English & other languages: click here!

Naar hoofdstuk - inleiding - 1 - 2/3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 28/29 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48

Ezechiël 28 weeklacht over de koning van Tyrus

DE KONING VAN TYRUS (Ezechiël 28:1-10)

Ook Ezechiël 28 begint met de aanhef  “Mensenkind” (Ben Adam – Zoon des mensen). God spreekt opnieuw met betrekking tot de koning van Tyrus. Deze koning heet in de algemene geschiedschrijving “Etbaäl”. (Of Itobaäl, wat in het Hebreeuws met dezelfde medeklinkers geschreven wordt).  Deze naam “Etbaäl” komen we ook tegen in 1 Koningen 16:31, daar is het de vader van de goddeloze Izebel, de vrouw van koning Achab. Dit was zo’n slordige 300 jaar eerder dan de periode waarin Ezechiël namens God profeteerde. Hieruit blijkt dat er meerdere koningen met die naam regeerden op de troon van Tyrus en over het Fenicische rijk (Sidon).  

Strong vertaalt de naam”Etbaäl” אֶתְבַּעַל als “met Baäl”. Maar ik zie voor de naam Baäl de letters “alev tav” staan, uitgesproken als “et”, wat duidelijk kan maken dat deze koningen een beeld zijn van de antichrist en dat geldt met name voor de “Etbaäl” uit Ezechiëls tijd. Het gaat dus niet alleen om de laatste koning in Ezechiëls dagen, maar om de hele lijn van het koningsschap van Tyrus dat, net als satan, goed begon, maar door de eeuwen heen,  in stijgende lijn een kenmerkend antichristelijk rijk werd.  In het demonenrijk van de mythologie wordt Tyrus "de geboorteplaats van Europa" genoemd: Europa was een dochter van één van de Etbaäl koningen, die door Zeus ontvoerd werd naar Kreta, waardoor het werelddeel haar naam kreeg. 

Net zo als Israël was het koninkrijk van Tyrus een vazalkoninkrijk van Babel geworden, omdat YAHWEH had beschikt dat deze koninkrijken in de hand van Nebukadnezar zouden worden gegeven. Jeremia had de koning van Tyrus al moeten aanzeggen dat God Nebukadnezar als hoofd over hen had aangesteld. (Jeremia 27:4-6)

Maar Etbaäl trok zich, net zo als zijn Judese collega Zedekia, niets daarvan aan. In zijn hoogmoed durfde hij zich te verzetten tegen de allerhoogste God met de woorden: “Ik ben God, ik zit op de zetel van God in het hart van de zeeën”.

Nee”, zegt God: “Jij bent gewoon een mens en geen god!  Je verbeeldt je wel dat je wijzer bent dan Daniël…..   maar bij God is de wijsheid van de wereld dwaasheid! God zal je vangen in je sluwheid! (1 Korinthe 3:19)

Je hebt een enorme rijkdom verkregen, je schatkamers liggen vol met goud en zilver (Ez. 28:4) en dat heeft je hoogmoedig gemaakt. Maar vreemdelingen en gewelddadige heidenen zullen komen en alles wat mooi is, al je prachtige schittering zal ontheiligd worden en je zult aan je wonden bezwijken en in plaats van je goddelijke zetel, zal je graf in het midden van de zeeën zijn! (Ezechiël 28:7-8)

Blijf je dan nog zeggen: “Ik ben God, terwijl u een mens bent en geen God, en u zich in de macht bevindt van hem die u verslaat?  U zult de dood van onbesnedenen sterven door de hand van vreemden, want Ík heb gesproken, spreekt YAHWEH de Elohim. (Ezechiël 28:9-10)

Het is een bekend verschijnsel dat machthebbers grootheidswaanzin krijgen. Voorbeelden uit de Bijbel:

  • Sanherib van Assyrië, “Wie van de goden heeft volken kunnen redden uit mijn hand? De God van Hizkia kan dat ook niet”. (2 Kron. 32:15-17)
  • Nebukadnezar van Babel “Is dit niet het grote Babylon dat ik gebouwd heb” (Daniël 3:15; Daniël 4:30)
  • Farao van Egypte “Mijn Nijl is van mij, en ik heb die zelf voor mij gemaakt” (Ezechiël 29:3)
  • Koning Herodes die zich liet toeroepen: “een stem van God en niet van een mens”

