleerd, leven uit datzelfde Evangelie! En niet in het minst als het om je eigen kinderen gaat.
Dat ze deelgenomen hebben aan de prediking van het evangelie, blijkt ook uit het feit dat ze financiële offers daarvoor brachten. Dit behoort ook tot het hebben van gemeenschap aan het Evangelie. Dat kunnen we lezen in
Filippenzen 4:15-16
15. En ook u, Filippenzen, weet dat in het begin van het Evangelie, toen ik uit Macedonië vertrok, geen enkele gemeente mijn deelgenoot werd in de rekening van uitgave en ontvangst, dan u alleen.
16. Want ook in Thessalonica hebt u mij een- en andermaal iets gestuurd voor wat ik nodig had.
Geloven is niet alleen iets ontvangen voor jezelf. Het is ook geven, uitdelen van de rijkdom die je kreeg.
En Gods werk gaat door. Het is gericht op de voltooiing van zijn Koninkrijk met Christus’ terugkomst’. In vers 6 schrijft Paulus dat God een goed werk begonnen is in de gemeente. Hiermee doelt Paulus op het goede werk van de ‘gemeenschap aan het Evangelie’ en het naast elkaar staan in de strijd tegen hen die daarvan afbreuk doen. Zo zelfs dat Paulus daardoor in de gevangenis verblijft.
Dit goede werk dat hij met deze gemeente is begonnen zal zich ook voortzetten tot het voltooid is op de dag van Christus Jezus.
Filippenzen 1:7-8
7. Het is immers voor mij terecht dat ik dit van u allen denk, omdat ik u allen in mijn hart heb als deelgenoten van mijn genade, zowel in mijn gevangenschap als in de verdediging en bevestiging van het Evangelie.
8. Want God is mijn Getuige hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innige gevoelens van Jezus Christus.
Het is immers voor mij terecht dat ik dit van u allen denk....... Paulus' dankbaarheid, vreugde en verlangen om voor de Filippenzen te bidden was terecht.
omdat ik u allen in mijn hart heb als deelgenoten van mijn genade...... in zijn gevangenschap koesterde Paulus de Filippenzen in zijn hart, die zijn medestrijders waren voor het geloof en zo deelden zij in de genade die Paulus ten deel viel. En wat was die genade? Paulus mocht delen in het lijden van zijn Meester (1 Petrus 4:13). Zijn gevangenschap was het kruis wat hij terwille van het evangelie te dragen kreeg (Matth. 16:24), en de gelovigen in Filippi deelden in dat lijden door als een Simon van Cyrene met hem mee te lijden en te hulp te komen. Samen met Paulus hadden ze vijanden (de Judaïsten) weerstaan. Ze bleven voor hem in gebed voor zowel zijn gevangenschap als in de verdediging en bevestiging van het Evangelie.......
Want God is mijn Getuige hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innige gevoelens van Jezus Christus....... God weet hoe diep de gevoelens van hartelijke liefde van Paulus zijn, die uitgaan naar zijn medestrijders in Filippi.
Filippenzen 1:9-11
9. En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en alle fijngevoeligheid,
10. opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is, opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus,
11. vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God.
En dit bid ik dat uw liefde nog steeds overvloediger wordt in kennis en alle fijngevoeligheid....... Je voelt in deze brief de sterke band van liefde tussen Paulus en de Filippenzen. Toch bidt Paulus of de liefde, die de Filippenzen hebben, steeds overvloediger zal worden. Het gaat om een liefde die zijn uitwerking heeft in de groei van Gods Koninkrijk. Meer liefde maakt iemand fijngevoelig, zodat je beter gaat aanvoelen wat er nu echt toe doet.
opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is, ...... die fijngevoeligheid uit zich in onderscheidingsvermogen. De gelovigen in Filippi zijn nog ‘jong in het geloof’. Paulus heeft daar oog voor. De gemeente leeft te midden van een heidense omgeving. Hun christen-zijn moet op heel wat terreinen nog vorm krijgen. Daarom bidt hij voor de gemeente om onderscheidingsvermogen. Dat hebben wij toch ook nodig in een samenleving die steeds minder een christelijk stempel draagt?
opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus...... Het zijn allemaal vruchten van Gods Heilige Geest. Dat maakt iemand oprecht. Zo zullen ze steeds meer veranderd worden naar het beeld van Yeshua. Daarmee kan men vrijmoedig de dag van Christus tegemoet zien.
vervuld met vruchten van gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn, tot heerlijkheid en lof van God........ dit is een aanvulling op vers 6. Gods werk gaat door met vruchten van gerechtigheid door Jezus Christus. Het is gericht op de voltooiing van zijn Koninkrijk met Christus’ terugkomst: tot heerlijkheid en lof van God
Filippenzen 1:12-18 - "Niet ik, maar Christus"
Dit bijbelgedeelte toont een naar de mens gesproken helemaal niet zo'n blijde situatie: hij ondergaat verdrukking.
Paulus zit in de gevangenis. Het gevolg van zijn evangelieprediking. Schrijft hij over de slechte omstandigheden daar? Over zijn aftakelende gezondheid misschien? Niets laat hij daarover los.
Filippenzen 1:12-14
12. En ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd, veeleer tot bevordering van het Evangelie heeft gediend,
13. zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Christus' wil,
14. en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken.
ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd.......... Ja Paulus spreekt toch over wat er gebeurd is!
het gebeurde heeft veeleer tot bevordering van het Evangelie gediend....... Hij heeft veel meegemaakt, schrijft hij. Maar er klinkt dankbaarheid door in die opmerking. Want in de gevangenis heeft hij meer voor de HEERE kunnen betekenen dan daarbuiten. Mensen die hij anders niet had kunnen bereiken, hebben iets van Yeshua gemerkt. De eerste keer dat Paulus met de gevangenis kennismaakte (in Filippi!), was dat al duidelijk geworden: de gevangenbewaarder kwam met de zijnen tot geloof (Hand. 16:19-34)
zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Christus' wil....... in het hele gerechtshof wisten ze dus dat Paulus niet zomaar een gevangene was maar dat hij een afgezant van Yeshua HaMashiach was.
en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen........ Ook waren de meeste christenen in Filippi verlost van een grote dreiging: angst.
om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken........ Ze zagen hoe de Heilige Geest juist in verdrukking kracht geeft.
Mattheüs 10:18-20
18. En u zult ook voor stadhouders en koningen geleid worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen en de heidenen.
19. Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet.
20. Want u bent het niet die spreekt, maar de Geest van uw Vader, Die in u spreekt.
In het leven van ons als gelovigen en van de gemeente spreken de omstandigheden nooit het laatste woord. Paulus heeft het geleerd en wil het ons leren dat we elke situatie moeten gaan zien vanuit Yeshua. Voor Paulus is de verdrukking niet het belangrijkste, maar de evangelieprediking! Dan klagen we niet over tegenslag, maar zien we die als een gelegenheid waarin de kracht van Yeshua zich kan openbaren.
Paulus' gevangenschap gaf de gelovigen om hem heen – die niet gevangen zaten – meer vertrouwen en moed om te getuigen.
· Ze zagen dat Paulus vreugde had, zelfs tijdens zo’n beproeving.
· Ze zagen dat God voor Paulus zorgt in zulke omstandigheden.
· Ze zagen dat God Paulus nog steeds kon gebruiken, zelfs toen hij gevangen zat.
Filippenzen 1:15-18
15. Sommigen prediken weliswaar Christus uit afgunst en twistzucht, maar anderen ook uit welwillendheid.
16. De eersten verkondigen Christus wel uit eigenbelang, niet zuiver, met de bedoeling aan mijn gevangenschap verdrukking toe te voegen,
17. maar de laatsten uit liefde, omdat zij weten dat ik tot verdediging van het Evangelie aangesteld ben.
18. Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu onder een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.
