English: click here!
Naar hoofdstuk: 1 - 2a - 2b - 3 - 4 - 5 - 6 - 7a - 7b - 8 - 9a - 9b - 9c(1) -9d(2) - 10 - 11(1) - 11(3) - 11(4) - 11(5) - 11(6) - 12(1) - 12(2) - 12(3) - Dan.+hemelvaart - Dan.+ 1Petrus - Dan.+ Openbaring

Daniël 11 Noord tegen zuid en zuid tegen het noorden (2)

Vervolg van Daniël 11 deel 1. We gaan verder met vers 10.

Profetieën en hun vervullingen:

Vers 10  "Dan zullen zijn zonen zich in de strijd mengen en een menigte grote legers verzamelen." De beide zonen van de koning van Syrië Seleucus II, Callinicus. Seleucus III en zijn broer Antiochus III, willen de oorlog tegen Egypte voortzetten. Ze werven massa’s huurlingen om een reusachtig en oorlogsbekwaam leger op de been te brengen.

In het tweede deel van het vers gaat het ineens over slechts één van de zonen. Dat komt, omdat Seleucus III rond 223 v.Chr. door vergiftiging wordt vermoord. Wat verder in de beschrijving volgt, heeft daarom alleen betrekking op Antiochus III. Rond de jaren 221, 219 en 218 v.Chr. valt hij driemaal Egypte aan en overschrijdt daarbij de grens.

De profetie van deel twee van vers 10 "Een van hen zal snel komen, het land overspoelen, doorkruisen en terugkomen, zich in de strijd mengen en tot zijn vesting doordringen." is ook vervuld. Na eerst verslagen te zijn kwam Antiochus het jaar daarop weer terug en versloeg het Egyptische leger totaal. Hij infiltreerde vanuit Antiochië Syrië en overwon het, inclusief het Joodse land en Gaza. 

Daniël 11:11 De koning van het zuiden zal verbitterd worden. Hij zal uittrekken en tegen hem, de koning van het noorden, oorlog voeren. Ook die zal een grote menigte op de been brengen, maar die menigte zal in zijn hand worden gegeven.
Hier lezen we "De koning van het zuiden zal verbitterd worden." Die koning was Ptolemeüs IV  Philopator en hij werd verbitterd omdat de koning van Syrië zijn oude gebied weer terug veroverde. Ptolemeus IV slaat terug en verslaat Antiochus III omstreeks 217 v.Chr. in de beslissende slag van Raffia bij Gaza. Daardoor krijgt hij een grote menigte vijanden in handen..."die menigte zal in zijn hand worden gegeven". De overeengekomen vrede had niet veel te betekenen.

Daniël 11:12 Wanneer die menigte zal zijn weggevaagd, zal zijn hart zich verheffen. Tienduizenden zal hij neervellen, maar toch zal hij zich niet kunnen versterken. Hoe zou het gaan nu de menigten van de Syrische koning in handen van de Egyptische koning gegeven waren?  300 jaar tevoren werd in de profetie van Daniël gezegd: "zijn hart zal zich verheffen". Ptolemeus

werd hoogmoedig en trots, en niettegenstaande zijn successen verloor hij zijn populariteit bij het volk.  Zo werd ook bewaarheid: "Tienduizenden zal hij neervellen, maar toch zal hij zich niet kunnen versterken."

Daniël 11:13 want de koning van het noorden zal terugkomen; hij zal een menigte op de been brengen, groter dan de eerste, en na verloop van tijd, na enkele jaren, zal hij snel met een groot leger en met een grote uitrusting komen. Deze profetie werd vervuld in 203 voor Chr. ongeveer 14 jaar na de overwinning van het jaar 217  voor Chr. door Ptolemeüs IV  Philopator. Elk detail dat voorzegd werd tegen Daniël wordt vervuld.

Daniël 11:14 Ook zullen in die tijden velen opstaan tegen de koning van het zuiden. En de gewelddadigen uit uw volk zullen verheven worden om het visioen te bevestigen, maar zij zullen struikelen. De vervulling van deze profetie is beschreven door de geschiedschrijver Flavius Jozephus: De Joden gingen uit vrije wil over naar Antiochus en ontvingen hem in Jeruzalem en gaven volop proviand aan zijn leger en aan zijn olifanten en hielpen hem, toen hij het Egyptische garnizoen, dat in de citadel van Jeruzalem lag, belegerde. Josephus vermeldt dan dat Antiochus veel gunsten verleende en hen prees om hun daden, terwijl hij hun religieuze gewetensbezwaren volkomen serieus nam en zich eraan onderwierp.  De engel vertelt Daniël dat ze dit alles zullen doen "om het visioen te bevestigen".  Toen de engel er achteraan zei "maar zij zullen struikelen" bedoelde hij dat de Joden er niet in zouden slagen zich vrij te maken van de Egyptische overheersing en het verkrijgen van politieke onafhankelijkheid.

