English: click here

Naar hoofdstuk:  2a - 2b - 3 - 4 - 5 - 6 - 7a - 7b - 8 - 9a - 9b - 9c(1) -9d(2) - 10 - 11(1) - 11(2) - 11(3) - 11(4) - 11(5) - 11(6) - 12(1) - 12(2) - 12(3) - Dan.+hemelvaart - Dan.+ 1Petrus - Dan.+ Openbaring

Daniël 1 Daniël en zijn vrienden

Daniël 1 – Daniël weggevoerd naar het Babylonische Hof

Het was in het jaar 606 voor Chr. dat de eerste groep als ballingen naar Babel werden weggevoerd. Het ging in de eerste plaats om mensen die tot de klasse van Israël behoorden, die als wijs en invloedrijk bekend stonden. Zij moesten aan het Babylonische hof een soort indoctrinatie ondergaan om Babels te leren denken en zo tot meerdere glorie van Nebukadnezar het aanzien van zijn rijk te vergroten. 

Daniël was zo iemand die je tot het neusje van de intellectuele zalm kon rekenen. Hij en nog drie vrienden van hem kwamen in aanmerking voor deze deportatie. Ze moesten hun Judese cultuur en gewoontes afleggen en ingewijd worden in de Babylonische denkwereld.

Dit waren de eisen waaraan zij moesten voldoen:

Daniël 1:4 jongemannen zonder enig gebrek, knap van uiterlijk, bedreven in alle wijsheid, ervaren in wetenschap, helder van verstand, en die in staat waren dienst te doen in het paleis van de koning, en dat men hen moest onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën.

Naast het vernieuwen van hun denken was het voor die omvorming  nodig dat hun namen werden veranderd. Ze werden andere mensen. Als ze de kennis en techniek hadden om het DNA te veranderen was dat waarschijnlijk wel doorgevoerd.  Ze hadden net als wij te maken met een “nieuw normaal” en “gedragsbeïnvloeding”.   

Op aanwijzing van Nebukadnezar stond er prima eten voor ze klaar, want deze toekomstige rijksdienaren moesten er mooi en welvarend uitzien.  Maar de gerechten van de koning waren gezien vanuit de Tora: onrein. 

En Daniël mocht dan wel van alle kanten worden beïnvloed, hij had Gods Wet, de Tora in zijn hart. Hij wist dat het voedsel van de heidenen onrein was.

Hij wilde het allerbelangrijkste van zijn leven vasthouden: zijn geloof in God, zijn liefde voor Hem, zijn liefde voor Gods wet. Dat is een goede houding  als je in een omgeving bent die met God geen rekening houdt. Ze kunnen alles van je afpakken, als je dàt maar vasthoudt. Mensen zonder God staan onder invloed van satan en zullen alles in de strijd gooien om je van die opstelling  

te weerhouden. Daar kun je vreselijk tegenop zien.

Daniël legde zijn bezwaren aan de kamerheer voor en vroeg om ander voedsel, om rein te blijven. De man was bang dat de koning daar niet mee akkoord zou gaan en dat het zichtbaar zou zijn aan hun uiterlijk. En dan staat er in de Bijbel dat God de kamerheer “genade gaf “. God maakte het hart van deze man bereidwillig.

Daniël  en zijn drie vrienden zijn standvastig in hun geloof. Daniël  doet de kamerheer een voorstel: 

Daniël 1:12-13 Stel uw dienaren toch tien dagen op de proef, en laat men ons plantaardig voedsel geven, zodat wij dat eten, en water, zodat we dat drinken. En laat dan in uw tegenwoordigheid ons uiterlijk en het uiterlijk van de andere jongemannen, die de gerechten van de koning eten, bezien worden, en doe dan met uw dienaren naar wat u ziet.

Daniël en zijn vrienden eten nu plantaardig voedsel en drinken water en toen de tien proefdagen voorbij waren, zagen ze er gezonder en knapper uit dan de andere jonge mannen die van de tafel van de koning aten.

En toen ze na bepaalde tijd (3 jaar vers 5) bij de koning moesten komen, bleek dat Daniël en zijn drie vrienden “het examen” heel goed doorstonden.

Daniël 1:19,20  De koning sprak met hen. Maar onder hen allen werd niemand gevonden als Daniël, Hananja, Misaël en Azarja. Zij traden in dienst van de koning. In alle zaken waar het aankomt op een wijs inzicht, waarover de koning hen ondervroeg, vond hij hen tienmaal beter dan alle magiërs en bezweerders die er in heel zijn koninkrijk waren.

God had hun vastberaden trouw en liefde gezegend.  Ze waren bruikbare instrumenten in Gods hand temidden van een heidens volk

Wat mooi als jonge mensen zich zo in de wereld opstellen. Dat zijn mensen met ruggengraat! Dat ze niet bang zijn voor wat een koning verordend heeft en voor wat anderen ervan zeggen. God zal zich verheugen over zo’n geloof.  Verder op in het boek Daniël lezen we ook driemaal dat God Daniël een “zeer gewenst man” noemt.  Daniël 9:23, Daniël 10:11 en 19.

Deze geschiedenis is een bemoediging in de huidige eindtijd. Die jongens moesten ook een weg gaan die ze zelf niet hadden uitgekozen. Maar ze legden God hun situatie in handen en God zegende hun keuze, die afweek van wat de wereld van hen verwachtte. Een besluit dat ze maakten op grond van Gods Woord. 

Ida