Fenicisch koopvaardijschip (4e eeuw voor Chr.)  ↓

Tarsis/Taressos (niet Tarsus) was een zeer oude handelsstad in het huidige Zuid-Spaanse Andalusië. Een rijke stadstaat, die eeuwen lang een bedreiging vormde voor de economie van Cartago. Net als Cartago was ze gesticht door de Feniciërs (Tyrus).  De stad is net zo als Tyrus, ongeveer 500 voor Chr.  totaal verwoest en na die tijd horen we niets meer van die stad.

zie Bijbelse plaatsen

DE GEESTELIJKE MACHT ACHTER DE KONING VAN TYRUS (Ez.29:11-19)

In de Bijbel vinden we de klaagliederen van Jeremia, maar Ezechiël heeft er ook minstens zeven opgetekend in zijn profetisch geschrift. Nu moet Ezechiël in opdracht van God het klaaglied over de koning van Tyrus uitspreken. Eigenlijk wordt er in dit klaaglied niet echt geklaagd, maar meer geoordeeld.

De koning van Tyrus wordt vereenzelvigd met satan, De beelden gaan door elkaar. Het betekent niet dat de koning de satan IS, maar de koning wordt wel daardoor beheerst. Toen Yeshua tot Petrus zei: “satan ga achter mij”, betekende dat ook niet dat Petrus de satan was, maar wel dat hij op dat moment door satan beheerst werd. (Mattheüs 16:23).

Het beeld dat hier met woorden tot stand komt wijst over de menselijke machthebber heen naar de geestelijke macht die hem kracht verleent. Die geestelijke macht is de satan met zijn demonen.

Ezechiël 28:12 Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE:

Ezechiël 28:13

U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid,  u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud.

Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u.

Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.

We zien hier de oorsprong van satan als schepsel van God: volmaakt, wijs en prachtig. Hij was in de Hof van Eden, getooid met prachtige edelstenen. (Bij Adam en Eva verscheen hij in een slang) De prachtige edelstenen zien we ook op de borsttas van de hogepriester en ze vormen bovendien de fundamenten van het Nieuw Jeruzalem. De cherub had ook iets met muziek. Wat was hij mooi gemaakt om Zijn Schepper te dienen en te verheerlijken.

Ezechiël 28:14-15 U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.

Cherubs zijn altijd daar waar God is. Bij Zijn troon, bij Gods verschijning zoals bij de visioenen van Ezechiël. Bij de toegang naar de tuin van Eden, afgebeeld op de ark van het verbond. De vleugels beschermend uitgespreid over het verzoendeksel waarop bloed wordt gesprengd in het Heilige der Heiligen, waar God gemeenschap zoekt met Zijn volk. De vleugels beschermen de inhoud van de ark: de Tora.

Wat is de “Heilige Berg”? Soms wordt de Horeb of de Hermon genoemd, maar op zes plaatsen in de Schrift wordt de naam Sion aan de Heilige Berg verbonden: Psalm 2:6;  Joël 2:1; Joël 3:17; Jesaja 27:13; Jesaja 66:20; Zacharia 8:3.

Wat zijn de vurige stenen die hier genoemd worden? Ik heb een verwijzing gezien naar Exodus 24:10 en een ander dacht dat het de andere cherubs waren. Ook zijn er die aan demonen denken. Bij deze geestelijke zaken zullen er wel altijd vragen zijn.

En dan….. totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd. Vanaf dat trieste moment werd Lucifer (=vertaling van de Latijnse naam voor Morgenster), de lichtdrager een leugenaar en moordenaar van de beginne. (Joh.8:44)

Ezechiël 28:16-17 Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub, uit het midden van de vurige stenen. Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig, u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister. Ik wierp u ter aarde, Ik stelde u voor koningen, opdat zij op u neer zouden zien.

De uitdrukking “door de overvloed van uw handel” wordt wel eens gebruikt om aan te tonen dat handel slecht is. Handel kan een valstrik zijn als er geldzucht aan ten grondslag ligt. Maar zonde is op allerlei terrein mogelijk. Ik denk dan aan de tekst over de “degelijke huisvrouw” waarvan ook haar handel ten voorbeeld wordt gesteld:

Spreuken 31:18 Zij bemerkt, dat haar koophandel gedijt, Spreuken 31:24 Zij vervaardigt linnen kleding en verkoopt die; aan de koopman levert zij gordels.

Je moet die handel dan ook zien in het geheel van haar bezigheden. Ze denkt aan de armen en ze vreest de Here. Maar er zit ook een verwarrend element in de vertaling. Het Hebreeuwse woord dat bij de degelijke huisvrouw  voor handel gebruikt wordt is sachar סָחַר Strong. Dit is het gewone woord voor handel, bij Strong en in het woordenboek. Controleer het zelf maar bij “google translate”. 