Daniël 11:15 Dan zal de koning van het noorden komen en hij zal een belegeringsdam opwerpen en versterkte steden innemen. De krachtige armen van het zuiden zullen geen stand houden, ook zijn keurtroepen niet. Ja, er zal geen kracht zijn om stand te houden. De koning van het noorden, Antiochus III, behaalt omstreeks 198 v.Chr. een grote overwinning over Egypte. "De koning van het noorden (Syrië) zal komen en hij zal een belegeringsdam opwerpen".  Dit is letterlijk in vervulling gegaan, want toen Antiochius van Syrië  Scopas bij Paneas versloeg, vluchtte de Egyptische generaal Scopas en verschanste zich toen in de stad Sidon.  Antiochus III achtervolgt hem en neemt de stad na een belegering in. De opgekomen keurtroepen van de koning van het zuiden om de belegering te doorbreken, worden door Antiochus III naar hun land teruggedreven. Ze hebben "geen kracht om stand te houden".

Daniël 11:16 Hij die tegen hem optrekt, zal handelen naar eigen goeddunken. Niemand zal tegen hem standhouden. Hij zal ook standhouden in het Sieraadland en er zal vernietiging in zijn hand zijn. Antiochus III is oppermachtig. Hij kan doen wat hij wil. "Niemand zal voor hem standhouden." In die tijd onderwerpt hij heel Israël, “het sieraadland” aan zich. Dit is ook een vervulling van de de profetie in Daniël 8:9. Syrië maakte deel uit van Seleucidische Rijk (één van de vier opvolgstaten uit het visioen van de geitenbok). Onder Antiochus is "de kleine hoorn" (in de aanvang was dat rijk klein) groot geworden. Vanaf dat ogenblik is Israël (het Sieraadland) voor lange tijd onder Syrische heerschappij.

Daniël 11:17 Hij zal zijn zinnen erop zetten om met de kracht van heel zijn koninkrijk te komen, en billijke voorwaarden met zich meebrengen en die ten uitvoer brengen. Hij zal hem een dochter uit de vrouwen geven om het koninkrijk te gronde te richten, maar zij zal niet standhouden, en zij zal voor hem niet zijn.  Rond 194 v.Chr. probeert Antiochus III door middel van een huwelijk Syrische invloed in Egypte te krijgen. "Hij zal hem een dochter uit de vrouwen geven".. Hij geeft aan Ptolemeus V zijn dochter Cleopatra tot vrouw. Daarbij belooft Antiochus III haar enkele landen als gift mee te geven, waaronder Israël. Het verdere verloop van de geschiedenis doet de plannen om zijn macht te vergroten, mislukken, onder andere, doordat Cleopatra direct na haar huwelijk partij kiest voor haar echtgenoot. Wikipedia: Antiochus sloot vrede met Ptolemeus en verbond hem met zijn eigen dochter Cleopatra I. In de winter van 194/193 v.Chr. trouwde de zestienjarige Ptolemeus V met Cleopatra die ergens tussen de 14 en 23 jaar oud was.

Daniël 11:18 Dan zal hij zijn zinnen zetten op de kustlanden en hij zal er vele veroveren. Een leider zal echter een einde maken aan zijn smaad tegen hem, zonder dat hij zijn smaad aan hem kan vergelden.

Een gebied waarop Antiochus III vervolgens zijn zinnen zet, zijn “de eilanden”, waarvan hij “er vele” verovert. Dit ziet op de verovering van een groot deel van de Griekse eilanden. Door zijn veroveringszucht naar het westen roept Antiochus echter de toorn van de Romeinen over zich af. “Een leider” van het opkomende Romeinse rijk roept deze koning van het noorden een halt toe. In 190 v.Chr. wordt Antiochus III in de beslissende slag bij Magnesië in Klein-Azië door de Romeinse veldheer Lucius Scipio volkomen verslagen. Hij moet zich uit Griekenland terugtrekken.

