English & other languages: click here!

Psalm 106:1-5 - Gods goedheid

Omertelling Dag 43

Psalm 106:1-5
1. Halleluja!
Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.
2. Wie zal de machtige daden van de HEERE verwoorden, al Zijn lof verkondigen?
3. Welzalig zij die zich aan het recht houden, die te allen tijde gerechtigheid doen.
4. Denk aan mij, HEERE, naar het welbehagen in Uw volk; zie naar mij om met Uw heil,
5. zodat ik het goede van Uw uitverkorenen mag zien, mij mag verblijden met de
blijdschap van Uw volk, mij mag beroemen met Uw eigendom.

In Psalm 106 wordt de geschiedenis van Israël, zoals beschreven in Psalm 105 verder doorgetrokken. Deze psalm begint en eindigt met "Halleluja" en bezingt in de eerste vijf verzen de grootheid van YAHWEH en bidt in diezelfde verzen om het welbehagen en het heil van God voor de psalmist, voordat hij de teleurstellende geschiedenis vertelt van het volk, waarmee hij ten nauwste verbonden is. Het is een soort nationale schuldbekentenis, die eindigt met vast te stellen dat God, ondanks alle ontrouw, vast blijft houden aan Zijn verbond met Israël. Maaar in deze overdenking beperken we ons - volgens het leesrooster van de omertelling - tot de eerste vijf verzen.  

De psalm begint met Halleluja!, dezelfde lofprijzing waarmee Psalm 105 eindigde! Daar was het een uiting van vreugde om alle zegeningen en gaven die God het volk had toebedeeld. Maar hier geldt het Halleluja! voor Gods trouw aan een ontrouw volk. En in dat besef vervolgt de psalmdichter in het eerste vers: "want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig". Voor het woord 'goedertierenheid' staat er in het Hebreeuws "gessed" חַסְדּ", waarmee de grote, loyale Verbondsgenade en de liefdevolle vriendelijkheid van God wordt uitgedrukt. En die genade, die liefde voor zondaars die hun zonden belijden, duurt eeuwig!!  

Wie zal de machtige daden van de HEERE verwoorden...... de psalmist voelt een zeker onvermogen om de geweldigde daden van YAHWEH te verwoorden. Het is te groot om dit in woorden en gedachten naar waarde weer te geven. Hetzelfde ervaren wij als we denken dat Yeshua zo ontzettend veel aan heerlijkheid heeft moeten missen, en zoveel vijandigheid en pijn moest ondergaan, om ons te redden. Om daar uiting aan te geven zijn onze woorden en gedachten ontoereikend. Maar we zijn er wel heel dankbaar voor en we zullen al Zijn lof verkondigen

Welzalig zij die zich aan het recht houden...... al kunnen we God nooit genoeg danken en prijzen, we kunnen Hem wel gehoorzamen, door ons aan Zijn recht te houden. Dat doen we door genade en liefde te bewijzen aan onze naaste. Hem recht te doen om daarmee Gods beeld te zijn, Zijn karakter te laten zien.

Denk aan mij, HEERE, naar het welbehagen in Uw volk....... in een gebed vraagt de dichter de HEERE aan hem te denken, op dezelfde manier als  het welbehagen dat Hij in Zijn volk heeft. Zie naar mij om met Uw heil, in dat woord heil zit de Naam van Yeshua verborgen. Zie naar mij om met Uw Yeshua (=redding, verlossing, heil). Zijn volk, de mensen waarin God een welbehagen heeft. Daarvan zongen de engelen in Efrata (Luas 2:14). 

zodat ik het goede van Uw uitverkorenen mag zien....... denkt de psalmist hier aan het Vrederijk, het Koninkrijk van God dat beloofd is? Daar zal God het goede doen zien, zoals we dat zongen in Psalm 85. Op het land staan volle garven, voor de offerdienst, voor voedsel! Wat verlangt de psalmdichter naar dat heil. Juist nu, wanneer hij in de volgende verzen de ontrouw van Israël moet belijden. 

Het is alleen het heil dat God in Yeshua schenkt dat ons het goede weer doet zien. Dat gebeurt niet in een aardse heilsstaat. Niet in alle uitvindingen die het leven gemakkelijk en plezierig maken, maar tegelijk ons binden aan de slavernij van Babel. Alleen Uw heil, YAHWEH, onze God, zal ons het goede weer doen zien. Dan zullen we werkelijk gezegend zijn en de vrede ervaren die alle verstand te boven gaat (Filip. 4:7). De psalmdichter mag dan deel uitmaken van de blijdschap van Gods volk. Hij mag trots zijn op wat God in Zijn volk, dat Zijn eigendom is, bewerkt heeft. Dan mag hij deel uitmaken van de overwinning die God in Zijn volk bewerkt heeft, dwars door alle ontrouw heen. God komt tot Zijn doel met Zijn volk, Zijn Eigendom:  Zijn Sekhoela  סְגֻלָּה (kostbare schat Exodus 19:5). 

Ida