Die handel  in Ezechiël 28:16 is een ander soort handelen. (rekoelah רְכֻלָּה Strong  7404)  Dat betekent: verhandelen, leuren, venten, huis-aan-huis-verkopen. En het woord betekent ook “geroddel”. Het is een vorm van verkopen waarbij je de collega leverancier zwart  maakt, zodat ze bij jou kopen. Dat is nu precies wat satan (en de koning van Tyrus) doet. Satan ging in de hemel rond en verleidde een derde van de engelen hem te volgen door slecht over God te spreken. Satan en die engelen, nu demonen,  zijn de hemel uitgegooid. Dat verkooppraatje was ook de tactiek van satan naar Eva.

“Is het wel zo dat God dat gezegd heeft? Neem die vrucht maar. Doe het maar rustig, je gaat niet dood. Je zult even wijs als God worden. God wil je dat onthouden, maar bij mij kun je die mooie, heerlijke vruchten eten.”

Ik vertaal het even naar nu, omdat we zo verleid worden de prikken te nemen.

“Is het wel zo dat je je lichaam als tempel zult vervuilen? Je zult hiervan juist  gezond worden en je wordt bovendien net zo wijs als God door transhumanisme. Je kunt met de nano chip/gentherapie veel meer dan wat je met je geschapen hersens kunt doen. Je gaat heus niet dood hoor! Het geloof in God wil je dat onthouden, maar bij mij zul je niets hebben, maar heel wijs en gelukkig zijn.”

De paradijsbelofte van Satan "uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn" (Genesis 3:5) leek volgens Tyrus eigen zeggen in hem vervuld te zijn. (Ezechiël 28:2)

Dit behoort tot de verkooppraatjes van een gevallen cherub, die leurt met een leven dat zogenaamd vrij is van God, met de boom van kennis van goed en kwaad, en die God in een kwaad daglicht stelt. Hij wil de mensheid tot gehoorzame robots maken die hij in zijn macht heeft. En ongetwijfeld waren er dergelijke verkooppraktijken te vinden bij de handel van de koning van Tyrus.

Ezechiël 28:18-19 Vanwege de overvloed van uw ongerechtigheden door uw oneerlijke handel ontheiligde u uw heiligdommen. Daarom deed Ik een vuur uit uw midden oplaaien, en dat verteerde u. Ik maakte u tot een hoop as op de grond voor de ogen van allen die naar u keken. 19 Allen onder de volken die u kennen, zijn ontzet over u. U bent een voorwerp van verschrikking geworden en u zult niet meer bestaan tot in eeuwigheid.

Ook hier wordt weer dat woord rekoelah רְכֻלָּה gebruikt en daarbij de toevoeging “oneerlijk”. De prachtig gebouwde tempel waaraan koning Hiram zijn medewerking had verleend is ontheiligd door de afgodenpraktijken die de koningsdochter Izebel in Israël had ingevoerd. Ezechiël had de afgodenrituelen in de tempel gezien in zijn visioen dat hij beschreef in Ezechiël 8.

Hier gaat het over de koning in Ezechiëls tijd, waarvan in Ez. 28:8 gezegd werd dat hij een graf zou krijgen in het midden van de zeeën. Zijn hele rijkdom van goud en zilver, alles wat hij verworven had, werd gemaakt tot een hoopje as op de grond. Het was verdwenen en allen die zich daaraan vergaapten konden het zien en waren ontzet. Dit zou ook gevolgen hebben voor de handelspartners.

Het is goed om in dit verband het gedeelte uit Jesaja 14:12-16 te lezen, waar een dergelijke vermenging wordt beschreven tussen satan en de koning van Babel.  We zien achter de macht van Tyrus dezelfde boze macht als in Jesaja 14 achter de macht van Babel.  De satan heeft Babel tot zijn zetel gemaakt om van daaruit de wereld te verderven.  

De berg van de ontmoeting aan de noordzijde is niet Gods heilige berg, maar de Tzafon.  Volgens studie 135 van Werner Stauder is Tzafon de woonplaats van Baäl. “Evenals de Eeuwige op Zijn heilige berg woont - de Tziyon - zo woont ook de Ba’al op zijn heilige berg - de Tzafon!”. 

Deze hoge (1780 meter) godenberg ligt ten noorden van Israël. Dit behoordetot het rijksgebied van Nebukadnezar en is gelokaliseerd aan de zuidkant van het huidige Turkije.

De profetieën over Tyrus en Babel zullen hun ultieme vervulling krijgen bij het beest dat uit de zee opkomt.