Hij wordt gedwongen alle olifanten af te staan, een hoge oorlogsschadevergoeding te betalen en ook nog twintig gijzelaars te geven. Onder deze gijzelaars bevindt zich ook zijn jongere zoon, die later onder de naam Antiochus IV Epiphanes van betekenis wordt. Ook leggen de Romeinen hem een heel hoge jaarlijkse schatting op.

Met een restant van zijn verslagen leger keert Antiochus III daarna in zijn land terug. Al zijn trots, roem en eerzucht zijn door het slijk gehaald. Hij moet zich laten welgevallen "zijn smaad tegen hem, zonder dat hij zijn smaad aan hem kan vergelden". 

"Hij zijn zinnen zetten op de kustlanden". In 190 v.Chr. wordt Antiochus III in de beslissende slag bij Magnesië in Klein-Azië door de Romeinse veldheer Lucius Scipio volkomen verslagen.

                                                            Gebied waar de beslissende nederlaag plaatsvond. →

Syrië was gedegradeerd tot een provincie van het Romeinse rijk en een vazalstaat.

Daniël 11:19 Ten slotte zal hij zijn blik slaan op de vestingen van zijn eigen land, maar hij zal struikelen en ten val komen, en niet meer gevonden worden. Om de hoge schatting die hem is opgelegd te kunnen betalen, berooft Antiochus III de vestingen en tempels van zijn eigen land. Wanneer hij in 187 v.Chr. de tempel  van Jupiter te Elymaïs (Elam) wil plunderen, komt de bevolking tegen hem in opstand. Woedend komen de menigten om hun heiligdom te verdedigen en vermoorden hun koning op 3 juli 187 v. Chr.. Ook deze profetie is vervuld.  "Hij is gestruikeld en niet meer gevonden."

Daniël 11:20 In zijn plaats zal er iemand opstaan die een belastinginner (die een afperser rondzendt NBG) het land laat doorkruisen, in koninklijke heerlijkheid. Na enige dagen echter zal hij gebroken worden, maar niet door toorn en niet door oorlog. 

Na de dood van Antiochus III neemt zijn zoon Seleucus IV Philopater bezit van de Syrische troon. Door zijn belastinginner ("die een afperser rondzendt") Heliodorus laat hij in zijn rijk hoge belastingen vorderen, om daarmee de opgelegde schatting aan de Romeinen te betalen. Daarvoor zendt hij hem onder andere ook naar Jeruzalem om de tempelschatten te plunderen.

“Na enige dagen”, dat wil zeggen twaalf jaren 187-175, geregeerd te hebben (terwijl zijn vader vijfendertig jaar heeft geregeerd), wordt Seleucus IV gedood. Dat gebeurt "niet door de toorn" van een woedende volksmenigte en ook "niet door een oorlog", maar door vergiftiging door zijn eigen belastinginner Heliodorus. Laatstgenoemde hoopt daardoor zelf aan de macht te komen. Hierover is ook geschreven in 2 Makkabeeën 3:7-40


In dit gedeelte van Daniël lezen we over de periode na de neergang van het Perzische rijk (de ram) en de opkomst van het rijk van Alexander de Grote (de geitenbok). Hierna ontstond de strijd die hierboven beschreven is, tussen het Seleucidische Rijk (de koningen van het noorden: Syrië) en de Ptolemeeën (de koningen van het zuiden: Egypte) en die geheel overeenkomstig de profetieën van Daniël plaatsvond. Alles speelt zich rondom Israël af. In dit gedeelte lazen we over het aan de macht komen van Antiochus IV, waar het uiteindelijk allemaal om te doen is.  Hij wordt een verachtelijk man genoemd, wie men de koninklijke waardigheid niet had toebedacht. Hij is in de profetieën het prototype van de antichrist.

Het Seleucidische Rijk in 200 v.Chr. onder Antiochus de Grote. Toen Alexander de Grote op 33 jarige leeftijd stierf, werd zijn grote rijk verdeeld onder vier van zijn generaals. Eén van die generaals was Seleucus I (358 – september 281 v.Chr.), bijgenaamd Nicator (d.i. "overwinnaar", de stichter van het naar hem genoemde Seleucidische Rijk, (Wikipedia)

Veel van wat ik geschreven heb, is voor mij ook nieuw. Ik heb een bijbelstudie over Daniël van mevrouw M.W. Eberlé-Gotlib, die goed op de hoogte is van de historische feiten, hierover gelezen. Verder heb ik gebruik gemaakt van Kingcomments en Wikipedia.                                                                       Ida