Sommigen prediken weliswaar Christus uit afgunst en twistzucht, maar anderen ook uit welwillendheid......... Wie beseft dat de HEERE de mensen eeuwig leven wil geven, wil dat niet voor zichzelf houden en hangt niet meer krampachtig aan dìt leven. Wie leeft uit de blijdschap die God geeft, leeft om het Evangelie te prediken, ongeacht de motivatie en de houding van medepredikers .
Sommigen met de bedoeling aan mijn gevangenschap verdrukking toe te voegen........ Maar we kunnen winnen dat ook onze ongelovige naaste die blijdschap leert kennen. Alleen dàt is het al waard om verdrukt te worden. In ons leven spreken de omstandigheden nooit het laatste woord. Yeshua heeft het laatste Woord. Bezie elke situatie vanuit Hem.
Ook Romeinen 8:26-30 zegt dat we onze situatie nooit als hopeloos hoeven te zien. Hoe?
Romeinen 8:26-30
26. En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen.
27. En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit.
28. En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn.
29. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.
30. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.
Dank de HEERE dat Hij ook in jouw leven alle dingen wil doen meewerken ten goede, tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk.
Filippenzen 1:19-26
Of wij nu leven of sterven …
Het is goed het laatste deel van vers 18 samen met het begin van dit bijbelgedeelte te lezen: ’ … en daarin verblijd ik mij, en zal ik mij ook verblijden. Want ik weet, dat dit mij tot behoud zal strekken … ’ Het is Paulus er alleen maar om te doen dat Yeshua verkondigd wordt. En daarbij is hij er zeker van dat zijn lijden niet zal uitlopen op ondergang, maar op redding: de HEERE zal hem niet verlaten, maar verlossen.
Filippenzen 1:18-20
18. Maar wat dan nog? Toch wordt Christus op allerlei wijze verkondigd, of het nu onder een voorwendsel is of in waarheid; en daarover verblijd ik mij, ja, zal ik mij ook verblijden.
19. Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus,
20. overeenkomstig mijn reikhalzend verlangen en hoop dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat in alle vrijmoedigheid, zoals altijd, Christus ook nu grootgemaakt zal worden in mijn lichaam, of het nu door het leven is of door de dood.
Maar wat dan nog?
Psalm 25:3 Neen, niemand die op U vertrouwt, wordt beschaamd; Alleen de afvalligen worden te schande.
Dat kan vrijlating uit de gevangenschap zijn. Maar mocht zijn proces uitlopen op zijn dood, dan weet Paulus dat God hem bij Zich thuis zal halen.
Want ik weet dat dit mij tot zaligheid strekken zal, door uw gebed en de ondersteuning van de Geest van Jezus Christus...... Paulus weet zich in alles afhankelijk van de gebeden van de Filippenzen en van de bijstand van de Heilige Geest. Paulus wil in dìt leven van Christus zijn, om stràks voor altijd bij Christus te zijn.
Romeinen 14:7-8
7. Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf.
8. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere.
Filippenzen 1:21-26
21. Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst.
22. Maar blijf ik leven in het vlees, dan betekent dit voor mij vruchtbaar werk; en wat ik verkiezen zal, weet ik niet.
23. Want ik word door deze twee gedrongen: ik heb de begeerte om heen te gaan en bij Christus te zijn, want dat is verreweg het beste,
24. maar in het vlees te blijven is noodzakelijker voor u.
25. En dit vertrouw en weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen zal blijven tot uw vordering en blijdschap van het geloof,
26. opdat uw roemen in Christus Jezus overvloedig is door mij, door mijn hernieuwde aanwezigheid bij u.
Ga je ook zo om met situaties waarin je vanwege je geloof wordt tegengewerkt? In zulke omstandigheden kunnen we gemakkelijk helemaal op onszelf gericht raken. Of soms hoeft het leven voor ons dan niet meer. We zijn het strijden moe en verlangen ernaar heen te gaan. Natuurlijk mogen we ernaar verlangen om voor altijd bij God thuis te zijn. Maar zolang de HEERE je hier laat leven, heeft Hij een taak voor je. Een taak die je samen met andere gelovigen en door de kracht van de Heilige Geest mag volbrengen.