Openbaring 13:1-10 

 

OORDEEL OVER SIDON  (Ezechiël 28:20-24)

De Baälaanbidding van Sidon was voor Israël een “prikkelende doorn” of een “pijnlijke distel”, die het volk  veel dwalingen heeft gebracht. (1 Koningen 16:31-33;  1 Koningen 18:17-40)

Het begon al enkele eeuwen daarvoor dat er ook een Sidonische koning Etbaäl aan de macht was. Doordat deze Etbaäl zijn dochter Izebel aan Achab ten huwelijk gaf, ging hij een politiek bondgenootschap met Achab aan. Etbaäl was hoogstwaarschijnlijk de priester van de godin Astarte (Astoreth). Deze priester verwierf het koningschap nadat hij Phelles had vermoord, een nakomeling van Hiram, de koning van Tyrus, met wie Salomo in verband met de tempelbouw handelsbetrekkingen onderhield.

Ezechiël 28:22  “IK zal U!....” zegt YAHWEH in Zijn boosheid tot Sidon. God zelf zal zich in het midden van dat koninkrijk verheerlijken en dan zul je weten Wie God is! De pest, het zwaard zullen als straf gezonden worden en velen zullen getroffen worden. Als God zich verheerlijkt betekent dat oordeel voor de zondige bevolking.

God gaat in het oordeel met de volken rondom Israël die door satan worden aangemoedigd om Gods volk tot zonde te verleiden, al gaat Zijn volk Israël beslist niet vrijuit.  Dat bleek wel uit de oordelen die Ezechiël hiervoor namens God uitsprak.

BELOFTE VAN HERSTEL VOOR ISRAËL  (Ezechiël 28:25-26)

Ezechiël 28:25-26 Zo zegt de Heere HEERE: Als Ik het huis van Israël bijeengebracht heb uit de volken waaronder zij verspreid zijn, en Ik door hen voor de ogen van de heidenvolken geheiligd word, dan zullen zij in hun land wonen, dat Ik Mijn dienaar Jakob gegeven heb. -Zij zullen er onbezorgd wonen, huizen bouwen en wijngaarden planten. Ja, zij zullen er onbezorgd wonen, zodra Ik strafgerichten heb voltrokken aan allen die hen verachten onder hen die hen omringen. Dan zullen zij weten dat Ik, de HEERE, hun God ben.

 

De hele heilsgeschiedenis is gefocust op Israël, op het Verbond met Abraham, Izak en Jacob. 

Zacharia 2:10-11 Juich en verblijd u, dochter van Sion, want, zie, Ik kom, en zal in uw midden wonen, spreekt de HEERE.
Veel heidenvolken zullen op die dag bij de HEERE gevoegd worden en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal in uw midden wonen. Dan zult u weten dat de HEERE van de legermachten Mij tot u gezonden heeft.

Koningshuis Tyrus

satan

Was behulpzaam bij tempelbouw Jeruzalem 1 Kon. 5:1-10

Was een beschermende cherub

Schoonheid in wijsheid en luister - Ezechiël 28:7

Was volmaakt in schoonheid

Had wijsheid - Ezechiël 28:4-5

Vol van wijsheid - Ezechiël 28:12

Op de Heilige Berg bouwde hij mee aan de tempel

1 Koningen 5:1-10

Was op de Heilige Berg - Ezechiël 28:14

Door overvloed van handel geweld en zonde - Ezechiël 28:16

Er werd ongerechtigheid in hem gevonden - Ezechiël 28:15

Ik ben God, ik zit op de zetel van God -  Ezechiël 28:2

Verheft zich boven God en gaat zitten in de tempel van God 2 Thess. 2:4

Het heiligdom (tempel) in Jeruzalem werd ontheiligd door Fenicische afgodendienst

U werd verbannen van de berg van God - Ezechiël 28:16

Uw handel ging gepaard met bedrog (oneerlijkheid) (rekoelah רְכֻלָּה)  Ezechiël 28:18

uw handelen was bedrog (rekoelah רְכֻלָּה)

Vanwege uw pracht en welvaart werd u hoogmoedig  Ez.28:2,5

Vanwege uw schoonheid werd u hoogmoedig - Ezechiël 28:17

Vond zichzelf wijzer dan Daniël - Ezechiël 28:3

Daniël liet zich niet als God aanbidden zoals satan - Daniël 2:45

U wordt teneergeworpen in de diepte der zee - Ezechiël 28:8

U zult niet meer bestaan tot in eeuwigheid - Ezechiël 28:19

Ida