English & other languages: click here!

1 Thessalonicenzen 1

Hoofdstuk 1 – Geloof, liefde en hoop

  • Paulus begint met een hartelijke dankzegging aan God voor de Thessalonicenzen.
  • Hij prijst hun geloof dat werkt, liefde die zich inzet, en hoop die standhoudt in Yeshua de Messias.
  • De gemeente wordt geprezen als een voorbeeld voor andere gelovigen in Macedonië en Achaje.
  • Hun bekering van afgoden naar de levende God wordt benadrukt, evenals hun verwachting van de wederkomst van Yeshua.

1 Thessalonicenzen 1:1 Paulus, Silvanus en Timotheüs aan de gemeente van de Thessalonicenzen, die in God de Vader en de Heere Jezus Christus is: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.

Paulus, Silvanus en Timotheüs aan de gemeente van de Thessalonicenzen....... Paulus schreef deze brief mede uit naam van Silvanus (Silas) en Timotheüs, die hem vergezelden op zijn tweede reis (Handelingen 15:40-18:22). Hij begroet de gemeente in Thessalonica met de vrede van God, de Vader, en van de Heere Jezus Christus. Paulus had deze gemeente zelf gesticht en zoals je in Handelingen 17:1-9 kunt lezen kwam hij ook daar weer in conflict met Judaïstische Joden die hem aanklaagden dat hij een andere koning zou prediken. Daarom is Paulus daar maar kort geweest. 

1 Thessalonicenzen 1:2-4
2. Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden,
3. en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader.
4. Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God.

Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden.....  Het zal de gemeente ongetwijfeld goed doen om te horen dat er voor hen gebeden wordt als ze niet bij elkaar zijn. Als Paulus over "wij" spreekt, bedoelt hij ook Silas en Timotheüs, die samen voor deze gemeente in gebed gaan.  Zo vormen ze eensgezind de gemeente van Christus.  

we denken voortdurend aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding...... Paulus en de zijnen weten dat er in deze gemeente liefde, volharding en hoop op hun beider Messias Yeshua is. Zij brengen dat dan ook voor het aangezicht van God de Vader.  Liefde is niet alleen een gevoel; het resulteert in hard werken. Met 'werken' wordt beslist niet ‘kerkenwerk’ bedoeld, maar veel meer het dagelijkse leven. Het gaat hier om 'werkzaam geloof' en geen 'praat-geloof'.  En hoop is geen ijdele wens, maar de verwachting, gegrond in Gods Woord, dat Hij Zijn beloften aan Zijn volk zal nakomen. God had duidelijk de vruchten van de Heilige Geest geloofliefde en hoop op Yeshua in hen uitgewerkt.

Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God........ Paulus heeft vruchten bij deze gemeente gezien en hij 'weet' dat ze door God zijn uitverkoren.

1 Thessalonicenzen 1:5-6
5. Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u.
6. Ook bent u navolgers geworden van ons en van de Heere, toen u het Woord aannam te midden van veel verdrukking, met blijdschap van de Heilige Geest,

Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen....... het was geen 'praat-geloof' waarmee Paulus hen het evangelie had verkondigd. Het was gepaard gegaan met de kracht van de Heilige Geest met volle zekerheid.  Het rijk van satan kwam in verzet als reactie op de verkondiging door het 'zwaard van het Woord van God' (Hebr. 4:12). 

U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u....... de gelovigen in Thessalonica herinneren zich ongetwijfeld hoe broeder Jason een toevluchtsoord voor de apostelen Paulus, Silas en Timotheüs geweest was. Jason werd met anderen vervolgd toen de opstandige  Joden  zich op Paulus wilden wreken, die echter met een borgsom van de broeders vrij kwam (Handelingen 17:1-9).

Ook bent u navolgers geworden van ons en van de Heere, toen u het Woord aannam te midden van veel verdrukking......

dat de broeders navolgers van Paulus waren geworden, betekende dat ze in Paulus het Woord van God herkenden en daarom navolgers van de Heere werden. En dat onder veel verdrukking. Die verdrukking staat ons de komende tijd steeds meer te wachten als we  tegen de stroom in Yeshua werkelijk willen blijven volgen. Maar dan geeft dat ons net als zij: de blijdschap van de Heilige Geest.

1 Thessalonicenzen 1:7 zodat u voorbeelden geworden bent voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje.

De gemeente in Thessalonica had werkelijk de knieën voor Yeshua  gebogen. Men bleef volhardend uitzien naar het moment, dat Hij terug zal komen op aarde. Geloof, hoop en liefde zijn de enorme krachtbronnen die openbreken in het leven van ieder mens die zich, in éénheid met Yeshua, radicaal afkeert van alles waar maar op te bouwen is in deze wereld, om het alleen nog maar met HEM te wagen en zo de enige waarachtige God te dienen! Van dit voorbeeld gaat kracht uit voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje.

1 Thessalonicenzen 1:8-10
8. Want van u uit heeft het Woord van de Heere luid geklonken; niet alleen in Macedonië en Achaje, maar ook in alle plaatsen heeft uw geloof in God zich verspreid, zodat het niet nodig is dat wij iets daarvan zeggen.
9. Want zij vermelden zelf over ons hoezeer wij ingang bij u gekregen hebben en hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen,
10. en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.

Want van u uit heeft het Woord van de Heere luid geklonken; niet alleen in Macedonië en Achaje, maar ook in alle plaatsen.....Het goede werk dat de Heere onder de jonge gelovigen in Thessalonica deed, werd in de hele regio bekend. Gods Woord had luid geklonken en de veranderingen waren door de mensen gezien en men sprak daarover. Dat maakte dat de evangelieverkondiging in die streken al was voorbereid en de apostelen gemakkelijk aansluiting zouden hebben. 

Want zij vermelden zelf over ons hoezeer wij ingang bij u gekregen hebben....... Paulus wist wat afgoden waren en hoe afgodendienaars zich gedroegen, dus het is geen loos compliment als hij schrijft hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen, in plaats van zich te wenden tot een levenloos blok hout of steen.

en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus...... Yeshua zal aan het eind van deze aardse tijd verschijnen. Nu is Hij nog  "gezeten aan de rechterhand van God" (Psalm 110:1). Daar pleit Hij voor ons (Romeinen 8:34), en wanneer Hij terugkeert, zal Hij ons redden van de komende toorn (Romeinen 1:18). Gelovigen worden niet getroffen door de toorn van God, maar zullen in de eindtijd wel de toorn van satan ervaren als we weigeren zijn wil te doen. Dat is de tijd van de Grote Verdrukking die al op veel plaatsen in de wereld ervaren wordt. Menig gelovige moet dat met de dood bekopen. Maar ook dan is Yeshua onze toevlucht. Hij staat klaar om ons te ontvangen. Jesaja geeft ons goede raad voor die tijd:

Jesaja 26:20-21
20. Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u. Verberg u voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is.
21. Want zie, de HEERE gaat uit Zijn plaats om de ongerechtigheid van de bewoners van de aarde aan hen te vergelden. De aarde zal het bloed dat erop vergoten is, aan het licht brengen. Zij zal haar gedoden niet langer bedekt houden.

Hij komt om de aarde te richten.....

De verwijzingen naar eindtijdgebeurtenissen hier, en in 1 Thess. 2:19, 3:13, leiden allemaal tot de climax van 1 Thess. 4:13-5:6. Het is goed om ons voor te bereiden. Want we weten dat daarna Gods Koninkrijk op aarde gevestigd wordt op Sion Gods Heilige berg. Hij komt!

Ida