God doet alle dingen meewerken ten goede voor hen die God liefhebben !
Genesis 50:20 Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden.
Als u ouder bent hoeft u uw tijd hier niet uit te zitten. Ook niet wanneer u om uw geloof wordt tegengewerkt. Ga niet onverschillig in het leven staan. Ziende op uw glansrijke toekomst met de HEERE, kunt u zeggen: dat komt wel. En tot die tijd mag u erop gericht zijn dat uw ongelovige naaste tot geloof komt of dat uw medebroeders of zusters verder komen in hun weg met God.
Verblijd u over het geloof van andere christenen en maak dat zij zich met en over ú kunnen verblijden. Want of wij nu leven of sterven, wij zijn van de HEERE. Verricht daarom uw taak met blijdschap zolang u hier op aarde leeft, en des te meer mensen zullen zich mèt u en dóór u verblijden!
Bid dat u leeft vanuit uw rijkdom in God.
Eensgezind strijden
Filippenzen 1:27-30
27. Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben, van uw zaken mag horen dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie,
28. en dat u zich in geen enkel opzicht schrik laat aanjagen door de tegenstanders. Voor hen is dit een duidelijk teken van verderf, maar voor u van zaligheid, en dat van God uit.
29. Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden,
30. omdat u dezelfde strijd hebt als die u bij mij gezien hebt en nu van mij hoort.
Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben........ zoals Paulus dat vaker doet roept hij de gelovigen op zich te gedragen overeenkomstig het evangelie. Dat betekent dat we één van geest dienen te zijn.
en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie....... Eensgezind strijden..... dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Wanneer twee elkaar bestrijdende partijen een gemeenschappelijke vijand krijgen, dan zien we vaker dat die twee vrede met elkaar sluiten om zo samen
sterk te staan tegenover de derde. Maar is de gezamenlijke vijand verslagen, dan gaan ze elkaar weer bestrijden. Bij ons christenen is het vaak nog
erger: we blijven óók bij een gemeenschappelijke vijand de wereld-en- elkáár bestrijden. Eensgezind strijden is alleen mogelijk als we echt één zijn in de Heilige Geest.
dat u zich in geen enkel opzicht schrik laat aanjagen door de tegenstanders....... De Filippenzen hebben van de kant van heidense
tegenstanders veel moeilijkheden te verduren. Paulus roept ze op om als goede strijders van Christus moedig en eensgezind stand te houden. Lijden voor Yeshua is een teken van eeuwig behoud en een genade. Het zal voor de tegenstanders echter een teken zijn van hun eeuwige ondergang.
Want aan u is het uit genade gegeven in de zaak van Christus niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden....... Geloof is een genadegave, maar het lijden voor Christus is eveneens een genadegave. Ook in Hand. 5:41 wordt het een eer genoemd om voor Christus te mogen lijden.
omdat u dezelfde strijd hebt als die u bij mij gezien hebt en nu van mij hoort....... Hier roept Paulus in herinnering hoe ze de gerechtsdienaren Paulus op de markt te Filippi smadelijk en tot bloedens toe zagen afranselen. Ook de gelovigen van Filippi wordem geconfronteerd met dezelfde strijd, die geen straf is maar een instrument in Gods hand.
2 Thessalonicenzen 1:3-10
3. Wij moeten God altijd voor u danken, broeders, zoals het behoort, omdat uw geloof buitengewoon sterk groeit en de liefde van ieder van u allen tot elkaar steeds toeneemt,
4. zodat wij zelf over u roemen in de gemeenten van God vanwege uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en in de verdrukkingen die u verdraagt:
5. een teken van Gods rechtvaardig oordeel dat u het Koninkrijk van God waardig geacht wordt, waarvoor u ook lijdt.
6. Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken,
7. en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht,
8. wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.
9. Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht,
10. wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof).
Jur