English & other languages: click here!

Psalm 138 - Een gebed van Dank

Omertelling Dag 49

Koning David bevindt zich in een omgeving waar hij niet met anderen kan spreken vanuit zijn geloof in en vertrouwen op God. Wat er met die goden bedoeld wordt is niet duidelijk, maar wèl duidelijk is dat dit niet de omgeving is waar David zich thuisvoelt. Om een goede sfeer te bewaren zou David moeten zwijgen, of een beetje meepraten in hun denkwereld. Maar nee, David neemt een moedig besluit, hij wil zich niet de mond laten snoeren.

Hij zegt tot God, beginnend met de woorden "IK ZAL U loven met héél mijn hart, ook al ben ik in de buurt van afgoden of u vijandige rechters en andere autoriteiten. De omgeving zal geen afbreuk doen aan mijn getuigenis, ik ga psalmen voor u zingen.

Met andersdenkenden is er altijd wel een grenszone waarbinnen je nog een beetje kunt meepraten met je gezelschap. Maar David wil niet met een gedeeld hart spreken waarbij hij zich moet aanpassen. Hij, die een 'vriend van God' (Jakobus 2:23) genoemd wordt... wil vrijuit uitkomen voor zijn HEER en Koning.

Ik zal mij neerbuigen naar Uw heilig paleis en Uw Naam loven........ David gaat niet het tempelcomplex binnen, want de tempel was nog niet gebouwd. Hij buigt zich neer in de richting van de plek waar de ark in de tabernakel staat. Dat doen Joden ook nu nog. Hier in Nederland weten ze de richting waar vroeger de tempel stond. De reden waarom David dat doet is Gods heilige Naam, waarover hij tweemaal spreekt in deze tekst. 

David aanbidt God eveneens om Zijn goedertierenheid (genade, vriendelijkheid) en trouw en om Zijn grote belofte! Redenen genoeg om YAHWEH met zijn hele hart te loven en te danken. 

Op de dag dat ik riep, hebt U mij verhoord; U hebt mij versterkt met kracht in mijn ziel...... we weten niet in welke omstandigheden David was, maar hij heeft dikwijls verdrukking ervaren en dan is de beste weg naar God je nood uit te roepen. Gezien het voorgaande zal David ongetwijfeld gepleit hebben op Gods heilige Naam en de HEERE verhoorde hem! In die moeilijke momenten lijkt het of alles verloren dreigt te gaan. Maar God gaf nieuwe levenskracht in zijn ziel (Psalm 23:.3a Hij verkwikt mijn ziel). Het lijkt erop dat de problemen te maken hadden met de koningen van de omringende landen, die de veranderingen, door God bewerkt in David, opmerkten. Als David dan de Naam van YAHWEH geproclameerd heeft ten overstaan van die 'goden' (koningen), dan werkt dit door. David verkreeg uitredding en dat hebben die koningen gemerkt. Dit geeft uitzicht op een eeuwige overwinning en Davids hart vloeit over van dankbaarheid en lofprijzing.

David heeft beseft dat in die weg van het vrijuit uitkomen voor Gods Naam, het zover zal komen, dat alle koningen der aarde YAHWEH zullen loven! Ze hebben het gehoord vanuit het huis van David. En straks zal de troon van David (Luk. 1:32) waarop Yeshua plaats neemt in het Vrederijk, die uitwerking hebben!  Dan horen ze de woorden uit de mond van God! Dan ontstaat er vrolijk lofgezang om wat YAHWEH gedaan heeft en ze zien en bezingen zijn HEERLIJKHEID! Uit dat wat David heeft ervaren ziet hij de profetische vervulling ervan in Gods Koninkrijk. 

Want de HEERE is verheven; toch ziet Hij om naar de nederige...... YAHWEH is verheven boven alles wat hoog is..... die verheven staat wordt beschreven in Jesaja 6, en op veel plaatsen in het boek Openbaring. Maar die nederige staat wordt ook beschreven door Maria (Maryam, de moeder van Yeshua) als ze het uitzingt in haar loflied: Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienares (Lukas 1:48). 

Psalm 113:5-7
5. Wie is als de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont,
6. Die zeer laag ziet, in de hemel en op de aarde;
7. Die de geringe opricht uit het stof, de arme verheft uit het vuil,

Want de HEERE is verheven; toch ziet Hij om naar de nederige...... YAHWEH is verheven boven alles wat hoog is..... die verheven staat wordt beschreven in Jesaja 6, en op veel plaatsen in het boek Openbaring. Maar die nederige staat wordt ook beschreven door Maria (Maryam, de moeder van Yeshua) als ze het uitzingt in haar loflied: Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienares (Lukas 1:48). 

Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in de eeuwigheid woont en wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden. (Jesaja 57:15)

"Hij woont bij degene die berouwvol is en nederig van geest. In dit gedeelte zien we duidelijk dat God zorgt voor gebroken en nederige mensen, degenen die niet trots, arrogant en zelfverzekerd zijn, of die vertrouwen op eigen kunnen. Deze mensen zijn meestal door diepe, moeilijke ervaringen heengegaan, die hen hebben ontdaan van hun zelfverzekerdheid en arrogantie. Deze ervaring heeft hen gebroken achtergelaten, in de diepste betekenis van het woord. Dat is waar God naar zoekt: nederige, berouwvolle, gebroken mensen. Berouwvol betekent oprecht spijt hebben van verkeerde dingen." (Derek Prince)

maar de hoogmoedige kent Hij van verre...... wie dat proces van berouw en bekering niet heeft willen ondergaan, zal ondergaan in zijn zonden, want God houdt hem op een afstand.  

Als ik midden in de benauwdheid verkeer, maakt U mij levend....... dit lijkt terug te gaan naar wat David schreef in vers 3. De benauwdheid waarin YAHWEH hem verhoorde en hem kracht gaf in zijn ziel, houdt in feite 'levend maken' in. God strekte ook Zijn hand uit tegen de vijanden. Want God is een strijdende God  (Ps. 18Ps. 24:8 en Ps. 99:1-4). David ziet profetisch de eindstrijd die komende is als de legers zich rondom Jeruzalem verzamelen in de nabije toekomst. Door de vijanden te overwinnen, maakt de HEERE een einde aan alle oorlogen (Psalm 46:10)

De HEERE zal Zijn werk voor mij voltooien...... de strijd die David moest voeren benauwde hem, net zoals die strijd op Getsemané tot aan Golgotha toe, de Zoon van God benauwde. En er moet nog een strijd komen aan het einde van deze genadetijd. Dan zal Yeshua, in de Naam van YAHWEH der legermachten, de zware strijd die David 'in het klein' voerde, glorieus overtreffen door de overwinning op de vijanden. De strjd waarbij het bloed tot de tomen der paarden komt en het kleed van Yeshua rood wordt van bloed (Openbaring 14:20 - Jesaja 63:3). 

De vijand waartegen David streed, was dezelfde vijand die door Yeshua verslagen wordt. Diezelfde strijder staat nog aan het hoofd van deze legermacht in de persoon van de antichrist. Het nageslacht van de volken genoemd in Psalm 83 zijn nog de vijanden van rondom Israël. De afrekening van Zacharia 12 is de strijd en de voltooiing waarnaar David verlangt en dat is nog toekomst. YAHWEH heeft de hand tegen Davids vijanden, die Gods vijanden zijn, uitgestrekt (vers 7) en zal voor eeuwige verlossing zorgdragen. 

Ida